Minder dan 1 procent van al het materiaal dat wereldwijd voor de productie van kleding en textiel wordt gebruikt, wordt gerecycled voor het maken van nieuwe kleding. De rest eindigt als poetslap, isolatiemateriaal, matrasvulling of een andere laagwaardige toepassing. Het overgrote deel wordt uiteindelijk verbrand of komt op de vuilnisbelt terecht. 

Slecht voor het milieu en doodzonde van de grondstoffen, zo schreef ik een paar weken geleden in een verhaal over Diezelfde conclusie trekt het Centraal Planbureau in een over de milieuwinst van recycling. 

Er valt nog veel winst te behalen

Het CPB keek naar drie afvalstromen, textiel, papier en plastic, en schrijft dat er bij de recycling van alle drie de stromen nog veel milieuwinst te behalen valt. 

De milieu-impact van gerecyclede katoenvezels is bijvoorbeeld bijna de helft lager dan die van nieuwe vezels. Voor polyester is dit ongeveer een derde ‘Als 50 procent van de vezels in een katoenen T-shirt van secundair (gerecycled) materiaal afkomstig zou zijn, dan bedraagt de milieuwinst ten opzichte van 100 procent primaire (nieuwe) vezels grofweg 20 tot 60 eurocent per T-shirt’, schrijven de onderzoekers. 

Waarom wordt er op dit moment zo weinig textiel hoogwaardig gerecycled? Dat komt vooral omdat gerecyclede garens duurder zijn dan nieuwe. Bij nieuwe garens wordt de ‘verborgen impact’ – ofwel de milieukosten – niet meegerekend. Zou je dat wel doen, dan wordt een katoenen T-shirt van 100 procent nieuw materiaal zo’n 90 cent tot 2,50 euro duurder, staat in het rapport. 

Omdat nieuwe grondstoffen veel goedkoper zijn dan gerecyclede, is de prikkel om kleding te recyclen klein

Omdat nieuwe grondstoffen veel goedkoper zijn dan gerecyclede, is de prikkel om kleding te recyclen klein. Daardoor wordt er nauwelijks in hergebruik geïnvesteerd, blijft schaalvergroting uit en is het een te duur alternatief. ‘Zolang de productiekosten niet dalen, zal de vraag ook achterblijven’, is te lezen in het CPB-rapport. 

Kortom: het is voor producenten veel aantrekkelijker om voor nieuwe grondstoffen te kiezen dan voor gerecyclede. Met als gevolg: onnodige milieuschade en een groeiende kledingafvalberg. 

De grote vraag is nu: wat valt hieraan te doen? 

Stimuleer innovatie of laat de producent betalen

Een van de manieren om de kosten van gerecyclede garens omlaag te krijgen, is door innovatie op dit gebied te stimuleren. Dat kan met subsidies, zegt onderzoeker Annemiek Verrips van het CPB. ‘Een andere manier is via Dan betalen producenten en importeurs van textiel een tarief aan recyclingbedrijven. Als ze een bepaald percentage gerecyclede garens in hun kleding gebruiken, hoeven ze minder te betalen. Als je dit op Europese schaal inzet, neemt de vraag naar gerecyclede garens toe en gaat de prijs omlaag.’ 

UPV kan ook op een andere manier ingezet worden, vertelt collega-onderzoeker Eva van der Wal. ‘Je kunt ook focussen op de recyclebaarheid van het gemaakte kledingstuk. Dus als een producent kledingstukken maakt die makkelijk te recyclen zijn, een T-shirt zonder elastaan bijvoorbeeld, hoeft hij een lager tarief te betalen.’ 

Dit soort UPV-systemen bestaan in Nederland al voor kunststof en papier. Het kabinet overweegt nu ook om UPV in te voeren voor textiel, al is nog niet duidelijk hoe deze maatregel er precies uit komt te zien. 

De markt is niet de oplossing

De vraag wat we moeten met onze afgedankte spijkerbroeken en versleten vaatdoeken is prangender dan ooit, schreef ik afgelopen zomer in de aftrap van mijn serie over de toekomst van Het aandeel herbruikbare kleding neemt al jaren af, terwijl de hoeveelheid ingezameld textiel stijgt en de wereldwijde vraag naar tweedehands kleding steeds meer inzakt. 

Om dit te veranderen moet er meer aandacht komen voor het hoogwaardig recyclen van kleding en andere textiele producten, en moeten bedrijven en producenten geprikkeld worden om er ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Dit aan de markt zelf overlaten is geen oplossing, zo blijkt ook uit het rapport van het CPB.