Een film over de kunst van het doorzetten
De documentaire Facing the Dragon gaat over twee vrouwen die zich inzetten voor vrouwenrechten in een van de meest vrouwonvriendelijke landen ter wereld: Afghanistan. Wij vertoonden de documentaire, in samenwerking met Movies that Matter, tot en met 14 juli 2019. En je kon in gesprek gaan met de filmmaker – haar antwoorden op jullie vragen staan in de bijdragensectie.
‘Ons verzet is de kunst van het doorzetten’, zegt het Afghaanse parlementslid Nilofar Ibrahimi over haar strijd voor vrouwenrechten in haar land.
En dus weerstaat ze doodsbedreigingen, rouwt ze mee met vrouwen wier kinderen omkwamen door oorlogsgeweld, gaat ze het gesprek aan met ultraconservatieve moslimmannen die niets zien in vrouwenrechten.
Ibrahimi is een van de twee hoofdpersonen in de documentaire Facing the Dragon, waarin de Amerikaans-Afghaanse regisseur Sedika Mojadidi de strijd voor vrouwenrechten in Afghanistan vastlegt. De andere is Shakila Ibrahimkhail, onderzoeksjournalist bij het Afghaanse Tolo TV. Die vertelt in de film dat ze zichzelf eens in de arm moest knijpen om te voelen of ze nog leefde. Een bomaanslag had kort daarvoor zeven collega’s* van het leven beroofd. Toen op Facebook haar foto verscheen met de tekst ‘Shakila bestaat niet meer’, begon ze te twijfelen. Was het moment dat ze altijd vreesde dan eindelijk daar?
Regisseur Mojadidi volgt de vrouwen op de voet en maakte een indringend verslag van een gevecht dat alleen maar uitzichtlozer lijkt te worden.
Hoe zat het ook alweer?
Kort na de aanslagen op de Twin Towers in New York in 2001 vallen de Verenigde Staten met steun van hun bondgenoten Afghanistan binnen. Daar zijn dan sinds vijf jaar de Taliban aan de macht, die onderdak verlenen aan enkele belangrijke leden van Al-Qaeda, onder wie het brein achter de aanslagen van 11 september, Osama bin Laden.
De Taliban voeren een ultraconservatief regime. Vrouwen mogen niet langer alleen over straat lopen, moeten zich in een allesbedekkende boerka kleden, en meisjesscholen worden gesloten.
Met het vertrek van de internationale gemeenschap lijkt de situatie voor vrouwen alleen maar erger te worden
Ondanks hun enorme militaire overmacht lukt het de Amerikanen niet om de Taliban te verslaan en het land te stabiliseren. Eind 2014 beginnen de Amerikanen hun militairen grotendeels terug te trekken, en neemt ook het geweld weer toe. Afgelopen jaar was zelfs het dodelijkste jaar sinds de oorlog in Afghanistan begon.*
En zo vervloog ook de hoop van veel Afghaanse vrouwen. Met het vertrek van de internationale gemeenschap lijkt de situatie voor vrouwen alleen maar erger te worden.
Vrouwenrechten in Afghanistan
‘We dachten dat de Taliban weg waren en we een nieuw leven konden beginnen waarin we onderwijs konden genieten en vrij zouden zijn’, zegt journalist Shakila. ‘Maar 100.000 buitenlandse soldaten kregen dat niet voor elkaar. De oorlog in Afghanistan is een mislukking voor de wereld.’
Buiten de hoofdstad Kabul vind je bijna geen vrouw op straat. Wanneer Shakila er eindelijk een vindt en haar vraagt of ze gaat stemmen bij de aanstaande verkiezingen, blijkt ze dat niet te durven. Ze zegt: ‘Wil je mijn familie soms dood hebben?’
Nilofars collega’s in het parlement zijn voor het overgrote deel voormalige strijders die weinig ophebben met mensenrechten, en niet zelden analfabeet zijn, zegt ze. ‘Wat kan een vrouw tegen hen beginnen?’
Daarna volgt een scène waarin een mannelijke parlementariër roept dat God heeft besloten dat een man drie of vier vrouwen mag trouwen. ‘Of ze dat nou wil of niet.’
Wat de film zo goed maakt
Wat de film in mijn ogen goed maakt, is dat de vrouwen niet als een soort onverschrokken heldinnen worden neergezet, maar dat je ook hun onzekerheden ziet. Dat levert een beklemmend beeld op. Hun doorzettingsvermogen wordt in zijn rauwe schoonheid zichtbaar.
De film toont geen sierlijke beelden met pakkende quotes van de hoofdpersonages, maar laat juist de barstjes zien die in hun idealen ontstaan. Onvermijdelijk komt het moment waarop je als kijker denkt: waarom geef je het niet op?
Als Nilofar haar huilende zoontjes bij haar man achterlaat, die op de Afghaanse ambassade in Australië werkt, bijvoorbeeld. In Afghanistan is het voor hen te gevaarlijk, en je ziet de twijfel in haar ogen, omdat ze weet dat ze hen misschien nooit meer terug zal zien. Toch vertrekt ze, terug naar de oorlog in haar land.
De vrouwen worden niet als een soort onverschrokken heldinnen neergezet, je ziet ook hun onzekerheden
In een kamp voor ontheemden even buiten de hoofdstad Kabul waarschuwt een oude man journalist Shakila dat ze door vijanden omgeven is, en dat ze na het interview direct moet vertrekken, omdat haar veiligheid niet kan worden gegarandeerd door de bewoners van het kamp.
Wanneer er een paar honderd meter verderop ineens een bom ontploft bij een politieke bijeenkomst waar ook media bij aanwezig zijn, belt ze direct haar redactie: ‘Wie zijn de slachtoffers? Is het iemand van ons?’
Hoe ver kun je gaan?
Uiteindelijk wordt het gevaar voor journalist Shakila te groot en slaat ze met haar kinderen op de vlucht. Na een lange tocht komt ze aan in Duitsland.
Buiten Afghanistan oogt ze ineens breekbaar. Ze brengt haar dagen door op haar telefoon, waarop ze volgt hoe collega’s doorgaan met het vastleggen van de oorlog, en dwaalt met haar kinderen schijnbaar doelloos over straat.
Tijdens een taalles probeert ze uit te leggen dat ze aardappel met hertenvlees heeft gegeten, maar ze kent de juiste woorden niet en geeft hulpeloos op.
Politicus Nilofar blijft – omdat ze niet kán vertrekken, zegt ze aan het einde van de film: ‘Ik voel me zwak in mijn lichaam en mijn ziel, maar heb een eed gezworen om in dit land te blijven zo lang ik verantwoordelijk ben voor de mensen die op mij hebben gestemd.’
Dan vervolgt ze met twijfelachtige tegenzin, alsof de camera uit is: ‘Waarom zou ik in deze shit blijven als ik geen afgevaardigde was?’
Het is die tegenstrijdigheid van gevoelens die beklijft. Deze vrouwen kijken hun grootste angsten recht in de ogen en gaan het gevecht daarmee aan – al willen ze ook elk moment vluchten voor die last. De moed die nodig is om te blijven, maakt het land ooit hopelijk beter.
Deze film was tussen 6 en 14 juli 2019 te zien op De Correspondent.