Grensbewaking en migranten terugvliegen. Zo besteedt Europa 1,5 miljard euro aan migratie in Nigeria
We maakten – met maanden onderzoek – een overzicht van alle migratieprojecten die Europa in Nigeria financiert. Totaal zo’n 1,5 miljard euro. Waar gaat dat geld naartoe? Grensbewaking en het terugvliegen van migranten blijken populair.
Sinds in 2015 honderdduizenden mensen in rubberbootjes de Middellandse Zee overstaken, is Europa niet meer hetzelfde. ‘De vluchtelingencrisis’, zoals we de zomer van 2015 zijn gaan noemen, gaf het startschot voor een groter, sneller, harder en duurder Europees migratiebeleid.
Een groot deel van dat beleid speelt zich af in Afrika. Miljarden worden daar besteed, om te zorgen dat Afrikaanse ‘potentiële migranten’ geen échte migranten worden. Het doel is minder doden op de Middellandse Zee én minder aankomsten in Europa.
Met een Nigeriaanse, een Italiaanse en een Nederlandse journalist zochten we de afgelopen maanden uit wat dit beleid precies inhoudt in één Afrikaans land dat, in de woorden van een hoge EU-functionaris, ‘onze belangrijkste migratiepartner in de komende jaren’ wordt: Nigeria. We brachten in kaart hoeveel migratiegeld er vanuit Europa naar Nigeria gaat, en waar dat geld precies aan wordt besteed.
Omdat we na vijf maanden onderzoek niemand in Europa of Nigeria hebben kunnen vinden die dit overzicht heeft, weten we niet of de lijst die wij de afgelopen maanden opstelden volledig is. Alle conclusies moeten dus met een beetje marge genomen worden – wellicht hebben we projecten gemist.
Toch kunnen we aan de hand van ons overzicht van 129 ‘ongoing’ migratieprojecten in Nigeria wel degelijk wat interessante dingen zeggen over hoe Europees migratiegeld besteed wordt. Voor de liefhebber zetten we de belangrijkste bevindingen en vragen hier op een rij.
Wat we zien: 771 miljoen in Nigeria...
We vonden in Nigeria 50 migratieprojecten die gefinancierd worden door elf individuele Europese landen, en 32 migratieprojecten die vanuit EU-potjes worden betaald. In totaal goed voor ruim 771 miljoen euro.
Het geld uit Brussel gaat vooral naar het verbeteren van de Nigeriaanse grensbewaking: ruim 378 miljoen euro. Dat bedrag is vooral zo groot vanwege één gigantisch project van de European Investment Bank: die investeert 250 miljoen euro om een digitale identiteitskaart voor alle Nigerianen te maken.* Maar zelfs als je dat project niet meetelt, blijft grensbewaking de grootste kostenpost.
De vijf grootste migratieprojecten in Nigeria zijn ook allemaal betaald uit Brussel. Interessant genoeg lijken twee van deze projecten nu stil te liggen – we zijn nog bezig dit verder uit te zoeken.
Van individuele landen gaat het leeuwendeel van het geld naar projecten die bedoeld zijn om werkgelegenheid in Nigeria te creëren: zeker 92 miljoen euro. Het interessante van deze projecten is dat het vaak ‘hervormde’ varianten zijn van projecten die voorheen probeerden ‘kansarme jongeren’ in Nigeria te helpen. Nu richten ze zich op ‘potentiële migranten’.
Grensbewaking staat voor individuele donoren op de tweede plaats, gevolgd door projecten die bedoeld zijn om mensenhandel tegen te gaan.
Neem je EU-geld en geld van individuele landen samen, dan ziet het migratiefinancieringsplaatje in Nigeria er zo uit.
…en 835 miljoen in de regio
Naast de projecten die volledig op Nigeria gericht zijn, vinden we ook nog 47 projecten die ‘regionaal’ zijn: deze projecten worden ook in andere landen uitgevoerd. Ze zijn goed voor zo’n 835 miljoen euro. Hoeveel van dat geld exact naar Nigeria gaat, is niet te zeggen.
De focus van dit regionale geld ligt voornamelijk op migranten die onderweg gestrand zijn, het terugsturen van die migranten, en hun re-integratie bij thuiskomst. Dat gaat om meer dan 500 miljoen euro. Inderdaad zijn in Nigeria de afgelopen twee jaar tienduizenden migranten van een mislukte reis naar huis gevlogen. Zij ontvangen trainingen en wat startkapitaal om hun leven weer op te pakken.
Ook bewustwordingscampagnes over de gevaren van een reis naar Europa krijgen in de regio relatief veel geld, zeker 39 miljoen euro.
Europese landen: wie doet wat?
Van de elf Europese landen die direct actief zijn op migratie in Nigeria, is Duitsland de koploper, met zeker 68,2 miljoen euro aan projecten.
Het Verenigd Koninkrijk, dat op niet-migratie de grootste donor in Nigeria is, komt daar vlak achteraan met 51 miljoen euro.
Nederland staat met afstand op plaats drie met zo’n 6 miljoen euro.
Nederland steekt het grootste deel van zijn migratiegeld in Nigeria in werkgelegenheid: 4,6 miljoen euro. Nog eens 1,3 miljoen besteedt Nederland aan het beveiligen van de Nigeriaanse grenzen.
Meer legale routes: een fabeltje
Al dit geld is onderdeel van een Europees migratiebeleid waarin ‘betere legale migratie’ een van de hoofddoelen is.
Ga maar na: als er meer manieren zouden zijn voor migranten om (tijdelijk) op werk- of studievisa naar Europa te komen, zouden minder mensen een levensgevaarlijke reis hoeven te wagen. Bovendien zou Europa zo gaten op zijn vergrijzende arbeidsmarkt kunnen vullen. Win-win dus.
Op papier zou ‘betere legale migratie’ evenveel geld moeten krijgen als grensbewaking, een andere pijler van het beleid. Maar als we kijken naar de geldstromen naar Nigeria zien we dat dat zeker niet zo is. In Nigeria wordt slechts drie ton besteed aan het creëren van meer legale mogelijkheden om te migreren. Dat is 0,09 procent van de Europese migratiefondsen in het land.
Naar wie gaat het geld?
De EU en Europese landen geven de meeste fondsen niet direct aan de Nigeriaanse overheid. In plaats daarvan worden de projecten uitgevoerd door zogenoemde implementing agencies.
Opvallend is het verschil tussen de implementing agencies van EU-fondsen en van individuele Europese landen. Europese landen geven het leeuwendeel van hun geld uit via hun eigen agentschappen (bijvoorbeeld hun ontwikkelingsagentschappen of politiediensten): in totaal (in Nigeria en de regio) zo’n 80 procent.
De Brusselse potjes worden veel vaker via multilaterale organisaties uitgegeven. VN-organisaties (IOM, Unicef, UNHCR, UNODC, ILO) en de intergouvernementele denktank ICMPD ontvangen in Nigeria en de regio zo’n 60 procent van de EU-financiering.
Non-gouvernementele organisaties (ngo’s) en private partijen (zoals consultants) ontvingen 89 miljoen aan fondsen van de EU: ongeveer 13 procent van het totale bedrag. Dat is meer dan ze krijgen van Europese landen: slechts 36 miljoen, ofwel 9 procent van de totale besteding.
Verreweg de grootste implementing agency in Nigeria is GIZ, het Duitse ontwikkelingsagentschap. Het is óók de belangrijkste ontvanger van regionale fondsen die Nigeria raken. Wij vonden voor GIZ ten minste 438 miljoen euro aan projecten in Nigeria en de regio.
Een andere opvallend grote speler is het bedrijf DAI Europe Ltd, dat door het Verenigd Koninkrijk wordt ingehuurd om in de Nigerdelta lokale markten te stimuleren ‘to help address the root causes of outward migration’.*
Tot slot is de VN-organisatie voor migratie (IOM) een cruciale speler in het Nigeriaanse migratielandschap. Ze is betrokken bij zo’n 20 procent van de projecten die we in Nigeria vonden. Vaak zijn die projecten gericht op grensbewaking: zo heeft Duitsland twee projecten lopen via het IOM om een datasysteem te ontwerpen voor de Nigeriaanse immigratiedienst. Met Nederlands geld zet IOM voor diezelfde dienst een trainings- en kenniscentrum op. En met Deens geld wordt een beter digitaal systeem voor douaniers op Nigeriaanse vliegvelden ingevoerd.
Is noodhulp voor ontheemden en vluchtelingen ook een migratieproject?
Om de migratieprojecten in context te plaatsen, documenteerden we ook alle niet-migratie-gerelateerde projecten in Nigeria die we konden vinden. Dat gaat nog altijd om een stuk meer geld: bijna 4,9 miljard euro.
Een groot deel hiervan, maar liefst een derde, is noodhulp. En daar wordt het interessant.
Sommige landen rekenen hun noodhulp aan Nigeria namelijk (deels) als migratieproject: in Nigeria wordt 41 miljoen euro aan noodhulp tot ‘migratie’ gerekend. Het grootste EU-migratiefonds in Afrika, het EUTF, omvat ook tientallen noodhulpprojecten.
Maar de meeste landen geven noodhulp aan ontheemden of vluchtelingen, en noemen dat géén migratiehulp (in Nigeria zeker 90 miljoen euro).
Deze discussie klinkt misschien triviaal – een kwestie van labeltjes – maar is op dit moment hét gespreksonderwerp in de wandelgangen van EU-bureaucraten. Daar wordt namelijk gewerkt aan een nieuw ontwikkelingsfonds (à 90 miljard euro!) waarvan 10 procent – zo lijkt nu de voorlopige overeenkomst – geoormerkt zal worden voor ‘migratie’. Wat mag daar dan uit betaald worden? Alleen ‘echte’ migratieprojecten, zoals het terugvliegen van migranten of bewustwordingscampagnes? Of ook noodhulp aan vluchtelingen?
En grensbewaking? Mag daar ontwikkelingsgeld heen gaan?
Over deze vragen zijn Europese landen het nog niet eens.
Nog maar het begin…
Deze update raakt natuurlijk nog maar – vergeef ons de ongeïnspireerde metafoor – het topje van de Europese migratie-ijsberg. Er zijn nog heel veel vragen die we, met dit overzicht als startpunt, kunnen proberen te beantwoorden.
Hoeveel van dit geld komt bijvoorbeeld via implementing agencies bij private partijen terecht? Zeker op het gebied van grensbewaking?
Wordt ontwikkelingshulp die voorheen aan andere doelen werd besteed nu ingezet om migratie te stoppen? Wat heeft dat voor effect?
Bereikt dit geld de gestelde doelen? Hoe bewijs je dat een werkgelegenheidsproject in Nigeria tot minder migratie naar Europa leidt?
Is deze aanpak duurzaam op de lange termijn, of wordt migratie een troef voor Afrikaanse leiders die op zoek zijn naar Europese steun?
En hoezo zijn de Duitsers zo overweldigend aanwezig in Nigeria?
Wij gaan hiermee verder. En ben je nu zelf een onderzoeker? Laat het ons dan vooral weten als je mogelijkheden ziet om deze data te gebruiken – wij zijn benieuwd naar ieders input en uitkomsten!
Dit artikel is tot stand gekomen met steun van het Money Trail-project, ondersteund door de Nationale Postcode Loterij.