Beste,
Sinds de zomer van 2015 verstuur ik elke zaterdagmorgen een nieuwsbrief over innovatie in de media. 2.700 vakgenoten lezen mee. En omdat we bij De Correspondent nu wekelijkse mails introduceren, verschijnt De Medianieuwsbrief hier nu ook.
Wat kun je ervan verwachten?
Ik schrijf de nieuwsbrief op persoonlijke titel en voor een publiek dat bijzonder geïnteresseerd is in hoe media zich ontwikkelen.
In elke editie probeer ik antwoorden te vinden op de volgende vragen:
- Hoe krijg je als journalist je lezers zover hun kennis te delen?
- Hoe kom je als publicatie in het dagelijks ritme van lezers?
- Hoe afhankelijk wil je zijn als journalist en uitgever van platforms als Facebook, Twitter en YouTube?
- Hoe verdien je geld met journalistiek?
Dat doe ik door te linken naar interessante artikelen over deze onderwerpen. Het liefst zijn dat stukken waarin journalisten, uitgevers, ontwerpers, programmeurs en wetenschappers over hun eigen ervaringen en experimenten schrijven.
Daarnaast vertel ik over mijn ervaringen als uitgever bij De Correspondent en ondersteun ik adviezen met eigen cijfers en resultaten.
Kijk er niet gek van op als ik een editie alleen maar naar Amerikaanse voorbeelden link - zoals deze week. In de Verenigde Staten gebeurt simpelweg het meest op het gebied van media-innovatie. Twitter, Amazon, Facebook, Snapchat: het zijn allemaal Amerikaanse bedrijven.
Zoals ik al zei: deze nieuwsbrief is vooral relevant als je media-innovatie bijzonder interessant vindt. Om te voorkomen dat het elke week een editie van tienduizenden woorden wordt, ga ik uit van een hoop voorkennis. Met andere woorden: het is nogal nerdy.
Je krijgt deze nieuwsbrief dan ook alleen in je feed te zien als je me volgt op De Correspondent.
Deel vooral je eigen ervaringen en interessante artikelen, door op mijn mailtjes te antwoorden of via de bijdragen hieronder. Dat maakt De Medianieuwsbrief alleen maar beter.
Oké, over tot de orde van de week
De vijf links van deze week naar interessante ontwikkelingen:
1. Facebook is een monopolist en hoeft alleen nog maar te kopiëren
Facebook organiseerde deze week zijn jaarlijkse conferentie voor developers. Voor moderne techbedrijven hét moment om de Grote Plannen te delen. Dat viel dit jaar tegen. Zuckerbergs speech viel in één zin samen te vatten: we kopiëren de strategie van Snapchat.
Dat kopiëren gaat goed, want Facebook is een monopolist als het op onze levens aankomt.
Een voorbeeld: Facebookdochter Instagram kopieerde de ‘Stories’-functie van Snapchat. Voor die functie hoefde je als Instagram-gebruiker dus geen aparte app meer te hebben - zoals Snapchat. En aangezien al je vrienden toch al op het oudere Instagram zitten, plaats je voortaan daar je Stories.
En jawel, inmiddels gebruiken meer mensen Instagram Stories dan Snapchat.
Facebook hoeft dus zelf niet meer te innoveren om zijn winst te maximaliseren. Succesvolle functies van andere netwerken overnemen is genoeg.
Lees vooral de hele analyse op Stratechery om te zien hoe Facebook door zijn monopoliepositie vooral gericht is op winstmaximalisatie.
2. Kickstarter is één van de grootste ‘boekuitgeverijen’ ter wereld
Dit stuk over Kickstarter in The Guardian uit september 2016 had ik even gemist. Het gaat over de invloed van het crowdfundplatform op de boekenwereld. Enkele cijfers:
- In 2015 haalden auteurs succesvol geld op voor 2.967 titels. Ter vergelijking: de vier grootste uitgeverijen geven rond de 2.000 titels per jaar uit.
- Er ging in 2015 35,2 miljoen dollar vanuit Kickstarter naar literaire projecten.
- Genres die commercieel niet heel aantrekkelijk zijn, doen het op Kickstarter goed. Zo ging er 4 miljoen naar kunstboeken, 2 ton naar literaire tijdschriften en bijna 3 ton naar poëzie.
Kickstarter is geen echte uitgeverij, aangezien het platform auteurs alleen maar helpt met de voorfinanciering van boeken. De auteur moet het boek vervolgens zelf (laten) uitgeven. Maar het zorgt er wel voor dat boeken levensvatbaar worden.
Ik vind dit een interessante ontwikkeling, omdat de meest obscure projecten op Kickstarter een kans maken om toch voorgefinancierd te worden. Je hoeft als uitgever of auteur niet meer van tevoren te gokken of er wel genoeg vraag is voor een eerste druk. In plaats daarvan kun je niche-doelgroepen heel precies bedienen.
3. Lezersomzet steeds belangrijker voor kwaliteitsmedia
Nu Facebook en Google vrijwel de hele mobiele advertentiemarkt beheersen, richten kwaliteitsmedia zich steeds vaker tot lezers voor inkomsten.
Ik ben zeer verheugd over deze ontwikkeling: hoe groter het gedeelte van de omzet dat lezers voor hun rekening nemen, hoe meer uitgevers zich op lezersbelangen (i.p.v. adverteerdersbelangen) kunnen richten.
Zoals bij The New Yorker. Daar nemen 1,1 miljoen abonnees nu 55 procent van de omzet tot hun rekening. Vroeger schommelde dat percentage tussen de 25 en de 33 procent. Wat veranderde er?
- Het blad introduceerde in 2014 een metered paywall.
- Het verhoogde de abonnementsprijs in de afgelopen vijf jaar met 65 procent naar 99 dollar.
De uitgever van The New Yorker, Condé Nast, wil nu meer van haar titels achter een metered paywall zetten. Vanity Fair is de eerstvolgende.
Het Amerikaanse succes van de metered paywall biedt trouwens geen garanties voor Nederland. Sites als The New Yorker en Vanity Fair kunnen vissen in vijvers van tientallen miljoenen bezoekers. Als een klein percentage bijt, is dat al genoeg. In Nederland zal je veel hogere conversie moeten behalen om genoeg abonnees te krijgen.
4. Zo groot kan Amazon nog worden
Vorige week deelde ik managementlessen van Amazon-baas Jeff Bezos. Deze week wil ik naar het gigantische bedrijf zelf kijken.
Beeld je dit even in: van elke nieuwe dollar die in Amerika online uitgegeven wordt, gaat vijftig cent naar Amazon.
Maar Amazon is nog niet groot genoeg. Er moet nog heel veel gebeuren wil het haar waardering op de beurs waarmaken:
"With a market capitalisation of some $400bn, it is the fifth-most-valuable firm in the world. Never before has a company been worth so much for so long while making so little money: 92% of its value is due to profits expected after 2020."The Economist beschrijft hoe Amazon dat zou kunnen doen én welk risico er om de hoek komt kijken (overheidsregulering). Interessant!
5. Teen Vogue als platform voor tieneractivisme
Als je aan mij gevraagd had waar Teen Vogue voor staat, had ik waarschijnlijk ‘lippenstift’ gezegd.
Ten onrechte.
Natuurlijk, er verschijnen ook beauty-tips in Teen Vogue, maar tegelijkertijd is het uitgegroeid tot een platform voor tieneractivisme.
In 2015 trad er een nieuw management aan bij het toen elf jaar oude blad. Zij zagen dat jongeren geëngageerd waren en besloten hen beter te informeren over de wereld om hen heen. Ze trapten af met een cover waar drie onbekende zwarte modellen op stonden. Dat ging tegen de gebruikelijke aanpak van de tijdschriftenwereld in - beroemde witte mensen op de cover - maar het werd de bestverkopende editie van dat jaar.
Lees in dit fijne stuk bij The Guardian hoe Teen Vogue tegenwoordig ten strijde trekt tegen racisme, sociale ongelijkheid, seksisme en de nieuwe Amerikaanse overheid.
Met dank aan
Dat was ’m voor deze week. Dank aan Justus Bruns en Maurits Martijn voor de artikeltips.
Tot volgende week!
Ernst-Jan Pfauth
PS. Gestresst door al dat nepnieuws? Neem een nepnieuwsbiertje.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!