Er is geen migratiecrisis, zeggen experts van over de hele wereld
Kritiek uiten op het huidige migratiebeleid is makkelijk. Maar als het op deze manier spaak loopt, hoe moet het dan wel? Samen met academici, politici en migranten uit alle uithoeken van de wereld dacht correspondent Maite Vermeulen na over alternatieven. We brachten de twee uur durende live chat terug tot tien lessen.
Abdulwahhab Tahhan, een Syrische vluchteling die in Londen woont, vindt het Europese migratiebeleid absurd. ‘Als je levend aankomt, dan heb je je asiel verdiend, zo niet, nou ja, dan heb je het in ieder geval tot aan je dood geprobeerd’, schrijft hij.
Tahhan deelde zijn mening vorige week dinsdag, 18 februari, toen hij samen met migratiedeskundigen uit de EU, Nigeria, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Canada, Turkije en Syrië op The Correspondent inlogde. In een twee uur durend online gesprek wisselden experts en leden ideeën uit voor een beter Europees migratiebeleid.
De Zuid-Afrikaanse professor Loren Landau vloog er met gestrekt been in: ‘We moeten allereerst erkennen dat het laten verdrinken van mensen voor velen geen negatief bijproduct is, maar een doelstelling. Een manier om duidelijk te maken, aan de andere kant van de zee, dat jullie soort hier niet gewenst is. Dit is een strijd over culturele, niet over economische waarden.’
Zowel Tahhan als Landau gebruiken harde woorden – woorden die weerklank vinden in wat ik, Maite, de afgelopen jaren voor zowel The Correspondent als De Correspondent heb geschreven over de manier waarop Europa reageert op irreguliere migratie.
We weten dat deze reactie soms ernstige mensenrechtenschendingen veroorzaakt. We weten dat heel veel migranten onderweg sterven. We weten dat racistische anti-immigratiepartijen in heel Europa in opkomst zijn.
Er moet iets veranderen. Maar wat? En hoe?
We nodigden 26 experts van over de hele wereld uit om te bespreken hoe een alternatief Europees migratiebeleid eruit zou kunnen zien – en te ontdekken wat we van elkaar kunnen leren.
Dit zijn onze belangrijkste lessen.
Er is geen migratiecrisis
Om over alternatieven en oplossingen te kunnen praten, moesten onze experts eerst wat mythen ontkrachten. Want in het Europese migratiedebat vertroebelen die vaak het gesprek.
‘De meeste migranten komen op rubberbootjes via de Middellandse Zee.’
Niet waar. Hoewel de meeste discussies gaan over zogenaamde ‘irreguliere’ migranten, die zonder visum in de Europese Unie (EU) aankomen, is de meeste migratie eigenlijk ‘regulier’ – met andere woorden: legaal. Hoogleraar Hein de Haas, die lesgeeft aan de universiteiten van Amsterdam en Oxford, wijst erop dat ‘de overgrote meerderheid van de migranten zich binnen de wet verplaatsen. Zo komen negen van de tien Afrikanen naar Europa met een paspoort en visum in de hand, wat vol tegen de publieke perceptie in gaat’.
‘Iedereen is op weg naar Europa.’
Niet waar. Raphael Shilhav, die voor Oxfam Novib in Brussel werkt, merkt op dat 90 procent van de migratie regionaal is – verreweg de meeste migranten zoeken in buurlanden een toevluchtsoord of betere kansen op werk.
‘Migratie is een bedreiging.’
Niet waar, maar de Europese defensie- en veiligheidsindustrie wil je dat wel doen geloven. Onderzoeker Mark Akkerman wijst erop dat bedrijven enorme winsten maken op de groeiende markt voor grensbeveiliging. Tegelijkertijd oefenen ze ‘aanzienlijke invloed uit op de ontwikkeling van het Europese migratiebeleid, door het onderliggende verhaal van migratie als een bedreiging, een veiligheidsprobleem, met succes te pushen. Het betwisten van dit verhaal zou een belangrijke stap zijn om het EU-beleid te veranderen’.
‘Mensen migreren vanwege armoede.’
Niet waar. Migreren is duur – de allerarmsten kunnen er niet eens van dromen om een reis naar Europa te betalen. De meeste migranten komen dan ook uit de rijkste landen, niet uit de armste (9 procent van de Europeanen emigreren, terwijl 2,6 procent van de Afrikanen dat doen), zegt Martijn Pluim van het International Centre for Migration Policy Development in Wenen.
‘Migranten komen onze banen stelen.’
Niet waar. Volgens hoogleraar De Haas is de belangrijkste stimulans voor migratie de vraag naar arbeidskrachten: de meeste migranten komen voor banen waar in Europa een tekort aan is. Die tekorten worden mede bepaald door de staat. Zo reizen veel migranten naar Frankrijk om als au pair aan de slag te gaan, maar niet naar Nederland. Dit komt omdat onze regering kinderopvang sterk subsidieert.
Wie de feiten ziet, kan maar één conclusie trekken: er is op dit moment geen sprake van een migratiecrisis in Europa, ook al doen politici en veel mainstream media ons dat vaak geloven.
Martijn Pluim betoogt dat we meer smaken aan beleid nodig hebben, om te differentiëren tussen ‘hoe te reageren in een crisis (in de zin van een groot aantal mensen die zich verplaatsen zoals in 2015) en hoe te reageren in kalmere situaties (zoals nu)’.
Dit zou een kans bieden om migratie op een ‘meer omvattende, slimmere manier’ te organiseren, aldus Bram Frouws, hoofd van het Mixed Migration Centre, die de huidige toestand van ‘politieke impasse’ en ‘ad-hoc-crisisreactie’ betreurt.
Meer tijdelijke arbeidsmigratie is een win-winsituatie
Een manier om ervoor te zorgen dat minder mensen een gevaarlijke reis door de Sahara of over de Middellandse Zee proberen te maken, is het creëren van legale alternatieven voor die reis, zoals een ontwikkelingsvisumregeling.
‘Als de wetten duidelijk zijn [en] de visa gemakkelijk worden toegekend wanneer aan de criteria wordt voldaan [...], zullen migranten alles in het werk stellen om deze route te volgen in plaats van smokkelaars te betalen, die het huidige systeem onbedoeld in het zadel helpt’, zegt Oluwafemi Abe. Abe onderzoekt sinds 2015 de sekshandel van Nigeria naar Rusland.
Livia Remeijers van de Nederlandse ngo Aflatoun International adviseert de EU te investeren in onderzoek ‘naar tekorten op de arbeidsmarkt en potentieel arbeidsaanbod vanuit Afrika, om te kijken of er een match is’.
In reactie daarop stelt Martijn Pluim voor dat, als er geen match wordt gevonden, zogenaamde ‘global skills partnerships’ de ‘mismatch in formele en praktische kwalificaties zouden kunnen overbruggen’.
Om de vraag van de Europese arbeidsmarkt en het aanbod van buitenlandse arbeidskrachten op elkaar af te stemmen, zouden we echter ‘de arbeidsmarkt moeten "europeaniseren"’, aldus Tineke Strik, namens GroenLinks lid van het Europees Parlement. ‘Migranten zitten vaak opgesloten in de lidstaat waar ze wonen. Als we hun recht op mobiliteit binnen de EU kunnen versterken, kunnen we hun integratie op de Europese arbeidsmarkt bevorderen en de mismatch oplossen.’
Maar wat als migranten langer blijven dan hun visum toestaat? Amanda Bisong – een Nigeriaanse onderzoeker die deelnam aan de chat vanuit het European Centre for Development Policy Management – wijst erop dat het visum een overgangsperiode moet bevatten.
Tijdens die periode zouden ‘werknemers die hun baan verliezen in het gastland of in hun land van herkomst op zoek kunnen gaan naar een nieuwe baan... Waar deze optie ontbreekt, komen mensen "vast te zitten": ze willen of kunnen niet vertrekken, omdat hun kansen om nogmaals naar de EU terug te keren verwaarloosbaar klein zijn’.
Bram Frouws noemt een aantal innovatieve ideeën om te zorgen dat mensen hun visum niet overschrijden, zoals een borg, die migranten terugkrijgen als ze op tijd vertrekken, of ‘voorrang om opnieuw naar de EU te komen, wat een extra stimulans is om je aan de regels te houden’.
Het kan wel: kijk naar Canada
Hoe zou meer (tijdelijke) arbeidsmigratie er in de praktijk uitzien? Worden migranten geselecteerd via een loterij, zoals Joris Schapendonk vertelt, of misschien via een puntensysteem? Volgens Andrew Griffith, voormalig immigratieambtenaar in Canada, is het laatste het meest ‘objectief’.
Canada gebruikt een ‘comprehensive ranking system’ dat alleen van toepassing is op economische migranten. Van de 1.200 punten die je als migrant online kunt scoren, worden de belangrijkste 600 punten toegekend op basis van factoren als vaardigheden, ervaring, taalvaardigheid en opleiding van je partner.
Een ‘extra’ 600 punten worden toegekend als je bijvoorbeeld een aanbieding voor een baan in Canada hebt, als je een broer of zus in Canada hebt, of als je zeer goed Frans spreekt.
Senator Ratna Omidvar uit Ontario zegt dat de politieke wil en publieke steun essentieel waren om het Canadese immigratiebeleid inclusiever te maken dan de Europese tegenhanger. Victoria Esses, een psycholoog die onderzoek doet naar immigratiebeleid en -praktijk, wijst erop dat het puntensysteem Canadezen ‘een gevoel van controle’ geeft, wat ‘een belangrijke factor is in hoe mensen over immigratie denken’.
Landen zoals Schotland, die met een vergrijzende bevolking meer migranten nodig hebben, hebben hun belangstelling getoond voor Canadese experimenten die buitenlandse werknemers in contact brengen met Canadese werkgevers uit plattelandsgemeenschappen waar meer arbeidskrachten nodig zijn.
Europese landen moeten de 'last' van asielzoekers eerlijker verdelen
Europese landen vangen niet allemaal een evenredig deel van de asielzoekers op, vanwege de zogenoemde ‘Dublinverordening’. Dit zorgt voor grote druk op landen als Italië en Griekenland, waar de meeste asielzoekers aankomen – wat op zijn beurt de steun van populistische anti-immigratiepartijen in die landen aanwakkert. ‘Dublin’, concludeert Europarlementariër Strik, ‘moet worden afgeschaft’.
Een betere verdeling van asielzoekers over de EU zou een mes zijn dat aan twee kanten snijdt. Aan de ene kant zou het snellere en eerlijkere asielprocedures mogelijk maken, waardoor migranten minder ‘belastend’ zijn voor de samenleving.
Aan de andere kant zou het een meer humane procedure mogelijk maken, zegt Amanda Bisong, waarbij de migrant zelf kan bepalen in welk land hij of zij asiel wil aanvragen. ‘Het tegemoetkomen aan dergelijke voorkeuren zou de samenwerking vergemakkelijken en het vertrouwen van asielzoekers in de EU vergroten – en dit zou het integratieproces enorm verbeteren’, aldus David Gnes van de katholieke hulporganisatie Caritas.
Alles wat we nodig hebben is er al – we moeten het alleen uitvoeren
Een van de meest hoopvolle bijdragen in dit gesprek kwam van Bram Frouws, van het Mixed Migration Centre. Hij stelt dat een totale herziening van het EU-migratiebeleid eigenlijk niet nodig is. Er zijn namelijk al tig bestaande verdragen, richtlijnen en beleidsdocumenten die een verstandig migratiebeleid vormen, zegt hij: ‘We moeten gewoon gaan uitvoeren wat er al is.’
Frouws waarschuwt: ‘We moeten oppassen dat we niet in twee parallelle werelden terechtkomen: een van vergaderzalen en grote conferenties, waar dit soort documenten worden ontwikkeld en onderhandeld, en de "echte wereld" waar we voortdurend acties zien die in strijd zijn met die documenten.’
Hij noemt het voorbeeld van het Global Compact voor Migratie, dat als doel heeft levens van migranten te redden. ‘Toch zien we dagelijks precies het tegenovergestelde gebeuren in het Middellandse Zeegebied. En het Europees Parlement heeft onlangs tegen het redden van levens op zee gestemd’, zegt Frouws.
In dezelfde geest noemt Arjan Hehenkamp, adjunct-directeur van Stichting Vluchteling, een goed systeem waarbij asielzoekers via de UNHCR hun asielaanvraag buiten de EU kunnen beginnen. Europese staten tekenen zich echter veel te weinig in om via dit systeem asielzoekers op te nemen. Hehenkamp: ‘Er is gewoonweg geen reden om een nieuwe [regeling] voor te stellen of uit te vinden – staten (alle staten, ongeacht continent) zouden gewoon meer moeten toezeggen aan deze regeling’.
Hetzelfde geldt voor de vraag hoe de lasten van asielzoekers eerlijker verdeeld kunnen worden. Camilla Wismer Hagen van de Danish Refugee Council wijst erop dat er al een regeling bestaat waarbinnen EU-lidstaten zich solidair kunnen tonen met landen als Italië en Griekenland. Maar terwijl Italië en Griekenland ‘veel verzoeken naar andere lidstaten’ sturen om asielzoekers van hen over te nemen, worden deze ‘vaak niet geaccepteerd’.
Dat brengt ons bij een belangrijke vraag die doorklonk in het hele gesprek: als er geen politieke wil voor een humaner en eerlijker migratiebeleid is, hoe zou dat dan kunnen worden veranderd?
We hebben een nieuwe migratie-alliantie nodig
De afgelopen jaren hebbende linkse partijen in de Europese politiek op de opkomst van extreemrechts gereageerd door mee te gaan in het problematiseren van migratie. Dit is ‘een grote vergissing’, aldus onderzoeker Mark Akkerman. Wat zou een alternatieve reactie kunnen zijn?
Laten we opnieuw naar Canada kijken, waar de politieke wil voor een beleid dat meer arbeidsmigratie mogelijk maakt, wél aanwezig is. Volgens psycholoog Victoria Esses is een belangrijke vraag: waarom hebben we immigranten nodig? Wat zijn de voordelen?
‘Die voordelen benadrukken heeft zijn vruchten afgeworpen: de meeste Canadezen steunen ons immigratiebeleid’, zegt ze. ‘Dit betekent dat immigranten meer kans hebben om te integreren in de Canadese samenleving en dat zij er baat bij hebben, net als Canada.’
Pluim van het International Centre for Migration Policy Development is het met haar eens. Volgens hem is het ‘onvoorstelbare politieke voordeel’ van het Canadese systeem dat migratie voor het grote publiek voorspelbaar lijkt. Dat ‘kalmeert’ het debat, zegt hij, ‘en vergroot de beleidsruimte voor en het vertrouwen in regeringen om een evenwichtiger migratiebeleid te voeren’.
Professor Loren Landau is van mening dat er een nieuwe migratie-alliantie moet komen van partijen die normaal niet met elkaar samenwerken. ‘Pro-handel-rechts en humanistisch links moeten samen een nieuw verhaal vertellen over migratie, een dat verder gaat dan mensenrechten of economie. Ze moeten een manier vinden om aan hun mede-Europeanen uit te leggen dat migratie niet een gevaar voor de “Europese manier van leven” is, maar er een intrinsiek onderdeel van is’.
Er is een verschil tussen migratie controleren en migratie beperken
Migratie controleren en migratie beperken worden vaak als synoniem gebruikt. Maar dat is onterecht. Onderzoeker Katharina Natter schrijft: ‘De belangrijkste factor in het verhitte debat over migratie is het gevoel van ‘controleverlies’. [...] Toch lijkt het enige politieke antwoord op dit gevoel meer migratiebeperking te zijn.’
Dat wil zeggen: strengere grensbewaking. ‘Dit zal waarschijnlijk leiden tot meer migranten die via ingewikkelde wegen proberen Europa te bereiken en daarmee tot een groter gevoel van controleverlies. Een vicieuze cirkel.’
In een alternatief Europees migratiebeleid zou het controleren van migratie niet alleen het beperken van migratie moeten betekenen. Meer legale migratie kan ook een vorm van migratiecontrole zijn.
'Landen van herkomst' moeten meer de regie nemen
Er is een delicaat evenwicht tussen wie migranten ‘stuurt’, wie ze ‘ontvangt’ en wat de aard van hun relatie is.
Martijn Pluim wijst erop dat de focus van Europa op migratiebeperking en het snel terugsturen van migranten de relaties met landen van herkomst ‘vergiftigt’. Raphael Shilhav van Oxfam Novib schrijft dat je ‘in privégesprekken vaak de frustratie hoort van diplomaten en ontwikkelingsdeskundigen die zeggen dat de druk van "hoofdsteden" om "meer te doen aan migratie" niet gebaseerd is op wat deze landen nodig hebben’. Hij is het met Pluim eens dat deze druk ‘lopende partnerschappen verstoort’.
Europarlementariër Strik voegt daaraan toe dat landen van herkomst ‘een financieel belang hebben bij irreguliere migratie, aangezien het geld dat deze migranten naar hun land terugsturen, van essentieel belang is’. Dus wiens probleem is migratie eigenlijk?
Onderzoeker Themrise Khan – zelf een migrant uit Pakistan, nu woonachtig in Canada – zegt: ‘Onderhandelen over een humaner EU-migratiebeleid gaat niet alleen over de EU. Zolang het gesprek niet wordt gevoerd door, met en in de landen van herkomst, is het niet mogelijk om over zo’n beleid te discussiëren.’
In een poging om dat te doen, legt Anna Alboth uit dat ze migrantenstemmen opneemt in haar werk als medialeider voor de Minority Rights Group. Kekeli Kpognon pleit voor meer onderzoek naar migratie in landen van herkomst.
We moeten leren van steden en gemeenten
Op nationaal of Europees niveau is het migratiedebat vaak verhit en vastgelopen, maar als we naar het niveau van de stad of de gemeente kijken, zien we iets heel anders.
Frouws suggereert dat het beleid op ‘[dat] niveau, waar steden zich bezighouden met kwesties van opvang van asielzoekers en toegang tot diensten voor mensen zonder papieren’, pragmatischer is. Steden een sterkere stem geven in hoe om te gaan met migratie, zou een oplossing kunnen zijn.
Onderzoek door Başak Yavcan, in twee zeer verschillende wijken in Istanbul, toont aan hoe een goede samenwerking tussen ngo’s, de EU en andere organisaties kan zorgen voor betere integratie van vluchtelingen – veel beter zelfs dan het nationale gemiddelde.
Misschien moeten we het helemaal niet over migratiebeleid hebben...
‘Eén probleem met het praten over migratiebeleid is dat het zich richt op migratiebeleid – hoe absurd het ook mag klinken’, schrijft Katharina Natter. Wat als we in plaats daarvan spreken over ‘gezondheidszorg, arbeidsmarkten, onderwijs enzovoorts, en naar migratie kijken door de lens van deze onderwerpen – en niet andersom?’
Natter voegt met gevoel voor ironie toe: ‘Dit soort discussies kunnen paradoxaal genoeg bijdragen aan het neerzetten van migratie als iets uitzonderlijks, in plaats van de normaliteit ervan te bevorderen.’
Door over migratie te praten in het licht van ‘iets wat politiek gezien makkelijker te verteren is’, sluit professor Landau af, ‘hebben we een betere kans op progressieve verandering’.