Schrijf je nu in voor mijn nieuwsbrief over beeld
Als een van de beeldredacteuren van De Correspondent houd ik me dagelijks bezig met het zoeken van beelden bij onze verhalen.
Veel van onze correspondenten schrijven nieuwsbrieven als aanvulling op hun verhalen. Zo houden ze je op de hoogte van waar ze mee bezig zijn. En geven ze inzicht in delen van hun onderzoek die ze niet direct kwijt kunnen in hun verhalen.
Vanuit de beeldredactie ga ik hetzelfde doen, maar dan als aanvulling op het beeld dat we publiceren. Waar nodig voorzien we de beelden al van context, bijvoorbeeld in onderschriften of een korte uitleg onder het stuk. Maar in veel gevallen valt er zoveel meer te zeggen. Niet alleen over de beelden zelf, maar ook over het idee erachter, het proces waarin ze tot stand zijn gekomen of hun verhouding tot de geschreven verhalen.
In deze nieuwsbrief geef ik een kijkje achter de schermen en deel ik in bredere zin mijn enthousiasme over alles wat met kijken te maken heeft. Want kijken doen we (bijna) allemaal, maar in wat we zien, verschillen we van elkaar – en kunnen we van elkaar leren.
Een kip in New York
Hoever die verschillen strekken realiseer ik me weer eens wanneer collega Tamar Stelling me vertelt over een kip in New York. Het verhaal gaat dat een groep antropologen filmbeelden van de moderne wereld liet zien aan een aantal inwoners van Papoea-Nieuw-Guinea. Deze mensen hadden nog nooit een stap buiten de jungle gezet, dus de onderzoekers waren benieuwd hoe ze zouden reageren op beelden van wolkenkrabbers, auto’s, bruggen en vliegtuigen. Na een uur vroegen de onderzoekers de Papoea’s wat ze hadden gezien.
Een kip.
De onderzoekers reageerden verbaasd. Voor zover ze wisten kwam er geen kip in de film voor. Hadden de Papoea’s de vorm van een kip herkend in iets anders? De Papoea’s bekeken de film opnieuw. Wat bleek: een fractie van een seconde verscheen er een man in beeld met in zijn armen, inderdaad, een kip.
De anekdote illustreert hoezeer onze persoonlijke ervaringen en culturele achtergrond bepalend zijn voor wat we zien. Dat er kleine verschillen bestaan in hoe mensen hetzelfde beeld interpreteren verrast me niet. Maar dat de beleving van een beeld zo radicaal anders kan zijn, vind ik mateloos intrigerend. Het dwingt je om je eigen blik te relativeren en benadrukt dat zien geen aangeboren vaardigheid is, maar een aangeleerde.
Een omgewoelde akker, vijf schapen en munitie voor een klapperpistool
En dat zien aangeleerd is, betekent dus dat je er beter in kunt worden. Of in ieder geval dat je met je huidige blik kunt variëren. Wie dit naar mijn idee beter heeft begrepen dan wie ook, is de Zwitserse kunstenaar Batia Suter. We publiceerden fragmenten uit haar Parallel Encyclopedia bij het stuk van Lynn Berger over hoe metaforen ons denken bepalen.
Jarenlang verzamelde Suter beelden die om een of andere reden haar aandacht grepen. Vervolgens ordende ze de beelden, niet op onderwerp of hun oorspronkelijke functie, maar op basis van hun visuele eigenschappen.
Zo belandt een omgewoelde akker naast vijf schapen. En daarnaast de munitie van een klapperpistool. Plotseling doet de akker denken aan een schapenvacht. En in de munitie van het klapperpistool zie ik een schaap in de meest abstracte vorm. Het schaap uit mijn kindertekeningen.

Veel van de beelden uit Suters vuistdikke Parallel Encyclopedia illustreerden eerder wetenschappelijke publicaties, dienden als bewijsmateriaal voor een of andere claim, ter vereeuwiging van historische voorwerpen of voor de verkoop van producten. Kortom, functioneel beeld met een duidelijke toepassing. Dit gebruik schept inhoudelijke verwachtingen en strakke kaders voor de interpretatie van de beelden. Maar binnen Suters speelse sortering worden de beelden van die kaders bevrijd. Haar associatieve manier van ordenen creëert ruimte voor nieuwe of andere betekenissen.
De bosjes in
Terwijl ik verder blader, passeer ik de volgende pagina’s:


De beelden linksboven, Mondriaans boom en de foto van sterren in de zogenoemde Orionnevel, doen me denken aan een derde beeld: een microscopische weergave van verbindingen tussen hersencellen.
Zulke verbindingen – die we associaties noemen – vormen een netwerk dat bestaat uit stevige, en meer fragiele lijnen. Zie het als paden die door ervaringen worden gebaand. Hoe vaker een route bewandeld is, hoe steviger de verbinding. En hoe makkelijker het wordt die route opnieuw te volgen.
Zo komen we aan denkpatronen. Het zijn de routes die je het meest bekend zijn. De wegen van de minste weerstand.
Dit soort patronen bestaan ook in ons denken over beeld. Ze definiëren hoe we met beelden omgaan, bepalen inhoudelijke verwachtingen en sturen onze aandacht bij het kijken. Zie de kip.
Maar Suter doet het anders. Ze omzeilt de gebaande paden. In plaats daarvan volgt ze zijpaadjes en duikt hier en daar de bosjes in.


Suters Parallel Encyclopedia is het resultaat van een soort spelend kijken. Door eindeloos schuiven ontdekt ze beeldcombinaties met een onverwacht interessante wisselwerking. Een waarbinnen nieuwe associaties en inzichten ontstaan.
Als beeldredacteur streef ik precies hetzelfde na. Maar dan door verrassende beeldkeuzes bij de geschreven verhalen.
Bewust op zoek naar verbanden
Een recent voorbeeld is het beeld van Catarina Botelho bij Lynns stuk over de hedendaagse zorgcrisis. Een klassieke beeldkeuze bij een stuk over zorg zou een portretserie van verplegers of mantelzorgers zijn. Of een fotoreportage over iemand die lijdt onder de makken van het systeem.


In letterlijke zin gaan deze sobere portretten van een beslapen kussen niet over zorg, maar geplaatst naast Lynns woorden gaan ze ineens wél over zorgzaamheid en ondersteuning. In de rimpels van de sloop herken ik de bereidheid van een zorger om zich te vormen naar andermans behoefte. En hoewel de slaper nooit in beeld is, gaan de beelden over intiem contact.
Het zou ook kunnen dat je heel andere associaties hebt bij de combinatie van dit beeld met dit verhaal. Die zijn net zo waardevol. Het gaat erom dat je bewust op zoek gaat naar verbanden door actief te kijken. Pas dan wordt beeld in plaats van een plaatje bij een praatje, een extra ingang in onze journalistiek.