Podcast: Deze militair is luisterend majoor

Foto: Anouk van Kalmthout (voor De Correspondent)

Majoor Gijs van Eijsden werkt als geestelijk verzorger bij defensie. Als van militairen verwacht wordt dat ze alles geven voor de organisatie, lijf en leden, houdt hij de menselijkheid in het oog. Luister hier aflevering 3 van onze serie ‘De zingevers’.

Gijsbert van Eijsden had over onze podcast over gehoord en nodigde ons uit om langs te komen bij het wekelijkse appel op maandagochtend in de Majoor Koot Kazerne in Stroe. Van Eijsden werkt er als humanistische raadsman voor het leger.

Dat appel is een belangrijk moment: het is het begin van de week, waar het hele bataljon Bevoorrading en Transport samenkomt. Daarna doen ze altijd een veldloop van vijf kilometer, een moment van saamhorigheid. We zijn van harte uitgenodigd om mee te rennen.

Dat laatste slaan we beleefd af, maar we staan wel in alle vroegte op de appelplaats om getuige te zijn van dat gewichtige ogenblik, als een paar honderd man opeens strak in het gelid schuift, en een paar minuten later, even plotseling, ook weer massaal ontspant. Menselijk wordt.

We vangen een glimp op van Van Eijsden aan het werk; om solidair te zijn met ons gaat hij niet mee rennen, maar hij is wel in gevechtstenue, en mengt zich met de manschappen. Hier en daar een praatje maken, beetje dollen, mensen in de ogen kijken. Hij is one of the boys, en geniet er zichtbaar van. Contact maken, dat lijkt het sleutelwoord.

Het leger kan als een machine over je heenwalsen

Als we eenmaal binnen zijn, laat Gijs van Eijsden een andere kant zien: bedachtzaam, bijna aarzelend zoekend naar woorden. Dat is ook wat zingeving is: de zoektocht naar betekenis, iets wat je heel goed samen kunt doen. Hieronder lees je een greep uit ons gesprek – het hele interview kun je beluisteren.

Een bijzonder ritueel, dat appel…

‘Bij het appel wordt iedereen uitgelijnd. Daar zijn allemaal commando’s voor. Zo is het werk binnen defensie: je geeft lijf en leden weg om te gehoorzamen. Als geestelijk verzorger leer je op de militaire academie hoe je zelf zo’n groep moet aansturen. Dat was voor mij heel heftig, dat je mensen kunt aansturen alsof zij een tank zijn. Je geeft een commando en de boel gaat bewegen als één geheel, en loopt ook gewoon door. Als je de commando’s niet kent, lopen ze ook gewoon door tegen een muur aan, haha. Dat is de kracht van defensie. Het is een machine. En dat is tegelijk ook de schaduwkant. Het kan als een machine over individuele mensen heen walsen.’ 

Is dat het moment waarop jij binnenkomt als geestelijk verzorger? 

‘Dat is niet het enige, maar het gebeurt vaak dat mensen in de knel komen met de organisatie. Als er geen oog meer is voor de menselijkheid. En dat is eigenlijk wat ik mooi vind aan de geestelijk verzorger. Wij doen mee, we hebben een gevechtstenue aan, maar als het hele bataljon is aangetreden moet een leek kunnen zien: dat is een rare, die hoort er niet echt bij. Binnen dit bedrijf van mensen die echt dingen doen, ben ik een enorme dromer.’ 

Je bent uitgezonden geweest naar Irak. Hebt ook een medaille gekregen. Hoe was het daar?

‘Het was als een rare droom. Na die periode heb ik ook veel lucide dromen gehad, met geur, met beelden. Een half jaar van mijn leven heb ik samen met al die mensen geleefd in een vreemde context. Met ups en downs. Je wordt opgepakt uit de wereld waarin je oefent naar een wereld waarin het dus "voor het echie" is. Alles wat je geleerd hebt versterkt zich dan heel snel.’

Een van de heftigste dingen vond ik om samen met de officier personeelszaken een sergeant-majoor te ontwapenen

‘Het is dan de taak voor een geestelijke verzorger om mensen dicht bij zichzelf te houden, ondanks het feit dat ze 24 uur per dag binnen de krijgsmacht zitten en ook 24 uur per dag in een context waarin ze op een totaal andere manier gaan leven, denken, zien, praten.’ 

‘Een van de heftigste dingen vond ik om samen met de officier personeelszaken een sergeant-majoor te ontwapenen. Waarmee je het hele militair-zijn van iemand afneemt. Die man voelde zich zo slecht in die context, dat wij ons zorgen maakten over zijn gezondheid, en dat we in overleg met zorgprofessionals in Nederland besloten hebben dat hij geen wapens meer bij zich kon dragen.’

‘We hadden het zo opgedeeld dat mijn collega het aanzegde, en ook de wapens innam. En dat ik voor de menselijke kant zorgde. Dat er een scheiding is van het formele en het informele.’ 

Zodat er iemand is, een mens tegenover je die aandacht aan je besteedt als je net alles hebt moeten inleveren?

‘Ja, en ook om de personeelsofficier aan te sturen. Ik suggereerde dat die man zelf zijn wapen zou pakken en afgeven. Dat zijn kleine dingen waardoor iemand toch nog een gevoel van controle behoudt.’

‘Het gebeurt ook wel eens tijdens oefeningen op de schietbaan. Ik zie het gevaar dan ook niet. Dan ben ik weer de dromer. Ik zie, er staat een jongen op de schietbaan, die voelt zich niet lekker, dus laat ik er maar naartoe gaan. Naast hem gaan zitten en een praatje maken. Dat is een rare situatie, want de hele organisatie is bezig met veiligheid en de geestelijk verzorger is bezig met contact maken, en helemaal niet met veiligheid.’ 

Jij houdt je ook bezig met de ethiek van de organisatie. Ben je er een soort geweten van?

‘Dat vind ik een gevaarlijke uitspraak, want mensen hebben een eigen geweten. En daar ben ik ook humanist voor. Maar het kan zijn dat ik met andere ogen kijk. Dus ik heb hier veel te leren en de organisatie kan ook veel van mij leren. Eigenlijk ben ik de paradijsvogel van de eenheid. Dat is omdat ik zo ben. Ik kijk op een andere manier naar de werkelijkheid. Als iedereen hetzelfde pak aan heeft en zeker als er verlangd wordt dat "de neuzen dezelfde kant op staan". Het is goed als er ook een klein neusje de andere kant op staat.’

‘Ik heb weleens tegenover een commandant gezeten die zei: we moeten hetzelfde over dingen denken. Nou, volgens mij is het goed dat wij honderdtachtig graden verschillend kunnen denken, want daardoor krijg je een gezonde organisatie. Het is heel goed om af en toe radicaal tegen elkaar in te denken.’

Meer luisteren?