Wat de boze boer en de klimaatactivist met elkaar gemeen hebben
Boze boeren gaan de komende dagen meermaals actievoeren tegen het stikstofbeleid. Sommigen dreigen met blokkades. De agrariërs krijgen meer steun dan klimaat- of antiracisme-activisten. Waarom is dat? En is er niet een manier om die verschillen te overbruggen?
Op vrijdag de dertiende december protesteren boze boerenactivisten weer in Amsterdam. Het protest is in goed overleg met de stad georganiseerd. Toch vreest het bestuur van de hoofdstad voor ongeregeldheden. En dat is niet zo vreemd.
Afgelopen maanden raasden boeren met tientallen tractoren het Malieveld over. Ze protesteerden tegen het voorstel van D66 over het inkrimpen van de veestapel om de stikstofuitstoot te verminderen en zetten met hun protest heel Nederland even op z’n kop.
De boerenactivisten werden massaal toegejuicht. Politici en media buitelden over elkaar heen om aandacht aan hen te besteden. Opvallend, want bij veel andere demonstranten gaat dat wel anders.
AD-verslaggever Roel Maalderink vroeg in een ‘voxpop’ wat mensen van het boerenprotest vonden, van snelwegblokkades tot aan illegaal protest. Keer op keer kreeg hij deze reactie: ‘Gewoon hun gang laten gaan’. Maar klimaatdemonstranten? Die moesten steevast wél hard aangepakt worden.
Ik vroeg me af waarom het boerenprotest meer steun krijgt dan bijvoorbeeld de klimaat-, leraren- en antiracismedemonstraties. Is er een verschil in acceptatie tussen verschillende demonstranten? En als dat zo is, wat zegt dat dan over de Nederlandse samenleving, en hoe we tot oplossingen kunnen komen?
Om daarachter te komen sprak ik met een protestonderzoeker, een verslaggever die de boerenonvrede al sinds de zomer volgt en een CDA-Statenlid dat tevens boerin is.
Begin van het protest
Het boerenprotest vlamde op in september toen landbouwwoordvoerder Tjeerd de Groot van regeringspartij D66 voorstelde om de Nederlandse veestapel te halveren.
Zijn plan kwam niet uit de lucht vallen. Eind mei had de Raad van State al een streep door het stikstofbeleid van het kabinet gezet – er werden te veel vergunningen verleend aan boeren en bouwers die voor schadelijke hoeveelheden stikstof in het milieu zorgden. En dat gaat ten koste van de natuur in Nederland. Pas als stikstofuitstoot wordt beperkt, mogen er opnieuw vergunningen worden uitgeven.
Tijd om de landbouw eens flink aan te pakken, vond D66.
Boeren lieten het plan van Tjeerd de Groot niet zomaar over hun kant gaan. Actiegroepen Agractie en Farmers Defence Force (FDF) organiseerden grootschalige protesten. Aan het begin verliepen die voorspoedig, maar al snel werden de demonstraties grimmiger en gewelddadiger.
Politici als Jesse Klaver (GroenLinks) en minister van landbouw Carola Schouten (ChristenUnie) werden uitgescholden – op spandoeken stonden ook nog eens intimiderende en seksistische bedreigingen richting de minister. In Groningen ramden activisten de deur van het provinciehuis in om bestuurders onder druk te zetten, hingen ze buiten een galg op en raakte een losgeslagen boer bijna een fietser met zijn tractor.
Je zou verwachten – ik zou verwachten – dat politiek en politie deze ongeregeldheden hard veroordeelden. Maar dat gebeurde nauwelijks.
Sommigen zijn gelijker dan anderen
In een column in NRC schreef ik dat de ene demonstrant ‘gelijker’ dan de ander lijkt te zijn. Een knipoog naar Animal Farm van George Orwell. In die roman komen – ironisch genoeg – boerderijdieren in opstand tegen de tirannieke boer. Uiteindelijk nemen de varkens de rol van de tiran over. ‘Alle dieren zijn gelijk, maar sommige zijn gelijker dan anderen.’
Op mijn stuk kwamen bevestigende, maar veelal woedende (en soms zelfs hatelijke) reacties. Mijn vergelijking zou niet kloppen. Ik wilde nader onderzoek doen en belde met Tashina Blom. Blom is promovendus en volgt de onderzoeksmaster Cultural Analysis. Daarvoor doet ze onderzoek naar protesttactieken en de effectiviteit daarvan.
Zij constateert dat er wel degelijk een verschil te zien is in de reacties van burgers, politici en media op verschillende demonstranten.
‘Het idee lijkt te zijn dat de boer een “gewone burger” is die zijn democratisch recht uitoefent door actie te voeren, terwijl voor andere groepen demonstranten die identificatie als “burger” niet voorkomt in de berichtgeving in media. Zij worden automatisch omgedoopt tot “activist”, een woord dat zelden wordt gebruikt in relatie tot de boeren.’
Blom vertelt dat uit het verleden blijkt dat extreem en illegaal protest om druk op de overheid uit te oefenen werkt, vooral als groepen de publieke opinie mee hebben. Het boerenprotest zou daar een voorbeeld van zijn. ‘De aandacht van de politiek laat zien dat pressiemiddelen werken en dat je soms zwaarder geschut nodig hebt. Over de opstootjes in Groningen zeiden een aantal boeren zelf: “Soms moet je je tanden laten zien”.’
De politie is coulanter naar sommige actievoerders
Friesland trok in oktober onder druk van boeren de steun in voor het stikstofbeleid dat met het kabinet was afgesproken. Dat ging over strengere regels met betrekking tot vergunningen voor veehouderijen. VVD-Kamerlid Mark Harbers verklaarde ook ineens dat er naar ‘andere oplossingen’ gekeken zou moeten worden.* Je tanden laten zien kan dus positief resultaat opleveren.
Maar dat lijkt niet voor elke demonstrant te werken.
Net zoals boeren begin oktober met tractoren voor duizend kilometer file zorgden, ontregelden honderden klimaatactivisten van de radicale klimaatactiegroep Extinction Rebellion het verkeer in Amsterdam. Ongeveer 130 van hen werden aangehouden en zes uur vastgezet. Maar de boeren? Die werden aangemoedigd en toegewuifd door andere verkeersdeelnemers. Bij de wegblokkade van de A12 werd niemand gearresteerd. Ook bij het boerenprotest in Groningen werd maar één persoon gearresteerd.
Politiewoordvoerders laten in de media weten dat ze minder hard optreden om de veiligheid te waarborgen en escalaties te vermijden.*
Klinkt logisch. Maar het verklaart niet waarom ik op sociale media zag hoe agenten gezellig kletsten, demonstranten toejuichten en zelfs foto’s met hen maakten.
Omdat de online werkelijkheid misleidend kan zijn, vroeg ik journalist Karel Smouter naar zijn bevindingen. Hij is correspondent Oost-Nederland voor NRC en volgt alles wat er in die regio gebeurt op de voet. Daardoor had hij al vroeg contact met de protesterende boeren, via onder meer WhatsApp- en Facebookgroepen waaraan hij deelneemt.
Ook hij verbaasde zich over de reactie van de politie.
‘In de oproepen van de boeren zag je allemaal mensen opscheppen over de goede band die ze met de politie hadden. Een voorbeeld daarvan is dat sommige agenten het oké vonden dat ze stickers van Farmers Defence Force op hun automaten of spullen plakten. Dat was echt onvoorstelbaar om te zien’, deelt Smouter.
Radicaal-rechts haakt aan
Onderzoeker Tashina Blom denkt dat er verschillende redenen zijn voor het verschil in omgang met de boerendemonstranten. Zo zijn veel zichtbare boerenactivisten boze witte mannen en zou er in het publieke debat veel ruimte zijn voor de woede van ‘de boze witte man’. Maar ook het geromantiseerde beeld dat er van boeren heerst speelt mee.
‘De boer wordt als symbool van nationale trots gezien. De populistische retoriek van de “gewone hardwerkende boer” die getroffen wordt door Haagse politiek of Europees beleid is minder aan de orde bij leraren of de klimaatbeweging. Dat komt ook door het romantiserende idee van de arme boer die ons voedt. Een soort authentieke arbeidersklasse.’
Maar boeren hebben gemiddeld een besteedbaar inkomen van 45.000 euro * en 18 procent is miljonair. Daarbij ontvangen velen Europese subsidies. Tijdens de demonstraties kregen zij ook financiële ondersteuning van grote agrobedrijven die een vinger in de pap hebben.
Toch worden de boeren neergezet als slachtoffers van het huidige Europese overheidsbeleid uit de arbeidersklasse.
Daarom zie je radicaal-rechtse politieke leiders als Thierry Baudet en Geert Wilders (hoewel die laatste voor het afbouwen van de bio-industrie was)* letterlijk op de bandwagon springen.
Oost-Nederland-verslaggever Smouter constateert dat de boeren op hun beurt ook openstaan voor radicaal-rechtse partijen. ‘Je moet niet onderschatten dat ze tot op bepaalde hoogte de sympathieën van deze partijen delen’, vertelt Smouter. ‘Als je naar de laatste verkiezingen kijkt, was FvD verrassend groot in agrarische gebieden. Thierry Baudet en Theo Hiddema zijn het land in geweest om kiezers te winnen. Zij zagen toen al: hier zit potentieel.’
Die sentimenten waren duidelijk terug te zien tijdens de protesten. Op banners en online kwamen populistische en xenofobische teksten over fake news, linkse politici en migranten voorbij. Deels vanwege de betrokkenheid van extreemrechtse groeperingen die zich bij de demonstraties aansloten, maar ook van een deel van de protesterende boeren zelf.
Wat nu naar boven komt, borrelt al jaren
Maar dit is niet het hele verhaal. Veel boeren protesteren omdat de overheid hen al jaren om de oren slaat met veranderend beleid. En terwijl een percentage miljonair is, zijn er natuurlijk meer die dat niet zijn.
Willemien Koning-Hoeve, CDA-Statenlid, voormalig VN-Vrouwenvertegenwoordiger én boerin attendeerde mij op mijn ‘Randstedelijke blik’ die voor blinde vlekken kan zorgen. ‘De gemiddelde boer wil perspectief, er komen steeds nieuwe regels en zij moeten dan steeds investeren. Dat komt hard aan en brengt economisch geen vooruitzicht.’
Smouter beaamt dat. ‘Wat je nu aan de oppervlakte ziet komen, is denk ik ook het resultaat van het jarenlange negeren van alles achter Amersfoort. Tien miljoen Nederlanders wonen niet in de Randstad.’
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje
Dat wil niet zeggen dat de ongelijke behandeling door de politie gerechtvaardigd is. Jurist Berend Roorda, gepromoveerd op het recht om te demonstreren, stelde in verschillende media aan de kaak hoe het niet-optreden tegen openlijke geweldpleging van demonstranten het demonstratierecht kan ondermijnen.
Het vergelijken van protesten is natuurlijk geen exacte wetenschap. Waarom dan überhaupt een vergelijking tussen protesten maken, vroegen sommigen die ik sprak zich af.
Er is geen perfecte actiegroep. Op elke beweging valt wel kritiek te leveren. Zo zijn klimaatdemonstranten vaak te elitair, wit, academisch en soms te radicaal. En binnen de gelederen van antiracismegroepen heersen vaak dezelfde machtsdynamieken als daarbuiten. Mannen op de voorgrond en als je op een of andere manier niet tot de norm behoort, delf je vaak het onderspit.
Het vechten voor de eigen groep, de groep waar je je het meest mee kunt identificeren, is iets wat je binnen elke protestgroep terugziet.
Maar hoe die verschillende protestgroepen zich gedragen en behandeld worden, zegt iets over de tijd waarin we leven. Over van wie het getolereerd wordt als ze aanspraak maken op bepaalde rechten, en van wie niet.
Op het eerste gezicht lijkt het of al die actiegroepen elkaar in de weg zitten. Maar je kunt er ook anders naar kijken. Ze hebben namelijk ook veel gemeen. Elke actiegroep, demonstrant en burger wordt geconfronteerd met de grote vraagstukken van deze tijd: een groeiende kloof tussen arm en rijk, dreigende klimaatcrisis, sociale ongelijkheid.
Sommige demonstranten zijn representatief voor de macht en de status quo en sommige voor nieuwe groepen die minder invloedrijk zijn
Sommige demonstranten zijn representatief voor de macht en de status quo en sommige voor nieuwe groepen die minder invloedrijk zijn. Iedereen is daarbinnen op zoek naar antwoorden over de eigen toekomst. Ook boerenactivisten.
Daarover zegt Smouter: ‘Eerlijk gezegd denk ik dat als je delegaties van Kick Out Zwarte Piet en Farmers Defence Force bij elkaar in een ruimte zet, en je laat ze praten over wat er allemaal onder ligt, dat ze elkaar herkennen in het gevoel over het hoofd te worden gezien door wat je “de spraakmakende klasse” zou kunnen noemen.’
Alleen blijft het lastig common ground te vinden als sommige actievoerders hun medemens als schuldige of inferieur aanwijzen, in plaats van het gedeelde lot binnen de veranderende samenleving te zien.
Radicaal-rechts populisme speelt daarop in en politieke leiders weigeren de hand in eigen boezem te steken over jarenlange afbraak van de verzorgingsstaat, of eerlijk te zijn over de concessies die de uitdagingen van deze tijd vereisen. Bijvoorbeeld als het op de vervuiling van de bio-industrie aankomt.
Dit keer willen de boeren voor iets strijden
De demonstratie van vrijdag de dertiende klinkt wellicht wat onheilspellend. Maar de activisten van Agractie – die als gematigder worden gezien dan Farmers Defense Force – zeggen in gesprek te willen gaan met Amsterdammers. Met deze demonstratie strijden ze namelijk niet tegen maar voor iets, namelijk begrip voor hun situatie van mensen in de stad.
Smouter verwacht dan ook dat de manifestatie van vrijdag rustig verloopt. Tenzij de radicale boerenactivisten van Farmers Defense Force komen opdagen. ‘Dan kan het alsnog uit de hand lopen. Die groep heeft samen met twaalf andere landbouworganisatie vier gesprekken met ministers gevoerd, maar zijn zin niet gekregen. In hun persbericht spraken ze in termen als “prepare for battle”. Zij zouden dit protest nog weleens kunnen kapen.’
Recentelijk liet Farmers Defense Force ook weten rond Kerst een voedselblokkade te willen houden, Schiphol plat te willen leggen of het verkeer opnieuw te willen blokkeren, mogelijk op 18 december. Dit terwijl er al gesprekken met premier Mark Rutte en minister Carola Schouten gepland staan.
Volgens Smouter is het protest van vrijdag na de afgelopen maanden dé testcase voor hoe er omgegaan wordt met demonstranten en het demonstratierecht. Amsterdam heeft al te kennen gegeven streng op te treden bij ongeregeldheden.
Wanneer ik vraag of hij denkt dat gematigde boerenactivisten open zullen staan voor gesprek met tegendemonstranten, twijfelt hij. ‘Ik denk dat ze wel openstaan voor gesprek met andere demonstranten, maar alleen op hun voorwaarden en als ze niet als dierenmishandelaars behandeld worden.’
Wat alle demonstranten bindt: onvrede
Terwijl boerenactivisten weer de straat opgaan, is het belangrijk bewust te zijn van het verschil in ontvangst van verschillende demonstranten. Maar ook van de overeenkomsten in de onvrede.
Het antwoord op vooruitgang vind je niet als iedere groep enkel voor zichzelf gaat
Het is duidelijk dat veel andere groepen in de samenleving te lijden hebben onder veranderend beleid of slecht leiderschap. Zo hebben boeren die wel verduurzamen vaak te maken met lege beloftes vanuit de overheid.
En ook als het gaat om het uitvoeren van de aangenomen klimaatdoelstellingen, het toekomstperspectief van leraren en verpleegkundigen en het maken van een vuist tegen racisme, komt van de overheid geen duidelijk antwoord. In dat laatste geval blijft het überhaupt stil vanuit de overheid. Demonstranten van Kick Out Zwarte Piet ontvangen bedreigingen, soms zo ernstig dat ze om veiligheidsredenen niet in de buurt van hun kinderen komen.* Maar een uitnodiging van premier Rutte blijft uit.
Het antwoord op vooruitgang vind je niet als iedere groep enkel voor zichzelf gaat, maar juist als men zoekt naar de overeenkomsten tussen henzelf en de mensen die ver van hen vandaan lijken te staan. Een veranderende samenleving heeft groeipijnen. Je moet er samen doorheen om tot wasdom te komen.
Makkelijker gezegd dan gedaan, natuurlijk. Maar kunnen demonstreren voor jouw recht en daarin gelijkwaardig behandeld worden, is wellicht een goed begin.