Ik was deze week in Stockholm, Zweden, en het is daar hartstikke mooi, tenminste, als ik websites en reisgidsen mag geloven, want ik heb van de stad zo goed als niks gezien. Wel heb ik twee voetbalclubs bezocht: Hammarby en AIK.

Een foto van de entree van het trainingscomplex van Hammarby IF.

Over Hammarby hoorde ik mooie verhalen. De club is sinds jaar en dag extreem populair in Zweden, ook al wint de club eigenlijk nooit wat. Sterker: na de degradatie in 2009, en de bijna-degradatie naar het derde niveau in 2011, die in de laatste wedstrijd van het seizoen werd voorkomen, werd de club alleen nog maar * Verliezen bleek een businessmodel voor die club (ietwat gechargeerd gezegd).

Mede door die toeloop van was promotie bijna niet te voorkomen, ondanks allerhande chaos in de club. Nu zitten de fans in een onwennige positie: hun geliefde Hammarby is vrij structureel aan het winnen, met aanvallend voetbal ook nog. Aan de horizon rijst een doembeeld op: een cultuurondermijnend kampioenschap. The horror.

Hoe dan ook: binnenkort volgen de verhalen die zijn ontstaan uit mijn bezoek aan Zweden, over jeugdvoetbal, grotemensenvoetbal, en meer.

Op deze plek, nu een parkeerplaats in aanbouw, werd in 1958 de WK-finale Zweden-Brazilië (2-5) gespeeld.

* Hammarby is de populairste club in Zweden qua stadionbezoek. Er zijn zo’n zestig mensen in Zweden die ‘Bajen’ heten. ‘Bajen’ is de bijnaam van Hammarby, vermoedelijk het resultaat van een omarming van de Engelse uitspraak van de clubnaam; ‘Hammar-BAI’.

Lees-, kijk-, luistertips

  1. In 2008 las ik het schitterende boek The Wisdom of Crowds van James Surowiecki. Daarin stond van econoom David Romer beschreven van wat NFL-ploegen doen op fourth down, hun laatste poging in pogingen om de bal minimaal tien yard naar voren de transporteren. Op dat moment kun je kiezen: trap je de bal naar voren, of probeer je hem met open spel naar voren te krijgen. Coaches, zo schreef Romer in 2006, moeten veel vaker kiezen voor open spel. Ietsje riskanter, veel lucratiever. Maar vijftien jaar later blijven coaches dit negeren, de Wall Street Journal. Een gegeven dat een mooie voorzet is voor prima journalistiek rond een simpele vraag: waarom?
  2. William Langewiesche schreef niet lang geleden over de verdwijning van vlucht MH370. Nu hij over het probleem van de Boeing 737 MAX, het toestel dat al maanden aan de grond staat. Langewiesche focust niet op de machine, maar op de mens: er zitten volgens hem veel te onervaren piloten in de cockpit.
  3. Rory Smith schreef over voetbal op Groenland. Om het kampioenschap te winnen, moet je eerst het veld halen, en dat is in (op?) Groenland geen makkie. Daarna vechten alle teams in zes brute dagen vol kou en voetbal uit wie zich kampioen mag noemen.
  4. Peter Middendorp is wat mij betreft een van de grappigste en beste schrijvers van Nederland. Lees zijn stuk 'De Totale Ferry', over Ferry Mingelen en de Haagse journalistiek in het algemeen. Een absolute Middendorp is zo goed dat hij zelfs interessant kan maken; een leesteken dat je meer doet lijken dan je bent.
  5. De Wall Street Journal met Daryl Morey en Jeff Luhnow, de slimme bazen van de Houston Rockets en de Houston Astros, topbasketbalploeg en tophonkbalploeg.
  6. Die Zeit dat Virgil van Dijk wereldvoetballer van het jaar was geworden. (Via