Het experiment tegen het geboortemaandeffect was een belachelijk groot succes (als we de steekproefgrootte negeren)
Bij FC Weesp stak de KNVB een teen in het water: de bond experimenteerde daar twee weken geleden met teams met een gemiddelde leeftijdsgrens. En dan nu de vraag: hoe werkt dit als er een competitie wordt gespeeld?
Twee weken geleden vond op de velden van FC Weesp een interessant experiment plaats. De KNVB testte een mogelijke manier om het geboortemaandeffect tegen te gaan: de average team age.
Het idee – aangedragen door Steve Lawrence, over wie ik in 2015 schreef – is simpel. De spelers van een team mogen gemiddeld niet ouder zijn dan een van tevoren bepaalde leeftijd. Op die manier voorkom je dat coaches vooral kiezen voor relatief oude kinderen.
Dat gebeurt nu immers. De selectieteams van veel clubs zitten vol met kinderen die zijn geboren in het begin van het jaar. Die zijn gemiddeld ouder en sterker, dus beter, en winnen meer wedstrijden. Het probleem is alleen dat ze niet talentvoller zijn. Dat wil zeggen: ze hebben niet meer potentie om later goed te worden.
En dat betekent weer dat er flink wat talentvolle kinderen uit de tweede helft van het jaar verloren gaan. Dat is niet alleen oneerlijk voor deze laatgeborenen, het is ook een verlies aan talent voor een voetballand. Geen wonder dat de KNVB openstaat voor experimenten met manieren om het effect te bestrijden.
En: werkte het in Weesp?
Natuurlijk: één avondje experimenteren in Weesp zegt niks. Maar wat er gebeurde, stemde de spelers, coaches en onderzoekers positief. ‘We gaan er de komende maanden mee door’, zegt FC Weesp-bestuurslid Leo Timmermans.
De spelers van Weesp waren ingedeeld in een groot aantal teampjes van vrijwel dezelfde gemiddelde leeftijd. Die speelden veel korte wedstrijden tegen elkaar. En wat bleek aan het einde? De oudere ploegjes en de jongere ploegjes hadden exact evenveel punten behaald: 1.44 punt per wedstrijd.
De oudere ploegjes en de jongere ploegjes hadden exact evenveel punten behaald: 1.44 punt per wedstrijd
Wacht: ouder? Jonger? We hadden toch gemiddelde leeftijden? Ja, maar er waren wel kleine verschillen. Eén team was bijvoorbeeld gemiddeld 9,98 jaar uit, een ander team 10,01 jaar. Als je telkens één team het label ‘oud’ en het andere team het label ‘jong’ gaf, dan nog was er volstrekte gelijkheid tussen deze teams. In de reguliere competitie ligt dit anders. Oudere teams halen* gemiddeld 1.52 punten, jongere teams 1.31.
KNVB-onderzoeker Jan Verbeek zegt er meteen bij dat de steekproef op zo’n avond zo klein is dat je de resultaten niet in de kop van je artikel kan zetten. Maar we gaan die wetenschappers natuurlijk niet alles laten bepalen, hè.
Hoe vonden de spelers het?
Hoe dan ook: het ging deze woensdag niet in de eerste plaats om de resultaten. De belangrijkere vraag was of de kinderen het fijn vonden om te doen en of de indeling praktisch haalbaar was, zodat er veel meer experimentele sessies gehouden kunnen worden.
Er zat namelijk een spannend element aan het experiment. Kinderen uit twee jaargangen speelden samen. Dat is bewust, want een aanpak van het geboortemaandeffect met gemiddelde leeftijd binnen een jaargang mist zijn doel.
Dat zit zo: om het gemiddelde van de ploeg rond het midden te houden, moet je voor elke speler uit januari een speler uit december kiezen. Een verbetering ten opzichte van hoe het nu is (vooral januari-maart-kinderen), maar met een flink nadeel: de spelers uit de latere maanden blijven altijd de jongsten – en ondervinden daar structureel nadeel van.
Werk je met twee jaargroepen, of zelfs drie, dan kun je meer variëren. Een kind uit december kan dan ook de oudste zijn, wat hem of haar een nieuwe beleving van het spel kan geven. Bovendien laat een opzet in twee jaargroepen meer ruimte om vroegrijpe of laatrijpe kinderen in een passend team te zetten. Immers: een vroegrijpe dertienjarige kan behoorlijk overeenkomen met een laatrijpe vijftien- of zelfs zestienjarige, om maar wat te noemen.
De vraag: werkt het in de competitie?
Terug naar Weesp. Het betekende dat er soms spelers op het veld stonden met 23 maanden leeftijdsverschil. Zo nu en dan was dat lastig, met name in de oudere teampjes (10/11 jaar), zegt Verbeek van de KNVB. Verder werd het experiment als prettig ervaren. ‘Maar ook dat hebben we nog niet structureel bevraagd. Het kan op zo’n avond natuurlijk ook een sociaal wenselijk antwoord zijn.’
Het kan op zo'n avond natuurlijk ook een sociaal wenselijk antwoord zijn
Ook daar weer niet te veel conclusies aan verbinden, dus. FC Weesp-bestuurslid Leo Timmermans brengt nog wat meer nuance aan: dit waren trainingspotjes. ‘De vraag is hoe dit werkt als het competitie is, als spelers en ouders meer spanning voelen.’
Dat is voor later. Het grotere punt: de dag was een succes, en de club besloot door te gaan met het experiment. Dit weekend volgden alweer nieuwe wedstrijdjes, en de rest van het seizoen gaat de club hier minimaal een avond per maand mee door.