Het Dossier Staatsgeheimen is hierbij geopend. Naar welke geheimen zijn jullie benieuwd?
De overheid heeft duizenden geheimen. Die worden bewaard in archieven, maar komen na verloop van tijd in de openbaarheid. Wat zijn de feiten die vijftig of vijfenzeventig jaar geleden het daglicht niet konden verdragen? Wij gaan op zoek naar de spannendste, mooiste en verrassendste verhalen.
De overheid is een geheimzinnig beest. Hoewel het transparantie-ideaal in westerse democratieën breed wordt gedragen, herbergen onze ministeries en overheidsdiensten duizenden geheimen. Documenten en dossiers met het predicaat ‘zeer geheim,’ ‘geheim’ of ‘confidentieel’ liggen opgeslagen op overheidsdepartementen of, wanneer ze twintig jaar of ouder zijn, in de klimaat-gecontroleerde depots van het Nationaal Archief in Den Haag.
Het Nationaal Archief beheert 125 strekkende kilometer archiefmateriaal, waarvan het grootste deel openbaar is. Maar ongeveer 5 procent van de door departementen en overheidsinstellingen overgedragen stukken is (nog) niet toegankelijk. Deze dossiers blijven geheim om de staatsveiligheid te waarborgen, de ‘onevenredige bevoordeling of benadeling van personen of instanties’ te voorkomen, of om de privacy te beschermen van individuele, nog levende personen.
Dat zijn geen geringe belangen natuurlijk. Velen zijn het erover eens dat overheden, om goed te kunnen functioneren, een zekere mate van geheimzinnigheid en geheimhouding nodig hebben. Besluitvorming bijvoorbeeld verloopt soepeler wanneer niet iedereen kan meekijken met het proces van wikken en wegen. Een geheime inval in, om maar wat te noemen, de compound waar Osama Bin Laden zich ophoudt, heeft alleen kans van slagen als daar van te voren niets over bekend is.
Hoe kunnen burgers de macht controleren en hun stem uitbrengen als zij niet volledig geïnformeerd zijn?
Tegelijkertijd lijkt geheimhouding in tegenspraak met de meest basale uitgangspunten van de democratie. Want hoe kunnen burgers de macht controleren en hun stem uitbrengen als zij niet volledig geïnformeerd zijn? Voor klokkenluiders als Edward Snowden en organisaties als WikiLeaks is het openbaren van staatsgeheimen daarom het hoogste doel.
Maar er is nog een factor die uiteindelijk alle staatsgeheimen prijsgeeft, en dat is tijd. Volgens de Nederlandse Archiefwet moeten namelijk álle overheidsdossiers na een periode van 25, 50 of 75 jaar openbaar worden gemaakt. Ieder jaar komen er dus weer nieuwe dossiers waarvan de geheimheidsdatum is verstreken in de openbaarheid. Begin dit jaar, op wat ‘openbaarheidsdag’ wordt genoemd, werden bijvoorbeeld geheimen uit 1938, 1963 en 1988 vrijgegeven. Wat ooit het daglicht niet kon verdragen, is dan plotseling voor iedereen toegankelijk – al moet je natuurlijk wel naar Den Haag afreizen om de dossiers in te kunnen zien.
De geheimen van weleer
In de serie ‘Dossier Staatsgeheimen’ ga wij de komende tijd op zoek naar verhalen uit deze voorheen gesloten dossiers. In het Nationaal Archief in Den Haag, maar ook in andere archieven in Nederland en België, zullen we ons buigen over de geheimen van weleer.
We gaan op zoek naar verhalen die ons begrip van gebeurtenissen uit het verleden kunnen vergroten. Maar ook naar verhalen die iets vertellen over de mechanismen van geheimhouding en openbaarheid zelf. Waarom vond de overheid vijftig jaar geleden dat dit rapport, dit dossier, of deze brief geheim moest blijven? Hoe wijs was dat besluit, bezien met de kennis van nu? En wat zegt het over onze beeldvorming?
Tegelijkertijd gaat de serie ook over het archief zelf – over de rol die archieven spelen in onze samenleving. In haar Ketelaarlezing vergeleek historicus Beatrice de Graaf in 2012 het archief met een tijdbom: een ‘vindplaats van onverwacht explosief materiaal.’ Een archief kan dat explosieve materiaal – het geheim – ‘in zijn binnenste koesteren, tot ontploffing brengen of ontscherpen, en speelt daarmee een cruciale rol in het proces van democratisch toezicht en controle op de uitvoerende macht,’ aldus De Graaf. Wij hopen de komende maanden niet alleen (al dan niet ‘ontscherpt’) explosief materiaal met jullie te delen, maar ook verrassende of zelfs ontroerende verhalen die deze archieven lange tijd hebben gekoesterd.
Naar welke verhalen kijken jullie uit?
Er staat al een aantal verhalen op stapel. Zo opent de serie volgende week met een bezoek aan het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), waarin de dossiers zijn opgeslagen die na de Tweede Wereldoorlog werden aangelegd over, onder meer, vermeende collaborateurs. Ook zullen we aandacht besteden aan speculaties en vragen die rondzoemen rondom het – nog niet volledig geopenbaarde – dossier over de militaire missie in Suriname in de jaren tachtig. We gaan naar Brussel, onder meer om het Rijksarchief aldaar te vergelijken met dat in Den Haag. En we zullen een stuk wijden aan de geheimen – voormalig en hedendaags – van ons geheimzinnige Koningshuis.
Maar de archieven in Nederland en België herbergen natuurlijk heel veel meer geheimen. We zijn dan ook zeer benieuwd of jullie suggesties hebben – voor onderwerpen waar jullie meer van af willen weten, of dossiers die volgens jullie wel eens iets opzienbarends zouden kunnen bevatten. Naar welke staatsgeheimen kijken jullie uit?
Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten, en kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.