De Correspondent leest voor
Jan van Poppel - Met dit beleid houden we geen natuur meer over
SoundCloud
Luister hier naar het voorgelezen verhaal

Op mijn zesde ging ik bij de scouting en zwoer ik de welpenwet: ‘Een welp speelt samen met anderen in de jungle. Een welp is eerlijk, vriendelijk en zet door. Een welp zorgt goed voor de natuur.’

Vol trots ratelde ik elke zaterdagochtend de wet op voor de groep. Ik begreep hem alleen niet. Vooral die laatste zin vond ik raar. Want waarom moest ik zorgen voor ‘natuur’ die er gewoon was? 

Mijn omgeving was heel vanzelfsprekend voor mij. Ik speelde vroeger in het bos, en dat was ‘gewoon’ zo. Ik fiets vaak met vrienden over die heide, en die heide ligt er ‘gewoon’. Mijn oma gaat elk jaar naar een huisje in een duingebied, en die zandduinen zijn er ‘gewoon’. Een vriend van me heeft net zijn duikbrevet gehaald, en die koraalriffen waren ‘gewoon’ heel erg mooi. 

Zo ‘gewoon’ is het allemaal niet, die natuur

In de buurt van mijn oude thuis ligt het heidegebied in kwestie. Deze postzegel natuur wordt intensief beheerd door Staatsbosbeheer. En dat is hard nodig. In de omgeving van de heide ligt een aantal intensieve veehouderijen, die grote hoeveelheden ammoniak (NH3) uitstoten. Deze stikstofverbindingen dalen neer op de grond, en zorgen voor een verzuurde bodem. Om deze verzuring tegen te gaan, wordt er tweejaarlijks een laag van enkele centimeters lavasteen over de bodem gestort. Gebeurt dit niet, dan verdwijnt de heide en groeit het gebied dicht met gras. En later wordt het zelfs bos.  

Om maar te zeggen: zo ‘gewoon’ is het dus allemaal niet. 

De natuur die we zo ‘gewoon’ vinden, wordt intensief beheerd. Natuurbehoud als postzegels plakken, daar draait het huidige natuurbeheer om. Een stuk bos moet bos blijven. Een plakkaat moeras moet moeras blijven. En een snipper heide moet heide blijven. 

Er zijn in Nederland tientallen, zo niet honderden van deze postzegeltjes natuur die we koste wat het kost tegen de boze vervuilende buitenwereld proberen te beschermen. Maar die buitenwereld, die laten we boos, én vervuilend. We vechten om stukken natuur te behouden, terwijl we de natuurlijke dynamiek van deze ecosystemen van buitenaf blijven verstoren. 

Dit beleid is niet houdbaar. De postzegelverzameling waar we zo van houden dunt uit. En snel. 

De komende tijd schrijf ik een serie verhalen voor De Correspondent over het ontstaan en de toekomst van ons Nederlandse landschap en zijn ecosystemen. De natuurlijke vorming en de creatie van ons landschap is namelijk een van de enige stukjes écht gezamenlijke geschiedenis. En alleen als we ons collectieve verleden begrijpen, kunnen we ons landschap in de toekomst op een duurzame(re) manier inrichten.  

Een depressie én boomers schiepen de mens

Een natuurlijke omgeving wordt vaak gezien als een soort oerstaat waarin dingen hetzelfde blijven. Maar wie lang genoeg teruggaat in de tijd, ziet dat eigenlijk niets ‘gewoon’ is. 

Zo’n 4,6 miljard jaar geleden, 9 miljard jaar na de oerknal, ontstond de aarde door een samenklontering van één grote gaswolk. Dat is ongrijpbaar ver weg. Toch werd toen, in het precambrium, de basis gelegd voor alle heuvels, vlaktes, bergen, dalen, oceanen, rivieren en woestijnen die we nu kennen. 

En dan, zo’n tien- tot veertigduizend jaar geleden, arriveert de mens in Nederland

De aarde blijft dan nog lang levenloos. Aan het einde van het precambrium komt er meer zuurstof in de atmosfeer, door het ontstaan van eencellige groenalgen in zee. Ze blijken dé prehistorische boomers. Het leven wordt geboren. 

Op Nederland moeten we dan nog ruim 100 miljoen jaar wachten. 

Door de botsing tussen Balthica en Avalonia, twee minicontinenten, ontstaan in het Siluur (443,7-416 miljoen jaar geleden) de Ardennen. Het gebied tussen het dal en de bergen wordt de ‘Brabantdepressie’ genoemd. Het eerste stukje van een van de gelukkigste landen ter wereld krijgt een naam van terugval en neerslachtigheid. Wellicht een teken voor de toekomst? Gelukkig (nóg) niet. 

Niet veel later (zo’n 30-40 miljoen jaar) is het depressieve Brabant alweer afgezonken.

Ondiepe tropische zeeën met koraalriffen, vergelijkbaar met het huidige Great Barrier Reef in Australië, domineren ons verdronken land.

Pas aan het einde van het Carboon (359,2-299 miljoen jaar geleden) wint Nederland het van het water. Ons land is in die tijd bedekt met grote moerassen. Samen met de uitbundige plantengroei krijgt Nederland langzaam een vochtig tropisch klimaat met hoge bomen en grote, groene struiken.

We hebben gevochten tegen de natuur. We hebben er gebruik van gemaakt. En we zijn van de natuur gaan houden

In het Trias (250 miljoen jaar geleden) gaat ons landschap er steeds meer uitzien als de geelgroene steppes van het huidige Mongolië. En zo’n 65 miljoen jaar geleden wordt het, na het uitsterven van de dinosauriërs en een korte klimaatcrisis, wederom vochtiger in ons land. Er komen rivieren, gletsjers, moddergronden, en door de terugtrekking van de koude ijsmassa’s uit ons land blijven er droge zandheuvels over. 

En dan, zo’n tien- tot veertigduizend jaar geleden, arriveert de mens in Nederland.  

Natuurbehoud is niet houdbaar

Mensen hebben sinds hun komst een immense invloed (gehad) op hoe ons milieu er vandaag de dag uitziet. We hebben gevochten tegen de natuur. We hebben er gebruik van gemaakt. En we zijn van de natuur gaan houden. 

Zo veel zelfs, dat we haar zijn gaan behouden en beheren. Voor elke vierkante centimeter in Nederland bestaat een plan. Op dit moment heeft van het Nederlandse landschap de bestemming

Kaarten van Nederland wijzen op goed werk van de liniaal van natuurbeheerders: rechte wegen, rechte kavels, rechte sloten. Wandelpaden, fietspaden en waterwegen meanderen door het tekentafellandschap, op zoek naar de overgebleven restjes échte natuur. Zoek maar eens een bospad zonder bordjes. Een heide zonder hekken. Een veldje zonder geruis van een snelweg. Ik heb ze nog niet gevonden. Natuur is restruimte geworden tussen bebouwing en landbouw. 

Maar is dat een duurzame manier van landschapsbeheer? Ik denk het niet. 

De komende tijd ga ik de natuur in, en probeer buiten de gebaande paden, geplaatste bordjes, gezette hekken en geruis van wegen te gaan om te laten zien dat natuurbeheer anders kán en anders móét. Én, ik ga terug naar het bos waar ik vroeger speelde. 

Want waarom is dat eigenlijk bos?  

Meer lezen?

nog niet definitief De natuur. Wat boeit het? Herfst in Noord-Italië, gouden uur op de kliffen van Normandië, zeesaffieren die glitteren in zee – we waarderen de natuur vooral om haar schoonheid. Waar geven we nog meer om? En waarom? Lees het artikel hier