In Birma mag het volk nu op een Nobelprijswinnaar stemmen (maar schiet het daar iets mee op?)
Aanstaande zondag kiest Birma een nieuw parlement. Het is de zoveelste hoopvolle ontwikkeling in het steeds verder democratiserende land. Of is de werkelijkheid toch minder rooskleurig dan het lijkt? Met fotograaf Andreas Stahl ging ik op onderzoek uit onder Birmese studenten.
Omgeven door stofwolken rijden twee betraliede politiebusjes de oprijlaan van de rechtbank op. Binnen wordt luid gezongen, buiten zingt een groep meerennende mensen luidkeels mee. Liefdevol grijpen ze de handen die tussen de tralies door worden gestoken.
In de busjes zitten 56 leden van Birma’s radicaalste studentenvereniging, de All Burma Federation of Student Unions (ABFSU). Acht maanden geleden werden ze opgepakt tijdens een demonstratie, sindsdien wachten ze hun vonnis af in de gevangenis.
‘We zitten gevangen omdat we het systeem willen veranderen. Of dat nou de regering, het leger of het onderwijssysteem is: we zitten vast omdat we verandering willen,’ zegt ABFSU-secretaris Phyoe Phyoe Aung (27), een slanke jonge vrouw met een vastberaden blik in haar ogen.
Die verandering leek vier jaar geleden te komen. Toen kondigde het Birmese leger aan de macht over te dragen aan een hervormingsgezinde burgerregering. Van een extreem gesloten land bestuurd door een militair regime belandde Birma opeens in een proces van democratisering en ontwikkeling.
Oppositieleidster Aung San Suu Kyi weet nu met haar Nationale Liga voor Democratie (NLD) de ogen van de wereld op zich gericht. Ondanks het gegeven dat 25 procent van de parlementszetels nog steeds door het leger bezet wordt en er geen echte scheiding der machten is, doet de NLD voor het eerst in 25 jaar mee aan de verkiezingen.
De parlementsverkiezingen van aanstaande zondag moeten het voorlopige sluitstuk van die veranderingen worden.
Het roept de vraag op: Zullen de studenten daarna wel de ruimte krijgen om ‘het systeem te veranderen,’ zoals Phyoe Phyoe Aung wil? Ik volgde haar en andere ABFSU-leden en zag dat, ondanks alle veranderingen, investeringen en protesten, bijna alles nog bij het oude blijft.
Waarom de studenten?
Sinds de onafhankelijkheid van het land in 1948 zijn het altijd studenten die vooraan staan bij protesten voor een vrij en democratisch Birma. In tegenstelling tot politieke partijen zijn ze namelijk niet gebonden aan allerlei regels die hun bewegingsruimte inperken.
Sinds de onafhankelijkheid zijn het altijd studenten die vooraan staan bij protesten voor een vrij en democratisch Birma
Daardoor schrikken ze er niet voor terug om boeren te steunen die zich verzetten tegen landonteigening, arbeiders te helpen hun rechten op te eisen en openlijk te demonstreren voor beter onderwijs.
Zoals begin dit jaar gebeurde. Toen liepen honderden studenten een protestmars van de stad Mandalay naar Yangon. Hun woede keerde zich tegen een wet die ervoor zorgde dat de overheid de volledige zeggenschap zou krijgen over hun lesprogramma. Een van de vele pogingen van het regime om hen onder de duim te houden, meenden zij.
Hoewel de studenten met het regime hadden afgesproken dat er geen geweld tegen hen zou worden gebruikt, ging het 10 maart toch gruwelijk mis. Voor het oog van de wereldpers viel de politie de demonstranten aan.
‘Ze sloegen op onze hoofden, scholden ons uit en intimideerden de vrouwen seksueel. Overal was bloed, het was verschrikkelijk,’ zegt Phyoe Phyoe Aung.
127 studenten werden gearresteerd. Daarvan zijn nu 56 arrestanten, voornamelijk ABSFU-leiders, overgebleven. Elke dinsdag komt hun zaak voor, hier in het afgelegen gerechtsgebouw van Tharrawaddy. Met Phyoe Phyoe Aung hoor ik hoe de zaak wordt opgeschort, zoals tot nu toe elke week is gebeurd.
De intimidatie gaat verder
In vrijwel ieder aspect van hun leven ondervinden de studenten, door het regime ‘radicalen’ of ‘communisten’ genoemd, zware tegenstand.
‘We liggen onder een microscoop. Er wordt druk uitgevoerd op onze families en leraren. We voelen ons nooit veilig,’ zegt Aung Nay Paing, woordvoerder van de ABSFU en een van de weinige leiders die niet is opgepakt.
In een theehuis in Yangon doet hij uitgebreid zijn verhaal. Schijnbaar onaangeroerd somt hij op waar de druk toe leidt:
- 67 van de 600 leden zitten momenteel gevangen, anderen zijn ondergedoken.
- De advocaat van de arrestanten dreigt de cel in te draaien omdat ze het politiegeweld in Letpadan aan de kaak wilde stellen.
- Nieuwe leden werven is bijna onmogelijk. Studenten ontlopen Aung Nay Paing en de zijnen zelfs uit angst ook te worden opgepakt.
‘Het is eigenlijk een wonder dat ik zelf nog niet ben opgepakt,’ zegt hij met een glimlach.
Wie steunt de studenten?
Maar de studentenbeweging staat er niet alleen voor. Steun is er van democratisch gezinde monniken en activisten, die ook tijdens de protesten in Letpadan aanwezig waren.
Maar Aung San Suu Kyi, hét symbool van de Birmese democratiseringsbeweging, steunt de studenten niet.
Aung Nay Paing: ‘Aung San Suu Kyi staat niet aan onze zijde. Ze heeft een andere prioriteit: politieke macht. Ze zegt steeds: ‘Laat ons eerst zorgen dat we een meerderheid van de stemmen krijgen en een regering kunnen vormen. Daarna kunnen we over verandering praten.’ Maar we kunnen niet over verandering praten als we het grootste probleem niet oplossen: het gehele systeem zelf. Daarbinnen is geen ruimte voor echte democratie. Dat moet veranderen, anders lukt het nooit.’
Zij doen hun deel in het parlement, wij vullen dit aan met ons deel op straat. Zo werkt dat in Birma
Veel studenten kunnen maar moeilijk begrijpen dat de oppositieleidster hen niet steunt, zegt ook Honey Oo terug in de rechtszaal.
‘Aung San Suu Kyi kiest ervoor om het systeem van binnenuit te veranderen. Dan kun je ons niet openlijk steunen. Ook zij weet niet precies waar de grenzen liggen van wat ze wel en niet kan doen.’
Rechtenstudent en ABFSU-woordvoerder Thiha Win Tin (31), een pezige jongen met weelderig zwart haar, vult aan: ‘Ook al hebben we misschien een verschil van mening, we staan voor hetzelfde: de waarheid. Zij [de partij van Aung San Suu Kyiu, LH] doen hun deel in het parlement, wij vullen dit aan met ons deel op straat. Zo werkt dat in Birma. Het land is nog jong en niet alles kan zomaar. We moeten allemaal een deel op ons nemen.’
Waar het dan heen moet? ‘In mijn dromen werken we allemaal samen. Als één massabeweging. Politieke partijen, de studenten, boeren, arbeiders, gezamenlijk trekken we op tegen het regime. Alleen dan kan verandering komen. Maar zover is het nog niet. Er is nog een lange weg te gaan.’
Wat er op straat gebeurt
Het is maar zeer de vraag of de studenten hun doel ooit zullen bereiken. Het massale verzet is sterk afgezwakt sinds de democratische overgang van vier jaar geleden. De demonstranten worden niet meer gehoord, te midden van de praatjes van het militaire bewind en de hoopvolle woorden van Aung San Suu Kyi.
En dan stroomden er de afgelopen jaren ook nog eens miljarden aan investeringen naar Birma. Het land dat daarmee wordt opgebouwd, is volgens de studenten slechts een dictatuur in een nieuw jasje.
Honey Oo: ‘Investeringen zijn welkom als ze de samenleving ten goede komen. Niet als het geld bij de overheid, het leger en de bevriende bedrijven terechtkomt. Kijk naar alle grote ontwikkelingsprojecten. De oliepijplijn die nu door Birma loopt is goed voor buitenlandse bedrijven, de overheid en het leger, niet voor de mensen die er hun land door verliezen. Kijk naar de landroof in Letpadan, waar de monniken die ertegen demonstreerden met witte fosfor werden beschoten. Iedereen exploiteert ons land, niets daarvan komt bij de mensen terecht.’
Ze zucht en vervolgt dan: ‘Ik snap dat het moeilijk is voor de internationale gemeenschap om kritisch te zijn als zelfs zo’n symbool van democratie als Aung San Suu Kyi [ze won in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede, LH] zegt dat de transitie echt is en om hulp vraagt om het land op te bouwen. Maar de echte meetlat moet zijn: de situatie ter plekke. Kijk naar wiens rechten met voeten worden getreden. Kijk wat er op straat gebeurt. Dat zou de enige indicator voor verandering moeten zijn, niet een individu of een overheid die iets zegt. Dan zie je dat er in werkelijkheid niet veel veranderd is in Birma.’
Gaat zondag verandering brengen?
Dat de verkiezingen zondag het sluitstuk van democratische vernieuwing zijn en het systeem daarna zal veranderen, lijkt kortom onwaarschijnlijk.
En de 56 studenten zullen de verkiezingen in hun cel beleven. Uit onvrede over de gang van zaken zijn enkelen in hongerstaking gegaan. Verder komen steeds meer berichten naar buiten van massale stembiljettenfraude, werden leden van de oppositie in Yangon door mannen met zwaarden aangevallen en vrezen steeds meer Birmezen de onrust die na de verkiezingen kan ontstaan.
Toch zijn de studenten vastberaden hun strijd voort te zetten. De steun van vrienden, familie, studenten, medestanders en de internationale gemeenschap houdt hen daarbij op de been.
Aung Nay Paing: ‘Het leger is sterk en de inzet van geweld en angst onbetwist. Toch denk ik dat, als we een land hebben met politiek bewuste mensen die zich kunnen organiseren, we op kunnen staan tegen dit regime.’
Hij vervolgt: ‘Het gaat daarbij om echte betrokkenheid, niet alleen om stemmen. Mensen moeten zien wat er mis is in het land en daar tegen ingaan. We moeten samenwerken, coalities vormen en elkaar goed informeren. Alleen dan hebben we een toekomst. Het land zal niet veranderen alleen omdat er verkiezingen worden gehouden.’
Zelf kan hij niet stemmen zondag. Hij is bang te worden gearresteerd als hij terug naar zijn geboortedorp reist. Maar dat maakt hem niet veel uit: met de huidige grondwet zullen de verkiezingen niets kunnen veranderen.
Aung Nay Paing: ‘We kijken niet uit naar de dag van de verkiezingen, maar naar de dag waarop echte resultaten zullen worden behaald. Dat zal de echt speciale dag zijn, niet de verkiezingen.’