De film TURN! toont genadeloos aan: de gekste sportouder wordt de norm voor de rest

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
Still uit de film 'TURN!'

Wat als je langzaam in een overfanatieke sportouder verandert? Het overkwam filmmaker Esther Pardijs toen zoontje Roman turntalent bleek te hebben. Pardijs maakte er de geweldig grappige documentaire TURN! over, waarin ze genadeloos vastlegt hoe de wereld van het competitieve jeugdturnen werkt en van haarzelf en anderen onvervalste tiger parents maakte.

Wie wil weten waarom gewone mensen vreemde dingen doen, moet de schitterende film van Esther Pardijs bekijken – maandagavond 21:00 uur te zien op NPO 2.

In de documentaire filmt Pardijs zichzelf en haar man en legt ze hun toenemende obsessie met de turncarrière van hun zoon Roman vast. Roman blijkt enige aanleg te hebben voor de sport, en zodoende belandt het gezin in de wereld van het competitieve jeugdturnen.

Pardijs besloot te gaan filmen toen ze merkte dat ze fanatiek werd – toen ze hoopte dat concurrenten van Roman zouden falen – maar nog vóórdat ze dit fanatisme kon verbergen voor de camera. Dit inzicht, de timing, en het feit dat ze vervolgens ook diverse ouders uit het groepje van Roman overtuigde mee te werken, leverden samen een prachtige film op.

Als Roman voor het slapengaan zegt dat hij wil stoppen met turnen, wil Pardijs de toon aannemen van de neutrale ouder die de opties uiteenzet en het kind de keus laat. Maar haar opmerkingen – kort samengevat: als je nu stopt, is alles voor niets geweest – laten Roman geen werkelijke keuze.

En in het volgende shot zien we Roman weer bezig op de mat.

Still uit ‘TURN!’

Als het kind sport en de ouder niet spoort

De verdwazing van coaches en ouders voert de film in vliegende vaart naar het voorspelbare maar fraaie einde – vermakelijk, verbazingwekkend en verdrietig ineen (en als je nog een v hebt, lemme know). Als je houdt van , van plaatsvervangende schaamte, dan is dit je film.

Topsport blijkt tragikomisch. Jonge coaches behandelen kinderen van negen en tien als kleine volwassenen, en leggen normen op aan ouders die vertrouwen op hun expertise én twijfelen aan die expertise, maar tegelijkertijd weten dat ze afhankelijk zijn van die coaches. Wie tegenstribbelt, kan zijn kind uit de gunst van de coach halen.

Wie sport hier eigenlijk: het kind of de volwassenen?

Pardijs leert die les als ze de coach aarzelend vraagt of Roman een training kan overslaan om naar een verjaardagsfeestje te gaan. Dat simpele feit alleen al vindt de coach niet kunnen. Een huilend kind dat absoluut geen zin meer heeft om te trainen, wordt door de coach overgehaald om te trainen, en de vader laat het gebeuren. Wie sport hier eigenlijk: het kind of de volwassenen?

Pardijs registreert zonder te oordelen. Dat kan trouwens ook nauwelijks, of het zou hypocriet zijn, want ze gaat zelf mee in de gekte, vermoedelijk omdat de gekte logisch lijkt: je wilt toch het beste voor je kind? En ergens echt in uitblinken, dat is toch maar weinigen gegeven? Die kans moet je benutten!

Grenzen vervagen en Pardijs spaart zichzelf niet – met name in de scènes thuis met haar zoon. Die scènes zijn sterk en zwak ineen. Zegt ze dit nu omdat ze het meent, of zegt ze dit omdat dit werkt voor de film? In een vraag-antwoord-sessie na de vertoning van haar film, woensdagavond, benoemde ze de strijd tussen haar rollen. Als ouder wil je troosten, als regisseur wil je filmen.

Stills uit ‘TURN!’

Ontmoet Oscar – tiger dad der tiger dads

Het is ook wat ongemakkelijk om jonge kinderen zo intiem op beeld te zien; want vinden zij het straks wel zo leuk om te hebben gefigureerd in zo’n documentaire? Die vraag kun je je ook stellen bij één volwassene – hét personage van TURN! dat je gaat bijblijven.

Oscar – de vader van Wytze, Romans beste vriendje – zou door de film zomaar een bekende Nederlander kunnen worden. In een van de eerste scenes van de documentaire zie je Oscar thuis ringen aan het plafond hangen, zodat Wytze naast de vijf trainingen per week ook thuis kan oefenen.

Dat zet de toon voor een nauwelijks te verzinnen tiger dad-personage. De camera is genadeloos: in vrijwel elk shot incrimineert Oscar zichzelf als de sportvader-from-hell. Met de verbeten blik achter het stuur op weg naar de zoveelste training; met de samengebalde vuisten onder de tafel tijdens een overleg met ouders; met vrijwel complete doofheid voor zijn eigen teksten – hij zegt de gekste dingen zonder het zelf te horen.

Een en ander gaat uiteindelijk ook Oscar krijgt een ‘turnhalverbod’. Hij mag niet meer aanwezig zijn bij de wedstrijden en trainingen waar hij Wytze dagelijks heen brengt. Een heftige stap, maar het lijkt hem nauwelijks wakker te schudden, verblind als hij is door het hogere doel: medailles.

Pardijs vertelde na de vertoning woensdagavond dat Oscar de film nog niet heeft gezien, maar dat dat nog wel gaat gebeuren. Ik [MdH] vermoed dat Oscar zichzelf volstrekt redelijk vindt, maar ik vermoed ook dat de kijker daar anders over gaat denken.

Still uit ‘TURN!’

Als de uitzondering de norm wordt

De film illustreert ook een ander kenmerk van jeugdsport op topniveau.

In eerste instantie leek het me wat wreed en onnodig om Oscar zo centraal te stellen. Een extreem personage dat weliswaar zeer camerageniek, maar weinig representatief is. Pardijs legde na de vertoning uit waarom Oscar juist wel veelzeggend is. ‘De gekste ouder wordt de norm’, zei ze. Of, zoals ze het later verwoordde, ‘de meest fanatieke ouder’. ‘Ik denk dat we allemaal een beetje een Oscar in ons hebben.’

De gekste ouder wordt de norm

Dat wil zeggen: elke ouder wil het beste voor zijn kind. En als de ene ouder een bepaalde stap zet, door te beginnen met eiwitshakes of het monteren van ringen in de woonkamer, dan kan de ander niet achterblijven. Want wie wil zijn kind nou niet alle kansen geven?

Zodoende stuwen sportouders en -coaches elkaar naar, afhankelijk van je perspectief, onverwachte hoogten of diepten. Ook Oscar vraagt zich aan het einde van de film af wat zijn zoon, Wytze, later zal vinden van zijn keuzes. (Pardijs, telefonisch: ‘Ik was blij toen hij dat zei, want anders was hij wel heel slecht uit de film gekomen. Oscar is geen eendimensionaal personage, geen blinde fanaticus. Natuurlijk heeft hij óók twijfels.’)

Niet dat die twijfel materieel effect sorteert: aan het einde van de film zien we Oscar en Wytze samen in de auto, heen en weer naar de training, niet drie keer per week in thuisstad Utrecht, maar vijf keer per week in Den Bosch.

TURN! is voor een Gouden Kalf. Wie Pardijs’ sublieme film wil verslaan, moet wel iets heel uitzonderlijks hebben gemaakt.

Meer lezen?