Het is bijna een wetmatigheid, of zo je wilt, een cliché: wie in Nederland tot de hoogopgeleide witte middenklasse behoort, is anglofiel. Het gewone volk, ondernemers en de nouveau riche houden van de Verenigde Staten, maar onze premier en vele andere leden van de hoogopgeleide Nederlandse elite omarmen de Britse cultuur.
Zo ook ikzelf: mijn favoriete band als puber was althans The Smiths, mijn lievelingsprogramma’s Spitting Image en het verrukkelijk politiek incorrecte The Young Ones. Ik heb liever de Financial Times dan The New York Times, liever de London Review of Books dan zijn evenknie uit New York en veel en veel liever de BBC dan CNN.
Niet voor niets hield ik het maar liefst zes jaar vol in Londen, terwijl bij mijn verhuizing in 2011 het plan was om twee jaar te blijven.
Maar nu hebben diezelfde fantastische Britten iets ongelofelijks gedaan. Ze hebben in een referendum besloten om de Europese Unie te verlaten zonder grondige reflectie en planning vooraf.
Erger nog: de pro-Brexitcampagne voorafgaand aan het referendum was een fontein van leugens, valse beloftes en geïmproviseerde wartaal. Daarom heerst er al sinds de uitslag chaos in de Britse politiek – wat wel weer verrukkelijk ironisch is. De slogan van het Leave-kamp was immers: take back control.
Voor het eerst verlaat een lidstaat de EU
Op 29 maart 2019 moet het zover zijn en bevinden de Britten zich officieel buiten de EU. Voor Europa is dit een historisch moment: voor het eerst treedt een lidstaat uit de Unie. En na Ierland wordt geen land door Brexit zo hard geraakt als Nederland: economisch, financieel en geopolitiek.
Met de door Britten zo verafschuwde typisch Nederlandse directheid zei premier Rutte kort na het referendum precies waar het op staat: Neerlands favoriete bondgenoot aan de andere kant van de Noordzee was in politieke, economische, monetaire en constitutionele zin ‘ingestort’.
In praktische zin was dit voorbarig, want vooralsnog draait het land gewoon verder. Maar op een ander niveau heeft Rutte gelijk: het besluit om zonder voorbereiding de EU te verlaten heeft een bom onder de Britse economie en samenleving gelegd. Die bom kan afgaan op 29 maart 2019, als de EU en de Britten geen overgangsregeling overeenkomen.
De Brexit is als een verslavende soap, met elke dag een aflevering nog gekker en waanzinniger dan geloofwaardig is
Mogelijk wordt de bom nog onschadelijk gemaakt wanneer de Britten kiezen voor een zogeheten Bino: Brexit in name only. Daarbij blijft alles bij het oude, behalve dat de Britten officieel geen EU-lid meer zijn en dus in Brussel niets meer te vertellen hebben.
Ook is mogelijk dat de bom gecontroleerd tot ontploffing wordt gebracht wanneer de Britten kiezen voor een harde en dus economisch pijnlijke Brexit, maar mét een overgangsregeling.
Voor nerds als ik is de Brexit een al bijna drie jaar durende verslavende soap – met iedere dag een nieuwe aflevering, vaak weer gekker en waanzinniger dan eigenlijk nog geloofwaardig is. Maar aan reacties in mijn omgeving in Nederland merk ik dat het zo’n onderwerp is waar je, tenzij je er al helemaal in zit, ontzettend moeilijk in komt.
We hakken de Brexit in stukken
Het kan dan helpen de boel in stukken te hakken en dat is precies wat we hier gaan doen. Als de Brexit Nederland op eindeloos veel vlakken gaat raken, zullen ook onze correspondenten op hun terrein ermee te maken krijgen. We hebben hun daarom gevraagd een antwoord te geven op de vraag ‘Wat ik leerde van de Brexit’.
Je kunt het dan hebben over de manier waarop in Brussel politiek wordt bedreven of over het handelsbeleid – en hoe we daar nog steeds in termen uit de negentiende eeuw over praten en denken.
Of over het cruciale verschil tussen het Angelsaksische kiesstelsel aan de ene kant – het districtenstelsel – en het stelsel dat in Noordwest-Europa en Scandinavië gangbaar is, een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. En dan gelijk over waarom in dat laatste systeem een fiasco als het Brexit-referendum zoveel minder waarschijnlijk is. En zo verder.
In de aftrap vandaag zal ik het hebben over het idee dat elke Engelsman een Brit is maar andersom lang niet altijd en over de ideologie van de meritocratie – het idee dat in westerse maatschappijen net als in het voetbal talenten met elkaar concurreren en dat daardoor de beste krachten vanzelf komen bovendrijven. Ook ga ik in op het referendum en hoe dat kan werken als ‘constitutioneel dynamiet’.
Voor jullie gemak hebben we de inzichten apart op een rijtje gezet. Je kunt ze onafhankelijk van elkaar lezen:
- Er is een groot verschil tussen Engeland, Groot-Brittannië en het Verenigd Koninkrijk
- Van een echte meritocratie is in het VK geen sprake
- Referenda kunnen een bom leggen onder de parlementaire democratie
Er is een groot verschil tussen Engeland, Groot-Brittannië en het Verenigd Koninkrijk
Als Brexit in de tijd van de oude Grieken had gespeeld, kun je je voorstellen hoe de Brexiteers voor het referendum naar een orakel waren gegaan voor advies. Waarop dit orakel misschien had gezegd: ‘Stem voor ‘Leave’ en een grote unie gaat ten onder’.De Brexiteers zouden elkaar hebben gehighfived om zich daarna met volle overgave op de campagne te storten. Voor velen is het vertrek uit de EU namelijk niet genoeg. Zoals oer-Brexiteer Nigel Farage maar ook Roger Bootle van het door Geert Wilders vaak aangehaalde Legatum Institute al jaren openlijk zeggen: de EU zelf moet kapot.
We zijn nu dik 2,5 jaar verder, maar de EU staat er juist veel beter voor dan in juni 2016. Europeanen hebben op dit moment weer meer vertrouwen in de EU dan enkele jaren geleden, blijkt uit opiniepeilingen. Een andere unie wankelt door de referendumuitslag intussen als nooit tevoren: die van Wales, Engeland, Schotland en Noord-Ierland.
Of Noord-Ierland ‘Brits’ moet worden genoemd is hoogst omstreden en hangt er veelal van af of je protestant bent of katholiek
De vier naties heten samen het ‘Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland’, vaak afgekort tot ‘Groot-Brittannië’. Maar officieel is Groot-Brittannië slechts het op de kaart rechts gelegen grote eiland met daarop dus Schotland in het noorden, Wales, linksonder, en Engeland (de rest). Of Noord-Ierland ‘Brits’ moet worden genoemd is hoogst omstreden: protestanten die zich identificeren met Engeland zeggen van wel, katholieken die eigenlijk hereniging met Ierland nastreven, vinden van niet.
In Engeland intussen zul je immigranten uit Azië, Afrika, de Caraïben en andere delen van het voormalige Empire zich trots ‘Brits’ horen noemen, maar nooit Engels. Want Engels is ‘wit’. In het Royal Free-ziekenhuis in Noord-Londen waar ik werd behandeld, had ik de keus tussen het vakje ‘Engels wit’ en ‘wit overig’.
Al eeuwen een supranationale unie
De Britten hebben dus al eeuwen een supranationale unie zoals de EU aan het worden is. Anders gezegd: iedere Engelsman is een Brit, maar niet iedere Brit een Engelsman, en wie houdt van voetbal weet dat de vier naties ook afzonderlijk uitkomen in de kampioenschappen op Europees en mondiaal niveau, in hun nationale kleuren: blauw-wit voor Schotland, rood-wit voor Engeland, rood voor Wales en groen voor Noord-Ierland.
Het zijn ook echt verschillende gebieden, met herkenbare accenten, wezenlijk andere politieke partijen en media. In Schotland hoef je nooit lang te zoeken naar iemand die Engeland echt haat, terwijl de burgeroorlog (de Troubles in eufemistisch Engels) in Noord-Ierland nog vers in het geheugen ligt.
Zo ‘Verenigd’ is het Koninkrijk dus niet, en niets heeft deze tegenstellingen duidelijker blootgelegd en verscherpt dan de uitslag van het EU-referendum. Wales en Engeland stemden in ruime meerderheid voor vertrek, Noord-Ierland en Schotland met ruime meerderheid tegen.
Na het verloren referendum in 2014 over onafhankelijk- heid, ruiken Schotten die een eigen staat willen een nieuwe kans
Na het verloren referendum in 2014 over onafhankelijkheid ruiken de Schotten die een eigen staat willen een nieuwe kans. Noord-Ierland op zijn beurt dreigt los te worden gesneden van Engeland, Wales en Schotland in het compromis met de EU waaraan de Britse regering nu werkt. In Engeland klinkt intussen opnieuw de roep om een eigen Engels parlement.
Ooit hield het Orakel van Delphi koning Croesus voor dat als hij ten oorlog trok tegen de Perzen, ‘een groot rijk ten onder zou gaan’. Croesus trok braaf ten oorlog en zoals voorspeld ging een groot rijk ten onder: het zijne.
Precies op dezelfde manier is volgens opiniepeilingen het vertrouwen in de Europese Unie in vrijwel alle lidstaten veel groter dan net voor het referendum over de Brexit, toen de eurocrisis, vluchtelingencrisis en terroristische aanslagen in Parijs en Brussel de tekorten en beperkingen van de EU genadeloos hadden blootgelegd.
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland daarentegen…
De Brexit leerde me dat er van een echte meritocratie geen sprake is in het Verenigd Koninkrijk
Als één ideologie de westerse wereld kenmerkt, is het wel die van de meritocratie: het idee dat dankzij onderlinge concurrentie – net als bij voetbal – de spelers beter worden naarmate je hoger op de maatschappelijke ladder komt.
Aldus worden salarisverschillen en bonussen gerechtvaardigd, en daarom is iedereen voor gelijke kansen: dan krijgen alle talenten maximaal de ruimte en profiteert uiteindelijk iedereen van hun verdiensten, ofwel merites. Zo belooft deze ideologie zowel rechtvaardigheid als maximale welvaart.
Zoals met iedere ideologie is er een kloof tussen de theorie van de meritocratie en de praktijk. Maar de verwikkelingen rond de Brexit leggen wel heel meedogenloos bloot hoe in Groot-Brittannië zelfs spectaculair incompetente mensen op de hoogste posten kunnen komen en daar blijven.
De huidige puinhoop laat zich simpel samenvatten: in juni 2016 koos 52 procent van de opgekomen kiezers voor een optie die niet bestond, namelijk: alle voordelen van het EU-lidmaatschap zonder de verplichtingen.
Sinds die uitslag zit de Britse politiek muurvast: men kan de democratie in ere houden en de referendumuitslag uitvoeren en de EU verlaten. Dan vervallen de voordelen van het lidmaatschap en krijgt de economie een ongenadige dreun.
Bij een ‘Bino’ zullen miljoenen Britse kiezers zich verraden voelen en krijgt het aanzien van de democratie een ongenadige dreun
Of Londen spaart de economie door de uitslag terug te draaien, dan wel te reduceren tot een ‘Bino’ – waarbij de verplichtingen gehandhaafd blijven. In dat scenario zullen miljoenen kiezers zich verraden voelen en krijgt het aanzien van de democratie een ongenadige dreun.
Hoe is het land dat honderd jaar geleden nog de halve wereld bezette in deze situatie verzeild geraakt? Tal van factoren spelen een rol, maar hier gaat het om de cruciale misrekeningen door vier politici.
We beginnen met premier David Cameron van de Conservatieven of Tories. Hij gaf tussen 2010 en 2015 voor het eerst in heel lange tijd in de Britse geschiedenis leiding aan een coalitieregering, en wel met de Liberal Democrats, een soort D66. De ‘Lib Dems’ zijn fel pro-EU, terwijl een kleine maar zeer luidruchtige en door de miljardairspers gesteunde factie binnen Camerons Tories juist minstens zo fel anti-EU is.
Misrekening na misrekening
Om die laatste de wind uit de zeilen te nemen, belooft Cameron in februari 2016 een referendum over de EU, na de eerstvolgende verkiezingen. Cameron rekent erop weer met de Lib Dems in een coalitie te komen en die belofte dan in de formatie-onderhandelingen te ruilen voor een concessie van de Lib Dems.
Dezelfde tactiek zit achter de verkiezingsbelofte van minister van Financiën George Osborne om draconisch te bezuinigen – ook dát zou hij afzwakken, in ruil voor verdere concessies van de Lib Dems.
Maar dan gebeurt het ongelooflijke: de Tories blijken veel populairder dan ze zelf dachten en winnen een absolute meerderheid. Geen coalitie dus, en nu zit Cameron vast aan zijn belofte van een referendum, en Osborne aan zijn draconische bezuinigingen.
Zo komt er een referendum, tegen de achtergrond van harde ingrepen in de sociale zekerheid.
Cameron had tweemaal eerder een referendum gewonnen, en gaat er tot op het laatst van uit dat het hem nu ook weer gaat lukken. Ook dat is een fatale misrekening: miljoenen mensen die al sinds de jaren tachtig niet meer stemden, gaan voor het referendum wel naar de stembus. Zij zaten niet in de databases van opiniepeilers, en dus zitten die er naast met hun geruststellende voorspelling dat Remain zou winnen.
Toch had het Leave-kamp nooit gewonnen zonder de steun van de ex-burgemeester van Londen en de voormalige presentator van Have I Got News For You Boris Johnson.
Door het referendum eervol te verliezen, zou Johnson zijn populariteit bij de partijleden onder de Conservatieven fors verhogen, dacht hij
Net als Cameron komt Boris Johnson uit de Britse upper class. Zijn ambitie is al decennia om premier te worden en nu zag hij zijn kans: door eervol het referendum te verliezen, zou hij zijn populariteit bij de leden van de Conservatieve Partij enorm verhogen.
Dat zijn er 124.000, op een bevolking van 66 miljoen Britten. Maar deze mensen bepalen wél wie de volgende leider is, en een flink deel van hen is net zo woest anti-EU-gezind als de kleine maar zeer luidruchtige – en daarmee uiterst mediagenieke – factie in de Britse politiek.
En dan gebeurt bij het referendum opnieuw het ongelofelijke: na Cameron onderschat ook Boris Johnson zijn eigen populariteit. Johnsons Leave-kamp wint het referendum, en nu is voor iedereen duidelijk wat experts daarvoor al wisten: het Leave-kamp had geen plan klaarliggen voor als het zou winnen. Het heeft zich zelfs nauwelijks in de hele materie verdiept, en gelooft liever de eigen slogans dan werkelijk uit te zoeken wat het vertrek uit de EU betekent voor een land.
Harde of zachte Brexit – niemand die het weet
Na de referendumuitslag stapt Cameron op, waarna het Leave-kamp direct uiteenvalt. Daarop stapt minister van Binnenlandse Zaken Theresa May naar voren, nota bene zelf een voorstander van een EU-lidmaatschap. Zij wordt de nieuwe premier, maar zonder een verkiezing te hoeven winnen: niet in haar partij, noch in haar land.
‘Brexit means Brexit’ blijft ze herhalen, alleen kan ze nooit aangeven wat voor Brexit ze gaat uitvoeren: een ‘harde’ waarbij de economie een ongenadige dreun zal krijgen, of de eerdergenoemde ‘zachte’ Brexit in name only.
Waar Cameron en Johnson hun populariteit hadden onderschat, blijkt May de hare nu te hebben overschat
Na een klein jaar besluit ze ineens verkiezingen uit te schrijven, om haar meerderheid te vergroten en een duidelijk mandaat van de kiezer te krijgen voor de door haar ingeslagen weg. Alleen kan May ook in de campagne maar niet aangeven wat voor soort Brexit ze wil – dat zou namelijk een explosie veroorzaken in haar partij, waarvan het ene deel een keiharde Brexit bepleit, en een ander deel een boterzachte.
Er komen dus verkiezingen en, waar de mannen eerder hun populariteit onderschatten, blijkt May de hare nu te hebben overschat. Ze verliest haar meerderheid in het Lagerhuis ofwel Tweede Kamer, en kan alleen doorregeren dankzij gedoogsteun van een radicaal-conservatieve partij uit Noord-Ierland. May wordt daar de politieke gijzelaar van, wat haar speelruimte rond de toch al onmogelijk complexe Ierse grenskwestie fataal verkleint.
En de oppositie?
Nu kun je zeggen: en de oppositie dan? Op het moment dat Cameron zijn referendum aankondigt, woedt in de gelederen van de Labour-partij een burgeroorlog. Na de premierschappen van Camerons voorgangers Tony Blair en Gordon Brown is geen sterke nieuwe leider opgestaan.
Nu moet er opnieuw een leider worden gekozen en om het palet aan opties te verbreden, stemt een grijzende links-radicaal ermee in om mee te doen: Jeremy Corbyn. Zijn ideeën zouden in Nederland het best bij de SP passen: voor Corbyn is de EU verworden tot een neoliberaal instrument om de verzorgingsstaat uit te kleden.
De interne partijverkiezingen worden gehouden en voor de derde keer blijkt een man zijn eigen populariteit te hebben onderschat. Jeremy Corbyn wordt de nieuwe leider van Labour en zo moet de partij in de aanloop naar het referendum een Europese Unie verdedigen waar Corbyn zelf hoogst sceptisch over is.
Ook Labour-leider Corbyn houdt zich angstvallig op de vlakte over de soort Brexit die hij voorstaat
Dat wordt dus een fletse, niet overtuigende campagne. Veel beter voert Corbyn campagne voor zichzelf, bij de al genoemde verkiezingen die May een jaar later zou uitschrijven. Maar ook bij die campagne houdt Corbyn zich angstvallig op de vlakte over de soort Brexit die hij voorstaat.
Zo konden veel Leave-stemmers met een Labour-hart zichzelf blijven voorhouden dat ook deze optie van het referendum bestond: de voordelen van de EU behouden, zonder de verplichtingen.
Groot-Brittannië vaart een storm in, zonder zeekaart
We zijn nu anderhalf jaar later en de politieke verlamming aan Britse zijde is niet verholpen. Op 29 maart 2019 verlaat het land de EU en nog altijd is er geen overeenkomst over de afwikkeling van het lidmaatschap en de aard en diepte van de toekomstige relatie. Echte chaos dreigt, en zelfs als die wordt afgewend, vaart Groot-Brittannië op dit moment een storm in, zonder zeekaart.
Historici debatteren graag over de vraag of de geschiedenis wordt bepaald door belangrijke maar onpersoonlijke factoren of door belangrijke individuen. Als Napoleon er niet was geweest, zou een andere leider wel gestalte hebben gegeven aan de expansiedrift van de Franse economie, zeggen marxisten.
Andere stromingen gaan juist veel meer uit van chaos en toeval: zonder het unieke charisma en organisatietalent van Lenin zou er geen Russische Revolutie zijn geweest, stellen ze.
De Brexit kan nog alle kanten op, maar duidelijk lijkt dat de geschiedenis hier niet los is te zien van een serie echte misrekeningen. Zonder Cameron geen referendum, zonder Boris Johnson geen Leave-overwinning en zonder Jeremy Corbyn was Theresa May allang verslagen door Labour.
Is in de politiek dan geen sprake van een meritocratie? Dat ligt er sterk aan welke capaciteiten je meet. Als het gaat om het vermogen mediagenieke stunts te verzinnen, is Boris Johnson de Lionel Messi van de Europese politiek. Als het erom gaat mensen naar de mond te praten, is Jeremy Corbyn de Roger Federer van de Europese politiek.
Maar kijk je naar de belangen van de gewone man en vrouw, Hank and Ingrid, zeg maar, dan speelt de Britse politiek op dit moment in de laagst denkbare divisie. Wat is F.C. Knudde in het Engels?
De Brexit leerde me dat referenda een bom kunnen leggen onder de parlementaire democratie
Progressieve mensen zijn vaak vóór referenda, omdat ze zo de politieke betrokkenheid denken te verhogen en omdat ze hopen via directe democratie overwinningen te kunnen behalen die langs de indirecte, parlementaire weg buiten bereik blijven.
Tot betrokkenheid leiden referenda zeker: zie het debat in Nederland over massasurveillance naar aanleiding van de zogeheten Sleepwet. Dat was er zonder referendum echt niet gekomen.
Maar betrokkenheid kan doorschieten, en dan heet het polarisering. Zie de referenda in Catalonië en Schotland over onafhankelijkheid.
Toen ik in Groot-Brittannië woonde, zag ik Schotse kennissen en vrienden voor mijn ogen radicaliseren
Toen ik in Groot-Brittannië woonde, zag ik Schotse kennissen en vrienden voor mijn ogen radicaliseren. In 2014 moesten ze door het referendum opeens een ja-nee-keuze maken, en met hen al hun vrienden en familie. Daar is veel schade door aangericht, vooral in de relatie tussen mensen die tot dan toe het onderwerp hadden weten te negeren.
Toch verbleekt de polarisatie in Schotland rond de onafhankelijkheid bij die in Engeland over de Brexit. Daar heten voorstanders van Remain nu al twee jaar ‘verraders’, ‘vijanden van het volk’ of ‘Remoaners’. Tegenstanders van de EU gaan door voor Russische agenten, nationalisten of gewoon ‘fascisten’.
Niets zo polariserend als een referendum
Progressieven waarschuwen vaak voor een tweedeling in de maatschappij, maar feit is dat bijna niets zo sterk polariseert als referenda over een werkelijk cruciale vraag, zoals afscheiding. Daarbij komt dat een referendum zwaar wordt beïnvloed door de vraagstelling, terwijl die vraag zelden recht doet aan de complexiteit van de kwestie.
De vraag rond de Brexit was niet alleen of men de EU uit wilde, maar zeker ook wat voor relatie met de EU-lidstaten daarvoor in de plaats moest komen.
Een ‘harde’ breuk, inclusief de enorme economische schade en het politieke isolement dat daarbij hoorde, of een voortzetting van de bestaande samenwerking en integratie, alleen nu onder een andere naam – de zachte Brexit in name only-variant.
Zowel de voorstanders van ‘hard’ als ‘zacht’ stemden op ‘Leave’ – voor zover ze zich al bewust waren van die twee zeer uiteenlopende scenario’s.
Ik heb tal van Brexit-stemmers ontmoet die ‘gewoon’ boos waren over het regeringsbeleid rond de taxidienst Uber
Het Remain-kamp werd aangevoerd door de toenmalige premier Cameron, waarmee een nieuw nadeel van referenda in beeld komt: meestal gaan ze evenzeer over de vragensteller als over de vraag. Ik heb tal van Brexit-stemmers ontmoet die ‘gewoon’ een hekel hadden aan de pro-Remain-premier, of boos waren over het regeringsbeleid rond de taxidienst Uber.
Referenda versimpelen en polariseren, maar ze verlammen ook – en dat laatste is voor mij de doorslaggevende reden om ertegen te zijn. Brexit leerde mij dit inzien toen na de uitslag het Britse parlement volledig verlamd raakte.
Het probleem is dat de tweedeling die in het referendum naar voren kwam tussen voor- en tegenstanders van het EU-lidmaatschap, niet overeenkwam met de tweedeling in het parlement tussen de partijen: een deel van Labour en een deel van de Tories wil binnen de EU blijven, een ander deel wil een zachte Brexit en weer een ander deel van zowel Labour als Conservatieven wil een harde breuk.
Twee soevereiniteiten
In een parlementaire democratie is het parlement soeverein – wat wil zeggen dat dit orgaan de meeste macht heeft in het land, en niet de premier of president. Het parlement moet in meerderheid akkoord gaan met iedere nieuwe wet, het kan de regering naar huis sturen en nog belangrijker: het kan elk genomen besluit terugdraaien.
Dit ‘laatste woord’ van parlementariërs is erop gebaseerd dat in een parlementaire democratie alleen zíj direct zijn gekozen en dus letterlijk als volksvertegenwoordigers kunnen worden gezien. Maar nu lag er met de referendumuitslag een tweede electoraal mandaat. Er waren dus twee soevereiniteiten, en dan heb je een constitutionele impasse. Want het parlement kan de referendumuitslag niet interpreteren, laat staan besluiten ervan herroepen.
Uitvoeren is dan de enige optie, maar hoe? De Brexiteers werden niet moe het te herhalen: de referendumuitslag weerspiegelt de wil van het volk, the people have spoken. Maar wat zeiden de mensen dan toen ze ‘spraken’? Willen ze hard of zacht? Hoe kan een parlement daarover debatteren en dan stemmen?
Een staaf dynamiet
Het referendum is een staaf dynamiet in het hart van de parlementaire democratie. Dat is voor mij de les van de Brexit – en hoed je helemaal voor een uitkomst waarbij een groep freelancers uit allerlei partijen samen zo’n belangrijk referendum als die over de EU weten te winnen. Na zo’n uitslag spat zo’n groep direct uiteen en kunnen ze dus niet meer ter verantwoording worden geroepen voor hun leugens en valse beloftes.
Die rotzooi mag het parlement opruimen, behalve dat het parlement daar inmiddels het mandaat niet meer voor heeft. Want ‘the people have spoken’.
Soms zijn beslissingen zo belangrijk en vooral onomkeerbaar dat de bevolking zich er ondubbelzinnig over moet uitspreken. De wens van Catalanen om zich af te scheiden van Spanje of van Schotten om uit het Verenigd Koninkrijk te stappen is zo’n stap.
Het grote verschil met het Brexit-referendum is dat zowel in Catalonië als in Schotland er goed gewortelde politieke partijen zijn die al decennia voor onafhankelijkheid waren. Voor hen zou het referendum de finale bekroning vormen van een lange politieke strijd op gemeentelijk, regionaal, landelijk en Europees niveau.
De architect van de Brexit-campagne gaf het achteraf gewoon toe: zonder leugens had het Leave-kamp nooit gewonnen
Wat een verschil met Engeland, waar het anti-EU-kamp politiek nooit een volwassen politieke partij wist voort te brengen. Dus maar een referendum, dachten de Brexiteers, en dan keihard en schaamteloos liegen, want anders winnen we nooit. De architect van de campagne, Dominic Cummings, gaf het achteraf zelf gewoon toe: zonder de leugen dat vertrek uit de EU 350 miljoen pond per week zou opleveren voor de zorg, had het Leave-kamp nooit gewonnen.
Het referendum als kroon, daar wil ik nog over nadenken. Maar het referendum als koevoet, om een kwestie open te breken, dat maakt meer kapot dan je lief is. Kijk maar naar de verlamming in het Britse parlement en het machteloze gespartel van premier Theresa May in Brussel.
De Brexiteers wilden de EU uit om de soevereiniteit van het Britse parlement te herstellen. Maar omdat de meerderheid van de parlementariërs eigenlijk voor lidmaatschap van de EU is, wilden ze absoluut niet dat het parlement er nog iets te zeggen over zou hebben of het eigenlijk de EU wel uit wil. In het Engels heet dit ‘the ultimate irony’.
Volgende aflevering: wat de Correspondent Europa tussen macht en verbeelding leerde van de Brexit.
Meer lezen?
In 8 minuten bijgepraat over de Brexit: akkoordje hier, rapportje daar, maar we zijn geen steek verder Na twee jaar schrijven, onderhandelen, ruziën en concepten maken is de stofwolk rond de Brexit nog altijd even ondoordringbaar. Geen man of vrouw die weet hoe post-Brexit-Brittannië eruit zal zien. Het enige dat vaststaat, is dat de Britten nooit zullen krijgen wat hun is beloofd. Een harde Brexit? Nee bedankt, stemden de jonge en arme Britten Theresa May gokte en verloor. 'Stevig en stabiel' moest haar vergrote meerderheid in het Britse parlement worden. Maar de verkiezingen brachten haar een minderheid. Politiek Dagboek over een opnieuw verdeeld Koninkrijk dat vraagt om minder politiek en betere levensomstandigheden. Hoe de Brexit een getraumatiseerde gemeenschap weer verdeelt Niemand wil opnieuw een harde grens tussen Noord-Ierland en Ierland na de Brexit. Daarvoor zijn de wonden uit de tijd van 'de Troubles' nog te vers. De korte docu 'Borderlands' toont wat deze dreigende scheiding teweegbrengt in de grensstreek.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!