Zet het genietertje maar aan, zegt de citymarketeer

Met fotograaf Jan Dirk van der Burg bezocht ik het Nationaal Congres Citymarketing in het Muziekgebouw Frits Philips te Eindhoven, waar alleen in de foyer een systeemplafond hing. 

Vooraf stond het hoogtepunt al vast: de verkiezing van de stad met de beste citymarketing, een prijs die Eindhoven al zo vaak had gewonnen dat je je afvroeg waarom de verkiezing eigenlijk nog werd georganiseerd. 

Om ons heen marketeers en mensen uit de toeristische industrie. De organisatie kwam ons bij monde van een uitzendstudent melden dat de dag een bijzonder tintje had: het Nationaal Congres Citymarketing was samengevoegd met de Dag van de Citymarketing.

De presentatie was in de professionele handen van Hadassah de Boer, die de zaak kloek en neutraal aan elkaar sprak. De meeste moeite had ze met burgemeester John Jorritsma van Eindhoven, die superlatieven tekortkwam om zijn stad te duiden.

Wij noteerden: ‘Eindhoven super’, ‘Eindhoven all-in’, ‘Eindhoven brainport’.

In de wandelgangen werd later gememoreerd dat Jorritsma in het jaarverslag van de gemeente maar liefst 173 keer stond vermeld, maar dat had verder niets met dit congres te maken.

Citymarketeers moeten na het congres nog wel trots zijn op hun beroep

Na een optreden van een singer-songwriter was er een gesprek tussen Ilja Leonard Pfeijffer en Gerben Baaij over de ongebreidelde groei en dreigende excessen van toerisme, met Venetië als schrikbeeld. Voor de lezers van Pfeijffers nieuwste roman Grand Hotel Europa, van wie er niet veel waren in de zaal, bevatte het weinig nieuwe inzichten. Wat bleef hangen was dat het allemaal nog veel erger wordt dan het al is. 

‘Bijvoorbeeld omdat nu nog maar één op de zeven Chinezen een paspoort heeft’, hield Pfeijffer de zaal voor.

Gerben Baaij, in het dagelijks leven directeur van Dordrecht Marketing, was positiever. Na afloop zei hij dat hij Pfeijffer ‘diep’ bewonderde, maar dat het wel de bedoeling was dat citymarketeers na dit congres nog trots over hun beroep konden vertellen op verjaardagen. ‘Die doelstelling heb ik mezelf opgelegd.’

We concludeerden dat hij de lat niet te hoog had gelegd.

Zelf raakte Baaij op feestjes niet uitgesproken over Dordrecht, een stad waar dankzij hem de bierfiets ‘nimmer’ voet aan de grond zal krijgen. Op een vraag naar de activiteiten van Dordrecht Marketing kwam het volgende antwoord: 

‘Gewoon, simpel: het ontwikkelen en beheren van een duidelijk en krachtig merkconcept; het initiëren en uitvoeren van daaraan gerelateerde marketing- en promotieactiviteiten; het ondersteunen en bevorderen van marketing- en promotieactiviteiten van derden; het samenwerken op marketinggebied met uiteenlopende relevante partijen en natuurlijk faciliteren, initiëren, ondersteunen en versterken van evenementen.’

Verder was hij heel tevreden over zijn gesprek met Ilja Leonard Pfeijffer, die precies geleverd had waarvoor hij was ingehuurd.‘Pfeijffer is Pfeijffer, ik denk en hoop dat ik hem redelijk partij heb geboden. De collegae waren alvast zonder uitzondering enthousiast. Best bijzonder.’

Een berichtje op sociale media kan een pijl door het hart zijn

En zo denderden we door de dag.

Toespraakje, nog een toespraakje, een interessante lezing van architect Jan Knikker, over hoe je met innovatieve architectuur steden en regio’s op de kaart kunt zetten. We zagen foto’s van de Markthal in Rotterdam, die al ruim voor de oplevering door slimme marketing een succes was, en van een futuristische bibliotheek in China, waar door de ronde muren helaas geen boeken in de kasten pasten. 

En een minder interessante lezing van Toni de Coninck van reissite June, over lekker eten, wat je volgens hem net zo goed in Eindhoven als in Amsterdam kunt doen. Hij hield van Instagram en raadde de aanwezige marketeers aan gebruik te maken van sociale media, omdat een berichtje daar zomaar een pijl door het hart zou kunnen zijn. En verder geloofde hij heel erg in de kracht van ‘locals’.

‘Blijf bij jezelf, blijf bij je basis.’

Zet het genietertje maar aan

Bij de lunch ging iedereen los. Er was een zodanige overdaad aan broodjes, hapjes en drankjes dat het bijna overdreven was. 

‘Ja, dat is ook citymarketing’, zei de citymarketeer met onder andere de Veluwe in zijn portefeuille. ‘Dit is Eindhoven, dit onthoud je. Daar kan geen Gelderse pannenkoekentafel tegenop, hoewel dat, op de juiste locatie, natuurlijk ook vaak succesvol is. Ik zeg vaak: “Zet het genietertje maar aan”.’

Het was niet zo dat citymarketeers een homogene groep vormen, ze hielden elkaar met een schuin oog in de gaten. ‘Ik weiger mezelf te vergelijken met Amsterdam. Zaandam is moeilijker te promoten dan Amsterdam’, zei de citymarketeer van Zaandam. Die had het over een A-merk dat zich moest richten op A-toeristen. 

Uiteindelijk gingen Leiden (steden met meer dan honderdduizend inwoners) en Bergen op Zoom (steden tot honderdduizend inwoners) er met de Nationale Citymarketing Trofee 2019 vandoor. Bergen op Zoom vanwege een campagne om ‘jong modaal gezin plus’ naar het gebied te trekken, Leiden omdat het zich succesvol profileert als ‘Stad van Ontdekkingen’. 

Wat bleef hangen, was een opmerking van een citymarketeer van een minder populaire stad.

‘Soms sleep je een gebied echt achter je aan.’

Daarna, met een zucht: ‘Een gouden tip: promoot nooit je eigen woonplaats.’