Kledingbedrijven, zorg voor de mensen in de hele keten
Het scheelde niet veel of ik had deze nieuwsbrief vanuit een klein hutje in de Oostenrijkse bergen moeten schrijven. Maar helaas. De grenzen gingen net een paar uur nadat ik met de trein via Duitsland Nederland was binnengereden dicht.
Dus nu zit ik thuis in Amsterdam te tikken, aan de eettafel, aangezien de redactie van De Correspondent voor onbepaalde tijd is gesloten.
In Oostenrijk, waar ik afgelopen week aan het skiën was, zag ik hoe daar – en volgde ik hoe hier in Nederland – steeds meer maatregelen genomen werden om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
Eerst mochten er niet meer dan honderd mensen naar binnen in de après-skibars, niet veel later gingen alle horeca en hotels dicht. Een dag na vertrek werden alle pistes gesloten. En weer een dag later werd iedereen opgeroepen zo veel mogelijk binnen te blijven en met niet meer dan vijf mensen samen te komen.
Voor mijzelf is het niet heel erg om een tijdje thuis te werken (al is het natuurlijk wel wat saai zo zonder collega’s en vrijmibo). Voor collega-journalisten die zzp’er zijn, andere zelfstandigen, mensen die in de horeca werken of de toeristische sector, kan ik mij zo voorstellen dat dit een erg lastige tijd is.
Datzelfde geldt voor veel en veel meer mensen wereldwijd.
Het wordt tijd dat multinationals hun verantwoordelijkheid nemen
In mijn vorige nieuwsbrief schreef ik dat de uitbraak van het virus ook de kledingindustrie hard trof. En wierp ik de vraag op wat dit zou betekenen voor de mensen die werkzaam zijn in deze sector.
Inmiddels is bekend dat in Myanmar zeker vierduizend mensen hun baan zijn kwijtgeraakt vanwege de sluiting en inkrimping van de werkvloer in kledingfabrieken.
In Cambodja staan zo’n 30.000 banen in de kledingindustrie op het spel, vanwege een tekort aan ruwe grondstoffen die normaal gesproken vanuit China komen.
Verschillende retailers, waaronder Amazon en PVH Corp (moederbedrijf van onder andere Tommy Hilfiger en Calvin Klein) nemen maatregelen om hun arbeiders zo veel mogelijk te beschermen en roepen werknemers op om zo veel mogelijk thuis te werken of sluiten hun winkels.
Maar hoe zit het met de mensen dieper in de keten? Die mensen in Cambodja en Myanmar die nu hun baan kwijtraken?
De webshops van Amazon bestaan voor een groot deel uit producten die worden gemaakt door mensen in fabrieken in Azië, net zoals de meeste kledingstukken in de winkelrekken bij H&M en Zara. Mensen die niet in dienst zijn bij deze bedrijven zelf.
Dit stelt deze multinationals in staat meer winst te maken terwijl ze minder verantwoordelijkheden dragen. Een model dat, zo is al jaren duidelijk, problematisch is als het gaat om het (verbeteren van het) welzijn van werknemers en milieuvriendelijkere productie.
En een model dat, zeker nu tijdens deze mondiale gezondheidscrisis, de vraag doet oproepen of en hoe deze multinationals zorg moeten dragen voor de rest van de mensen in de toeleveringsketen. Of zoals Forbes-journalist Michael Posner in een artikel schrijft: ‘dit [is] het moment voor internationale bedrijven om stil te staan bij wat het betekent om internationaal te opereren en de invloed die zij hebben op de veiligheid van alle bij hun bedrijf betrokken organisaties’.
Het wordt tijd dat bedrijven als Amazon, H&M en Inditex (Zara), die jarenlang de vruchten hebben geplukt van het uitbesteden-van-de-productiemodel, ook de verantwoordelijkheid nemen om zorg te dragen voor diegenen die dit mogelijk hebben gemaakt.
Niet door, zoals onder andere Primark doet, zo snel mogelijk de productie te verplaatsen naar andere landen en andere fabrieken die nog wel op volle capaciteit draaien, en daarmee de fabrikanten nog eens een schop na geven. Nee, door in samenwerking met de leveranciers te kijken wat nodig is om de werknemers te beschermen en indien nodig mee te betalen aan compensatie wanneer fabrieken sluiten en mensen zonder werk komen te zitten.
Korte update onderzoek online shoppen
Tussen het volgen van al het coronanieuws werk ik door aan mijn onderzoek naar de impact van online kleding bestellen. Helaas mag ik door de uitbraak van het coronavirus voorlopig geen bezoek brengen aan het distributiecentrum van Wehkamp in Zwolle, dat, zo schijnt, het grootste geautomatiseerde e-commerce gebouw ter wereld is.
Er staat ook een aanvraag uit bij Zalando om bij hun hoofdkantoor in Berlijn te komen kijken. Ook dat zal voorlopig niet lukken, gok ik.
En dan zou ik ook nog komende week naar een event gaan in Tilburg over oplossingen voor ‘de verdozing van de regio’. Ofwel: hoe om te gaan met de komst van de enorme distributiecentra en bedrijventerreinen. Ook afgelast.
Jammer, maar niks aan te doen. Voorlopig richt ik mij even op de verhalen die ik vanaf mijn laptop kan maken, en waarvoor telefonisch contact met anderen voldoende is. Zo werk ik nu aan een verhaal over de trucjes die webshops inzetten om je over te halen een aankoop te doen. Dat kan op heel onschuldige manieren, maar gebeurt soms ook op slinkse wijze.
Dan wil ik nog even wijzen op deze explainer die een aantal collega’s afgelopen week schreven over wat Amazon allemaal meer doet dan alleen spulletjes verkopen.
Fijne week gewenst,
Emy