Op de grootste wapenbeurs ter wereld zag ik de oorlog van de toekomst

Lennart Hofman
Correspondent Verborgen oorlogen
Foto: Leon Neal / Getty

De wapenhandel bloeit als nooit tevoren. Op de grootste wapenbeurs ter wereld zag ik hoe het slagveld steeds groter wordt – tot ver buiten de aarde. 

Een Aziatische vrouw zit met een kwastje in haar hand voorovergebogen over een papier. Aan de muur van de stand achter haar hangen schilderijtjes met sierlijke, Koreaanse letters. Op eentje staat ‘Tom’, opgefleurd met een kleurrijke bloem.

In een vitrine naast haar staan achter dik glas acht groene mortiergranaten met gele en rode strepen. ‘60mm Mortar Bomb & Fuzes. 81mm Mortar Bomb & Fuzes’. Ze worden aangeprezen als uiterst precieze, slimme munitie die vooral goed in te zetten is in stedelijke omgevingen, om vijandelijke commandocentra uit te schakelen. 

Ik ben in Londen, op de grootste wapenbeurs ter wereld: de (DSEI). De DSEI trekt ieder jaar ruim 35.000 bezoekers die zich vergapen aan het nieuwste wapentuig, geproduceerd door zo’n 1.700 bedrijven uit 44 landen. Alle kopstukken uit de wapenindustrie lopen er rond, net als politici en generaals van over de hele wereld. Alles wat op de beurs wordt aangeprezen, is bedoeld voor oorlogen die nog gevoerd moeten worden.

En ik verbaas me continu over de gemoedelijkheid waarmee die toekomstige oorlogen verkocht worden.

Er moet ergens een marketingmedewerker geweest zijn die tijdens een brainstorm voorstelde: misschien is het leuk om potentiële kopers van mortiergranaten te verblijden met iets typisch Koreaans. Je naam gekalligrafeerd op een schattig schilderijtje?  

Zou er ergens ter wereld een wapenhandelaar rondlopen die Tom heet en zo’n schilderijtje aan zijn muur heeft hangen? 

Wat we wel weten is dat er sinds de Koude Oorlog niet zo veel wapens verkocht worden als nu. In 2018 wereldwijd voor ruim Waar gaat dat geld heen? Oftewel: hoe ziet de oorlog van de toekomst eruit? Daar wil ik op deze beurs achter komen. 

Foto: Leon Neal / Getty

Digitale wát..? 

Mijn idee van oorlog, uitgevochten met kogels, raketten en bloedig geweld (ik bezocht als oorlogscorrespondent onder andere Jemen, Soedan, Syrië) is nodig aan een update toe – blijkt al snel. 

In een Duits defensieblad dat ik bij de ingang van de beurs vind, lees ik over het slagveld van de toekomst. Hierin zijn soldaten onderdeel van een ‘digitaal geïntegreerd netwerk’, waarin ze constant zijn verbonden met collega’s en computers over de hele wereld. 

‘Schepen, tanks, vliegtuigen en zelfs individuele soldaten hebben geen nut op het slagveld van morgen, als ze niet verbonden zijn. Alles draait om digitale integratie.’

Wat dat betekent zie ik wanneer ik de beurszaal binnenstap. 

In de gigantische ruimte staan honderden drones, robot-onderzeeërs en lasergeleide precisieraketten opgesteld. In een hoek zie ik een hypermodern, nog te ontwikkelen waarmee bezoekers met behulp van een 3D-bril een testvlucht kunnen maken. Op enorme schermen sturen mensen geconcentreerd vanachter hun computer soldaten aan in een fictieve oorlog, in een fictief land.

Ik lees verder in het Duitse blad, over drones die om soldaten heen zwermen, op zoek naar mogelijke gevaren. Over op afstand bestuurde tanks die vijandelijk gebied verkennen en satellieten die vanuit de ruimte de communicatie verzorgen met verafgelegen legerbases. Luchtsteun kan binnen no time worden opgeroepen om met hypermoderne precisieraketten de vijand uit te schakelen.

Mooie woorden, maar ik geloof er nog niet veel van. Ik stop het blad in mijn tas. Tijd om op onderzoek uit te gaan. 

Foto: Leon Neal / Getty

Maak je geen zorgen

Midden in de zaal hebben de grote, Britse wapenbedrijven hun stand. Daarnaast grote Amerikaanse en Israëlische fabrikanten. Daar weer omheen de kleinere spelers in de wapenindustrie, uit landen als Zuid-Afrika, Noorwegen en de Emiraten. 

Een jonge militair uit Estland probeert een Noors-Estse robottank aan de man te brengen. Het ding kan op afstand worden bestuurd, en keert geheel zelfstandig terug als de communicatie wordt verstoord. De software die de wapens aanstuurt kan onderscheid maken tussen strijders en burgers, en zo onnodige slachtoffers voorkomen, zegt hij.

‘Hadden wij dit soort wapens maar gehad toen ik in Afghanistan vocht’, verzucht hij. 

Dit soort tanks zijn gewild. Er zijn er al 20.000 verkocht, veel aan de VS, maar vertelt hij me. Of landen ze ook al hebben ingezet, mag hij niet zeggen. Maar hij weet het zeker: dit soort robottanks gaan de oorlogen van de toekomst uitvechten.

De militair weet het zeker: dit soort robottanks gaan de oorlogen van de toekomst uitvechten

Als ik verder loop, word ik ineens onder schot gehouden. Door een mitrailleur die op een terreinwagen is gemonteerd. Waar ik ook loop, het wapen volgt me, als een jager gefixeerd op zijn prooi.

Een man in pak, achter in de wagen, heft zijn handen verontschuldigend omhoog. Hij kan er niets aan doen! De mitrailleur heeft klaarblijkelijk zelfstandig besloten dat ik een geschikt doelwit ben. Ik verschuil me achter een andere bezoeker. De man glimlacht ongemakkelijk en stapt opzij.

Een medewerker drukt een paar toetsen op een scherm in. Een mens kan het systeem altijd uitzetten als het mis dreigt te gaan, legt ze uit aan de man achter in de wagen. Dat is bij wet zo geregeld.

‘Maak je geen zorgen’, zegt ze tegen mij. 

Misschien zijn die killerrobots zo gek nog niet, bedenk ik. Ze volgen simpelweg op wat je hun opdraagt. In een chaotische oorlogssituatie houden ze het digitale hoofd waarschijnlijk een stuk koeler dan een jonge, doodsbange Estse militair. En als ze een keer de verkeerde onder schot houden, kan een mens de aanval altijd nog afblazen.

Maar dat is voor ik de paneldiscussie ‘Autonomie en zwermtechnologieën’ bezoek.

Foto: Leon Neal / Getty

‘Trek je hardloopschoenen aan, en ren!’ 

De paneldiscussie is de best bezochte tot nu toe, zegt de moderator. ‘Dat geeft aan dat we veel willen leren.’ Sprekers zijn Vern Boyle van ruimtevaart- en defensietechnologiebedrijf en Yoge Patel van Zij ontwikkelen de technologie achter dit soort autonome wapensystemen.

Autonomie gaat de oorlog van de toekomst bepalen, of je wilt of niet, houden ze hun toehoorders voor. en algoritmes zijn sneller en beter dan mensen in staat om informatie te verzamelen, die te analyseren, om te zetten in een aanvalsplan en zo nodig te reageren.

Maar wat precies de rol van de mens zal zijn, blijft onduidelijk. De huidige onbemande systemen zijn zo gebouwd dat mensen vrijwel altijd onderdeel zijn van het beslissingsproces. Zo kan een mens een aanval altijd nog afblazen. Maar in de toekomst zullen de systemen zo snel werken, dat mensen ze niet meer kunnen bijhouden. Menselijke bemoeienis zal de systemen dan vaak eerder in de war schoppen dan dat het de situatie veiliger maakt, zegt Boyle.

Patel: ‘We ontwerpen de systemen om uiteindelijk volledig autonoom te zijn. Maar daar zijn we nog niet. We bevinden ons nog in een overgangsfase.’

'We ontwerpen de systemen om uiteindelijk volledig autonoom te zijn. Maar daar zijn we nog niet'

Een bleke, wat mollige jongen in een blauw poloshirt steekt zijn hand op en stelt de vraag die ook op mijn lippen brandt: is dit niet gevaarlijk? Wat als tegenstanders deze technologie in handen krijgen? En vertrouwen ze de systemen wel genoeg om ze zo veel vrijheid te geven?

De vraag leidt tot enig ongemak. Het gevaar dat de technologie in verkeerde handen valt is er altijd, beaamt Patel. Sterker: drones waren tot voor kort ook nieuw, en worden nu overal en door iedereen ingezet. En dat de systemen steeds meer zelfstandig zullen werken is volgens hen vooral een kwestie van vertrouwen. 

Een andere keuze is er eigenlijk niet, zegt Boyle. Want tegenstanders werken aan dezelfde technologie. ‘Als een intelligent systeem jou bestrijdt, moet je een intelligent systeem hebben dat sneller kan beslissen en reageren.’ 

Patel is het daarmee eens: ‘De enige manier om gevaren voor te blijven, is om de voorsprong te behouden. Er is geen andere oplossing.’ 

Na een korte stilte: ‘Ik zeg altijd: trek die hardloopschoenen aan, en ren! Je moet op kop blijven lopen.’

Foto: Leon Neal / Getty

Gaat de machine bepalen wie blijft leven?

Buiten bestel ik een kop koffie en een Indiase curry op een biologisch afbreekbaar bord. Ik deel een tafeltje met een man die op zijn telefoon voetbalfilmpjes zit te kijken.

Ik denk na over wat ik net gehoord heb.

Oké, die autonome wapens gaan er dus komen. AI-technologie biedt in potentie grote militair-strategische voordelen, kan helpen het slagveld voor onszelf veiliger te maken, en de kans op burgerdoden verkleinen.

Maar gaan deze machines in de toekomst dan ook bepalen wie blijft leven, en wie niet? 

Het huidige Amerikaanse militaire beleid voor autonome wapens is dat de systemen zo moeten zijn ontworpen dat een operator altijd de mogelijkheid heeft ‘een gepast niveau van menselijk oordeel’ te geven over het gebruik van Dat is ook het Nederlandse standpunt. Maar wat dat precies inhoudt, is niet duidelijk. En als als je de sprekers uit het panel moet geloven, ontwikkelen zij op dit moment wapensystemen die volledig autonoom werken. Wie de huidige ontwikkelingen een beetje volgt, ziet dat het stapje voor stapje die kant opgaat.  

Het Amerikaanse bedrijf tekende op 18 september nog een met de Amerikaanse luchtmacht om kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning te integreren in de gevreesde De technologie moet de drone in staat stellen zelfstandig vooraf gedefinieerde doelwitten te identificeren, die te volgen en hun locaties door te geven. Het is dan nog maar een kleine stap om ze zelfstandig tot een aanval over te laten gaan.

Het Franse ministerie van Defensie publiceerde eind vorige maand haar eerste ‘strategische visie’ op de toepassing van AI voor defensie. De opstellers schrijven dat er een AI-race gaande is, waarin de VS en China op kop liggen. Ze benadrukken de noodzaak om daarin  

China ziet AI als een manier om de militaire achterstand op de VS in te lopen

China ziet AI als een manier om de militaire achterstand op de VS in te lopen. President Xi Jinping riep zijn land op om wereldleider op het gebied van AI te zijn in

Die ambities leiden tot zorgen in de VS. De Amerikanen willen koste wat kost hun technologische en militaire voorsprong behouden. In stelde het Amerikaanse ministerie van Defensie dat de VS in een felle strijd om digitale heerschappij is verwikkeld met China, daarbij verwijzend naar kunstmatige intelligentie, machine learning en

Dat is dus wat Patel en Boyle bedoelen wanneer ze zeggen dat er geen andere oplossing is dan een voorsprong te behouden. Trek je hardloopschoenen aan, en ren! Maar als iedereen dat doet, en als iedereen die hardloopwedstrijd wil winnen, maak ik me zorgen over de afloop.

Foto: Leon Neal / Getty

Geen stress, wel volle goodiebags

Op de beurs zie ik geen spoor van die oplopende spanningen. Een blonde militair in uniform is gemoedelijk in gesprek met een Aziatische zakenman. Twee jonge vrouwen poseren voor een enorme tank terwijl een ander een foto maakt. Keurige heren lopen met goedgevulde goodiebags de vele standjes af. Daar liggen pennen, stressballen, bonbons en chips – en aan het einde van de middag is er bier. 

De Nederlandse delegatie schenkt Heineken en deelt blokjes kaas uit. Ze prijzen hun koopwaar aan onder een reclamebord waar ‘Holland’ op staat, vergezeld van een oranje tulp. Ik herken het: het is hetzelfde bord als de overheid gebruikt om toeristen naar Nederland te lokken.

Even verderop, bij een stand van een Pakistaans staatsbedrijf dat munitie en vuurwapens produceert, staan drie vrouwen klaar om bezoekers te masseren. 

Wanneer ik verder slenter, houdt een man met een grijze baard me staande. Hij draagt een poloshirt van een of ander technologisch instituut en biedt me een stressbal aan in de vorm van een astronaut. Dan begint hij over een nieuwe dreiging: hoe bescherm je dat ‘digitaal geïntegreerde netwerk’ waar de soldaat van de toekomst deel van uitmaakt?

Ik heb geen idee.

‘Iedereen kijkt nu naar de ruimte, mate’, reageert hij terwijl hij in een stressbal knijpt die eruitziet als een maan. ‘De ruimte wordt het volgende slagveld.’

Foto: Leon Neal / Getty

Ook de ruimte militariseert

Hij lijkt een punt te hebben: in de hoek van de hal is een speciale ‘space hub’ ingericht, dit jaar voor het eerst. Ook hier kun je paneldiscussies en lezingen bijwonen. Titel van de lezing die ik bezoek: The new space race.

Aan het woord is Lt. Col. Tim Vasen, die bij de ruimteafdeling van het Joint Air Power Competence Center van de NAVO werkt. De technologie die de soldaten van de toekomst helpt hun vijanden te verslaan is vernuftig, maar ook afhankelijk van communicatie, legt hij uit.

‘De wereld is zó afhankelijk van de ruimte en de satellieten die daar zijn. Dat mag gewoon niet misgaan’,

Die communicatie verloopt veelal via een snelgroeiend arsenaal aan satellieten in de ruimte. Net als steeds meer civiele diensten, zoals banktransacties, de beurs, weersvoorspellingen en het Als die satellieten niet meer werken, functioneren deze systemen ook niet meer. En die satellieten zijn kwetsbaar.

‘De wereld is zó afhankelijk van de ruimte en de satellieten die daar zijn. Dat mag gewoon niet misgaan’, waarschuwt hij.

Dat beseft China ook. Vanwege de toenemende afhankelijkheid van informatietechnologie gelooft Beijing dat de VS het kwetsbaarst is in de ruimte. Amerikaanse functionarissen maken zich daar grote zorgen om, las ik in

Onlangs hebben de Chinezen de SJ-17-satelliet getest. Die kan zich op grote hoogte met precisie voortbewegen en als een soort kamikaze-satelliet andere satellieten India schoot in mei een van zijn eigen satellieten uit de ruimte, als test, en is daarmee het vierde land ter wereld dat daartoe in staat is – na de VS, Rusland  

Om voorbereid te zijn op een eventuele ruimteoorlog richtte de VS eind augustus een commandocentrum op dat zich volledig richt op de ruimte: Ook binnen de NAVO gaan stemmen op om de ruimte als militair gebied te erkennen,

Foto: Leon Neal / Getty

Niemand die zich afvraagt waar dit allemaal toe leidt

Na de paneldiscussie besluit ik te vertrekken. Hoe meer ik hoor, hoe complexer de oorlog van de toekomst blijkt. Iedere ontwikkeling zet een serie nieuwe ontwikkelingen in gang, die op hun beurt ook weer tot allerlei nieuwe vraagstukken en problemen leiden.

In mijn tas zitten kilo’s folders en tijdschriften. Net als een Rubiks kubus met plaatjes van autonome drones, een stressbal in de vorm van een raket en een speelgoedvliegtuigje.

Ik ben er niet gerust op dat het gevoel van veiligheid dat op de beurs werd verkocht, echt is. De technologie was indrukwekkend, de machines waren mooi. De mensen die ik sprak waren kundig en vriendelijk, en ik geloof best dat ook zij een betere wereld wensen. 

Tel alles bij elkaar op en je ziet: oorlog dijt uit

Maar tel alles bij elkaar op en je ziet: oorlog dijt uit. Van land, zee en lucht, naar cyberspace en zelfs de ruimte. Grote krachten proberen elkaar te overtreffen met hypermoderne, peperdure wapens. En niemand die ik sprak, was daar echt kritisch over – of vroeg zich hardop af waar dit allemaal toe leidt.

Niet de soldaten die hun land beschermen, de de fabrikanten die geld verdienen of de onderzoekers die meedenken over de ontwikkeling van nog meer wapentuig. Allemaal hebben ze hun eigen drijfveren en belangen, maar samen creëren ze een moloch die voortdurend moet worden gevoed.

Killerrobots, geavanceerde ruimtewapens, het cyberslagveld: in de wereld van deze beurs bereidt iedereen zich voor op de Derde Wereldoorlog. Intussen tikken VN-bureaucraten lijvige documenten om het gebruik van al die nieuwe wapens te beperken, maar tot dusver In plaats daarvan neemt het wederzijdse wantrouwen toe, lopen de internationale spanningen op en floreert de wapenindustrie als nooit tevoren. 

Dat is eng. En het is misschien nog wel verontrustender dat ik van die spanning niets merkte toen ik over de beurs liep. Alles was er schoon, mooi, bood kansen en vertrouwen. Oorlog was er ver weg. Maar al die bedrijven hebben oorlog nodig om door te blijven rennen, in een oneindige race om hun tegenstanders voor te blijven.

In een stroom van mannen in pak word ik de Londense metro ingeloodst. Het liefst wil ik zo snel mogelijk weg. Ik denk aan de zelfdenkende drones, de maanstressbal, de robot-mitrailleur die me onder schot hield en al die folders met indrukwekkende slogans en technologieën.  

‘Trek je hardloopschoenen aan’, zei Yoge Patel. ‘En ren!’

Meer lezen?