Goede Gesprekken
Euthanasie. Henk Blanken in gesprek met Lex Bohlmeijer
SoundCloud
Interview

Hij is van nature niet iemand die een blad voor de mond neemt. En sinds in 2011 de ziekte van bij hem werd geconstateerd, is Henk Blanken (60) er alleen nog maar eerlijker op geworden. Op het meedogenloze af soms. 

Het klinkt misschien gek, maar hij zegt het met stellige overtuiging: parkinson is een waardevolle ervaring. Sinds de diagnose zet hij alles op alles om echt goeie verhalen te maken, over euthanasie bijvoorbeeld. Een prachtig onderwerp, omdat de emoties eromheen zo heftig zijn, en het niet makkelijk is om er taal voor te vinden.

Hij geniet van het schrijven. Volkskrant-journalist Fokke Obbema heeft hem al eens op de man af gevraagd Nee, zegt Blanken: ‘Het eerlijke antwoord is dat ik nu liever een goed boek schrijf dan dat ik gezond was geweest.’

Het is niet bepaald een gewenst antwoord, maar het is wel waar. Typisch Henk Blanken.

Hoe kunnen geliefden een stem krijgen in het euthanasieproces?

Als correspondent Dood & Aftakeling heeft hij nog zo’n goed onderwerp: de dood zelf. Het is aangrijpend, universeel en raadselachtig.

In zijn indringende boek Beginnen over het einde schrijft Henk Blanken over euthanasie bij dementie. Vanwege zijn parkinson heeft hij een verhoogde kans op dementie. Zo’n zelfs. Maar als je dement bent en je wilt euthanasie, dan moet je er – altijd in samenspraak met je huisarts – toe overgaan als je nog goed bij zinnen bent, als je kunt begrijpen wat euthanasie is. Met andere woorden: dan ben je dus nog zo helder dat het ultieme moment nog niet gekomen is.

Maar als je te lang wacht, en je wordt diepdement, dan weet je vaak niet meer wat je wilde. Dan is het voor een huisarts bijna onmogelijk om euthanasie te verlenen, want de euthanasiewet eist dat je wilsbekwaam bent.

Henk Blanken wil leven, tot hij er geen besef meer van heeft

Henk Blanken heeft een voorstel om dit op te lossen. Hij wil de beker tot de bodem leegdrinken. Dus doorgaan, tot hij geen besef meer heeft van leven. Om dan toch tot euthanasie over te kunnen gaan, moet zijn geliefde (of een andere dierbare) een stem kunnen krijgen in het beslissingsproces. 

Dat is een controversieel voorstel, waar je de wet niet eens ingrijpend voor hoeft te veranderen. Er zit iets moois en verrassends in. Voorstanders van euthanasie doen dat altijd met een beroep op het zelfbeschikkingsrecht: ‘Ik ben een autonoom mens, en daarom wijs ik het proces van geestelijke aftakeling af.’

Blanken draait het om. Hij is tot de conclusie gekomen, na talloze gesprekken en heel veel nadenken, dat je niet zelf de regie voert over je dood, maar de anderen: ‘Mijn dood is niet van mij.’

Het is een grote omslag, een verpletterend inzicht. En het brengt hem, tot zijn eigen verrassing, terug bij het christelijke gedachtegoed waar hij lang geleden afstand van nam: het leven is er om te delen, je bent er voor de anderen.