Dagboek van een verdwaalde VN-Vrouwenvertegenwoordiger 

Clarice Gargard
Correspondent Verzet
Illustratie: Katherine Lam (voor De Correspondent)

De conferenties van de Verenigde Naties zijn een groot circus. Als vrouwenvertegenwoordiger belandde ik in een daarvan: de Commission on the Status of Women. Ik liep mee en verbaasde me over absurditeiten die voor veteranen zo normaal leken.

‘Ze proberen alles wat we bereikt hebben teniet te doen’, hoor ik een Nederlandse diplomaat in paniek zeggen over de Verenigde Staten, Rusland, Soedan, het Vaticaan en andere conservatieve landen die tijdens de vergadering de rechten van vrouwen en lhbti’ers trachten terug te dringen.

Het is maart en ik ben in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York, waar ik een jaar lang mag rondlopen als Nederlandse vrouwenvertegenwoordiger. Ik bezoek the Commission on the Status of Women, de grootste vrouwenconferentie ter wereld. 

Het is voor het eerst dat ik naar een vrouwenconferentie ga, of überhaupt naar een internationale conferentie, dus ik weet van tevoren niet wat ik me erbij moet voorstellen. Ik hoop vooral de Verenigde Naties, die als een groot onbekend monster voelden, beter te leren kennen, als voortraject voor de speech

Tijdens de wordt gepraat over vrouwenrechten. De bedoeling is dat de lidstaten het eens worden over de koers, dus ook over wat er precies in de ‘agreed conclusions’, het eindverslag, komt te staan. 

Elf dagen lang onderhandelen VN-lidstaten tijdens de CSW over bijvoorbeeld genitale verminking en economische onafhankelijkheid van vrouwen. En ik krijg er ook een spoedcursus diplomatie. 

Iedereen probeert onderhandelaars te beïnvloeden

Helaas voor mij nemen alleen diplomaten en ambtenaren deel aan de daadwerkelijke onderhandelingen. Maar de onderhandelaars laten zich wel informeren door mensen uit maatschappelijke organisaties over wat er in de samenleving speelt en wat ze zouden moeten adresseren. Ook ik mag advies geven. 

Adviezen over bijvoorbeeld langer betaald ouderschapsverlof met meer sociale zekerheden (ook voor zzp’ers), het belang van veiligheid en betere seksuele voorlichting voor meisjes komen allemaal in een document te staan. Zelf deed ik een duit in het zakje door het belang van toegang tot media, en de participatie van vrouwen en meisje in beleidsvorming te benadrukken.

De onderhandelaars krijgen deze adviezen overhandigd. In principe zouden mijn adviezen in een onderhandeling meegenomen kunnen worden en kunnen bijdragen aan een resolutie. 

Veel evenementen, onduidelijk resultaat

Om het onderhandelen makkelijker te maken is er elk jaar een thema. Dat was dit jaar: ‘social protection systems, access to public services and sustainable infrastructure for gender equality and the empowerment of women and girls’. 

Zo makkelijk klinkt dat nog niet, en niemand kan me uitleggen wat het precies betekent. Ik vertaal het voor mezelf maar als: hoe zorg je voor structurele verandering ten behoeve van meisjes en vrouwen?

Dat is een belangrijke vraag die ik mee wil nemen in mijn speech. Maar een concreet antwoord vinden blijkt lastig. Het is sowieso moeilijk manoeuvreren tussen de tientallen side-events die georganiseerd worden, met namen als:

  • ‘Women’s empowerment and the link to sustainable development’
  • ‘High-level interactive dialogue among Ministers on the priority theme’
  • ‘Follow-up to the Fourth World Conference on Women and to the twenty-third special session of the General Assembly, identifying goals attained, achievements made and efforts under way to close gaps and meet challenges in relation to the priority theme and the review theme’

Die side-events zijn de activiteiten rondom de hoofdattractie: de onderhandelingen die worden gevoerd, waar alleen diplomaten, afgevaardigden van ministeries en ambtenaren bij mogen zijn. 

Daarom organiseert de rest er evenementen omheen, waar ze informatie uitwisselen en invloed op de agenda en het discours binnen de VN proberen te hebben. Hoewel niet iedereen erbij mag zijn, wordt er tussen de onderhandelingen door wel veel gesproken en ‘geventileerd’ over wat er tijdens de gesloten sessies plaatsvindt. 

Ik organiseerde derhalve namens Nederland een side-event over de zichtbaarheid en participatie van verschillende vrouwen in de media, samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de VN.

In nieuwsmedia wereldwijd is maar een op de vier personen in traditionele media, radio, krant en televisie vrouw. En dan hebben we het alleen maar over representatie, dat je gezicht in beeld komt, nog niet eens over wie beslissen hoe het nieuws, programma’s en berichten worden gemaakt – dus wat wij van de wereld zien en hoe wij daarnaar kijken. 

We kregen verrassend veel vrijheid en vertrouwen om ons event te programmeren. Al ging dat niet zonder slag of stoot.  

Het was de eerste keer sinds 1947 dat een VN-Vrouwenvertegenwoordiger een side-event organiseerde. Samen met mijn partners pakte ik het dan ook iets informeler en politieker aan dan diplomaten en ngo’s normaal gesproken doen. We kozen voor een discussie met journalistieke pioniers van de vrouwen- en lhbti-emancipatie.

We wilden ons event graag met de Marokkaanse Permanente Vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties hosten. Die waren aanvankelijk enthousiast, maar iets minder toen wij er trans personen bij betrokken. Alleen benoemden ze dat niet expliciet. Ze reageerden na een tijdje gewoon niet meer met het bevestigende antwoord waar wij op wachtten. Schijnbaar is dat diplomatentaal voor ‘nee’. 

Verwachtingsmanagement is zeer aan te raden als je beginnend diplomaat bent

Toch leerde ik van Nederlandse diplomaten dat er ‘winst’ zou zijn, namelijk een opening voor gesprekken in de toekomst. Ik snap niet helemaal hoe, als je niet echt kunt benoemen waar het schuurt. Maar ik moet blijkbaar nog veel leren over diplomatie. 

Onze presentatie was drukbezocht. Uiteindelijk waren, tussen de onderhandelingen door, onder meer minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), premier Evelyn Wever-Croes van Aruba en de oprichter van een feministische organisatie uit Argentinië erbij. 

Wat wel vervelend is, is dat je niet direct kunt zien wat een dergelijk programma oplevert en hoeveel van de informatie door de onderhandelaars meegenomen wordt tijdens het onderhandelen. Verwachtingsmanagement is daarom zeer aan te raden als je beginnend diplomaat bent of bij een maatschappelijke organisatie werkt. 

Wees gewaarschuwd voor tegendemonstranten

In onze presentatie komt ook het platform Lilith voor, dat ik in mijn rol als VN-Vrouwenvertegenwoordiger heb opgericht, samen met journalist Hasna El Maroudi. Het is vernoemd naar de eerste vrouw van Adam, die zowel in het joden- als christendom als een promiscue en demonische kracht wordt gezien.

Na onze presentatie hoorde ik Hasna boos tegen een deelnemer roepen: ‘Ja, ik houd van seks, jij ook?’ Een meisje van een jaar of zestien vuurde vragen op haar af over de schending van het ‘pure vrouwenlichaam’ en de seksuele moraal.  

Het meisje blijkt een van de fundamentalistische christenen te zijn voor wie we al gewaarschuwd waren door het ministerie. Er zijn altijd ‘tegendemonstranten’ aanwezig bij conferenties. Ik begrijp dat het vaak aanhangers van de en andere conservatief-christelijke organisaties zijn. Meestal arme jongeren die van straat worden geplukt en worden opgeknapt, geïndoctrineerd en getraind om ‘Gods werk’ te doen. 

Hasna is best aangedaan door de aanval. ‘Er zat zoveel haat in haar ogen’, zegt ze. 

De aanval is bedoeld om te intimideren en ontmoedigen, zoals schreeuwende demonstranten bij abortusklinieken doen. Ik trek me er weinig van aan, maar ik neem me wel voor te onderzoeken wie deze meisjes precies zijn.  

Diplomatie is ook: woordkeuze

Tijdens een lunch met de Nederlandse delegatie, die onder meer bestaat uit ambtenaren en ngo’s, slaat de sfeer om als het over de onderhandelingen over resoluties gaat.  

Een advocaat legt uit welke woorden belangrijk zijn en waarom elke letter, punt en komma telt als het om resoluties gaat. Levens kunnen ervan afhangen. De VS en eerdergenoemde landen van de ‘unholy alliance’, zoals ze genoemd worden, weigeren woorden zoals ‘gender’ en ‘reproductieve rechten’ te accepteren. Ze willen vrouwen het recht op abortus ontnemen en vrezen het bestaan van trans personen zo erg dat ze bang zijn dat alleen al het woord ‘gender’ hen erkent.

De VS en andere landen van de ‘unholy alliance’ weigeren woorden zoals ‘gender’ en ‘reproductieve rechten’ te accepteren

Het urenlange onderhandelen, zo leer ik, is een gevecht om minuscule aanpassingen. Ambtenaren en de organisaties die hen van advies voorzien, komen afgepeigerd en somber, maar strijdbaar, terug. 

Een paar weken na de conferentie gaat deze strijd verder. De Verenigde Staten en dreigen hun vetorecht in de VN-Veiligheidsraad te gebruiken als lidstaten niet meewerken. Ze blijven zich blindstaren op woorden als ‘gender’ en ‘reproductieve rechten’. Het land wil zijn nationaal beleid nu ook op wereldniveau invoeren, of in ieder geval gebruiken om te beïnvloeden. 

Zo leer ik dat we niet altijd verzekerd zijn van basale rechten als het recht op abortus, zelfs bij de VN.

De VS hebben een enorme vinger in de pap

De VN worden bekostigd met contributies van lidstaten. De Verenigde Staten betalen verreweg het meest. Maar liefst 10 miljard dollar in 2017, ongeveer een vijfde van het algemeen budget. De Amerikaanse president kan het dus maken om te dreigen met de als hij zijn zin niet krijgt. Wie het meeste betaalt, beslist.  

Ik begrijp dat internationale relaties ingewikkeld zijn. Maar voor mij is het ook simpel. Wie wel of geen rechten heeft in de wereld, dat moet niet afhangen van de grillen van één man, of een regering. 

Nederland is progressief en strijdvaardig 

Ik bezoek vooral andere Nederlandse side-events, zoals die van lhbti-organisatie COC. Het COC organiseert er een met een panel van lhbti-personen en mensenrechtenactivisten uit verschillende landen. Termen zoals ‘dekoloniaal’ en vielen, woorden die vaak binnen activistische kringen gehanteerd worden en waarschijnlijk niet vaak in resoluties staan. Een ander Nederlands event gaat over de rechten van sekswerkers, een primeur bij de VN. 

Het verbaast me hoe progressief en strijdvaardig Nederland is in het buitenland. In Nederland voel ik me vaak een roepende in de woestijn. Vooral als ik zie hoe de retoriek en het beleid van sommige regeringspartijen steeds rechtser en populistischer worden. Ik vraag me af of de overheid ons hier of in het buitenland in de maling neemt.

In deze hectische week leer ik dat er veel gebeurt bij de VN; soms te veel, waardoor de efficiëntie mist. Dat er genoeg mensen met idealen zijn, maar het uiteindelijk ontbreekt aan radicale actie in de praktijk. Ik vraag me af of dat überhaupt mogelijk is als één land meer macht heeft dan de andere en daardoor toch een beetje de dienst uitmaakt. 

Het is beangstigend om te zien hoe de meest basale rechten op het hoogste niveau nog altijd verdedigd moeten worden tegen kwade invloeden. En dat hoewel velen vinden dat het verzet tegen mensenrechten verkeerd is, er soms niets tegen valt te doen. 

Ik denk niet dat ik geschikt ben voor een politieke of diplomatieke functie. Hoe meer ik weet, hoe minder capabel ik me voel. Er moet veel anders. Maar ik sta niet per se te popelen om permanent aan het circus deel te nemen.

Ik heb wel veel zin om deze week mijn speech te houden. Daarover lees je snel meer.

Meer lezen?