Binnenkort zal niemand het individu meer loszien van zijn omgeving, voorspelt filosoof Philipp Blom

Lex Bohlmeijer
Correspondent Goede gesprekken
Foto: Marijn Smulders (voor De Correspondent)

We leven in een ‘kanteltijd’, zegt Philipp Blom, filosoof en historicus. De wereld verandert zó snel – de maatschappij, de technologie, het klimaat – dat we ons geen raad weten met de toekomst. Je kunt je kop in het zand steken, wat veel politici doen. Maar het is ook mogelijk een nieuw verhaal te creëren.

Wat moet ons de meeste zorgen baren, in deze tijd? Het regenwoud dat in brand staat? De komst van een hittetijd? De vele regeringsleiders die trekken vertonen die passen in het fascistoïde beeld van de sterke man?

Of toch de uitholling van binnenuit van onze democratie, de feodalisering van het bedrijfsleven, de macht van het algoritme? Waar moet je in hemelsnaam mee beginnen?

(Hamburg 1970) is historicus en schetst in zijn boek Wat op het spel staat (2107) een veelomvattend beeld van het heden. Het boek is vlijmscherp en onheilspellend, en vat de belangrijkste ontwikkelingen – de klimaatverandering, de robotisering, de uitholling van de democratie – in de juiste samenhang samen. Als je het met aangename distantie geschreven overzicht leest, begrijp je beter wat er aan de hand is. 

Maar Blom doet meer: hij zet de deur open naar de toekomst. Kunnen we daar iets goeds van verwachten? Is er ook hoop?

Volgens Blom beleven we het einde van het Grote Verhaal dat het Westen rijkdom heeft gebracht. Het Bijbelse verhaal dat de mens de heer is van de schepping, loopt ten einde. Onze economie kan niet langer streven naar groei die gebaseerd is op uitbuiting – van de aarde en de mensen.  

Een ander verhaal is mogelijk

Wat moeten we dan doen? Blom is ervan overtuigd dat er een ander verhaal mogelijk is, vertelt hij in mijn podcast. Het verleden heeft immers vaak genoeg laten zien dat er een nieuw radicaal wereldbeeld kan ontstaan. Het fundament daarvan, verwacht hij, zal zijn dat we mensen niet meer zien als individuen die losstaan van hun omgeving.

In zijn boek Een Italiaanse reis illustreert hij dat door aan de hand van zijn eigen viool te laten zien hoe hij verbonden is met een anonieme jongen die begin 1700 dat instrument heeft gebouwd, en zijn handen heeft gelegd op hetzelfde hout. Alsof ze elkaar de hand schudden over tien generaties heen.

 Verbinding, ‘het is een even ongemakkelijk als machtig concept’, zegt Blom.