In mijn postvakje vond ik onlangs een kinderboek vol verhalen over interessante vrouwen uit de geschiedenis. Het boek was bedoeld om inspirerende voorbeelden te bieden, zodat meisjes zouden inzien dat ze álles konden worden. Verder legde de begeleidende brief uit dat het boek geschreven was door een vrouw, geïllustreerd door een vrouw, geredigeerd, opgemaakt, gecorrigeerd door vrouwen – er was kortom van begin tot eind geen man bij in de buurt geweest.

Historische vrouwen uitlichten vind ik Maar ik vroeg me af: waarom is het een aanbeveling dat aan dit boek geen man heeft meegewerkt? Als ik een brief zou krijgen met de mededeling dat het voorliggende boek onbezoedeld was door enige vrouwelijke inbreng, dan zou ik daar mijn wenkbrauwen bij optrekken. Toch had deze uitgever kennelijk gedacht: een feminist, ik weet wel hoe ik die aan boord krijg.

Het deed me afvragen waar wij feministen eigenlijk naartoe willen.

Betekent dit dat we een wereld willen die zo veel mogelijk ‘vrouwelijk’ is, wat dat ook mag wezen? Moeten we, naast ‘100 procent biologisch’, nu ook een keurmerk instellen met ‘100 procent vrouw’? En waar brengt dat ons naartoe?

Deze gedachtegang is als een recept. Men neme een bepaald verschijnsel, en voere het door tot het uiterste. Voilà: een utopie. Het probleem is alleen dat hetzelfde recept ook een dystopie kan opleveren.

Beide bekijken het eindpunt van een weg. Beide stellen ons de vraag: wil je hier naartoe? Nou, dan moet je vooral rechtdoor gaan – of juist hard op de rem gaan staan. Je kunt ‘topieën’ dus zien als wegwijzers. En al schetsen ze verzonnen werelden, ze zijn heel behulpzaam als je een richting probeert te bepalen voor je eigen, huidige werkelijkheid. 

De baarmoeder als mannenzaak

Wat gender en vrouwenrechten betreft, is de utopie/dystopie een bloeiend genre. The Handmaid’s Tale, naar de roman van Margaret Atwood, is door de immens populaire het bekendste voorbeeld, maar films, strips en literatuur reiken ons nog veel meer toekomstvisioenen aan.

Ten eerste zijn er natuurlijk de toekomstbeelden van een samenleving die nog meer dan nu door mannen wordt gedomineerd. begint op de dag dat alle bankrekeningen van vrouwen in Amerika zijn geblokkeerd. Het is een machtsgreep; binnen de kortste keren zijn vrouwen opnieuw ‘handelingsonbekwaam’. Het draait erop uit dat vrouwen als fokdieren en sloofjes moeten meedraaien in een volledig door mannen gecontroleerde totalitaire staat. De vruchtbaarheid van de vrouw loopt immers terug, en daar moet dringend iets aan worden gedaan. 

Margaret Atwood benadrukt graag dat ze voor haar dystopieën niets hoeft te verzinnen

Herken je hierin de woorden van hedendaagse politici? Thierry Baudet bijvoorbeeld, die een probleem ziet in de van de moderne werkende westerse vrouw, in zijn ogen de oorzaak van het teruglopende kindertal en van Of Viktor Orbán, die vrouwen belastingvrijstelling belooft als ze veel kinderen krijgen, om een ‘gemengde bevolking’ te voorkomen en te zorgen voor  

Atwood benadrukt dan ook graag dat ze voor haar dystopieën niets hoeft te verzinnen; ze bouwt ze op uit bouwstenen die in de realiteit gewoon voorhanden zijn. Dat maakt haar boeken zo indrukwekkend – en zo’n

Hoe een dystopie op de hielen gezeten wordt door de werkelijkheid in Trumps Amerika

Het recente Red Clocks, van Leni Zumas, kruipt nog dichter op de werkelijkheid. In deze roman probeert een Amerikaanse president het traditionele gezin in ere te herstellen. Abortus wordt verboden in alle lidstaten, en de ‘Every Child Needs Two Act’ blokkeert adoptie voor iedereen behalve voor heterokoppels. 

De lezer volgt een handvol vrouwen die elk op hun manier door deze wetten worden geraakt. Een huismoeder tegen wil en dank, een lerares met een vurige kinderwens, die als alleenstaande niet langer mag adopteren, haar 16-jarige leerlinge die ongewenst zwanger wordt en de plaatselijke kruidenvrouw, die haar zou kunnen helpen, maar slachtoffer wordt van een heksenjacht. 

Beeld: Lynne Brouwer (voor De Correspondent)

De roman – die ik overigens van harte aanbeveel, al was het maar om Zumas’ fonkelende taalgebruik – verscheen in 2018, op de hielen gezeten door de werkelijkheid. In mei 2019 verbood de staat Alabama abortus in alle gevallen behalve wanneer de gezondheid van de vrouw ernstig in gevaar was.

Ditzelfde jaar hebben Kentucky, Georgia, Mississippi en Ohio wetten aangenomen die zo gauw er bij de foetus een hartslag kan worden vastgesteld – wat al mogelijk is vóór veel vrouwen überhaupt hebben bemerkt dat ze zwanger zijn.

Voorstanders van het recht op abortus vrezen dat de huidige wetsveranderingen een opwarmertje zijn om – een cruciale uitspraak van het Supreme Court die legale abortus in 1973 mogelijk maakte – te herroepen. Dat zou reproductieve rechten in Amerika compleet onderuithalen.

Wat dat concreet zou kunnen betekenen, lees je in het als fictie bedoelde werk van Zumas. Wanhoopsgrepen in geïmproviseerde klinieken; verplichte zwangerschapstesten bij de grens met Canada om abortusvluchtelingen op te kunnen pakken en hen over te brengen naar gesloten kraamklinieken. En, als bottomline,  

Stel je je zoiets voor – en kijk je, hoe hard we al naar deze werkelijkheid op weg zijn, een werkelijkheid waar we helaas ook vandaan komen – dan begrijp je de wens naar een andere wereld.

Welkom in Ladyland

Tegenover patriarchale dystopieën liggen de verzonnen samenlevingen waar vrouwen het voor het zeggen hebben. Het zal je niet verbazen: meestal is het daar goed toeven, voor vrouwen alleszins. 

Zo ook in Sultana’s Dream, een kort verhaal uit 1905 van de hand van Rokeya Sakhawat Hossain, een Bengaalse moslima en politiek activiste. 

De verteller van het verhaal dut ’s avonds weg op haar balkon en wordt gewekt door een onbekende vrouw. Verlegen probeert de ik-figuur de uitnodiging af te slaan, want ze mag eigenlijk niet ongesluierd op pad, maar de onbekende stelt haar gerust: ze zal geen enkele man tegenkomen. En inderdaad, louter vrouwen op straat. Waar zijn alle mannen? 

‘Je laat gekken toch ook niet op straat loslopen? Nee, ongetemde mannen zijn veel te gevaarlijk’

Dit is Ladyland, legt de gids uit. De mannen zijn gewoon ‘op hun plek, waar ze horen’, in de zenana (de binnenste kamers van een huis, die aan de vrouwen zijn voorbehouden). In Ladyland is namelijk precies omgekeerd: het zijn de mannen die binnenblijven. Als de verteller haar verbazing uitdrukt, zegt haar gids: je sluit toch ook niet de gezonde geesten op in een gekkenhuis, en laat de gekken op straat loslopen? Dat is de wereld op zijn kop! Nee, ongetemde mannen zijn veel te gevaarlijk.

Ze legt ook uit hoe het zo is gekomen. Het is allemaal begonnen met de simpele beslissing meisjes toe te laten tot het onderwijs. Al snel klommen vrouwen op en nu besturen ze het land. 

De resultaten zijn spectaculair. Misdaad is afwezig; daarvoor waren de mannen blijkbaar verantwoordelijk, met hun ‘lagere moraal’. Het levert enorme besparingen op, want politie is onnodig. Bovendien kan al het werk in twee uur per dag worden gedaan, aangezien vrouwen géén zes uur verdoen met roken. 

Ladyland lijkt op een enorme, vruchtbare tuin. Niet alleen is het hele land groen, de landbouw is geautomatiseerd en werkt op elektriciteit, net als de vliegende auto’s; koken gebeurt op zonne-energie. Dat kon de schrijfster zich in 1905 al voorstellen.

Maar het opvallendste aan Sultana’s Dream is het rotsvaste vertrouwen in de noblesse van de vrouw. ‘This is Ladyland, free from sin and harm. Virtue herself reigns here.’ 100 procent gemaakt door vrouwen, deze samenleving; helaas staat daar een sterke, simplistische tegenover. 

Dat het verhaal toch boeit, komt door de scherpte van Hossain. Zo wordt de ik-figuur aanvankelijk uitgelachen op straat, omdat ze zich, in de ogen van de vrouwen van Ladyland, zo mannelijk gedraagt. Mannelijk? Ja, ‘verlegen en angstig, zoals mannen’. Terloops werpt Hossain licht op allerlei gevolgen van de gangbare genderverdeling, zoals aan- of afgeleerd zelfvertrouwen.

Wat als we ons konden voortplanten zonder man?

Zijn de mannen in Ladyland veroordeeld tot beperkte rollen – zoals ze dat zijn in Thule, een imaginair, natuurminnend vrouwenrijk uit Thea Beckmans  in sommige utopieën zijn ze helemaal afwezig. 

Dat geldt voor de klassieker in dit genre, Herland, geschreven in 1915 door de Amerikaanse feministe Charlotte Perkins Gilman. 

Het verhaal is simpel: drie jongemannen op zoek naar avontuur ontdekken een geïsoleerd land dat geheel bevolkt wordt door vrouwen. Er zijn nul mannen, nul jongens, nergens.

De bewoonsters van Herland verloren ooit hun mannen in een grote oorlog, sloten zich af voor de buitenwereld en plantten zich sindsdien voort door ‘parthenogenese’, een soort miraculeuze onbevlekte ontvangenis. De baby ontspringt simpelweg aan hun eierstokken, bevrucht door een vurig verlangen naar moederschap. 

Geen gedoe met oncomfortabele kleding, geen koketterie, geen onderlinge rivaliteit en vooral geen slaafse houding

Herland kent dus maar één geslacht. Het ontbreken van een onderscheid tussen man en vrouw maakt dat de vrouwen zich niet erg feminien gedragen. Geen gedoe met oncomfortabele kleding, geen koketterie, geen onderlinge rivaliteit, en vooral: geen slaafse houding ten opzichte van de drie net aangekomen mannen, die daar maar moeilijk aan wennen. Hier is iedereen gewoon een mens. ‘Ze behandelen ons goed – ongeveer zoals we elkaar zouden behandelen. Het lijkt wel of het feit dat we mannen zijn, totaal niets betekent’, stellen de mannen verbijsterd vast. 

Langzaam begint het drietal zich Er kan namelijk geen twijfel over bestaan dat die volstrekt inferieur is aan de cultuur van Herland. Het is hier prachtig, vreedzaam, overvloedig, ordelijk, en dat allemaal omdat het geleid wordt door moeders. 

Herland wordt weeïg waar het over het moederschap gaat, de oplossing voor alles. Immers: een moeder spant zich van nature graag voor het welzijn van haar kinderen in, dus dwang en de competitieve stimulans van marktwerking zijn onnodig. Een moeder dient uit zichzelf graag het grotere belang, want haar moedergevoel strekt zich uit naar ieder kind. Een moeder zorgt goed voor want zij denkt van nature op de langere termijn, in meerdere generaties. Een moeder is kortom helemaal geen mens, maar een godin der goedertierenheid. 

Herland onthult dus enerzijds veel zogenaamd ‘natuurlijk’ vrouwelijk gedrag als onnatuurlijk. Weg met strikjes en korsetten, want die bestaan alleen voor het plezier van mannen. Maar anderzijds is er volgens Gilman wel degelijk een ‘vrouwelijke essentie’. Namelijk, alle eigenschappen die te maken hebben met de Grote Rol en Heilige Roeping van vrouwen: het moederschap. Daarmee riskeert ze de vrouw in een ander, hardnekkiger korset in te snoeren. 

Dwepen met moeder de vrouw

In patriarchale samenlevingen dient gedweep met moederschap dikwijls een duister doel. Eigenschappen die we met ‘moeder de vrouw’ associëren, zoals zorgzaamheid, vredelievendheid en een oog voor het grotere goed, worden gemakkelijk vervormd tot een eisenpakket bedoeld om dienstbaarheid af te dwingen. Zorgzaamheid wordt dan verminkt tot de harde norm dat vrouwen zichzelf wegcijferen. Je weet wel, ‘de plaats van een vrouw is in de keuken’.

Beeld: Lynne Brouwer (voor De Correspondent)

De tragiek daarvan is dat eigenschappen die in feite geweldig én broodnodig zijn, zoals zorgzaamheid, niet alleen ‘onmannelijk’ worden gemaakt en dus voor mannen no-go. Maar ook dat deze eigenschappen in de ogen van veel vrouwen verdacht worden, omdat ze zo vaak zijn misbruikt als machtsmiddel. Als jij werkelijk zorgzaam, vredelievend en dienstbaar bent, zie dan maar eens voor jezelf op te komen in een wereld die draait op agressie, assertiviteit en egoïsme. Ben je te lief, dan kun je het schudden, als man nog meer dan als vrouw. 

In Herland geldt dat niet.

Misschien is de grootste winst van een wereld waarin vrouwen aan het roer staan, dat de beste ‘vrouwelijke’ eigenschappen niet langer een individueel risico vormen, maar een gemeenschappelijk voordeel.

Wat de praktische uitvoering betreft is Herland echter Een samenleving zonder mannen, really

Het lijkt wel alsof de schrijfster zelf ook het probleem met die premisse inzag, want ze zorgde voor een verrassend einde. Ondanks de bijna onverdraaglijke perfectie van hun hele samenleving, en ondanks het feit dat ze geen enkel seksueel instinct meer hebben, zijn de vrouwen van Herland er om onbegrijpelijke redenen op gebrand om de geslachtelijke voortplanting in ere te herstellen. De drie mannen mogen een bruid uitkiezen, en Gilman schreef een vervolg met de titel Ourland.

Vrouwen zijn ook maar mensen

Word je inmiddels misselijk van zo veel vrouwelijke deugd? En vraag je je af of een samenleving die louter uit vrouwen bestaat wel helemaal hosanna is? Dan kun je je laven aan The Power

In dat boek uit 2016 schetst de Britse romancière Naomi Alderman een wereld waarin meisjes en vrouwen een tot dan toe onbekende kracht ontdekken: in hun onderarm huist een orgaan waarmee ze sterke elektrische schokken kunnen uitdelen. 

Plotseling heeft de vrouw de fysieke overmacht. En onmiddellijk gaat ze zich gedragen als onvervalste macho

Plotseling heeft de vrouw de fysieke overmacht. En onmiddellijk gaat ze zich gedragen als onvervalste macho. Vrouwen beklimmen de hoogste politieke posten, verrijken zich, trekken lynchend en martelend door de bossen, seksueel misbruik van jongere jongens neemt toe… 

Net zoals in Herland en Ladyland speelt Alderman met de hypothese dat een nieuwe machtsbalans tussen man en vrouw ‘typisch vrouwelijk’ gedrag compleet omver zou halen, al is Aldermans heel wat minder zonnig.

Ze laat er weinig twijfel over bestaan dat goed en kwaad niet zijn verdeeld over de geslachten, want iedereen wordt gecorrumpeerd door macht. Dat macht momenteel vooral samenhangt met mannelijkheid, is in Aldermans ogen hoogstens een bijkomstigheid van het biologische gegeven van iets meer spierkracht aan mannelijke zijde. Hieruit volgt volgens mij de conclusie: willen we echt een minder wrede wereld, dan zouden we onze pijlen niet op mannen, maar op moeten richten.

En als gender helemaal niet meer bestond?

Mannen aan de macht, vrouwen aan de macht… En wat als het verschil tussen die twee helemaal niet meer bestond? 

Dat gedachte-experiment ligt aan de basis van toekomstvisioenen waarin het onderscheid tussen man en vrouw min of meer is opgeheven. Zoals in de scifi-roman (1976) van de Joods-Amerikaanse schrijfster Marge Piercey, waarin de biologische verschillen tussen geslachten zo irrelevant geworden zijn dat mensen niet langer met hem of haar worden aangeduid, maar met ‘per’ – een naamwoord afgeleid van ‘persoon’. Deze ontwikkeling gaat samen met vreedzaamheid, populair zelfbestuur en ecologisch evenwicht.

Beeld: Lynne Brouwer (voor De Correspondent)

Mijn persoonlijke favoriet onder de genderneutrale utopieën is The Left Hand of Darkness, van Ursula Le Guin, de grande dame van de literaire scifi. De beschrijvingen zijn geweldig zintuiglijk, en de roman zit vol heerlijke, Bovendien lijkt het boek, hoewel het uit 1969 stamt, enkel te winnen aan relevantie.

We volgen Genli Ai, een gezant van de planeet aarde, die de bewoners van de ijskoude planeet Gethen moet overtuigen zich aan te sluiten bij een alliantie van 83 planeten, een soort giga-EU die onderlinge samenwerking en bescherming coördineert. Het levert allerlei situaties en bespiegelingen op die in tijden van Brexit precies in de roos zijn.

Genli Ai’s taak is nogal lastig. Weliswaar spreekt hij de lokale taal, maar de Gethenianen wantrouwen hem omdat hij in hun ogen seksueel pervers is. Op de ijsplaneet zijn de mensen namelijk aseksueel. Slechts eens in de 26 dagen zijn ze vruchtbaar. Een paar dagen lang nemen ze

Als niemand zijn mannelijkheid of vrouwelijkheid hoeft te bewijzen

Dit toeval is de grote gelijkmaker van Gethen. Omdat iedereen zwanger kan raken, is het in ieders belang om te zorgen dat zwanger- en ouderschap geen maatschappelijke barrières opwerpen. Het feit dat niemand zijn ‘mannelijkheid’ of ‘vrouwelijkheid’ hoeft te bewijzen, levert een gebalanceerdere samenleving op met minder excessen – moord komt voor, oorlog is onbekend. Tot slot is seksisme afwezig, al zijn er sterke vooroordelen tegen mensen die blijven steken in permanent ‘man’ of ‘vrouw’.  Zoals Ai, de aardbewoner, die met argusogen wordt bekeken.

De enige die hem wel vertrouwt en hem probeert te helpen, met gevaar voor eigen leven, is de politicus (of politica) Estraven. Ai kan er echter totaal niet mee uit de voeten dat Estraven geen ‘pure’ vrouw is, én niet helemaal man.

‘Ik streepte gender weg, om te ontdekken wat er over zou blijven. Wat er overbleef, zou naar ik aannam simpelweg menselijk zijn’

Hij blijft proberen om Estraven in te delen in één van de twee categorieën. Telkens zijn alle eigenschappen die volgens Genli Ai buiten dat vakje vallen, een stoorzender voor hem, Hij vergeet dat al Estravens gedrag menselijk gedrag is, en bij ons allemaal hoort.

Le Guin er zelf over: ‘Ik om te ontdekken wat er over zou blijven. Wat er overbleef, zou naar ik aannam simpelweg menselijk zijn.’ 

Menselijkheid is androgyn

Androgynie gaat niet over seks en geslachtsdelen, maar over een menselijkheid die níét in tweeën is gedeeld. Androgynie gaat over balans en evenwicht.

En dat kun je heel groot opvatten. Planetair, in feite. Het evenwicht waar Le Guin op doelt, stopt niet bij individuen. Niet voor niets geeft The Left Hand of Darkness ons informatie over het lot van verschillende planeten, afhankelijk van de vraag of de cultuur die zich op die planeet ontwikkelde in of uit balans was. 

Die balans verstaat Le Guin als een evenwicht tussen cultuurkenmerken. Gethen – de androgyne planeet – kent zo’n balans. Zo is er op Gethen wel degelijk technologie, volgens Le Guin iets mannelijks; maar die ontwikkelt zich traag en met aandacht voor duurzaamheid, volgens Le Guin een

dat de samenleving van Gethen in de loop van het boek steeds masculiener wordt. De natiestaat ontwikkelt zich, nationalisme neemt toe, er is een steeds agressievere geheime dienst. Een geslepen politicus (of politica) probeert zijn volk op te stoken tegen de enige buurstaat, zodat Beetje bij beetje beweegt de planeet zich in de richting die van de aarde een ecologische en sociale ramp heeft gemaakt.

Toxic masculinity is maar de helft van het verhaal 

The Left Hand of Darkness gaat niet over man en vrouw, maar over machismo los van geslacht. Over samenwerking en oorlog, over duurzaamheid en ecologische vernietiging. De roman laat zien hoe ieder mens beide neigingen (tot samenwerking en tot oorlog) in zich draagt, en kan worden gemanipuleerd om één ervan leidend te maken. 

Gezien de historische onderdrukking van vrouwen door mannen en gezien de statistieken van geweldsdelicten, zien we agressie vooral als iets mannelijks. We hebben het over toxic masculinity: zogenaamd mannelijke eigenschappen als dominantie of agressie, tot hun giftige uiterste gedreven. Maar ook vrouwen kunnen en destructief optreden. Het valt niet te voorspellen of ze dat méér zouden doen wanneer ze méér macht kregen, want dat is eenvoudigweg nog nooit gebeurd. 

Het streven naar een samenleving die honderd procent door vrouwen bestierd wordt, is op den duur geen oplossing

Het streven naar een samenleving die honderd procent door vrouwen bestierd wordt, is op den duur geen oplossing. Tenminste, zolang die vrouwen in dezelfde modus opereren als onze veelal mannelijke machthebbers nu. In dat geval zouden we van ‘toxic masculinity’ meteen doorrollen daar ‘toxic humanity’.

Toxic humanity is: de houding ‘alles bestaat om mij te dienen’. Een houding die wordt gedemonstreerd door types als Trump, en die zich op zowel vrouwen betrekt (grab em) als op de natuur Van die houding moeten we af. 

Niet alleen moet de man zijn overwicht over de vrouw loslaten, de mens moet zijn tirannie over de natuur laten varen – voor zijn eigen overleven. Zolang we leven naar het idee dat we (m/v*) de heersers der aarde zijn, zijn we (m/v*) niet beter dan de meest onuitstaanbare arrogante macho.

Een utopie is altijd groen

Ik heb denkbeeldige samenlevingen besproken met enkel mannen aan de knoppen, of juist helemaal zonder mannen. Utopieën met mannen in andere rollen, en werelden met louter androgyne mensen. Maar uiteindelijk is de precieze gendersamenstelling van al deze werelden niet zo van belang. Als de variatie iets laat zien, is het wel dat je met gender alle kanten op kunt.

Als er één ding is dat opvalt aan alle utopieën die ik las – feministisch of niet – is het dit: ze zijn Zonder uitzondering zijn het vruchtbare plekken, ingericht met respect voor de natuur en met het oog op de eeuwigheid. Het plezier van het individu gaat er niet boven het belang van de samenleving, en in dat woordje ‘samenleving’ worden doorgaans vanuit het besef dat de mens alleen samen met hen overleeft. 

Beeld: Lynne Brouwer (voor De Correspondent)

In Ladyland, Herland, Thule en de andere vrouwenrijken die ik beschreef, worden zorgzaamheid, langetermijndenken en het grotere belang gezien als ‘vrouwelijke’ waarden. Daarom heten deze boeken feministische utopieën.

Maar misschien is het tijd dat we ze uit hun gendergetto halen. Nu de hitterecords elk jaar opnieuw verpletterd worden, zijn beslissingen op basis van die waarden geen kwestie meer van feminisme of van man of vrouw. Ze zijn domweg een kwestie van overleven geworden. 

Ik ben ervan overtuigd dat we de uitdaging waar de mensheid voor staat pas het hoofd kunnen bieden wanneer we zogenaamd ‘mannelijke’ begrippen als strijd, concurrentie en presteren minder belangrijk maken, en zogenaamd ‘vrouwelijke’ deugden uit de verdomhoek halen. Niks greed is good. Care, dat is pas goed. Naastenliefde, empathie en zorg zijn niet soft, ze zijn keihard nodig. En met gender of geslacht heeft dat eigenlijk niet zoveel van doen. 

Ik hoef niet naar Ladyland, ik wil graag naar een plek waar iedereen thuis is. Een plek waar iedereen voor zorgt. Waar ruimte is voor de natuur én voor mensen (van ieder gender).

De cultuuromslag die daarvoor nodig is, is een overlevingskwestie voor ons allemaal. Niet in een verzonnen toekomst, maar in het hier en nu.

Lees verder:

Vrouw, wil je gelijkheid? Stop met baren Economen zijn eruit: kinderen zijn de laatste horde op weg naar de gelijke beloning van man en vrouw. Cultureel gezien mag de vrouw de nieuwe man zijn, biologisch gezien is ze dat zeer zeker niet. Gevolg: babyschaarste. Wat nu? Lees hier het verhaal van Tamar. Volgens deze feministen zijn mannen en vrouwen in ons recht nog niet gelijk. Dus kiezen ze voor de aanval Anniek de Ruijter is directeur van Bureau Clara Wichmann, een vrouwenorganisatie die vindt dat de emancipatie nog niet af is. Ik spreek haar over de overtijdpil, zwangerschapsuitkeringen en toezicht op borstimplantaties. Voor al deze zaken ziet de stichting de rechtbank als ultiem strijdtoneel. Lees mijn stuk hier terug.