In miezert het op de velden en hangt de kruidige, funky geur van kuilgras. Vaalgeel licht valt door het golfplaten dak de stal binnen waar het publiek – windjacks, stevige schoenen – op de houten tribune heeft plaatsgenomen. Toeschouwers zitten pal voor de ligboxen, die geheel verlaten zijn. Ervoor staat één dikke, rustig herkauwende koe.

De deur gaat open en daar staat de boer. Bonkig stapt hij binnen, een brok weerstand in een groene overall, het hoekige lijf iets naar voren gericht, het koppige hoofd één frons van de stress. De koe loopt naar voren en steekt haar grote bakkes tussen de spijlen. Mussen pikken strootjes uit het kuilvoer.

‘Voor ik ga, en jou alleen laat’, zegt de boer, ontspannen nu, ‘leg ik uit hoe alles was.’

De koe kauwt onverstoorbaar door.

Maalkop geeft een beklemmend beeld van een jonge melkveehouder die zijn bedrijf verliest

Het toneelstuk Maalkop – dialoog tussen man en koe – geeft een beklemmend beeld van een jonge melkveehouder die zijn bedrijf verliest en daarmee ook zelf ten onder gaat. PeerGrouP, een gezelschap dat locatietheater organiseert in het noorden van het land, bracht de voorstelling begin deze zomer voor het eerst ten tonele in verlaten Friese en Groningse stallen. De recensies waren lovend. De komende weken beleeft Maalkop zijn reprise in Siegerswoude en Dwingeloo, en volgend jaar gaat staat een tournee gepland.

Het stuk maakte veel los. Acteur Fabian Jansen, die eerder ook André Hazes vertolkte in de musical Hij Gelooft in Mij, speelt de schutterige melkveehouder die langzaam bezwijkt onder de druk van het bedrijf, zijn sluimerende depressie, de verantwoordelijkheid en de eenzaamheid.

Dramaturg Dinanda Luttikhedde, zelf boerendochter, maakte het concept voor het toneelstuk, dat geschreven werd door Herman van de Wijdeven en geregisseerd door Jos van Kan. ‘Het is een onderwerp dat me al lang bezighoudt’, vertelt ze voordat de voorstelling begint.

‘Als kind gebeurde het regelmatig dat je hoorde dat een boer zelfmoord had gepleegd – meestal indirect en via via, zo van ‘daar heeft ééntje zich verhangen’. Ik las over een monument in Frankrijk, zeshonderd witte kruisen op een dorpsplein: één voor elke boer die zich in één jaar zou hebben Daar maakt de overheid zich grote zorgen, omdat boeren zich veel van het leven beroven. Hoe zit dat hier eigenlijk, vroeg ik me af. Wat zijn de factoren die ervoor zorgen dat veel boeren zo’n druk ervaren dat ze het soms niet meer zien zitten?’

Boeren hebben een grotere kans om door eigen hand om het leven te komen

Wie in Nederland op zoek gaat naar informatie over psychische nood en zelfdoding onder boeren, komt al snel terecht bij Lizzy van Leeuwen. Deze journalist en cultureel antropoloog deed er jarenlang onderzoek naar. Resultaat is het boek over wat ze, in navolging van Amerikaanse preventie-experts, ‘agro-suïcide’ noemt: het verschijnsel dat in veel landen boeren een grotere kans hebben om door eigen hand om het leven te komen dan mensen in andere beroepsgroepen. Aan de hand van literatuurstudie, oude krantenartikelen, verhalen van nabestaanden en heel veel nationaal en internationaal onderzoek schetst ze een beeld van het verschijnsel.

Boeren leven in een cultuur waarin stoïcijns doorgaan bij ziekte en tegenslag als een deugd en een plicht wordt gezien

Psychische klachten en suïcidaliteit hebben volgens Van Leeuwen vaak te maken met een opeenstapeling van problemen die inherent zijn aan het boerenleven, zoals de benodigde ijzeren discipline en fysieke arbeid, en het feit dat het persoonlijke en het werkende leven traditioneel bijna volledig verweven zijn. Het bedrijf is vaak expliciet overgedragen door de generaties voor je, en dient in uitstekende staat weer te worden nagelaten aan generaties erna. De investeringen zijn groot, de marges zijn klein, en het bedrijf is gevoelig voor onverwachte gebeurtenissen als dierziekten en extreem weer. Er heerst een cultuur waarin stoïcijns doorgaan bij ziekte en tegenslag meestal als een deugd en een plicht wordt gezien.

Komt daar dan ook nog eenzaamheid bij (veel boeren zijn heel veel alleen) of verlies, financiële of gezondheidsproblemen, dan kan iemand vastlopen. Dat heeft vervolgens weer direct negatieve gevolgen voor het bedrijf, waardoor een negatieve spiraal ontstaat. Dat wordt vaak lang door niemand opgemerkt, want passende hulp is er nauwelijks. En dan zijn op boerenbedrijven vaak ook volop middelen voorhanden waarmee een zelfdoding kan worden voltrokken.

De neergaande lijn van schulden, eenzaamheid, onzekerheid

Precies zo’n neergaande lijn zien we bij de ongelukkige boer in Maalkop. Vader, met wie er een moeilijke relatie was, overleed al vroeg, na een ongeluk met een lasapparaat dat mogelijk helemaal geen ongeluk was. Broer vluchtte naar de stad. Meisje maakte het uit omdat de boer altijd maar met het bedrijf bezig was. Onlangs overleed ook moeder, die de administratie deed en het eten kookte. Hij vond haar in een plas thee en scherven in de keuken, het oor van de pot nog in haar hand.

Dan zijn er de schulden, de eenzaamheid, de onzekerheid over de toekomst. Waar moet het heen met het bedrijf? En met hem? De ‘man van de bank’ en de ‘man van het voer’ hijgen hem steeds harder in de nek, want de rekeningen stapelen zich op. Of hij wel weet dat hij een groot probleem heeft? Dat weet hij maar al te goed.

Martje160, de 650 kilo zware tegenspeler van Jansen, is een koe die door PeerGrouP van de slager werd gered voor deze tweede carrière op de planken. Het dier speelt een glansrol als de stille, onaangedane getuige van de ondergang van haar tegenspeler.

De koe – groot, dampend, ademend, met haar voortdurende noden en aanwezigheid – wordt de ontvanger van het verhaal dat de boer vertelt, maar ook de belichaming van de voortdurende druk en verantwoordelijkheid. Ja, hij houdt van zijn dier en waar ze voor staat – uiteindelijk is ze het enige dat hij nog heeft – maar uiteindelijk houdt ze hem ook gevangen. ‘Met je kluister van een uier!’, bijt hij haar toe. ‘Hoe vaak heb ik de zee gezien?’ Alsof ze het begrepen heeft, leegt het dier dwars door de emotionele scène heen met klaterend geweld haar blaas.

Luisteren naar agrariërs met zorgen

In de stal waar in de pauze koffie wordt gedronken, staat een stand met banners en flyers van Dat is een organisatie die zich al dertig jaar bekommert over het geestelijk welzijn van boeren. Meer dan veertig vrijwilligers rijden het land door om agrariërs met zorgen een luisterend oor te bieden. In de stal waar Maalkop wordt opgevoerd, delen ze flyers uit: ‘Erover Praten Helpt Echt! We zijn er gratis voor u.’

Tot nu toe kreeg de organisatie weinig aandacht. De ZOB trok onlangs melkveehouder Piet Boer aan als nieuwe voorzitter – hij is een ervaren bestuurder, onder meer bij FrieslandCampina. ‘Ik wil deze belangrijke organisatie graag wat bekender maken – ik had er tot drie jaar geleden zelf zelfs nooit van gehoord.’ Naast de stapeling van traditionele problemen die boeren vaak voor de kiezen krijgen, wijst hij een aantal knelpunten aan die specifiek van nu zijn.

‘De manier waarop er soms over ons boeren wordt gepraat, snijdt door je ziel’

‘De boerengemeenschap was vroeger hecht, maar veel mensen zien elkaar nu alleen nog als concurrent. We zijn gewoon met mínder, en mechanisering en automatisering maken dat veel boeren het bedrijf goeddeels alleen runnen, dat we elkaar minder helpen.’ Ook benadrukt hij hoezeer veel boeren negatieve effecten bemerken van maatschappelijke en regeldruk. ‘We hebben te maken met razendsnelle veranderingen, zowel in de wetgeving als in de maatschappij. Er wordt veel van ons verwacht, maar boeren werken met meerjarige cycli. De manier waarop soms over ons wordt gepraat, kan echt snijden door je ziel. Over dat alles samen maak ik me grote zorgen: het is een gevaarlijke cocktail van risicofactoren.’

Een roepende in de woestijn

Toen ze in 2012 met haar onderzoek begon, voelde Lizzy van Leeuwen zich een roepende in de woestijn, vertelt ze. ‘Er was helemaal geen aandacht voor zelfmoord onder boeren, ik werd bij alle organisaties weggestuurd, terwijl er toen ook al alle reden was om aan de bel te trekken.’ Zelfdoding was altijd al een groot taboe binnen de boerengemeenschap, en met een buitenstaander werd al helemaal niet gepraat, concludeerde ze.

‘We hebben in Nederland een zorgvuldig in stand gehouden imago van mega-succesvol exportland, van kampioen agribusiness. Dat verdraagt het beeld van de lijdende boer maar slecht. Mensen die hopeloos tussen de raderen van de machine vallen, die zouden de industrie in een verkeerd daglicht kunnen zetten. Door de tegendruk had ik regelmatig het gevoel dat het probleem lang bewust of onbewust onder het tapijt is geveegd.’

Vanuit de maatschappij is er in ieder geval weinig aandacht voor boeren met wie het slecht gaat. Ik las her en der stukken over de en er was ook volop reuring over en over Chinese arbeiders die van het Is het dan niet vreemd dat er zo weinig interesse is voor de omvang van dit probleem bij de producenten van ons eigen voedsel?

Dat geldt ook voor de ontwrichtende gevolgen van crisissituaties als een of als een bedrijf na vele generaties wordt beëindigd. In mijn eigen familie heb ik vanaf de zijlijn gezien hoe ingrijpend en ontwrichtend het kan zijn als een bedrijf moet stoppen, maar ik heb nooit gedacht aan de honderdduizenden andere Nederlandse boeren

Van Leeuwen heeft wel een verklaring voor die distantie: ‘We zijn van boeren afhankelijk voor ons eten. Door de geschiedenis heen is de verhouding tussen burgers en boeren – en tussen de reguliere media en boeren – altijd een moeilijke geweest: boeren worden of gehaat of verafgood, afhankelijk van de tijdgeest en economie, maar een realistisch beeld zie je zelden. Hun echte leven wordt op afstand gehouden.’

Bijna de helft van de boeren ligt weleens wakker van de zorgen

Van Leeuwen mag zich jaren tegengewerkt gevoeld hebben, sinds enige maanden lijken haar zorgen ineens breed gedeeld. Hoewel er nog altijd geen harde cijfers zijn, lijken indirecte signalen van psychische nood wel toe te nemen: Piet Boer ziet bij de ZOB meer meldingen van suïcidale gedachten, en volgens het meldpunt dierverwaarlozing neemt ook het aantal meldingen daar toe – verwaarlozing is vaak een teken dat het met de boer ook niet goed gaat.

Trouw deed onlangs onder boeren waaruit onder meer bleek dat de helft weleens een tijd neerslachtig was geweest vanwege zijn bedrijf, en bijna de helft regelmatig wakker ligt van de zorgen over de toekomst.

Het kwam zelfs tot Kamervragen. Minister Carola Schouten van Landbouw beloofde deze zomer haar best te doen psychische hulpverlening aan vastgelopen boeren in crisis te verbeteren. Zuivelorganisaties, boerenorganisaties en suïcidepreventielijn 113 spraken zich uit en namen het initiatief voor een online met praktische adviezen voor collega-boeren, hulpverleners en die zich zorgen maken. Eind deze maand is er een grote bijeenkomst in Den Haag, waarin verdere plannen moeten worden uitgestippeld.

‘Vragen of het wel goed met iemand gaat, dat dóé je niet’

Jeanette van de Ven is melkgeitenhoudster en bestuurslid bij LTO Nederland. In de nasleep van de fipronil-affaire bezocht ze bijeenkomsten voor getroffen kippenboeren. ‘Ik wist meteen: hier gaat veel leed achter weg komen.’ Ze besloot daarom binnen LTO op zoek te gaan naar degene die de psychische gezondheid van boeren in z’n portefeuille had. ‘Die persoon bleek er niet te zijn. Toen heb ik het onderwerp zelf maar op me genomen. Ook veel boerenbestuurders vinden het onderwerp nog steeds dood- en doodeng: vragen of het wel goed met iemand gaat, dat dóé je niet.’

Hulpverleners, zegt ze, krijgen vaak moeilijk contact met boeren omdat ze niet elkaars taal spreken. ‘Dan hoor ik weer een verhaal over zo’n trutje van een psycholoog – ik chargeer natuurlijk – die tegen een overspannen boer zegt dat hij er even tussenuit moet. Misschien lekker een weekje met vakantie?’ Die heeft dus geen idee hoe moeilijk het voor boeren is met vakantie te gaan, hoeveel stress het dan juist kost om iemand te vinden en te instrueren om je bedrijf zolang draaiende te houden.’

Het loopt niet goed af met de boer

Regen tikt op het dak van de stal. Het loopt niet goed af met de boer in Maalkop. Vrienden en familie zien hem afglijden, maar weten niet hoe ze het bespreekbaar moeten maken. Krom van de stress, met uitslag en wanen, loopt hij uiteindelijk het veld in met een blik gif. ‘Hier een paar slokken van en het is gebeurd’, had zijn vader vroeger eens tegen hem gezegd.

Het publiek houdt de adem in. De koe kijkt hem na en kauwt rustig door. Zwaluwen fladderen in de nok van het dak af en aan naar een onzichtbaar, piepend nest.

Lizzy van Leeuwen is verheugd dat er nu wél aandacht voor het onderwerp lijkt te komen. ‘Het belangrijkste is dat er zo snel mogelijk concrete cijfers komen – dus dat het CBS de zelfdodingen per beroepsgroep gaat bijhouden, of dat bijvoorbeeld banken, coöperaties of verzekeringsmaatschappijen hun data laten uitpluizen. Iedereen kan wel zeggen dat het probleem toeneemt – en ik heb zelf ook die sterke indruk – maar voor gericht beleid is het gewoon nódig dat we weten waar we het over hebben.’

‘Er is zo weinig medeleven met de mensen die ons voedsel produceren’

Dramaturg Luttikhedde: ‘Ik wil een gesprek op gang brengen met dit stuk – tussen boeren, met hulpverlening en erfbetreders. Maar ik hoop ook burgers te doen begrijpen dat het leven van boeren op verschillende punten wezenlijk anders is dan van mensen in de stad, dat boeren te maken hebben met soorten druk, binding, verantwoordelijkheid en waarden die voor buitenstaanders bijna niet te begrijpen zijn. Er is zo weinig medeleven met deze groep mensen, die toch ons voedsel produceren – die de basis vormen van dat we in leven zijn. Het stuk gaat hopelijk dus niet alleen over een boer, of over zelfdoding, maar ook over waardering en empathie.’

Ik spreek voor een vervolgstuk graag met boeren of erfbetreders die iets willen zeggen over psychische druk, veranderende werkomstandigheden en manieren om hulp te zoeken. Zit je in de knel, ga je misschien daarom je bedrijf beëindigen en wil je erover vertellen? Reageer dan onder het stuk of via hiske@decorrespondent.nl.

Maalkop speelt de komende twee weken nog in Lhee, bij Dwingeloo. Voor de laatste week zijn nog kaarten te koop via Peergroup.nl.

Heb je suïcidale gedachten, of is er iemand in je omgeving om wie je je zorgen maakt? Wend je tot 113 zelfmoordpreventie: www.113.nl.

Nog nooit kwam er zó veel melk van zó weinig boerderijen. Ik wil weten wat dat betekent Ik kom uit een familie van koeienboeren en werk als culinair journalist. Toch begrijp ik, net als die drie miljoen andere Boer zoekt Vrouw-kijkers, nauwelijks hoe de melkveehouderij en zuivelindustrie functioneren. De komende maanden duik ik erin, en ik kan alle hulp gebruiken. Lees het verhaal van Hiske hier terug

Hierdoor blijven Nederlandse boeren steeds meer melk produceren (ook als minder beter zou zijn) Vroeger molk de boer zijn koeien, nu belt hij met zijn melkrobot. Inmiddels produceren Nederlandse boeren bijna veertig miljoen liter melk per dag. Ik zocht uit hoe dat kwam – en waarom minderen zo moeilijk is. Lees het verhaal van Hiske hier terug