Podcast: Wachten op een tweede kind, dat is stilte voor de storm

Illustratie gemaakt door onze redactioneel vormgever Leon Postma

Een tweede zwangerschap is een soort tussentijd, een periode van vooruitzien én van afscheid nemen. In aflevering 2 van onze podcast De tweede: wat gaat er verloren als er een kind bij komt? En bestaat er zoiets als een roze-wolkmaffia?

In 1983 publiceerden twee kinderartsen en een verpleegster uit Vermont in het vakblad Child Psychiatry and Human Development. Ze waren in hun praktijk een aantal moeders tegengekomen die tijdens hun tweede zwangerschap werden overvallen door woede en verdriet. De moeders voelden zich schuldig over het verbreken van de exclusieve band met hun eerste kind en rouwden om het verlies ervan. Ze leden aan wat de specialisten het ‘second child syndrome’ noemden: ambivalentie ten aanzien van hun tweede kind.

De vrouwen in kwestie gingen zo sterk onder dit syndroom gebukt dat ze professionele hulp hadden ingeschakeld, maar de auteurs van het artikel vermoedden dat een verdunde variant ervan wijdverbreid was, universeel misschien zelfs, onder moeders die een tweede verwachtten. 

De tweede aflevering van onze podcast De tweede – op zoek naar het standaardgezin gaat over de periode tussen kind één en kind twee. We gingen langs bij ouders die op hun tweede aan het wachten waren, en bij ouders die al kunnen terugkijken op die overgang. Bij ouders die eindeloos veel aandacht geven aan hun eerste kind, nu het nog kan. En bij ouders die met weemoed terugkijken op een periode die definitief voorbij is.

Het ‘second child syndrome’ zijn we niet tegengekomen. Wel maakte vrijwel iedereen zich druk over wat de komst van de tweede zou betekenen voor de eerste, en hoorden we over de capriolen die ouders uithalen om de eerste voor te bereiden op de komst van de tweede (en over hoe die soms jammerlijk mislukken).

Niemand waarschuwt je voor de komst van de tweede 

De ouders die wij spraken en die zich in de tussenfase tussen één en twee bevonden, in een soort wachtstand, wisten allemaal dat ze van sommige zaken afscheid zouden moeten nemen – zoals van de onverdeelde aandacht voor hun eerste kind. Dat ze ook nog iets anders zouden kunnen verliezen – relatieve rust bijvoorbeeld, of vrijheid, of geluk – daar stonden ze nauwelijks bij stil. Maar we spraken ook ouders die zich daar inmiddels pijnlijk van bewust zijn, en die zich bedrogen voelen omdat niemand hen vooraf had gewaarschuwd – integendeel. 

Hun ervaringen sluiten aan op onderzoek van sociale wetenschappers, die zich al decennia buigen over de vraag of het ouderschap je gelukkig maakt. De ene na de andere studie wordt hieraan gewijd, doorgaans met weinig opbeurende conclusies voor mensen die met goede moed aan kinderen

Het ligt er bij dat soort studies allemaal maar net aan wanneer je het ouders vraagt, en op wat voor manier. Ook kan je je afvragen wat we nu eigenlijk precies bedoelen met ‘geluk’, en wat we van het ouderschap verwachten, en waarom. 

Misschien gaat onvoorwaardelijke liefde altijd samen met frustratie, en brengt verbondenheid altijd een verlies aan persoonlijke vrijheid met zich mee

Hoe dan ook komt een aantal van die studies met de nuancering dat het ouderschap twee kanten heeft: dat het betekenisvolle, vreugdevolle en bevredigende ervaringen oplevert, maar ook veel frustratie, verveling en Misschien bestaat het een ook niet zonder het ander, gaat onvoorwaardelijke liefde altijd samen met frustratie, en brengt verbondenheid altijd een verlies aan persoonlijke vrijheid met zich mee. Hoe dat voelt, dat vertellen ouders in deze podcast. 

P.S. Wil je verder lezen? In Sarah Knott’s Mother Is a Verb lees je meer over Alison Gopnik beschrijft in en in hoe kinderen leren door dingen te herhalen. 

De studie waaruit bleek dat ouders bij de komst van een tweede kind een kleinere gelukspiek ervaren dan de eerste keer, vind je (Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is er de tweede keer trouwens ook al )

Dat de leeftijd van ouders nogal uitmaakt voor het antwoord dat ze geven op de geluksvraag, lees je onder meer

En in hun boek leggen ontwikkelingspsychologen Kirsten Buist en Sheila van Berkel uit waarom een goede voorbereiding van de eerste wel degelijk uitmaakt. 

Meer hierover?