Waarom Europa niet zonder mondige Europeanen kan
Europa is geen abstract begrip of een in beton gegoten project. Maar toch vóélen veel Europeanen zich geen Europeaan. Het tegengif? Een actief debat dat mag knetteren.
Wie het Europees Parlement in Brussel bezoekt, dwaalt door het verleden van de Europese Unie. Van het hoofdgebouw, vernoemd naar Altiero Spinelli, loop je via een brug naar ‘Spaak’, vernoemd naar Paul-Henri Spaak, beiden grondleggers van de EU. Bezoek je de zijgebouwen dan kom je langs staatsmannen als Willy Brandt en József Antall, die eveneens aan de wieg stonden van project Europa.
De boodschap die Brussel ermee wil uitdragen: de identiteit van de Europese Unie is gebouwd op het verleden. Maar waar ligt de identiteit van de Europeaan van nu?
Europa is overal, van pijnstiller tot uitwisselingsprogramma
Iedere Europeaan heeft met Europa te maken. En dan doelen we niet alleen op praktische zaken als het door de EU gereguleerde energielabel, de kwaliteitseisen van voedsel of bijvoorbeeld de controle op geneesmiddelen.
De Europese Unie kan de levens van haar burgers drastisch beïnvloeden. Zo hebben nu bijna 4 miljoen* jongeren via het Erasmusprogramma in een andere lidstaat gestudeerd. 17 miljoen Europeanen werken op dit moment in een ander EU-land. Nooit was reizen of in het buitenland wonen en werken makkelijker. Dagelijks worden er nieuwe grensoverschrijdende vriendschappen en relaties gevormd, producten en diensten gekocht, en contracten afgesloten.
En ook als je blijft waar je bent, kun je haast niet anders dan je aanpassen aan de internationalisering. Elke inwoner van Madrid of Praag wordt vanzelf gedwongen met mensen uit andere culturen om te gaan. Deze culturen kunnen botsen, de concurrentie kan toenemen. Het is daarom niet verrassend dat deze culturele verschuivingen mensen ook angstig maken: bestaat mijn baan straks nog wel? Hoelang en hoever zet deze internationalisering zich door, spreekt mijn (klein)kind straks meer Engels dan Nederlands?
Deze onzekerheid wordt vergroot door een veel grotere, onderliggende vraag: leuk dat we samen in een unie zitten, maar wat hebben wij Europeanen eigenlijk met elkaar gemeen?
Een genuanceerd verhaal vs. de nostalgische terugblik
Nationale media zijn niet in staat om met deze vraag aan de slag te gaan. Nieuws uit Brussel reist via een eenrichtingsbaan naar het thuisland, waar het vervolgens wordt geduid met een nationale bril. En ondanks vele pogingen van media als Euractiv, Politico en EUobserver mist Europa nog steeds Europese media die een Europees perspectief aan het nationale toevoegen zonder het alleen over Brussel te hebben.
Brexit is een goed voorbeeld. Britse media hadden de leiding in een debat dat heel Europa aanging, met sturende koppen als ‘Beleave’ (Daily Mail) en ‘See EU later’ (The Sun).
Als er al een ‘Europees’ tegengeluid was, dan werd er niet met één stem gesproken en werden de gebeurtenissen in het Verenigd Koninkrijk geduid vanuit nationale perspectieven. Op enkele uitbarstingen als March for Europe daargelaten, waar vooral jongeren protesteerden tegen hun weggenomen Europese toekomst, was er geen georganiseerd en genuanceerd Europees tegengeluid in het gepolariseerde debat – leave of remain – in het Verenigd Koninkrijk.
Ook Europese politici lukt het maar niet om een gesprek over wat het betekent om Europeaan te zijn op gang te krijgen. Hun strategische kortetermijnfocus en de sterke concurrentie van andere kandidaten zorgen ervoor dat campagnes meestal te vatten moeten zijn binnen enkele oneliners.
Iedereen kan het debat voeren
Het is dan ook niet altijd even makkelijk om door het verkiezingsgeweld heen een genuanceerd gesprek over de betekenis van de Europese identiteit te voeren. Dus stuurt Mark Rutte Jean-Claude Juncker naar de oogarts voor zijn ‘Europese vergezichten’. En legde David Cameron het met zijn genuanceerde verhaal over de voordelen van Europa af tegen de nostalgie die het leave-kamp wist op te roepen.
Toen de natie Italië in 1861 was gesmeed, merkte Massimo d’Azeglio al op dat nu Italië bestond, de Italiaan nog gemaakt moest worden om het land bij elkaar te houden. Dit proces staat in Europa nog in de kinderschoenen. Als wij, want de Europese Unie bestaat bij de gratie van haar burgers, ons niet interesseren voor ons collectief, en het overlaten aan lobbyisten, ambtenaren en politici, zonder hen te sturen, ontstaat er een democratisch tekort. En dat verzwakt uiteindelijk de EU.
Wat gewone Europeanen al voor elkaar kregen
Gelukkig hoef je geen politicus of hoofdredacteur bij een grote, internationaal gelezen krant te zijn om het Europese debat aan te wakkeren. Door heel Europa bloeien er burgerinitiatieven op die niet wachten op een politicus of journalist om de maatschappij te veranderen. Zij vechten voor een toekomstig Europa met nieuwe idealen en wetgeving, en staan niet alleen maar stil bij het belang van de huidige EU.
Zo klaagde een jonge Oostenrijkse advocaat onlangs Facebook aan voor vermeende schending van Europese privacywetgeving. Een Italiaanse professor lobbyt* namens ‘de burger’ en kreeg zo voor elkaar dat de tarieven voor mobiele roaming in Europa werden afgeschaft. In een poging om het verdeelde Cyprus te verenigen, maakt een Turks-Cypriotische ondernemer nu Colive, een Grieks-Turkse (en daardoor puur Cypriotische) olijfolie. En we weten allemaal wat je voor elkaar kunt krijgen door een dagje niet naar school te gaan.
Ze laten zien dat het huidige Europa niet in beton gegoten is, maar juist actief kan worden gevormd
Het zijn voorbeelden van activisten die direct of indirect hun stempel drukken op Europa. Ze laten zien dat het huidige Europa niet in beton gegoten is, maar juist actief kan worden gevormd. Door medestanders uit andere landen te vinden, of juist in botsing te komen met opvattingen van anderen, ontstaan de eerste contouren van wat een Europese publieke ruimte zou kunnen zijn.
Het kloppende hart van Europa bevindt zich niet in Brussel, maar op de Europese pleinen, blogs, festivals en zelfs net over de grenzen van de EU, waar tienduizenden jonge Moldaviërs, Wit-Russen en Oekraïners met vlaggen op straat vechten voor de toekomst en de democratie in hun land. Juist op deze plekken wordt er nog actief besproken wat Europa wel of niet zou moeten zijn.
Europa is het waard besproken te worden
Bij hen begint ons verhaal. Wij, vier jonge Nederlandse Europeanen, besloten om nieuwe stemmen toe te voegen aan het huidige gesprek. Samen met journalisten uit heel Europa zijn we op zoek naar wat het betekent om Europeaan te zijn. Niet omdat we voor of tegen de EU zijn, maar omdat we vinden dat Europa het waard is om besproken te worden, en dan met name door jongeren.
We voelen ons deel van een grenzeloze generatie die meer dan ooit met elkaar in contact staat. We kunnen grenzeloos reizen, browsen, studeren en werken, maar we misten een plek om op Europa te reflecteren.
Via ons mediaplatform* Are We Europe onderzoeken jonge Europeanen wat we met elkaar gemeen hebben en wat ons verdeelt. Want er wordt wel gezegd dat we samen horen te werken en leven, dat we samen sterker staan en dat het logisch is dat we onze grenzen helemaal open – of juist dicht – gooien, maar wat betekent het dan echt om samen op een continent te leven? Die vraag laat zich niet vatten in analyses, of beschouwingen vanuit de verte. Om hem te kunnen beantwoorden moet je doordringen tot in de haarvaten van Europa.
Als collectief van meer dan zeshonderd Europese journalisten, fotografen, filmmakers, illustratoren en andere verhalenmakers bekijken we grotere thema’s als het Europese nachtleven, klimaat(verandering), de invloed van de VS en migratie vanuit tientallen, lokale perspectieven. Waarom gaat men zo anders om met daklozen in Zweden dan in België? Zijn jonge Polen net zo pro-abortus als in Duitsland? Hoe ziet de start-up-scene in Belgrado eruit? Met welke problemen worstelt de lhbtqi+-gemeenschap in Griekenland?
Want ondanks dat de EU al een tijdje bestaat, wordt er nog altijd gewerkt aan de fundering van het toekomstige Europa. Op ons platform brengen we de pionierende Europeanen samen, die als losse puzzelstukjes samen een inzicht geven in welke kant Europa opgaat, of op zou moeten gaan. Samen brengen zij in ons collectief de grensoverschrijdende dialoog op gang die nu nog zo ontbreekt.
Niet alleen voor de Engelssprekende intellectueel of eurofiel
Door een Engelstalig, grenzeloos platform te starten trek je een bepaald type Europeaan aan: namelijk de universitair geschoolde (Erasmus)student of net te enthousiaste eurofiel. We proberen deze valkuil zo veel mogelijk te vermijden door van alle mogelijke vertelvormen gebruik te maken op ons platform. Of het nou muziek, een illustratie, foto of theaterstuk is – we willen een plek zijn waar iedereen kan experimenteren met het Europese idee, ongeacht achtergrond, opleidingsniveau of inkomen.
Wat vaststaat, is dat de eerste grenzeloze generatie al is geboren en de komende jaren door heel Europa zal stromen
Er moet nog genoeg gebeuren voordat we echt onze vinger kunnen leggen op wat het betekent om Europeaan te zijn, als dat ooit gaat gebeuren. Wat vaststaat, is dat de eerste grenzeloze generatie al is geboren en de komende jaren door heel Europa zal stromen. De komende drie weken brengen we op De Correspondent drie verhalen uit ons magazine waarin we activisten uit 38 Europese landen hebben uitgelicht.
De Ierse Luke Sharkey vertelt over twee artiesten die vlak bij de Ierse grens met Noord-Ierland zijn opgegroeid en via muziek de schoonheid van beide kanten van de grens willen laten zien. In Letland proberen architecten het straatbeeld en de grijze gebouwen uit de Sovjetperiode op te fleuren, geïnspireerd op Zweedse en Nederlandse steden. En de Noorse Kasper Baatrup beschrijft hoe zijn landgenoot en ‘Insta-feminist’ Ulrikke Falch een paar maanden voor #MeToo al viral ging.
Dit zijn enkel voorbeelden van Europeanen die op lokaal, nationaal of Europees niveau hard aan de weg aan het timmeren zijn. Laten we dus alsjeblieft nog genoeg Europese zalen en gebouwen vrijhouden voor de namen van de Europeanen van de toekomst.