Op pad met de racende dokters die een heel land van anticonceptie willen voorzien
Wij gingen in Oeganda op pad met een mobiele kliniek voor anticonceptie. En keer op keer kwamen vrouwen er binnen met de wens een paar maanden niet zwanger te worden, maar stapten ze naar buiten met een jarenlang werkend hormoonstaafje in de arm. (Dit verhaal is ook te beluisteren.)
Het bruine busje glijdt over het gladde, pas aangelegde tweebaansasfalt ten oosten van de Oegandese hoofdstad Kampala. We passeren Jinja, ‘East Africa’s Adventure Capital’, de toeristische trekpleister waar de Nijl aan het Victoriameer ontspringt en als levensader richting Noord-Afrika kronkelt. Binnen schalt Simba FM uit de krakerige autoboxen en praat arts Andrew Kirima bijna net zo snel als buiten de bananenbomen voorbijrazen.
Hij noemt zichzelf de ‘racende dokter’ die constant on the road is. Kirima – grote bruine ogen, klein van stuk, tomeloze ambitie – heeft maar één doel: vrouwen in de meest afgelegen gebieden van het land voorzien van anticonceptie. ‘Op deze manier empower je vrouwen.’
Het idee: daarmee kunnen vrouwen zelf kiezen of ze kinderen willen, wanneer en hoeveel. En dat kan al voor minder dan 2 dollar per jaar.*
FP2020: 120 miljoen vrouwen wereldwijd aan de anticonceptie
Anticonceptie is een onlosmakelijk ingrediënt van empowerment; al sinds de eeuwwisseling een buzzword in ontwikkelingslanden. Het beeld van de geëmancipeerde, vaak Afrikaanse vrouw duikt overal op. Ze staat breed lachend geprojecteerd achter wereldleiders op internationale toppen over anticonceptie, kijkt met een tevreden blik naar haar mollige baby op glimmende brochures van de Verenigde Naties en poseert in haar beste jurk – met diploma in de hand – op websites van hulporganisaties. Zo ook op de site van hulporganisatie Marie Stopes International.
Racende dokter Andrew Kirima overziet 35 mobiele klinieken van de hulporganisatie, die door heel Oeganda reizen. ‘De meeste vrouwen die wij helpen, zijn rond de 25 jaar oud en hebben al een aantal kinderen’, zegt Kirima. Hier baart een vrouw gemiddeld 5,7 kinderen. En Marie Stopes International is er de grootste leverancier van voorbehoedsmiddelen of, zoals anticonceptie eufemistisch wordt genoemd: family planning.
In Oeganda baart een vrouw gemiddeld 5,7 kinderen
‘Wij zijn honderd procent afhankelijk van donoren’, vertelt Kirima, terwijl het gave asfalt abrupt overgaat in een roestbruine zandweg. Daar zijn er veel van: meer dan honderd landen, organisaties en bedrijven sloten zich aan bij de internationale familyplanning-beweging, oftewel FP2020. Samen besloten ze in 2012 om 120 miljoen arme vrouwen aan de anticonceptie te krijgen tegen 2020. Alleen al in 2018 pompten ze 3,8 miljard dollar in dit doel.* Marie Stopes International beloofde aan FP2020 12 miljoen vrouwen voor haar rekening te nemen.*
Deze FP2020-beweging wordt aangevoerd door de stichting van het rijkste koppel ter wereld, de Bill & Melinda Gates Foundation. ‘Anticonceptie [is] de grootste levensreddende, armoedebestrijdende, vrouwenemanciperende uitvinding ooit’, schrijft Melinda Gates in haar boek The Moment of Lift. FP2020 bestempelt haar eigen aanpak als een ‘right-based approach’, oftewel: het recht van de vrouwen staat centraal.
Ook voor Nederland is een glansrol weggelegd. In 2019 telde het bijna 150 miljoen euro neer voor family planning. Dat geld komt grotendeels terecht bij de inkooptak van het VN Bevolkingsfonds, dat in bulk anticonceptie inkoopt voor FP2020, en dus ook Marie Stopes International. Daarmee staat Nederland op nummer drie van grootste bijdragers aan anticonceptie voor ontwikkelingslanden, ná het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Om met eigen ogen te zien hoe dit soort programma’s in de praktijk uitpakken, trekken wij – twee witte, Nederlandse journalisten – samen met de doorgewinterde Oegandese gezondheidsjournalist Evelyn Lirri op met de mobiele kliniek van dokter Andrew Kirima en zijn team.
De outreach teams reizen naar de meest afgelegen, gemarginaliseerde plekken om vrouwen ook daar te helpen aan anticonceptie. Wat we onderweg aantreffen, hadden we niet kunnen voorspellen.
Vertrekhalte: Kampala
‘Family planning is echt hot’, verzucht Denis Kibira, de directeur van de Oegandese gezondheidsorganisatie Health Promotion & Social Development (HEPS), terwijl de regen op het golfplaten dak van zijn kantoor in hoofdstad Kampala klettert. De ochtend voor vertrek drinken we nog even een kopje thee bij hem.
‘Wij moeten onze programma’s overeenstemmen met wat de donoren dicteren. Het is frustrerend om steeds achter het geld aan te moeten rennen. Eerst was hiv trending, nu is het anticonceptie.’ Kibira kijkt al met een schuin oog naar de volgende golden bullet, volgens hem antimicrobiologische resistentie.
Op pad met de mobiele kliniek. Eerste halte: Bubutu
‘Als we nog dertig minuten doorrijden, zitten we in Kenia!’ schreeuwt de chauffeur over zijn schouder, als we vier uur later het dorp Bubutu in rijden. Op de veranda van een winkel speelt een groep mannen op plastic stoeltjes geanimeerd Mens-erger-je-niet. ‘Family planning services available here today’, staat op de smoezelige banier die naast hen hangt.
De verpleegkundigen van Marie Stopes International zijn al ter plaatse als we worden afgezet bij het gezondheidscentrum. Vier keer per jaar doet de mobiele kliniek van de hulporganisatie deze onherbergzame, arme regio aan. Een gebrek aan seksuele voorlichting gecombineerd met armoede zorgt ervoor dat het gemiddeld aantal kinderen in dorpjes als Bubutu hoog ligt. Werk aan de winkel dus.
Ook Catherine Kanyesigye strekt haar benen. Ze is functionaris gedragsverandering en is vandaag meegereisd om te kijken hoe het zit met vraag en aanbod van anticonceptie in dit gebied. Met haar nieuwe haren strak in de vlecht en de air van iemand uit de grote stad oogst ze bewonderende blikken van de dorpsbewoners. We mogen haar Cathy noemen.
Gestoken in een hagelwit bloesje, blauwe broek en een blauw schort met groot Marie Stopes-logo leggen twee verpleegkundigen een blauw zeil op het gras. Et voilà, de locatie voor de voorlichting over de verschillende vormen van anticonceptie is geboren. Twee mannen van het team veranderen intussen de Toyota Landcruiser in een handomdraai in een geïmproviseerd consultatiebureau; kwestie van achterklep omhoog en houten tafel eronder.
Cathy heeft wat opgevangen. ‘Ik hoor net dat Reproductive Health Uganda hier gisteren was. Soms lekt ons schema uit, dan zetten ze hun tent hier op vlak voordat wij komen. Ze weten gewoon dat wij de vrouwen hebben gemobiliseerd, dan komen ze hierheen om ze in te pikken.’
Soms lekt ons schema uit, dan zet een andere ngo haar tent hier op vlak voordat wij komen
We kijken elkaar verwonderd aan. Hoe kan je vrouwen ‘inpikken’? En waarom zou een andere hulporganisatie dat doen? Reproductive Health Uganda is na Marie Stopes de grootste verstrekker van anticonceptie in Oeganda. ‘Ze hebben overweldigende targets’, zegt Cathy. Haar mobiel pingt, ze loopt weg.
Als we later met hoofd advocacy Sarah Shaw van het hoofdkantoor van Marie Stopes International in Londen skypen, bevestigt zij de competitie tussen de twee organisaties, die in dezelfde vijver van donorgeld vissen. ‘Dit is gewoon hoe het gaat’, zegt ze.
‘Ik werk al twintig jaar in family planning, de competitie is intens, maar we steunen elkaar ook. We willen allemaal dezelfde fondsen, we schrijven allemaal op dezelfde tenders. Dat Reproductive Health Uganda onze business steelt, verbaast me dus niks! Ik heb ontelbare keren gehoord dat Marie Stopes hetzelfde doet.’
Voorlichting op het blauwe zeil
Ondertussen druppelen de vrouwen langzaam binnen en vlijen zich op het blauwe zeil. Op een schoolbank zitten twee verpleegkundigen (een man en een vrouw), die de voorlichting geven in twee talen: het nationale Luganda en het lokale Lugisu. Journalist Evelyn Lirri vertaalt wat er wordt gezegd.
‘Weten jullie wat de voordelen van family planning zijn?’ vraagt de verpleegster. ‘Minder kinderen betekent meer eten op tafel’, klinkt het vanaf het zeil.
Dan komen de verschillende vormen van anticonceptie aan bod. Als eerste, en het meest uitgebreid, bespreken de verpleegkundigen het hormoonimplantaat Implanon. ‘Dit staafje gaat in je bovenarm, onder je huid. Niemand kan zien dat het er zit. Er kunnen wel bijwerkingen optreden, maar dat is niet direct een reden om het staafje te verwijderen.’
Als de verpleegster zegt dat je na plaatsing een week geen seks mag hebben, klinkt verontwaardiging vanaf het zeil. ‘Dat is onmogelijk, onze mannen zullen ons slaan!’ Dan wat ongemakkelijk gegniffel.
Nu is het de beurt aan de prikpil, het spiraaltje en sterilisatie. Geheelonthouding wordt kort besproken, net als het condoom. Het valt ons op dat het grootste deel van het uur is besteed aan langetermijnanticonceptie.
Dankzij de verhalen van de vrouwen ontdekken we later waarom.
Een handtekening onder de achterklep
Toen Sarah Muttembu (19) vanochtend, na vier kilometer lopen, in haar rood-met-goud-gebloemde jurk neerstreek op het blauwe zeil, had ze een duidelijke missie. ‘Nog maar één semester te gaan, dan is mijn diploma binnen. Daarom wil ik de prikpil, die werkt precies drie maanden.’ Op school leerde ze nooit over seks en de gevolgen ervan. Haar vriendje, de vader van haar enige kind, weet niet dat ze hier is. We mogen met haar mee naar het een-op-eenconsult, onder de achterklep van de bus.
Nadat ze op de weegschaal heeft gestaan en haar bloeddruk is gemeten, krijgt Muttembu te horen dat de prikpil er niet is, maar ze wel een hormoonimplantaat dat drie jaar werkt kan krijgen. ‘Het is net als posho of porridge, het komt allemaal op hetzelfde neer’, vertelt de verpleegkundige van Marie Stopes haar.
Later ligt ze in een klein hokje op een krakkemikkige behandeltafel van de kliniek. Wat ze ervan vindt dat ze nu drie jaar niet zwanger kan worden? ‘Het deed geen pijn’, antwoordt ze op die vraag.
Muttembu is niet de enige die de kleine behandelkamer uitkomt met iets anders dan ze zelf aanvankelijk wilde. Even later is het de beurt aan de nichtjes Metrine Nandutu (21) en Metrine Halai (18). Ze zijn hier vandaag voor de prikpil gekomen. Maar ook zij lopen naar buiten met een Implanon-anticonceptiestaafje in de arm. Tevreden? Halai haalt haar schouders op.
We horen vandaag van veel vrouwen dat ze de prikpil willen, maar merken dat ze vervolgens stuk voor stuk naar buiten komen met een Implanon-staafje voor drie jaar in hun bovenarm. We leggen dit voor aan verpleegkundige Sarah Taake. ‘We vragen haar altijd eerst wat ze zelf wil, of ze nog meer kinderen wil, en wanneer dan. Dan geven we extra informatie, waarmee ze een goed geïnformeerde keuze kan maken. We geven wel advies.’
We horen van veel vrouwen dat ze de prikpil willen, maar merken dat ze naar buiten komen met een Implanon-staafje voor drie jaar in hun bovenarm
Wat als een vrouw liever een kortwerkend middel krijgt, waarvoor ze misschien vaker moet terugkomen maar waarmee ze ook meer controle heeft over haar hormoonhuishouding? ‘Dat kan wel, maar wij hebben dat niet. Als ze per se zo’n prikpil wil, kan ze naar het ziekenhuis en moet ze 4.000 shilling (1 euro) betalen.’
We zijn verbaasd. We dachten dat het de bedoeling was om vrouwen te empoweren, om ze zelf te kunnen laten beslissen over hun lijf en een eventuele zwangerschap. Maar hier is nauwelijks sprake van een keuze.
Taake: ‘Wij hebben geen voorkeur, maar we adviseren langetermijnanticonceptie. Dat werkt gewoon langer. En kost ook minder.’
Het duizelt ons. In de schaduw van een kantoortje in aanbouw bevestigt journalist Evelyn Lirri wat wij ook al zagen: ‘Verpleegkundigen zeggen tegen deze vrouwen: ‘Nee hoor, dit wil je helemaal niet.’ De cliënten zijn niet in een positie om eisen te stellen. Met een gerespecteerd arts ga je als ongeletterde arme vrouw niet in discussie. De vrouwen hebben geen geld om naar een andere kliniek te gaan. Ze zijn overgeleverd aan wat er beschikbaar is voor ze.’
En dat is het hormoonstaafje of een spiraal. Veel meer keuze is er niet.
Het einde van dag een: indexjaren tellen
Aan het einde van de dag telt Daniel Masaba behendig alle 41 ingevulde formulieren. Als baas van het ‘Tororo-outreach team’, zoals ze de mobiele kliniek zelf noemen, is Masaba verantwoordelijk om de behaalde resultaten van de dag uit te rekenen. Hij laat een paar van de papieren zien. De leeftijden variëren van 18 tot ongeveer 31, met hier en daar wat uitschieters. Op het merendeel prijkt een inktzwarte vingerafdruk – het alternatief voor een handtekening voor wie niet kan lezen en schrijven.
Was dit een goede dag voor het team? En wat is eigenlijk een goede dag? ‘Wij tellen niet in het aantal vrouwen dat anticonceptie krijgt, maar in het totale aantal jaren bescherming die wij ze geven’, verduidelijkt de goedlachse Masaba de doelen van zijn organisatie. ‘Kijk, als je langetermijnanticonceptie geeft, is de kans groter dat je het target eerder bereikt.’
Hij legt uit dat sterilisatie staat voor tien zogenoemde indexjaren. Een implantaat van drie jaar is tweeënhalf indexjaar, en de prikpil van drie maanden staat gelijk aan een half indexjaar (‘maar die laatste geven wij eigenlijk nooit, die hebben andere faciliteiten wel’).
Deze maand heeft het team in totaal 2.200 indexjaren gehaald. Dat is dan een ‘goede maand’, volgens Masaba. ‘De vrouwen komen hier met een fixed idee, ze willen bijna allemaal drie maanden. Wij adviseren ze dringend om voor een langere vorm van anticonceptie te kiezen, zodat ze niet de hele tijd terug hoeven te komen, dat is beter.’
Terwijl het busje via een modderig paadje het dorp uitrijdt, vragen we dokter Kirima naar de targets, waarover zijn collega ons vertelde. Hij verkrampt. ‘Ik denk niet dat dat waar is, we hebben geen targets’, antwoordt hij. Moeten we het misschien anders noemen, proberen we, een doel of een missie misschien? ‘We hebben schattingen van wat we hopen te behalen, een projectie.’
Dag twee met de mobiele kliniek. Tweede halte: Bupoto
Dag twee met het outreach team. In de eindeloze carroussel van bananenbomen, maisvelden en koffieplantages zien we langs de kanten van de weg de eerste tekenen van het dorpje Bupoto opdoemen. Stalletjes voor simkaarten en airtime (beltegoed), geroosterd vlees, een houten winkeltje met zakjes water en waspoeder, jackfruit, een stapeltje mango’s.
En dan het Bupoto Gezondheidscentrum, midden in het hart van Mount Elgon National Park. De kliniek kijkt uit over de imposante en steile berg die Oeganda van Kenia scheidt. De helft van de mensen die in het servicegebied van de kliniek wonen is jonger dan vijftien. Hier worden heel veel kinderen geboren, gemiddeld zo’n zes per vrouw.
Het is een stuk drukker dan gisteren, vooral veel jonge meiden, de meerderheid met een baby, staan te wachten. Voorbereidende teams zijn de voorafgaande dagen door de dorpjes gereden. ‘Family planning day, family planning day!’ schalt het dan door de megafoons op de daken van de fourwheeldrives.
Tijdens de voorlichting in de overvolle wachtkamer van de kliniek is geen man te bekennen
Laatst nog werden de busjes aangevallen door boze mannen met stokken en machetes. Om een confrontatie te vermijden kiest het team er soms ook voor om anoniemer, met T-shirts zonder logo, langs de huizen van de vrouwen te gaan, dan vallen ze minder op.
Tijdens de voorlichting in de overvolle wachtkamer van de kliniek is geen man te bekennen. Volgens verpleegkundige Margaret Mukhwana, die al sinds 1992 in de overheidskliniek werkt, komen verreweg de meeste vrouwen hier voor anticonceptie zonder medeweten van de man.
Mythes en misverstanden over anticonceptie
De meiden en vrouwen hebben veel vragen. ‘Klopt het dat je van family planning onvruchtbaar wordt?’ murmelt een meisje nauwelijks verstaanbaar. ‘Waarom krijg je maaginfecties van family planning?’ vraagt iemand anders. ‘Kan het implantaat door je lichaam heen reizen?’
In Bupoto waagt nog slechts een enkeling zich aan het spiraaltje, nadat vorig jaar een cliënt van Marie Stopes International met een heftige ontsteking werd opgenomen in het ziekenhuis veertig kilometer verderop. Er leeft veel verwarring en onzekerheid onder de vrouwen. Normale bijwerkingen, klachten van infecties en soa’s in combinatie met horrorverhalen die de ronde doen over misvormde baby’s belanden op één hoop. Allerhande klachten worden afgeschoven op family planning, tot moedeloosheid van de verpleegkundigen.
Voor bijwerkingen geven ze een paar strips ibuprofen, sterke verhalen proberen ze te ontkrachten. Voor soa’s sturen ze de vrouwen naar een privékliniek, het is vandaag immers familyplanning-dag.
Naderhand leggen we de verhalen voor aan Lillian Mworeko, al meer dan dertig jaar boegbeeld van vrouwenrechtenactivisme in Oost-Afrika. Haar grote frustratie: dat bijwerkingen worden weggewuifd als mythes. ‘Als zij regelmatig bloedt, of pijn heeft, is dat haar realiteit. Neem haar dus serieus.’
Een vrouw is niet automatisch empowered als je haar anticonceptie geeft
Mworeko vervolgt: ‘Een vrouw is niet automatisch empowered als je haar anticonceptie geeft. Nee! Een vrouw empower je, als ze haar eigen beslissing kan maken, ook over wat voor soort anticonceptie zij wil hebben. Dit is de omgekeerde wereld.’
Maar misschien wel Mworeko’s grootste zorg: ‘Organisaties hebben vrij spel, er is nauwelijks toezicht op wat er gebeurt. Officieel heeft elke vrouw het recht op een geïnformeerde keuze. Maar de praktijk schiet tekort op zowel de informatieverstrekking als op de keuze. Wie controleert dit, wie is verantwoordelijk als haar recht op vrije keuze niet gewaarborgd is?’
Een deel van de vrouwen wil er juist vanaf
Na een rondje in de wachtkamer in Bupoto te hebben gemaakt, realiseren we ons dat een deel van de vrouwen niet is gekomen voor family planning, maar er juist vanáf wil.
‘Ik bloedde hevig, had pijn in mijn onderbuik en voelde me ziek’, vertelt Janet Khatundi (43), een vrouw in fuchsia rok met dito top die zeven kinderen heeft en evenzoveel kilometers te voet aflegde om de kliniek te bereiken. De klachten begonnen toen ze een hormoonimplantaat kreeg, en dus wilde ze het laten verwijderen. Ze klopte al vier keer aan bij de mobiele kliniek van Marie Stopes, omdat dit de enige plek is waar ze gratis geholpen kan worden, maar alle vier de keren haalde ze bakzeil.
Er is jarenlang geïnvesteerd in het plaatsen van implantaten, maar verwijderservices zijn achtergebleven, laat onderzoek zien. Khatundi: ‘Ze weigerden het implantaat eruit te halen. Ik kreeg telkens te horen dat ik geduldig moet zijn, en het bloeden en de pijn vanzelf overgaan. Ze zeiden dat ik vanwege mijn leeftijd niet moet stoppen met family planning. Ik kreeg ibuprofen mee.’
Daarom ging Khatundi een maand geleden naar een privékliniek, waar ze 5.000 shilling (iets meer dan een euro) betaalde om het hormoonstaafje uit haar arm te halen. ‘Het bloeden stopte gelijk, daar was ik zo blij om. Maar ik kreeg ook mijn menstruatie terug, dus vandaag wil ik een knoopje laten leggen. Mijn oudste is 24 en de jongste is 8. Ik wil niet nog meer kinderen, het is genoeg geweest.’
Een op de vijf vrouwen met een implantaat wil er in het eerste jaar alweer vanaf. * De redenen daarvoor lopen uiteen: sommigen hebben last van bijwerkingen – waarover veel onduidelijkheid bestaat – en anderen willen graag zwanger worden. Maar verwijderservices schieten structureel tekort. Volgens onderzoekers zullen alleen al dit jaar in de top vijf implantaatlanden maar liefst 4,5 miljoen vrouwen van hun hormoonstaafje af willen.* Daar is tot op heden niet genoeg capaciteit voor.
Eerdere evaluaties uit Kenia lieten zien dat 4 procent van de implantaatdragers probeerden van hun staafjes af te komen, maar zonder succes.* In Ethiopië was dat zelfs 7,2 procent.*
Hoe meer vrouwen aan de anticonceptie, hoe meer subsidie
Het hoofd van de overheidskliniek waar Marie Stopes International vandaag te gast is, draagt een geblokte bloes en een permanente frons. Michael Gibogi (36) moet een noodlijdend ziekenhuisje runnen dat dagelijks kampt met een gebrek aan gekwalificeerd personeel waar de meest basale materialen ontbreken (‘soms moeten patiënten zelf ontsmettingsmiddel meenemen, omdat het op is’). Medewerkers wachten vaak maanden op hun salariëring. Maar sinds kort genieten ze van een welkom extraatje.
Gibogi zegt dat family planning sinds 2019 valt onder results based financing, een soort overheidssubsidie, mogelijk gemaakt door de Wereldbank en bedoeld om het gebruik van anticonceptie een boost te geven. Met achter hem een vergeelde foto van president Yoweri Museveni (nu al 33 jaar aan de macht) staat Gibogi voor zijn houten bureau en legt uit hoe de subsidie werkt.
Hoe meer anticonceptie wij verstrekken, hoe meer geld we krijgen
‘Hoe meer anticonceptie wij verstrekken, hoe meer geld we krijgen.’ Hij rekent het voor ons uit. Per ingebracht implantaat of spiraaltje krijgt een kliniek 20.000 shilling (ongeveer 5 euro, omgerekend bijna een weekinkomen). Voor een prikpil van drie maanden is dat 2.400 shilling (60 eurocent).
De vertegenwoordiger van het VN Bevolkingsfonds in Oeganda, Alain Sibenaler, bevestigt het bestaan van deze vergoedingen per mail. Hoe langer een vrouw niet zwanger kan worden, hoe hoger de vergoeding is die de klinieken krijgen. 40 procent van die vergoeding gaat direct naar de verpleegkundige, 60 procent gaat naar de kliniek. En de meest permanente van allemaal, sterilisatie? Daarvoor wordt de hoofdprijs van 50.000 shilling (12,50 euro) geïnd.
Dat geld kan Gibogi absoluut goed gebruiken. Maar hoe beïnvloedt dit het recht op de keuzevrijheid van de vrouwen, vragen wij ons af? Met een hoofd vol vragen stappen we in het busje van Marie Stopes International, en rijden terug naar hoofdstad Kampala.
Eindbestemming: terug in Kampala
‘Oké, ik ga het gewoon vertellen zoals het is, mensen moeten dit weten.’
Als we in zijn geairconditioneerde kantoor in Kampala plaatsnemen, willen we hem confronteren met wat we in de dorpen aantroffen; de nadruk op langetermijnanticonceptie, de competitie tussen de ngo’s, het gebrek aan agency van de vrouwen om wie het allemaal draait. Aanvankelijk draait hij er zelf wat omheen, maar na twee uur begint de enorme Jackson Chekweko, directeur van Reproductive Health Uganda, na Marie Stopes International de grootste anticonceptieverstrekker van het land, toch te praten.
‘Wereldwijd is het de wens van verpleegkundigen om mensen permanente en langwerkende anticonceptie te geven. Dat is goedkoper, gemakkelijker en kosteneffectief, omdat je niet steeds terug hoeft te komen.’
‘Ook zijn de donoren vooral geïnteresseerd in indexjaren, daarmee wordt de impact gemeten. Het probleem is: daarmee beïnvloeden we haar keuze. En dat is fout. En die fout begint bij de donoren. Maar het is tweerichtingsverkeer. Wij als organisaties willen het ook graag goed doen, en beloven aan de donoren dat we die indexjaren gaan halen. Daardoor zie je dat programma’s vooral permanente en langwerkende anticonceptie benadrukken. Dit is geen keuzevrijheid, dit garandeert niet haar rechten.’
‘Met results based financing zijn we echt de verkeerde weg ingeslagen. Er zijn te veel perverse prikkels en die ondermijnen de keuzevrijheid van de vrouwen.’
Chekweko valt even stil, om dan met luide stem zijn verhaal te vervolgen. ‘We proberen tóch die keuzevrijheid te bieden. Dan heb ik liever dat ze twintig keer bij ons terugkomt voor een prikpil van drie maanden, dan haar één keer een implantaat van drie jaar te geven terwijl ze dat eigenlijk niet wilt. Dan halen we nog steeds het doel, slowly but steady. Maar ja, uiteindelijk moeten wij ook onze donor DFID tevreden houden: we moeten in de komende twee jaar 1 miljoen indexjaren halen.’
Verbouwereerd lopen we drie uur later het kantoor van Reproductive Health Uganda uit, gevestigd in de chique diplomatenwijk Kololo. De door bewakers beschermde villa’s, behangen met bougainvillea en gedecoreerd met dikke SUV’s, vloeken met de beelden van de vrouwen in de dorpjes die nog op ons netvlies staan.
We steken een druk kruispunt over en zien twee billboards hangen. Eentje toont een lachende, sexy vrouw. Zij blijkt een teaser voor een fastfoodketen. ‘Voor de liefde voor hete chicks met sappige dijen’ staat er onder haar verleidelijke blik. Op het andere billboard zien we een oude bekende; het is de geëmancipeerde vrouw, die van de glimmende brochures. ‘Ik kies zelf of, en wanneer ik kinderen wil’ staat onder haar breedlachende afbeelding.
Epiloog
Terug in Nederland werken we onze interviews uit, en benaderen we Marie Stopes International met onze bevindingen. Vanuit het kantoor in Oeganda wordt niet meer gereageerd op onze mails.
Op het hoofdkantoor in Londen zeggen ze zich niet in het door ons geschetste beeld te herkennen. In een reactie laat de woordvoerder van Marie Stopes International begin maart weten onpartijdig advies te geven over anticonceptiemethoden.
Wij willen weten binnen welk groter kader een organisatie als Marie Stopes International moet opereren. Maandag verschijnt deel 2 uit deze serie, waarin we FP2020 onder de loep nemen. Dat is de internationale beweging, geïnitieerd door de Bill & Melinda Gates Foundation, die 120 miljoen vrouwen anticonceptie wil geven tegen 2020. Marie Stopes International beloofde 12 miljoen vrouwen voor haar rekening te nemen.
Het onderzoek voor deze publicatie is ondersteund met een bijdrage uit de Regeling Onderzoeksjournalistiek van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.