Podcast: Het is lastig standhouden in een lichaam dat niet bij je past

Lex Bohlmeijer
Correspondent Goede gesprekken

Dat hij geboren was als meisje, maar zich niet zo voelde, was voor de achttienjarige Charlie lange tijd iets heel logisch. Iets dat hij niet per se onder woorden hoefde te brengen. In mijn podcast Goede gesprekken legt Charlie uit hoe daar plotseling verandering in kwam.

‘Hallo familie en vrienden, om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik ben transgender. En daarom verander ik mijn naam in Charlie.

Goed, eerst even het hoe en wat. Ik ben transgender. Dat betekent niet dat ik mij identificeer als man. Dat is namelijk ook niet het geval. Het lastige aan gender is dat je het niet kan zien. Dus ook voor mijzelf is het gissen hoe het nou precies zit. Maar na achttien jaar op deze manier leven ben ik er wel achter dat ik in ieder geval geen vrouw ben.’

Achttien jaar geleden was hij een keer bij mij in de radiostudio, tijdens een live-uitzending op Radio 4, op de arm van zijn moeder. Als baby, een meisje! Onlangs liet zijn vader mij de tekst lezen over Charlies nieuwe identiteit. Het is een soort tweede geboortekaartje. Met zorgvuldig gekozen woorden, want taal ligt gevoelig. Sommige woorden liggen Charlie niet lekker. Omdat ze verbonden zijn met dingen die niet fijn zijn. Sterker nog, ze doen pijn.

Genderdysforie, nog een woord. Als het niet matcht, je lichaam en je geest. Dat drukt wel het beste uit wat Charlie ervaart, al is zijn gevoelsleven ook nog volop in ontwikkeling en weet hij niet precies waar hij op uit zal komen. Dat is een van die moeilijke vragen: hoe ver wil je gaan? Testosteron? Een geslachtsoperatie? Voorlopig is daar nog geen sprake van – in het besef dat je ook te ver kunt gaan, en dan is er geen weg terug.

Behoedzaam manoeuvreren dus, aftasten wat je fijn vindt en wat niet. Ergens tussen man en helemaal niks. Eenvoudig is dat overigens allerminst, want ‘het is vrij lastig om stand te houden in een lichaam dat niet bij je past’.

Vandaar ook die brief: om wat niet klopt te veranderen in wat wel klopt. Charlie wil graag de transformatie achter zich laten en de nieuwe gestalte als vanzelfsprekend beschouwen. Het moet gewoon worden, dat is de bedoeling.

Intussen is hij net begonnen met zijn studie: aan het University College in Middelburg. De enige UC in continentaal Europa waar ze muziekvakken geven. Hij heeft namelijk een nieuwe passie: dirigeren. En om een master orkestdirectie te kunnen volgen, moet je eerst een bachelor halen in een ander vak.

Het mooie van muziek, van samen musiceren, is dat Charlie alles kan vergeten, en dat zijn gender er even helemaal niet toe doet. ‘In de muziek ben je in harmonie met de wereld.’