Een van de beroemdste foto’s vanuit de ruimte geschoten is The Pale Blue Dot. De aarde gezien van zes miljard kilometer afstand. Een onooglijk stipje dat toevallig oplicht in strepen verstrooid zonlicht. 

De foto werd genomen op 14 februari 1992, door de Voyager 1, een ruimtesonde die op weg was ons zonnestelsel te verlaten. De beroemde astronoom Carl Sagan vroeg of de camera van de sonde richting de aarde gedraaid kon worden voor een afscheidsfoto van de thuisplaneet.

Toen het beeld binnenkwam schreef Sagan er bij. Kijk, dat is thuis. Dat zijn wij. Iedereen waar je van houdt, iedereen die je kent, iedereen waar je ooit van gehoord hebt, elk mens dat ooit heeft bestaan, elke jager en verzamelaar, elke held en lafaard, elke koning en arbeider, elk jong verliefd stel, elke moeder, elke vader, elk hoopvol kind in de geschiedenis van onze soort leeft en leefde op deze stoffige stip. 

Het is een foto waar ik vaak aan denk sinds bosbranden en smeltend ijs ons nieuws beheersen. Dat bijna onzichtbare lichtje in die onmetelijke duisternis. De twee duizelingwekkende inzichten die dat beeld losmaakt; hoe nietig we zijn en hoe fenomenaal, al dat leven op minder dan een pixel.

Een overweldigend besef van kwetsbaarheid

Het is een milde variant van het beroemde overzichtseffect, iets wat astronauten ervaren als ze vanuit de ruimte naar ons kijken. Starend naar de aarde worden ze overvallen door een overweldigend besef van de kwetsbaarheid van de planeet en van de verwevenheid van alles wat zich daar beneden afspeelt. Een bewustzijnsverandering die in veel gevallen blijvend is, een groot aantal astronauten kwam terug als ambassadeur voor duurzaamheid en natuurbescherming, vaak met een grote missiedrang.

‘Het doet iets met je’, zei Apollo 14-astronaut Edgar Mitchell bij terugkeer van zijn missie. ‘Je zou een politicus bij z’n nekvel willen grijpen en hem een paar honderdduizend kilometer de ruimte in willen slepen en zeggen: “Kijk daar nou, klootzak.”’ Mitchells uitspraak is nog altijd geldig, misschien wel meer dan ooit.

De wereld is ernstig onvoorbereid op de verwoestende effecten van klimaatverandering en het grootste obstakel is niet geld maar gebrek aan politiek leiderschap, schreef de twee weken geleden in een rapport. We kunnen thuis ons plastic scheiden tot we erbij neervallen, maar als de politiek niet snel genoeg meebeweegt zijn we nergens.

Stap voor stap richting oplossingen

Politici door de dampkring schieten is geen (duurzame) optie. We kunnen ze wel aansporen om niet economisch gewin maar liefde en zorg voor de planeet de politieke agenda te laten bepalen. Daar valt van alles tegen in te brengen – Nederland is klein, het probleem is internationaal, een beter milieu begint bij jezelf – maar ik denk dat dit een tijd is waarin we stap voor stap in de richting van oplossingen moeten bewegen. De politiek is daarbij cruciaal.

Samen met Hasna El Maroudi en Matthea de Jong schreef ik een brief waarin we onze politieke leiders oproepen ons eerlijk te vertellen hoe het ervoor staat met de klimaatcrisis en welke risico’s we lopen. We vragen hen om ons echt te betrekken bij de keuzes die gemaakt worden, misschien wel de belangrijkste in onze geschiedenis. Daarbij stellen we dat het tijd wordt dat ze gaan doen wat de rechter hun opdraagt: het terugbrengen van 25 procent van de uitstoot van broeikasgassen voor het einde van 2020 ten opzichte van 1990.

Als je het hiermee eens bent kun je tekenen en als je in de gelegenheid bent, leg vrijdag het werk neer en loop mee met het klimaatprotest in Den Haag. Voor al het leven op onze bleke blauwe stip in die gigantische duisternis.

Misschien mogen we ter inspiratie iets toevoegen aan Sagans tekst die (met alle respect) in deze tijd toch een tikkeltje antropocentrisch aandoet.

Elk grasveld waar je ooit in lag, elk meer waar je ooit in zwom, elk paard dat ooit zijn zachte hoofd in je nek legde, elke golf die je op het strand zag slaan, elke zandkorrel die je door je vingers liet glijden, elke boom die je beschermde tegen de regen, leeft en leefde op deze stoffige stip.

Meer lezen?

Een betere wereld begint op de maan Als we onszelf zouden zien zoals astronauten ons vanuit de ruimte zien, zouden we anders met de aarde omgaan. Beter, bewuster, liefdevoller. Maar wat is precies die kosmische blik? En hoe vind je die aan deze kant van de dampkring? Lees het artikel