Recorddrukte op Schiphol deze zomer. Een kwart miljoen mensen wringen zich door poortjes, duwen verhit bagage voort, wachten zuchtend op de beveiliging, op een caramel latte van Starbucks, een vertraagde vlucht van Ryanair. Een vlucht van 20 euro, welteverstaan, maar aan de verontwaardigde gezichten lees je dat voordeel niet af. #NeveragainRyanair wordt boos getweet.
Het naarstige gekrioel op een Europees vliegveld in vakantietijd lokt een paar gedachten uit. De apocalyps is aanstaande, bijvoorbeeld, zo ziet de hel eruit. Of, als je positiever bent ingesteld: deze kleurige chaos is het ultieme voorbeeld van nivellering, onbeperkt vliegen voor iedereen (als je tenminste het juiste paspoort hebt).
Michael O’Leary, de spraakmakende CEO van Ryanair, zou voor de tweede optie gaan. Zijn Ierse luchtvaartmaatschappij, die de afgelopen jaren is uitgegroeid tot de grootste en winstgevendste van Europa, is hét symbool van de goedkoop-vliegen-revolutie.
Zijn bedrijf heeft het voor iedereen – tot de armste Europese arbeidsmigranten aan toe – mogelijk gemaakt familie in het buitenland te bezoeken, all-inclusive vakanties te boeken in Spanje en een weekendje de Primark leeg te kopen in London, Parijs of Kopenhagen.
‘Je weet waar je aan begon’, zou het motto van Ryanair kunnen zijn
O’Leary werpt zich graag op als de beschermheer van het businessmodel dat dit alles mogelijk maakt. Een businessmodel dat de ervaring van vliegen terugbrengt tot de kern: een ellendige, oncomfortabele, af en toe vernederende aangelegenheid, waarmee we de planeet naar de kloten helpen.
‘Je weet waar je aan begon’ zou de tagline van het bedrijf kunnen zijn.
De topman staat vooral bekend om zijn schaamteloze uitspraken, waarin hij zijn genadeloze manier van zakendoen aanprijst. Of hij het meent of slechts provoceert, blijft daarbij vaak vaag. O’Leary is een heethoofd, met een scheldrepertoire waar televisiekok Gordon Ramsay jaloers op zou zijn. Zo vatte hij het terugbetalingsbeleid van Ryanair samen met: ‘You’re not getting a refund so fuck off’ en stelde hij voor om klimaatactivisten – ‘fucking eco-warriors’ – af te schieten.
Toch heeft O’Leary – borstelig grijs haar, ondeugende grijns, bovenste knoopje van zijn overhemd open – aan populariteit geen gebrek. De pers smult van zijn botheid, die hij omkleedt met een droog gevoel voor humor en nonchalante Ierse charme. En hij is nooit te beroerd zichzelf te bespotten.
Het is een volkssport geworden om met enige vertedering te klagen over Ryanair, the airline you love to hate
Het is dan ook een volkssport geworden in het Verenigd Koninkrijk om met een zekere vertedering te klagen over Ryanair, the airline you love to hate. ‘Zelfs het vee in een trailer krijgt gratis water’, hoorde ik een Britse Ryanair-passagier een keer zeggen, bijna even geamuseerd als geïrriteerd.
O’Leary zou haar niet tegenspreken. Om absolute bodemprijzen te hanteren, moet je je klanten kort houden, zo niet kleineren, vindt hij. Over passagiers die hun instapkaart vergeten te printen, zei hij: ‘Wij vinden dat ze zestig euro zouden moeten betalen voor hun stommiteit.’
Hoge boetes gelden ook voor een grammetje te veel bagage, een foutje in je naam op het ticket of een baby meenemen. Het liefst, zegt O’Leary triomfantelijk, zou hij zijn passagiers laten betalen voor de wc.
Piloten die in de auto slapen
Je goedkope citytrip betaal je dus met een absoluut minimum aan decorum. Voor 20 euro naar Barcelona vliegen betekent ‘ja’ zeggen tegen hongerig reizen op een stoel die gemaakt lijkt voor kinderen, in een cabine waar iedere vrije centimeter geel plastic is beplakt met schreeuwerige reclame voor kleffe, dure broodjes, waar je van ellende zowaar zin in krijgt. Maar pas op, kotszakjes worden alleen op verzoek uitgereikt.
De reiziger is niet de enige die de lasten draagt voor dit twijfelachtige voorrecht. De afgelopen weken is weer gebleken dat ook het personeel van Ryanair het wegwerp-kosmopolitisme van de vliegmaatschappij mogelijk maakt. Piloten en cabinepersoneel door heel Europa hebben deze zomer gestaakt voor betere arbeidsomstandigheden en hogere lonen. De reactie van Ryanair: we slepen ze voor de rechter.
Dat piloten bij Ryanair relatief weinig verdienen en nauwelijks zekerheid krijgen, is overigens geen nieuws. In 2010 sprak de VPRO al met personeel dat, in afwachting van een vlucht waarop ze weer zouden worden ingeschakeld, in hun auto sliep omdat ze geen hotel konden betalen.
Maar de tijd dat O’Leary kon profiteren van een pilotenoverschot is inmiddels voorbij: tegenwoordig heerst schaarste. En hoewel het jaren heeft geduurd tot Ryanair wilde praten met de vakbonden, lijkt het bedrijf er sinds deze zomer niet meer onderuit te kunnen. Met de Ierse vakbond is twee weken geleden een deal gesloten over een betere cao en Nederlandse werknemers eisten hetzelfde.
De deal was een grote stap voor de briesende O’Leary, die eerder zei liever zijn handen af te hakken dan te praten met de vakbonden
Een grote stap voor de briesende CEO, die eerder aangaf dat hij zijn handen liever afhakte dan met bonden in gesprek te gaan. En mogelijk ook een grote stap voor de mensheid, want als Ryanair hogere lonen gaat betalen, kan het weleens afgelopen zijn met ‘vliegen alsof je een bus neemt’ in Europa.
Het begint er in ieder geval op te lijken dat de schaamteloze race to the bottom van budgetmaatschappijen steeds meer belemmerd zal worden. Naast de hardnekkige stakingen zou de naderende Brexit, die vooral voor Ryanair gevolgen kan hebben, daar een factor in kunnen zijn.
Maar ook de vliegtaks die in Nederland vanaf 2021 gaat gelden. Die stelt weliswaar nog maar weinig voor (een paar euro per ticket), maar luidt wel het begin in van een mentaliteitsverandering.
Een steeds breder gedeeld standpunt
Voormalig VVD-minister en voorzitter van het Klimaatberaad Ed Nijpels stelde onlangs in EenVandaag dat ‘de burger moet kunnen vliegen, maar er gewoon veel meer voor [moet] gaan betalen’.
Daarmee vertegenwoordigt hij een steeds breder erkend standpunt, dat een paar jaar geleden nog bijna niemand verkondigde: serieus klimaatbeleid faalt als de luchtvaart – die altijd heeft kunnen profiteren van subsidies en btw-vrijstelling – er niet bij wordt betrokken.
‘Het kan niet zo zijn dat mensen over benzine wel belasting moeten betalen en over de vervuiling met het vliegtuig niet’, zei ook staatssecretaris van Financiën Menno Snel onlangs tegen Radio 1.
Zelfs de KLM voelt dat het anders moet en roept politici op te investeren in snelle treinverbindingen die korte vluchten binnen Europa overbodig moeten maken. En ook een groot deel van de consumenten vindt dat een goed idee, zo bleek uit onderzoek van EenVandaag.
De easyjetset: voor wie heel Europa één uitgaansgelegenheid is
Maar Ryanair en andere low-cost carriers hebben genoeg tijd gehad om de wereld met hun businessmodel blijvend te veranderen.
Zo brachten ze ons de alomtegenwoordige stedentrip (de favoriete reissoort van millennials), die zijn sporen heeft achtergelaten in alle grote Europese steden. Goedkope vluchten droegen bij aan het ontstaan van de kosmopolitische eenheidsworst die je tegenwoordig overal in Europa aantreft: dezelfde koffiebars en winkelketens, de tot grand café omgedoopte kraakpanden en de urban creative adventure tours die jou, wereldreiziger, je overal zo thuis laten voelen dat je portemonnee van pure behaaglijkheid vanzelf openvalt.
De verleiding is groot om ‘even’ een weekend in Praag door te brengen, of om spontaan een avond te gaan raven in Berlijn. Voor reizigers van die laatste categorie werd in 2015 zelfs de term ‘easyjetset’ gemunt: jonge mensen zonder veel geld die Europa gebruiken als één grote uitgaansgelegenheid met Berlijn (en steeds vaker ook Amsterdam) als centrum.
O’Leary heeft het niet graag over het grootschalige, grensoverschrijdende hedonisme dat hij mogelijk maakt. Liever legt hij de nadruk op de arme Ierse arbeidsmigrant die dankzij zijn maatschappij eindelijk meerdere malen per jaar zijn zieke moeder kan opzoeken. Of op de vele mensen met een laag inkomen, die dankzij Ryanair voor het eerst naar de zon op vakantie kunnen.
Maar wie heeft de zelfbeheersing om een ticket van enkele tientjes te laten liggen als er een unieke voetbalwedstrijd is in Milaan?
Ja, goedkoop vliegen heeft voor alle lagen van de bevolking verschil gemaakt. Schaadt het de volgende generaties, door de klimaatverandering die het veroorzaakt? Ongetwijfeld. Maar wie, arbeidsmigrant of niet, heeft de zelfbeheersing om een ticket van een paar tientjes te laten liggen als er in Milaan een unieke tentoonstelling of voetbalwedstrijd is die je kunt bijwonen?
Dit is de onweerstaanbare aantrekkingskracht van Ryanair: het heeft van Europa je achtertuin gemaakt. Tegelijkertijd heeft het de opkomst mogelijk gemaakt van bedrijven als Airbnb, met de bijbehorende toeristenoverlast en verstorende effecten op de huizenmarkt. Die maken de eigen stad voor veel bewoners in toenemende mate onbewoonbaar, zowel letterlijk als figuurlijk.
Want zo’n grote achtertuin is leuk, maar niet als je ervoor in je auto moet slapen.
De race naar de bodem
Waar dit eindigt is niet duidelijk. Waar het is begonnen wel. Als je er een film van zou maken, zou Michael O’Leary de hoofdrol krijgen als briljant booswicht – moeilijk om niet een beetje van hem te houden, als in een disfunctionele relatie.
O’Leary komt in de jaren tachtig aan het roer bij het dan nog noodlijdende Ierse familiebedrijf Ryanair, een kleine luchtvaartmaatschappij die service nog hoog in het vaandel had.
De redding voor de maatschappij, realiseert O’Leary zich na een bezoek aan de eerste budget carrier, het Amerikaanse Southwest Airlines, is een zogenaamd ‘no-frills’-concept. Daarbij wordt alle franje die traditiegetrouw bij vliegen hoort – van een warme maaltijd aan boord tot onberispelijke service – afgeschaft, zodat de prijs zo laag mogelijk kan zijn.
De formule werkt, helemaal als de EU begin jaren negentig de deregulering van de luchtvaart afkondigt, na decennia waarin de nationale overheden de luchtvaart aan banden hadden gelegd en er amper concurrentie mogelijk was. De nieuwe, vrije markt wordt de arena voor een bloedige strijd tussen Ryanair en andere prijsvechters, waaruit Ryanair en het later opgerichte Britse Easyjet oprijzen met de allerlaagste prijzen.
In die eerste jaren wordt O’Leary geregeld om half zeven ’s ochtends op kantoor aangetroffen tussen lege koffiebekers vol peuken
Dat Ryanair uiteindelijk als winnaar uit de bus komt, is mede te danken aan de pitbull-mentaliteit van de CEO. In die jaren wordt hij geregeld om half zeven ’s ochtends op kantoor aangetroffen tussen lege koffiebekers vol peuken.
Miljoenen reizigers voor een zo laag mogelijke prijs laten vliegen is een persoonlijke obsessie geworden voor de monomane O’Leary. De bullebak spelen om dat te bereiken is een sport waar hij eer in schept.
Zijn publieke uitspraken geven geregeld de indruk dat we naar een clown zitten te kijken, een satiricus die grossiert in zwarte humor. ‘Steeds als je dacht dat hij geen grotere rotzak kon zijn’, schrijft The Guardian in 2017, ‘speelt O’Leary het weer klaar.’ De Guardian-journalist verwijst naar de opwarming van de aarde, die O’Leary afdoet als ‘a load of bullshit’. ‘Er is absoluut geen link’, zegt de CEO, ‘tussen menselijke CO2-uitstoot, die slechts 2 procent van het totaal omvat, en klimaatverandering.’
Diep zinken is hoogvliegen voor de man die zegt dat het hem geen rat’s arse kan schelen wat de mensen van hem vinden. You hate Ryanair, but you will fly it again, vat een andere Guardian-kop het leidende principe van zijn terror-airline samen.
Klootzakken on top
Vliegen met Ryanair, als je een beetje sportief bent, is vermakelijk griezelen. Lekker fout. O’Leary biedt een mogelijk antwoord op een dilemma dat Arjen van Veelen vorige week besprak: is het niet eerlijker om ervoor uit te komen dat je een klootzak bent, dan een hypocriet te zijn die een betere aarde predikt, maar intussen met een duivels goedkoop ticket van metropool naar metropool hopt?
Met zijn performance als pestkop draagt O’Leary uit dat een ideaal als goedkoop vliegen voor iedereen nu eenmaal niet samen gaat met fatsoen. Hoe erger het wordt – staanplaatsen in vliegtuigen? – hoe meer mensen er kunnen vliegen. Dat is nu eenmaal wat de mensen willen, zal de zakenman schouderophalend zeggen. Simpel.
Een klootzak zijn staat hier voor een bepaalde eerlijkheid. De weigering om tot de hypocriete elite te behoren. ‘Normaal doen’ boven decorum. De suggestie bovendien dat klootzakken meer humor hebben, meer swagger, een hogere entertainmentwaarde – iets waar een klootzakkenimperium bij uitstek als GeenStijl zich regelmatig voor op de borst klopt.
Klootzakkigheid, zoals Ryanair het verkoopt, lijkt op een bepaald merk populisme dat momenteel wijdverbreid is, een verleidingsstrategie om het publiek zich te laten overgeven aan de destructieve driften die iedereen heeft, onder het mom van volkse oprechtheid en zeggen waar het op staat.
Hoe effectief, aanlokkelijk en zelfs verslavend die strategie is, bewijzen wel meer grote bullebakken der aarde op dit moment. Een groot deel van hun aantrekkingskracht is niet alleen dat ze ermee wegkomen, zoals O’Leary sinds de jaren tachtig, maar dat het ze populairder maakt – of je ze nu haat of niet.
De klootzak is the message
Inhoud wordt door klootzakkigheid van ondergeschikt belang gemaakt. De klootzak is the message en hij is gekomen om te vertellen dat jij lekker mag doen waar je zin in hebt omdat het toch geen rat’s arse uitmaakt.
Voor de saaie hypocriet die blijft geloven dat je gedrag wél verschil maakt, is het een lichtpuntje dat de vakbonden hun poot stijf houden
Voor de saaie hypocriet die stug blijft geloven dat je gedrag wél verschil maakt – ook als je de verleiding van goedkoop vliegen met Arsehole Air nog niet op eigen kracht kunt weerstaan – is het een klein lichtpuntje dat de vakbonden, die roestige instituten, hun poot stijf houden.
De stakingen van deze zomer lijken eindelijk vruchten af te werpen. Zelfs in Den Haag begint het te dagen dat de luchtvaart niet eeuwig de hand boven het hoofd gehouden kan worden. En uit een enquête van EenVandaag bleek dat ook de consument best bereid zou zijn wat meer te betalen voor vliegen (mits de overheid het afdwingt).
Er tekenen zich barsten af in het sardonische masker van Michael O’Leary. En hij weet het. Met zijn talent voor zelfrelativering heeft hij persoonlijk al eens toegegeven dat er een tijd komt dat hij niet meer de juiste persoon zal zijn om het bedrijf te leiden.
Meer lezen?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!