Help ons uitzoeken waar Nederlandse wapens uiteindelijk terechtkomen
Nederland is een van de grootste wapenhandelaren ter wereld. Er is weinig toezicht op waar bijvoorbeeld de onderdelen voor tanks, drones en F16’s uiteindelijk terechtkomen. Wij gaan dat uitzoeken en jij kunt helpen.
Nederland behoort al decennia tot de grootste wapenexporteurs ter wereld. Sinds 2004 verleende de overheid duizenden vergunningen voor de export van wapens naar 122 verschillende landen en is er wereldwijd voor bijna 15 miljard euro aan Nederlandse wapens gekocht.*
Nederland wil niet dat die wapens in verkeerde handen vallen. Dat vijanden ze gebruiken of ze worden ingezet bij mensenrechtenschendingen. Om die reden is er voor iedere wapenexport een vergunning nodig.
Die wordt afgegeven door de douane, tenzij het landen buiten de EU of de NAVO betreft. Dan wordt de aanvraag ook voorgelegd aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. Probleem: nadat de vergunning verleend is, is controle en handhaving vrijwel onmogelijk.
Dus waar komen die wapens buiten de EU terecht? Dragen ze niet bij aan mensenrechtenschendingen? Dat gaan wij, internationaal onderzoeksteam Bellingcat en het datateam van KRO-NCRV uitzoeken. En jullie kunnen helpen.
Hoe de wapenexport wordt gereguleerd
De Nederlandse regering heeft verschillende instrumenten om de afgifte van wapenexportvergunningen te reguleren. Ze heeft zelf kennis van landen en afnemers, kan ambassades inschakelen of een beroep doen op inlichtingendiensten.
Het sleuteldocument daarbij is de eindgebruikersverklaring, waarop de afnemer van militaire goederen aangeeft wie de gebruiker is en hoe de wapens worden ingezet. Dat werd verplicht na de ontdekking van misbruik tijdens de Iran-Irak-oorlog van 1983.
Mijnenvelden, kindsoldaten en chemische wapens tekenen die vuile oorlog. Nederland verleende dan ook geen exportvergunningen voor wapens aan Irak.
Bij elke vergunningsaanvraag moet een door de afnemer getekende eindgebruikersverklaring worden geleverd
Toch speurden de Iraakse troepen van Saddam Hoessein met geavanceerde Nederlandse nachtkijkers van het bedrijf Oldelft naar hun Iraanse vijanden.
Hoe dat kon? Het bedrijf gebruikte een sluiproute. Het leverde de nachtkijkers aan Engeland en Portugal, die ze doorstuurden naar Irak.
Nadat de Economische Controledienst in 1983 een inval deed bij Oldelft kwam het tot een rechtszaak. Oldelft ging vrijuit, want levering van nachtkijkers aan Engeland of Portugal was nog niet strafbaar en een ontbrekende eindgebruikersverklaring evenmin.
In 1984 werd dit lek in de exportwetgeving gedicht. Sindsdien moet bij elke vergunningsaanvraag een door de afnemer getekende eindgebruikersverklaring worden geleverd.
Wat er misgaat met deze regulering
Of hier daadwerkelijk mee wordt voorkomen dat wapens in verkeerde handen vallen en worden ingezet bij mensenrechtenschendingen, is volgens experts onduidelijk.
‘De grootste zwakte van de eindgebruikersverklaring is dat er geen internationale standaard is en dat ze gemakkelijk worden vervalst,’ zegt Andrew Feinstein.
En controle op die fraude is lastig, weet de schrijver van Shadow World: ‘De eindgebruikersverklaringen zijn een bruikbaar instrument om wapenexporten beter te volgen, maar momenteel ontbreekt de politieke wil om echt de grip op de eindgebruiker te verstevigen. Terwijl dat eigenlijk niet zo moeilijk zou hoeven zijn.’
‘Veel wapens die uiteindelijk in de handen van terroristen en andere gewapende groepen vallen, worden geleverd door staten die daarmee de door henzelf getekende eindgebruikersverklaring schenden,’ bevestigt Jonah Leff, directeur van Conflict Armament Research. ‘Maar die eindgebruikersverklaringen worden niet gemonitord.’
Dus hoe controleren we dit?
Nu voert Nederland vergeleken met veel andere landen een transparant en restrictief wapenexportbeleid. Dat bleek bijvoorbeeld toen Nederland als eerste in Europa de algemene doorvoervergunning beperkte voor landen die betrokken zijn bij de oorlog in Jemen.
Wat is het geval: EU-landen die wapens leveren aan landen buiten de EU, kunnen dat via Europese lidstaten doen zonder dat de douane in het doorvoerland daar opnieuw naar kijkt.
Na kamervragen over Tsjechische munitie die via Nederland in Saoedi-Arabië terechtkwam, heeft Nederland per juli 2016 als eerste land binnen Europa die vergunning voor bepaalde bestemmingen opgeschort. De Nederlandse douane kijkt nu toch mee en beoordeelt de doorvoer zelfstandig.
Toch is er dus amper controle ná de levering. Toen het wapenexportbeleid van 2004 tot 2008 werd geëvalueerd door de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie, werd hier ook op gewezen. Verantwoordelijk minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen reageerde toen: ‘Ik hecht grote waarde aan betere ex-post controle.’
En in 2015 kwamen de PvdA en D66 met een initiatiefnota over het wapenexportbeleid. Een van de vijf aanbevelingen was opnieuw het verbeteren van de controle na de levering. Toen in de zomer van 2017 het wapenexportbeleid van het jaar ervoor werd besproken, kwam dat weer ter sprake. De verantwoordelijke ministers Lilianne Ploumen en Bert Koenders beloofden toen deze benadering in Europees verband te bespreken.
Dat gebeurde op 5 oktober 2017 in het Europese overleg over wapenexport. In een brief van 20 december aan de Tweede Kamer concluderen de nieuwe verantwoordelijke ministers, Sigrid Kaag en Halbe Zijlstra, dat dit voor Nederland vrijwel onmogelijk is. De wapensystemen zijn te complex, de medewerking van andere landen beperkt en de toegevoegde waarde daardoor voor Nederland minimaal.
Dan gaan we het zelf maar doen
Maar wat een diplomatiek apparaat niet kan, lukt een groep onderzoekers misschien wel. Journalistencollectief Lighthouse Reports (Ludo, Klaas) besloot de krachten te bundelen met Bellingcat (Christiaan) en het datateam van de KRO-NCRV. Samen hebben zij de #DutchArms-bootcamp opgezet.
Voor de volledigheid: Bellingcat is een onderzoekscollectief dat wereldwijd bekendheid verwierf met hun onderzoeken naar de toedracht van de MH17-ramp. Het bijzondere van hun onderzoeksmethode is dat ze enkel open bronnen informatie gebruiken. En dat gaan we bij de #DutchArms-bootcamp ook doen. Het datateam van omroep KRO-NCRV is expert in het analyseren van die data.
Dus van 8 tot en met 19 januari gaat in Amsterdam een tijdelijke redactie van data-experts, onderzoeksjournalisten en openbronnenonderzoekers aan de slag met als centrale vraag: kunnen wij door publieke bronnen te onderzoeken traceren waar de door Nederland geleverde wapens echt terechtkomen?
Tijdens het onderzoek kan via dutcharms.nl de voortgang per wapen worden gevolgd. Maar ook jullie kunnen vrij eenvoudig meedoen. De tijdelijke redactie zet de lijnen uit en doet van tijd tot tijd een concrete oproep. Bijvoorbeeld bij het helpen traceren van een door Nederland verkochte pantserwagen aan Egypte.
Ga daarvoor naar de website of volg #DutchArms op Twitter. Ook worden er video’s gemaakt waarin je kort en helder krijgt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn om zelf op onderzoek uit te gaan. Dus, heb je een laptop, tijd en een beetje doorzettingsvermogen? Dan kan je helpen bij het traceren van wapens.
Ook als je weinig tijd hebt, maar wel specifieke kennis van een land waar Nederland wapens aan verkoopt, of van de sector in het algemeen, nodigen we je van harte uit contact met ons op te nemen. Via info@dutcharms.nl, @LHReports, dutcharms.nl of onder dit stuk.
Dit is een project van Lighthouse Reports in samenwerking met KRO-NCRV en Bellingcat. Het is mede mogelijk gemaakt door de Non-fictie Transmediaregeling, een gezamenlijk initiatief van het Filmfonds, het Mediafonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.