13 jaar en al trainen met internationals. Zo wordt van Olivia Moultrie een voetbal-ster gemaakt
Olivia Moultrie is pas 13 jaar oud en toch al voetbalprof. Is zij een uitzondering, of de nieuwe regel in het voetbal?
Het klinkt als iets wat een coach uit de hel tegen een pupil zou zeggen.
‘Het boeit niemand dat je de beste 12-jarige bent. Als je niet ook de beste bent op je zeventiende of achttiende, dan boeit niemand dat. Je wordt dan een van die kindacteurs in wie niemand meer geïnteresseerd is. Je wordt Macaulay Culkin.’
Het is alleen nog een graadje vreemder: dit is wat een vader, K.C. Moultrie, tegen zijn voetballende 12-jarige dochter, Olivia, zegt.* Als dat niet normaal klinkt: weinig is normaal aan Olivia Moultrie.
Moultrie is een inmiddels 13-jarig meisje uit Californië, dat in februari van dit jaar nieuws werd toen ze een contract tekende bij sportmerk Nike en sportmarketingbedrijf Wasserman.
Ze speelt nog niet voor een professionele club – dat staat de Amerikaanse competitie NWSL niet toe; de leeftijdsgrens is 18 jaar. Maar Nike en Wasserman hadden genoeg van haar gezien om zeker te zijn van hun zaak. Moultrie tekende een contract dat haar verzekert van enkele tonnen. Als ze sportief succesvol wordt, kan het haar zelfs miljoenen opleveren.
Voilà: de (een na) jongste voetbalprof ooit.
Een boegbeeld voor de 10.000-uur-regel
Het contract leidde in de Verenigde Staten tot veel discussie. Enerzijds is er optimisme: wat geweldig dat dit haalbaar is in het vrouwenvoetbal. Anderzijds zijn er zorgen: wordt Moultries uitzonderlijke route noodzakelijk om de top te halen?
Want Moultrie was eigenlijk al ver voor afgelopen februari een beroepsvoetballer. Haar carrière begon al op haar zesde. Olivia deed aan voetbal, karate, honkbal en dansen, totdat ze zich, ogenschijnlijk opeens – aldus het blog van het gezin Moultrie – razendsnel ontwikkelde met voetbal. (‘Ze heeft geleerd om zowel competitief als lief te zijn!’)
Het gebeurt wel vaker dat kinderen zich in korte tijd explosief ontwikkelen. Zeldzamer is wat daarna gebeurde: vader K.C. maakte van het gezin een soort beroepsopleiding-tot-voetballer met één cursist.
Weinig was hem te veel voor Olivia’s voetbaltoekomst. K.C. huurde een privécoach in (sinds Olivia’s zevende). Hij legde voor 60.000 dollar een kunstgrasveld aan in de achtertuin (‘Moultrie Field’). Hij zegde zijn baan op zodat hij Olivia fulltime kon trainen. Op haar tiende haalde het gezin Olivia van school. Olivia kreeg thuis les, zodat ze meer tijd kon besteden aan voetbal.
Olivia's vader legde voor 60.000 dollar een kunstgrasveld aan in de achtertuin
Ze ging op dieet: nauwelijks suiker. Olivia bekeek geen vlogs, maar begon met het uitvoeren van videoanalyses: wat had ze beter kunnen doen? Weldra stond alles in het teken van wat K.C. ‘het doel’, ‘het project’ of ‘het ding’ noemt: Olivia moest niet alleen prof worden, maar de beste speelster van de wereld. Het recept: vroege, eenzijdige training, acht uur per dag – gebaseerd op de veel bekritiseerde 10.000-uur-regel.
Dit regime – de facto de levensstijl van een volwassen prof – betekent ook iets anders. Als Moultrie geen topvoetballer wordt, dan is ze een mislukkeling. Die boodschap brengt K.C. impliciet, door zijn hele leven in te richten voor de voetbalambities voor zijn dochter. Maar dus ook expliciet: Word geen Macaulay Culkin.
Ik reserveer hier even twee witregels voor je verontwaardiging:
Moultrie kan nu al met de beste speelsters mee
Toch is het geval Moultrie anders dan anders.
Je kunt je vraagtekens zetten bij de obsessie van Olivia’s ouders, maar wie zou er weglopen voor een contract dat tonnen waard is? Of voor aanbiedingen om voor een universiteit te spelen en zo je opleiding te bekostigen (Moultrie werd als 11-jarige aangenomen voor de universiteit van North Carolina)?
Bovendien: wat Moultrie doet, is niet heel veel anders dan wat duizenden jongens van haar leeftijd in de jeugdopleiding van een Europese profclub doen. Die jongens hebben een vergelijkbare eentonige levensstijl – die van hen is alleen meer ingeburgerd. De infrastructuur van professionele jeugdopleidingen bestaat niet in de VS – zeker niet voor meisjes.
Financieel is haar 'carrière' al een succes
En bedenk: de kans dat zo’n jongen ‘slaagt’ is klein; Moultries perspectief is veel beter. Financieel is haar ‘carrière’ al een succes, door het contract met Nike. Sportief gezien lijkt ze – anders dan jongens van dezelfde leeftijd – een goede kans te maken om de top te bereiken. Simpelweg omdat de lat in het vrouwenvoetbal op dit moment minder hoog ligt dan in het mannenvoetbal.
En dat blijkt: Moultrie mag dan geen officiële wedstrijden spelen, maar ze traint wel met de vrouwen van Portland Thorns, en ze kan al redelijk mee. Let wel: in die ploeg zitten speelsters van de Amerikaanse nationale ploeg, de wereldkampioen, en nog zeven speelsters die voor andere landen dit jaar het WK speelden.
Meekunnen – zelfs maar een beetje – op dat niveau: voor een jongen van haar leeftijd is dit onmogelijk.
Wordt ze uitzondering of rolmodel?
Niettemin: talent ontwikkelt zich niet in een nette rechte lijn. Moultrie moet nog door haar puberteit heen. En wat uit de puberteit komt, ziet er vaak heel anders uit dan wat je erin stopte. Maar zelfs als ze het wel haalt: heiligt dat doel alle middelen?
Moet je – bijvoorbeeld – een kind al op haar dertiende (of zesde) vastpinnen op een carrière? Kan een kind zo’n stap overzien? Is het normaal als een club een 13-jarige beschouwt als ‘een kans om je merkbekendheid te vergroten’? Of om dat meisje te zien als een middel om het pad voor andere meisjes te effenen?
Is het gezond dat het meisje al een eigen slogan (I am not talented, I am obsessed) heeft? En is het wenselijk dat andere kinderen – geïnspireerd/opgejaagd door de Moultries – al in de onderbouw van de basisschool gaan leven als een prof? Antwoorden, wat mij betreft: nee, nee, nee, nee, nee en nee. (Al kan ze aan dat laatste niets doen.)
Doen zulke bezwaren ertoe? Nee. Want kan Moultrie nog terug? Eveneens: nee. Zoals journalist Chris Ballard in een lezenswaardig artikel in Sports Illustrated over Moultrie schrijft: ‘Olivia kan zeggen dat ze een droom heeft, maar ze is ook een merk.’