Onze avatars hebben een nieuwe stijl. Nieuwsgierig waarom?
De stijl van onze avatars was toe aan een opfrisbeurt. Dit is niet de eerste keer dat we de stijl vernieuwden. Maar wat eerder verbeteringen leken, bleek het tegenovergestelde te zijn. Tijd voor een beknopte geschiedenis van dit elementaire onderdeel van onze huisstijl.
Vanaf vandaag zul je op steeds meer plekken onze avatars in een vernieuwde stijl tegenkomen. De avatars zijn die portrettekeningen van onze correspondenten, redacteuren en andere collega’s bij De Correspondent.
Waarom? Het korte antwoord: de stijl was na bijna zeven jaar aan een opfrisbeurt toe.
Voor het langere antwoord moeten we terug naar de oorsprong van dit elementaire onderdeel van onze huisstijl.
Tijdloos vanaf het begin
Het was eind 2012 toen Rob Wijnberg en Harald Dunnink elkaar vonden. Het zou een kennismaking van een uurtje of twee zijn. Het liep uit op urenlang dromen over een medicijn tegen de waan van de dag.
Als ik de verhalen over de begindagen terug hoor, klinkt het als liefde op het eerste gezicht. Rob bevlogen over de inhoud. Harald bevlogen over de vorm die deze moest krijgen. Van nieuws naar nieuw. Van incidenten naar structuren. Advertentievrij. Auteursgedreven.
Trouwe leden weten precies waar ik het over heb. Om de vaart erin te houden, snij ik wat bochten af en spring direct naar de vormgeving.
Een auteursgedreven medium vraagt om portretten van de mensen die het maken. Als de correspondenten een hoofdrol spelen in het concept, dan moeten ze dat ook spelen in de huisstijl.
Harald had voor portretfoto’s kunnen kiezen. Maar daar zitten nadelen aan. Foto’s zijn momentopnames en daardoor niet tijdloos. Voor zo’n fundamenteel onderdeel van de huisstijl is dat niet wenselijk. Het is bovendien lastig om alle foto’s in dezelfde stijl en kwaliteit te houden, zeker als ze op veel locaties over een langere periode worden gemaakt.
Illustraties zijn dus een betere optie. Dat zijn geen letterlijke weergaven van de werkelijkheid, maar artistieke interpretaties. Het maakt ze tijdlozer, en om de kwaliteit en stijl constant te houden, ben je alleen afhankelijk van de illustrator.
Het werd een van de pilaren van ons ontwerp: met de pastelkleuren onderscheidden we ons van andere online nieuwssites (waar juist harde kleuren gebruikelijk waren), met een vormgeving die draait om rust werd er een nieuwe plek voor inhoud en gesprek gecreëerd, en met de getekende portretten en het handgeschreven logo werd het persoonlijke en subjectieve aspect van onze journalistiek verbeeld.
Van foto tot tekening
De Franse illustrator Cléa Dieudonné heeft in de afgelopen zeven jaar al meer dan honderdvijftig avatars getekend. Ze tekent altijd op basis van enkele foto’s. Die werkt ze uit op een speciaal soort papier met een bepaald soort inkt en kwasten. Daarna scant ze het beeld in voor digitale bewerking.
Van sommige avatars zijn maar één of twee versies nodig, van andere wel acht of tien. Sommige gezichten zijn nu eenmaal gemakkelijker na te tekenen. Karakteristieke elementen, zoals een baard of bril, helpen een portret herkenbaar te maken. Precies lijken doet het nooit. Want een illustratie is geen portretfoto. Het is een avatar, een representatie van iemand in een online omgeving.
Kijk maar eens naar de neuzen in onze avatars. In het echt steekt een neus uit. Maar recht van voren, zonder diepte en schaduw, blijven alleen de neusvleugels en -gaten als vormen over. Het zijn minimale ingrediënten waarmee in de tekening een neus gesuggereerd wordt. Zo worden nog wel meer eigenschappen in de stijl van onze avatars weggelaten, zoals huidskleur, schaduw en diepte.
Maar een neus is niet hetzelfde als een huidskleur. Je kunt die niet zomaar simplificeren – en daardoor doen alsof-ie voor iedereen gelijk is. Want iemands huidskleur vertelt iets over iemands achtergrond en ervaringen in onze maatschappij. Een collega van kleur heeft bijvoorbeeld heel andere ervaringen met racisme dan een witte collega. Omdat wereldbeelden van onze correspondenten expliciet naar voren komen in onze journalistiek (we geloven niet in ‘objectiviteit’), wilden we hun achtergrond en culturele identiteit ook nadrukkelijker naar voren brengen in onze huisstijl. Ook dit was een belangrijke reden om onze avatars opnieuw te ontwerpen.
Transparant of wit?
Onze avatars zijn lijntekeningen. Zwarte inkt, verdund in grijstinten. De tekeningen zijn transparant. De achtergrondkleur waarop ze worden gebruikt, bepaalt per situatie de kleur van de avatar.
Op onze site kwam je tot vandaag diverse varianten tegen: op grijze, groene, witte of rode ondergrond. Zolang we echt consequent waren in het als transparant behandelen van alle avatars, was er geen probleem. Voor iedereen gold: huidskleur onbekend.
De eerste keer dat het bijna misging, was in 2018 met het maken van ons boek Dit was het nieuws niet, met de beste verhalen van onze correspondenten. In dat boek werden de avatars ook gebruikt, op een grijze ondergrond. Maar in een vroege drukversie waren de avatars zelf wit gemaakt, waardoor ze ineens niet meer transparant maar wit waren.
Ik denk dat dat het moment was waarop we het niet meer konden on-zien. Hoe gevarieerd de huidskleuren van collega’s ook zijn, in onze uitingen werd iedereen even groen, wit, grijs of rood.
En dat past niet bij onze journalistieke opvattingen. We gaan juist uit van de kracht van diversiteit in perspectieven, achtergronden en ervaringen, omdat we geloven dat deze samen vooruitgang mogelijk maken.
Licht, midden en donker
Voor de internationale campagne voor The Correspondent in 2018 maakten we een nieuwe huisstijl. Ook namen we de avatars onder handen. Samen met Cléa startte Harald de zoektocht om huidskleur onderdeel te maken van de avatars. Collega’s van kleur werden om feedback gevraagd. Het doel was dat zij zichzelf beter zouden herkennen in de stijl.
De oplossing werd gezocht in de suggestie van een lichtbron op het gezicht. Er kwamen drie varianten: licht, midden en donker. Achteraf is het moeilijk te begrijpen dat we toen dachten dat we de oplossing gevonden hadden. Want hoe wit of zwart iemand ook was, iedereen was nog steeds even transparant. De avatars hadden een suggestie van huidskleur gekregen, maar geen huid.
De échte verbetering
De lancering van de site van The Correspondent was het logische volgende moment voor een herkansing. Cléa, onze chef beeldredactie Yara van der Velden en Harald zijn afgelopen zomer opnieuw gaan experimenteren. Een proces waarin collega’s van kleur een nog grotere rol speelden. De uitdaging was om de herkenbare uitstraling te behouden, maar met de beperkingen van enkel zwarte inkt wel een oplossing te vinden waarin iedereen zich gerepresenteerd en gezien kon voelen.
De échte verbetering hebben ze gevonden: een combinatie van grijstinten in eindeloos veel gradaties voor iedereen (ook de witste collega’s), en nadrukkelijker gebruik van schaduw. Iedereen kiest zelf de grijstint. Vanaf nu heeft iedere avatar een huidtint, en dankzij de schaduwen ook meer diepte.
Sinds de lancering van The Correspondent zijn alle avatars die je daar ziet al in deze nieuwe stijl ontworpen. Het omzetten van alle avatars op De Correspondent kostte wat meer tijd. Vanaf vandaag voeren we het stapsgewijs ook door op alle onderdelen van De Correspondent.
Deze opfrisbeurt grijpen we meteen aan om in een apart overzicht alle niet-schrijvende collega’s te presenteren die De Correspondent mogelijk maken, zoals onze beeldredacteuren, redactiechef, office manager, uitgevers en ontwikkelaars. Zo krijgt iedereen die bij ons werkt naast een avatar ook een gezicht.