‘Daar stond dag en nacht de auto,’ Etienne Cobbaert (73) wijst naar buiten door het raam van zijn huis in de West-Vlaamse stad Roeselare. De Belgische ingenieur vertelt over de jarenlange bewaking die hij kreeg. Hij was werknemer van de Belgische voedselautoriteit en kwam in actie als er voedselaffaires waren.
In 1995 werd zijn collega en goede vriend Karel Van Noppen door de hormonenmaffia vermoord, enkele uren nadat Cobbaert bij hem was geweest. Die maffia verdiende decennialang dik geld aan illegale, lastig te detecteren hormonen waarmee varkens werden vetgemest. Dierenarts Van Noppen liep hen daarbij voor de voeten en moest dat met zijn leven bekopen.
‘Ik ben ook weleens van de weg gereden,’ vertelt Cobbaert, ‘maar ik kon op het laatst opzij springen.’
We zijn bij hem op bezoek om over de MPA-affaire te praten, het voedselschandaal waar we gisteren een groot verhaal over publiceerden. Begin deze eeuw kwamen schadelijke hormonen via suikerwater in veevoer en menselijk voedsel terecht. In een naar ons gelekt politierapport staat dat dit een nooit eerder gezien gevaar voor de volksgezondheid in heel Europa vormde. Maar de overheid verzweeg de omvang van het schandaal, zo liet ons onderzoek zien.
De inspectie die hij nooit zal vergeten
Toen het MPA-schandaal in de zomer van 2002 losbarstte, was Cobbaert de man die alle metingen deed. Bij het Belgische afvalverwerkingsbedrijf Bioland, van waaruit het met hormonen besmette suikerwater de wereld in ging. Bij de limonademakers en de veevoederfabrikanten die het goedje in hun producten verwerkten. En bij het farmaceutische bedrijf Wyeth in Ierland.
Daar in Newbridge, op de productiesite van
Wyeth,
was hij bij de bron van de hormoonvervuiling die zich als een olievlek door heel Europa had verspreid. En al heeft hij in zijn leven heel wat meegemaakt, dat bezoek staat hem in zijn geheugen gegrift.
‘Het is duidelijk dat er bij Wyeth geen controle is geweest op hun afvalstromen’
Op het terrein stonden containers met het afvalwater van de suikeroplossing waar de pillen van het farmaceutische bedrijf in werden gedoopt.
‘Ik zal dat nooit vergeten,’ zegt Etienne Cobbaert. ‘We stelden vast dat in alle plastieken containers, of er nu een sticker met ‘gevaarlijk’ op zat of niet, hormonale producten zaten.’
Containers vol gevaarlijk afval hadden dus het label onschuldig gekregen.
‘Het is duidelijk dat er bij Wyeth geen controle is geweest op hun afvalstromen,’ constateert Cobbaert. ‘Er is een enorme morele verantwoordelijkheid van Wyeth.’
Want het bedrijf wist terdege dat MPA geen fijn goedje is. In april 2000 stuurde het CARA een informatieblad over het spul. ‘Kan de vruchtbaarheid aantasten,’ lezen we erop. En: ‘kan schade toebrengen aan de ongeboren baby.’ Bij de eerste hulpmaatregelen: ‘verwijder onmiddellijk besmette kleren’ en, als het ingeslikt is, ‘spoel de mond met veel water.’
De vele rechtszaken tegen Wyeth
Over de vraag wat nu exact de rol van Wyeth was bij de MPA-affaire lopen al jaren processen. In 2010 kwam de farmagigant tijdens een rechtszaak in Ierland weg met een boete van 40.000 euro en een schikking van 12,5 miljoen euro met Schuurmans & Van Ginneken, een van ‘s werelds grootste melassehandelaren, waar het vervuilde suikerwater bij terecht was gekomen.
In Nederland proberen veevoederfabrikanten en varkensboeren via de rechter in verschillende rechtszaken een schadevergoeding te krijgen. Zij kochten het spul en zagen door de affaire hun handel instorten.
Daarom willen ze een schadevergoeding van Wyeth, waarvan het afval afkomstig was, en van CARA, de Ierse afvalmakelaar die voor Wyeth een bestemming voor het goedje zocht.
Op 9 mei 2017 diende het hoger beroep in de zaak van een van de gedupeerde varkensbedrijven tegen Wyeth en CARA - in november volgt het vonnis. Wij waren erbij, en het was een fascinerend schouwspel.
Dat er veel op het spel stond, bleek uit het grote aantal advocaten dat Wyeth en CARA hadden meegebracht. Zeven in totaal, tegen twee van de gedupeerden.
Gezamenlijk probeerden Wyeth en CARA de schuld op de varkenshouders te schuiven. Die hadden welbewust met het suikerwater geëxperimenteerd, in de hoop dat de aanwezige hormonen de varkens groter en vetter zouden maken.
In die sfeer van verdachtmakingen kwam het schandaal in 2002 ook in het nieuws. Het was het zoveelste teken dat er iets verrot was in de varkensbranche, oordeelden de media en aanvankelijk ook de minister van Landbouw.
Een van de raadsmannen van CARA gebruikte deze metafoor: ‘Een joyrider kan de schade die hij aanricht niet toeschrijven aan degene die een sloopauto achterlaat.’ En de varkenshouders waren de joyriders, suggereerden ook de advocaten van Wyeth. Zij hadden tal van regels overtreden. Dat er iets als de MPA-affaire was ontstaan, was honderd procent hun eigen schuld.
Een advocaat van de varkenshouder reageerde scherp: ‘Gaat u dat ook zeggen tegen de mensen die Pucklimonade hebben gedronken?’
Daarmee legde de advocaat de vinger op de zere plek. Want hoe kan het dat de hele MPA-affaire de schuld is van de varkensboeren, als er ook besmettingen zijn opgetreden in de menselijke voedselketen, zoals limonades en ijs? Producten waar varkensbedrijven in het geheel niets mee te maken hebben.
De kern van de zaak: wie was verantwoordelijk voor het afval?
De metafoor van de sloopauto was ook niet heel slim gekozen door de beklaagden. Want een sloopauto mag je immers niet zomaar ergens achterlaten. Als je die met de sleutel in het contact voor een school zet en een kind rijdt zich ermee dood, kan je je handen ook niet in onschuld wassen.
En al trokken CARA en Wyeth voor de rest één lijn, op het punt van wie de auto heeft achtergelaten, schoven ze elkaar de schuld toe. Wyeth noemde CARA de ‘kennisgever’ en vice versa. De kennisgever is volgens de Europese richtlijn degene die de autoriteiten moet informeren, op het moment dat hij afval wil transporteren naar een ander land.
Uit de richtlijn blijkt glashelder dat de oorspronkelijke producent van het afval de kennisgever is. Wyeth dus
Een van de pikanste momenten tijdens de zitting was toen een van de rechters die richtlijn begon voor te lezen, nadat Wyeth had geclaimd niet de kennisgever te zijn.
Uit die tekst blijkt glashelder dat de oorspronkelijke producent van het afval de kennisgever is.
Wyeth dus.
Het mag een kleine technische kwestie lijken, maar het is in deze zaak de kern: wie draagt de primaire verantwoordelijkheid voor het afval?
Nadat we tal van documenten inzagen en op achtergrondbasis met direct betrokkenen spraken, komen we tot de conclusie dat Wyeth die verantwoordelijkheid nauwelijks op zich nam. Het bedrijf grossierde in fouten.
Dit zijn de zes fouten die Wyeth maakte
1. Wyeth labelde containers met farmaceutisch afval als ‘ongevaarlijk’
Farmaceutisch afval is per definitie geen onschuldig spul. Het moet van de EU een speciaal label krijgen zodat het altijd te herkennen is. Maar Wyeth labelde containers waarin afvalwater zat als ongevaarlijk.
Het was fout nummer één in de MPA-affaire. De Belgische federale gerechtelijke politie concludeerde in 2005 na drie jaar onderzoek: ‘Wyeth heeft van in het begin het afval bestempeld als zijnde suikerwater. Het hoeft geen betoog dat een farmaceutisch bedrijf in de onmogelijkheid verkeert om onbesmet suikerwater te leveren maar dat het wel degelijk gaat over de afvalstromen en niets anders.’
2. Wyeth meldde het afval niet bij de Belgische autoriteiten
Als je dergelijk afval naar een ander land brengt, dien je het altijd aan te melden bij de autoriteiten van het land dat het in ontvangst neemt. In dit geval België.
‘Het hoeft geen betoog dat een farmaceutisch bedrijf in de onmogelijkheid verkeert om onbesmet suikerwater te leveren’
Afvalmakelaar CARA zorgde ervoor dat dit afval vervolgens als onschuldig afval in een soort voedselcontainers werd getransporteerd. ‘Door deze wijze van transport wordt de controlerende overheid op een listige wijze om de tuin geleid,’ oordeelde de Belgische politie.
Op die manier verzuimde Wyeth zijn plicht België te informeren, fout nummer twee. En als Wyeth het afval wel netjes had aangemeld, dan hadden de Belgische autoriteiten nooit toegestaan dat het naar Bioland was verscheept. Dat verzekert de OVAM, de Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij, in een e-mail die we in bezit hebben.
3. Wyeth wist dat Bioland geen hormonaal afval kon verwerken
Want Bioland beschikte niet over een vergunning voor de verwerking van dergelijk afval. En dat was bekend toen Wyeth met het Belgische bedrijf in zee ging, fout nummer drie. Uit een getuigenverklaring van Ronan Sharkey, een medewerker van CARA, blijkt dat een van de bazen van Bioland aan Wyeth en CARA heeft aangegeven dat het bedrijf alleen een vergunning had om ongevaarlijk afval te verwerken.
Sharkey bezocht Bioland op 20 oktober 1999 samen met een inspecteur van Wyeth, Tony Diviney. Deze Diviney was wonderlijk genoeg een bouwinspecteur, geen milieudeskundige. Hij had volgens Sharkey niet veel belangstelling voor de werkwijze van Bioland. Maar de CARA-medewerker had wel de indruk dat Diviney donders goed wist dat Bioland alleen onschuldig suikerwater kon verwerken. Geen farmaceutisch afval.
Diviney vroeg een van de directeuren van Bioland tijdens datzelfde bezoek zijn vergunning te laten zien. Die beloofde het document later op te sturen, wat hij nimmer deed. Maar Wyeth zat er niet achteraan.
Dat vond ook een medewerker van Wyeth zelf merkwaardig, bleek later in de Ierse rechtszaak. ‘Naar mijn idee zijn onze eisen dat we pas zaken kunnen doen of een contract kunnen tekenen of zelfs ook maar een bedrijf overwegen, als we kopieën van de vergunningen hebben,’ zei hij.
4. Wyeth loog over de eerste stroom afval van voor september 2000
Wyeth claimt keer op keer in rechtszaken dat het tot september 2000 alleen maar onvervuild suikerwater naar België stuurde. Maar dat kan niet juist zijn. Want oudere monsters van met Biolands suikerwater geproduceerde limonade bleken al vervuild. Dat is fout vier: het loog over de eerste stroom afval van voor september 2000.
Wyeth ontkent dat. In de processtukken betoogt het dat de monsters bij bijvoorbeeld limonadefabrikant Puck Herman pas in juli 2002 zijn genomen en deze ‘DUS niet van daarvoor dateren.’ Dat dus is aantoonbaar onjuist. De metingen zijn wel van juli 2002, maar het gaat om bewaarde monsters van eerder geproduceerde limonade.
De Belgische politie concludeerde dan ook dat leveringen van Bioland aan de limonadefabrikant uit mei 2000 al vervuild waren met hormonen in de tijd waarin Wyeth claimt nog onschuldig, onvervuild suikerwater te hebben geleverd.
Al veel eerder, in een fax die Wyeth in januari 1998 stuurde aan CARA, is sprake van afval met 5 procent MPA erin. Ook in latere berichten aan CARA vermeldt Wyeth MPA op de lijst van gebruikte stoffen bij de coating van pillen, het proces waar het afvalwater van afkomstig is.
5. Wyeth bagatelliseerde de mate van vervuiling van het suikerwater
Van de afvalstroom uit september 2000 geeft Wyeth wel toe dat deze MPA bevatte. Twee maanden daarvoor kondigde de fabrikant al aan dat de afvalstroom eraan zat te komen. Maar, fout nummer vijf, de mate van vervuiling relativeerde het meteen:
‘it would seem that there are only trace amounts present, however this will have to be confirmed by testing.’
Later zijn in tanks bij Bioland zeer hoge concentraties MPA aangetroffen. Er zijn mogelijk zelfs hele ladingen - zogenoemde ‘batches’ - afgekeurde pillen in het suikerwater verdwenen. CARA-medewerker Sharkey heeft althans verklaard dat Wyeth-medewerker Diviney dat tegen hem heeft gezegd.
6. Wyeth wist dat Bioland het suikerwater niet kon testen
Op 31 juli 2000 stuurde afvalmakelaar CARA een proefmonster van de nieuwe stroom naar Bioland, met een etiket ‘niet gevaarlijk’ erop. De baas van Bioland had toen al gezegd dat hij zelf het water niet kon testen op het gehalte aan MPA, verklaarde CARA-medewerker Sharkey tijdens de rechtszaak in Ierland. En Sharkey gaf dit naar eigen zeggen door aan Wyeth. Toch gingen Wyeth en CARA door met het leveren van deze tweede stroom vanaf september 2000.
Zie hier fout zes: Wyeth kon het heel goed weten dat Bioland de technische kennis niet had om te testen op MPA, laat staan het te verwerken.
Juridische versus morele verantwoordelijkheid
En zo komen we weer bij de rechtszaak in Amsterdam uit. Op aanstaande 7 november zal de rechter zijn vonnis vellen. Het is lastig te voorspellen wat de uitkomst zal zijn. Dat hangt van allerlei juridische finesses af over de eigen verantwoordelijkheid van de aanklagers.
Maar aan een conclusie valt niet te ontsnappen: Wyeth stapelde fout op fout.
Met zijn nalatige, om niet te zeggen criminele gedrag deelde het bedrijf een enorme klap uit aan tal van veevoederfabrikanten en varkenshouders. Niet alleen richtte het grote economische schade aan, het was verantwoordelijkheid voor het ontstaan van een ongekende dreiging voor de volksgezondheid in heel Europa.
In reactie op het verhaal laat Pfizer, het bedrijf waar Wyeth in 2009 in opging, weten: ‘Het artikel bevat een aantal beschuldigingen tegen Wyeth door een aantal partijen in relatie tot varkensvoer als onderdeel van vier verschillende gerechtelijke procedures in Nederland. In alle vier de procedures is Wyeth in het gelijk gesteld. Een zaak is gesloten. Wij zijn in afwachting van vonnissen in de overige drie hoger beroepszaken. Om die reden hebben wij op dit moment geen verder commentaar.’
Meer lezen?
Hoe de overheid een schandaal met gevaarlijke hormonen onder de mat veegde Begin deze eeuw kwamen schadelijke hormonen in varkens en menselijk voedsel terecht. In een naar ons gelekt politierapport staat dat dit ‘een nooit eerder gezien gevaar voor de volksgezondheid in heel Europa’ vormde. Waarom verzweeg de Nederlandse overheid de omvang van dit schandaal, overtrad ze Europese wetgeving en deed ze geen onderzoek naar de gezondheidsgevolgen? Hoe de Nederlandse overheid een varkensboer tevergeefs het zwijgen op probeerde te leggen Jack Gommers beweert dat de overheid een groot hormoonschandaal in de doofpot stopte. Deel 3 van ons onderzoek: een portret van de oud-varkensboer die al vijftien jaar als complotdenker weggezet wordt.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!