De scout die PSV verlaat voor een club zonder naam
Een tijdje geleden vroeg Thomas Schaling, scout bij PSV, of ik tijd had voor koffie. Hij vertelde me dat hij een nieuwe baan had: hij werd hoofd scouting bij een nieuwe club – uit Charlotte, North Carolina – in de Amerikaanse Major League Soccer. Dat was begin december, deze week werd het nieuws officieel bekendgemaakt. Ik schreef er kort iets over.
Normaal zijn we bij De Correspondent niet zo van het breaking news. Maar in dit geval wilde ik een uitzondering maken, omdat ik Schaling drie jaar geleden al had geprofileerd. Omdat hij een buitenbeentje was (als niet-ex-prof met progressieve politieke denkbeelden), omdat hij goed kon praten over zijn vak, maar ook omdat ik vermoedde dat hij representant was van een opkomend type scout.
Waarom? Lees dat in het stuk.
Thomas Müller, Virgil van Dijk, Rudy Gobert
Ik heb een zwak voor goede spelers die eruitzien als slechte spelers. Of, anders gezegd, voor spelers die er niet uitzien als goede spelers. Leo Messi is fantastisch, dat ziet iedereen. Thomas Müller is ook fantastisch, maar dat zie je er niet direct aan af. Nederlandse voorbeelden: Virgil van Dijk, Marten de Roon, Dirk Kuijt.
Virgil van Dijk? Ja, nú is Van Dijk een wereldster, maar lange tijd was dat helemaal niet zo duidelijk. (Om het met het boek van natuurkundige-socioloog Duncan Watts te zeggen: Everything Is Obvious: Once You Know The Answer.) In het basketbal heb je zulke spelers ook. Voetbalscout Nikos Overheul stuurde me een clipje door van basketballer Rudy Gobert van Utah Jazz – een spelers wiens kwaliteiten relatief laat werden opgemerkt.
Gobert (wit shirt) staat in de bucket (het grijze gedeelte voor de basket), in een wedstrijd tegen de Brooklyn Nets. Kijk het filmpje één keer, twee keer, drie keer, en elke keer denk je: wat doet die Gobert nou zo goed? Drie spelers van de Nets komen in schotpositie, komen tegenover Gobert te staan, en lijken dan te denken: meh, toch maar niet.
Bij Gobert is dat blijkbaar geen toeval, maar een feature van zijn spel. Gobert is verdedigend zo goed dat de meeste spelers liever passen dan schieten, of uiteindelijk in zulke tijdnood komen dat ze een relatief kansarme poging wagen. Zijn bijnaam? De Stifle Tower. (De ‘Verijdeltoren’, maar de woordgrap werkt beter in het Engels.)
Lees-, kijk-, luistertips
- NRC Handelsblad publiceerde een groot verhaal over de voorzitter van Feyenoords raad van commissarissen, Toon van Bodegom. Er zit veel in het stuk en je kunt er dus ook veel uithalen: over Van Bodegom, maar ook over de club, en de manier waarop de club belangrijke beslissingen neemt. (Op basis van toevallige ontmoetingen op de golfbaan, onder andere.)
- Voor je volledige dosis Feyenoord: Martijn Krabbendam voegde daar een reportage aan toe vanuit Feyenoords trainingskamp. VI doet al decennia iets heel bijzonders: structureel van dichtbij verslag doen van zo'n beetje alles wat er bij de topclubs gebeurt. Natuurlijk, dat werk heeft ook zo zijn nadelen. Het is extreem lastig om voortdurend kritisch zijn op een club waar je vrijwel elke dag bent. Maar heel vaak komen er pareltjes van reportages voorbij, met verrassend veel detail, zoals in deze.
- In de Major League Baseball speelt zich momenteel een spionagedrama af. De Houston Astros zouden met camera's hebben gefilmd hoe catchers van de tegenstander signalen gaven aan de pitcher. Die informatie zouden ze hebben doorgespeeld aan de eigen slagmannen door op een vuilnisbak te slaan. De Major League-organisatie deed onderzoek en deelde zware straffen uit. De Astros ontsloegen hun manager en general manager. Ook een ex-speler en een ex-trainer van de Astros zijn hun baan bij hun nieuwe clubs kwijt. Het was, kortom, hommeles. De vraag is nu hoeveel winst de Astros, die bekendstaan om hun intensieve gebruik van data-analyse, uit het systeem haalden. En wat ze allemaal nog meer deden. Honkbal-Bellingcatters lijken een systeem met zendertjes op het spoor. Ofwel: stay tuned.
- De Britse premier Boris Johnson mag misschien kolderiek overkomen, snugger is hij zeker, zelfs als je het niet eens bent met zijn politiek. Zijn man-achter-de-schermen, Dominic Cummings, is vermoedelijk nog een stuk slimmer en interessanter. De Financial Times portretteerde hem.
- Als middelbare scholier las ik best vaak de ingrediëntensectie van verpakkingen. En leerde zo fijne woorden. 'Emulgator', bijvoorbeeld. Wat zou dat zijn? (NB Google bestond nog niet.) Onbetwiste topper was 'Arabische gom'. Niet alleen klonk het fantastisch spannend, het leek ook nog zo'n beetje overal in te zitten. Deze week stuitte ik op een verhaal over Arabische gom van Mare.
- Michael Lewis volgde in de winter van 1993/1994 een week speculant George Soros op een rondreis door Oost-Europa. Blijkbaar werd Soros zo pissig om dit stuk dat hij meteen het plan om Lewis een boek over hem te laten schrijven schrapte.