Drie weken geleden verscheen mijn op De Correspondent. Ik deed verslag uit mijn spreekkamer, waar het vaak te druk is om mensen echt goed te kunnen helpen. Meteen daarna reageerden jullie in de bijdragesectie, per mail ontving ik reacties en mijn LinkedIn-profiel werd nog nooit door zo veel zorgmanagers bekeken.

In de discussie onder mijn stuk dachten jullie mee over hoe we de huisartsenzorg, en breder, ons gezondheidssysteem kunnen verbeteren. De reacties gaven me inzichten, die ik graag met jullie deel.

Als een bal in een flipperkast

Ik had niet gedacht dat zo veel mensen – niet alleen huisartsen, maar ook patiënten en specialisten – zich zouden herkennen in mijn verhaal. Een lezer deelde haar ervaring in een mooie vergelijking.

Ze voelde zich als een bal in een flipperkast in slow motion, op en neer geschoten tussen medici

Na een hartinfarct bleef zij chronische klachten houden, waarna ze zich als een bal in een flipperkast in slow motion voelde, op en neer geschoten tussen huisarts, internist en cardioloog.

Op geen enkel moment had zij het gevoel dat ze de flipperkast zelf kon bedienen. Ondanks de welwillendheid die ze bij iedere behandelaar tegenkwam, bleef ze machteloos. Het sterkt mij in mijn overtuiging dat er iets misgaat in de gezondheidszorg. 

Marktwerking is een deel van het probleem

Zoals ik al verwachtte, klaagden lezers over doorgeschoten marktwerking. wordt bekeken vanuit het prijskaartje. Deze blik verslechtert de relatie tussen huisartsen onderling. Diensten worden verhandeld als aandelen op een beurs: geld staat centraal en we stellen vertrouwen, professionaliteit en solidariteit daaraan ondergeschikt. 

Ook het bestuur van de zorg en toenemende managementlagen werden bediscussieerd. Zorgprofessionals raken vervreemd van hun werk, en de kosten nemen alleen maar toe, veel terug. 40 procent van hun uren besteden niet meer aan zorg: hoeveel geld is daar te besparen?

stelt dat waar je op de kosten let, de kwaliteit daalt, terwijl als je op de kwaliteit let, de kosten dalen. Veel overbodige zaken vallen weg als je kwaliteit vooropstelt, omdat je ze al ondervangen hebt. Zoals een dokter die zijn patiënten goed kent en daardoor minder verwijst. 

Meedraaien met de manager, hoe verantwoord is dat?

Vrijgevestigde, hoogopgeleide werkenden zijn steeds minder vrij om hun werkende leven in te delen, Ze moeten meedraaien in een systeem waar een manager de baas is, en wiens denken kan staan op de professionaliteit van zorgverleners. Zeker als financiële belangen vooropstaan.

van een gezondheidscentrum gaat hier tegenin. ‘De manager wegzetten als een vervelende stropdas die de huisarts ontdoet van zijn autonomie, heeft de eerstelijnszorg nog niet veel goeds gebracht’, beschrijft zij. De manager kan de huisarts ontlasten en een duidelijk aanspreekpunt naar buiten zijn.

Keuzes die een huisarts maakt kunnen verstrekkende gevolgen hebben

Ik zie dat de praktijk echter weerbarstig is. Een arts heeft veel verantwoordelijkheden. Keuzes die hij of zij maakt kunnen verstrekkende gevolgen hebben. Hoe verantwoord is het dat hij of zij autonomie afstaat aan tussenlagen, aan mensen die niet met hun voeten in de modder staan? Als de zorg voor de eerste beschreven patiënt in mijn artikel anders geregeld had kunnen worden, had zij waarschijnlijk nog geleefd. Dat ligt niet aan de kwaliteit van de artsen: dat ligt aan het systeem. 

Is het in de Randstad nu erger?

Er kwamen ook signalen dat in de Randstad de problemen groter zijn dan daarbuiten. Er is een opeenstapeling van problemen, zonder een simpele oplossing. Ook zorgt ongeletterdheid en het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal voor inefficiënte zorg. Soms leidt dat tot excessen, las ik in de reacties. Een fysiotherapeut uit Rotterdam-Zuid hoe hij regelmatig frustraties aan de balie ziet, waar soms zelfs de politie bij moet worden gehaald.  

Maar niet alles kan vanuit achterstandswijken verklaard worden. Een uit Midden-Limburg beschrijft de druk die hij ervaart door een drukke en tegelijk steeds gecompliceerder wordende praktijk en de frustratie die dat gepuzzel meebrengt voor de patiënt en diens familie.

Het ligt ook aan de praktijkhouder

Ik las ook punten die huisartsen ter harte mogen nemen. Zo zouden huisartsenpraktijken zichzelf beter kunnen organiseren. Je kunt bewust een kleinere praktijk hanteren, hoorde ik: je verdient minder, maar de werkdruk wordt lager. En – heel simpel – zeg vaker nee.

Zorgland draait altijd door, zonder veel geduld

Bij het laatste punt heb ik mijn vraagtekens. Patiënten, specialisten en andere zorgverleners bellen nogal vaak in mijn lunchpauze naar de spoedlijn om iets te overleggen dat geen vijf minuten lijkt te kunnen wachten. Zorgland draait altijd door, zonder veel geduld.

Andere leden opperden dat de beloning voor huisartsen moet veranderen. Nu word je beloond voor extra verrichtingen, zoals vaccinaties en chirurgie, maar die gaan ten koste van de reguliere zorg. Het klopt dat deze verrichtingen extra druk leggen op het spreekuur. Aan de andere kant denk ik ook dat deze verrichtingen geld en tijd elders besparen omdat je minder verwijst.

Dus als je dit weer weghaalt bij de huisarts, verleg je het probleem. En het maakt het werk van de huisarts ook een stuk minder leuk. 

Ligt het aan de tijdsgeest?

Iets waar ik zelf niet zo bij had stilgestaan, was dat we het probleem deels zelf gecreëerd hebben door onnodig veel te medicaliseren. Overvloedig gebruik van medicatie, te lang doorgaan met behandelingen waarvan we al weten dat het weinig oplevert, direct handelen terwijl klachten vaak vanzelf overgaan: de vraag kan het aanbod niet meer aan. 

Een beschrijft kort en krachtig hoe we elkaar allemaal klemzetten. In een kort maar krachtig dialoogje schetst hij een hoestende patiënt die voor het eerst op zijn spreekuur komt. Hij heeft in korte tijd drie verschillende antibioticakuren gekregen, zonder effect. Waarom heeft hij deze dan gekregen, vraagt de longarts zich af. ‘Het waren drie verschillende huisartsen’, antwoordt de patiënt.

Dit is wat er gebeurt als je te weinig tijd hebt: drie zinloze antibioticakuren en een consult bij een specialist.

Meer tijd en aandacht betekent goedkopere zorg

Over de crux waren jullie het eens: we missen aandacht, terwijl juist dit het verschil kan maken. Gezien en gehoord voelen heeft een Het persoonlijke aspect onderscheidt de huisarts van andere artsen, en dat dreigen we te verliezen.

Een lezer dacht met weemoed terug aan de tijd dat haar schoonmoeder in het verzorgingshuis bezoek kreeg van haar huisarts die even thee kwam drinken. Deed wonderen, En dat geloof ik. Als ik spontaan bij een patiënt langsga, zie ik wat dat met hem of haar doet. Het versterkt de band en het vertrouwen – maar ik kan dat bijna niet meer doen.  

Als ik spontaan bij een patiënt langsga, zie ik wat dat met hem of haar doet

Jullie bevestigden mij in de gedachte dat de druk op zorgprofessionals te hoog is. Artsen verliezen empathie en luistervermogen door tijdgebrek, terwijl dit juist nodig is voor efficiënte en goedkopere zorg, waar zowel patiënt als arts tevreden over kunnen zijn.

Gelukkig wordt dit ook erkend en zie ik dankzij jullie reacties dat er hoopvolle tegenbewegingen ontstaan. Ik leerde veel van alle reacties: dank aan iedereen die de moeite heeft genomen mijn artikel te lezen en erop te reageren!

Lees meer:


Verslag uit de spreekkamer van de huisarts, waar het veel te druk is Ik werk als waarnemend huisarts in Rotterdam-Zuid, een relatief arme wijk, waar patiënten vaak met allerlei problemen tegelijk kampen. En hoe graag ik mijn patiënten ook wil helpen, ik merk dat het me soms gewoonweg niet lukt de juiste zorg voor elke patiënt te organiseren. Verslag uit de spreekkamer. Hier lees je mijn verhaal terug. Waarom we tienduizenden euro’s betalen voor één medicijn - en wat we eraan kunnen doen Farmaceuten kunnen voor een nieuw medicijn vragen wat ze willen. Het kromme is: het komt door het beleid van de overheid dat dit kan. Lees Sanders verhaal hier terug.