Wanneer komt er een medicijn tegen covid–19?
Voorlopig is er nog geen vaccin tegen het nieuwe coronavirus. Maar er is nog een manier om de impact van de pandemie in te dammen: medicijnen. Hoelang zal het duren voor we een werkend middel tegen deze ziekte hebben? En wordt het dan voor iedereen beschikbaar? (Dit verhaal is ook te beluisteren.)
Naast handen wassen, het beperken van sociale contacten en het ontwikkelen van een vaccin is er nog een manier om de impact van de corona-pandemie te beperken: geneesmiddelen.
Een medicijn tegen covid–19 laat het aantal infecties niet dalen, maar kan er wel voor zorgen dat mensen die het virus oplopen minder ziek worden en er minder doden te betreuren zijn. De potentiële markt voor een middel tegen covid–19 is enorm. Vandaar dat een aantal farmaceutische bedrijven hard bezig is om als eerste een geneesmiddel op de markt te krijgen.
Hoe werkt zo’n middel? Welke middelen zitten er in de pijplijn? Hoelang zal het duren voordat we de eerste patiënten kunnen behandelen? En wat als er een effectief geneesmiddel bestaat, maar het bedrijf met het patent er excessieve prijzen voor vraagt? In de explainer hieronder geef ik puntsgewijs antwoord op deze vragen.
Welke types medicijnen zouden kunnen helpen tegen covid–19?
Een virus bestaat uit een paar genen in een jasje. Op basis van die genen maakt het virus eiwitten aan die elk een specifieke functie hebben. Sommige vormen het jasje van het virus. Andere zorgen dat het virus kan doordringen in de cellen die het infecteert. Weer andere eiwitten zetten de DNA-kopieermachine in een geïnfecteerde cel ertoe aan om ook de genen van het virus te dupliceren.
Wanneer we erin slagen een van die eiwitten te blokkeren, werkt het virus niet meer goed en kunnen we de verspreiding door het lichaam remmen.
Een eerste strategie om een geneesmiddel tegen covid–19 te ontwikkelen is dus om te onderzoeken welke eiwitten essentieel zijn voor de werking van dat virus en op zoek te gaan naar een molecuul die dat eiwit kan blokkeren. Maar als je die eenmaal gevonden hebt, mag je niet te vroeg juichen. Virussen muteren namelijk. Hun genen, en dus ook hun eiwitten, veranderen voortdurend. Het liefst wil je dus een molecuul vinden die de werking van het eiwit ook ná een mutatie kan tegenhouden.
Naast deze eiwitblokkeerders bestaat er nog een andere strategie. Als je geïnfecteerd wordt door een virus, maakt je lichaam moleculen aan die werken als waarschuwingsstickers: antilichamen. Je lichaam plakt deze op geïnfecteerde cellen, waardoor je immuunsysteem weet welke cellen het moet aanvallen. Je kunt je immuunsysteem hierbij een handje helpen door in een laboratorium gemaakte antilichamen toe te dienen.
Welke geneesmiddelen tegen covid–19 zitten er momenteel in de pijplijn?
Op dit moment zijn er zeker negen farmaceuten bezig een middel te vinden dat SARS-CoV-2 kan afremmen. De veelbelovendste kandidaat is remdesivir, een eiwitblokkeerder die al een tijdje bestaat. Het middel werd ontdekt aan de universiteit van Alabama,* met overheidsgeld dus, als een mogelijk middel tegen twee andere coronavirussen: SARS en MERS.
Het patent op dit middel kwam in handen van een farmaceutisch bedrijf, Gilead, dat hoopte dat het zou werken tegen weer een ander virus, ebola. Jammer genoeg was dat niet het geval en werd het middel niet meer verder ontwikkeld. Tot enkele maanden geleden: toen ontdekte men dat remdesivir waarschijnlijk ook een eiwit van het nieuwe virus, SARS-CoV-2, kan blokkeren. Remdesivir is al getest op mensen, we weten dat het veilig is en goed in het lichaam opgenomen wordt. Er moet dus nog enkel getest worden of het ook echt werkt bij patiënten met SARS-CoV-2. Dat probeert Gilead momenteel te bepalen met enkele grootschalige studies in China en de VS. Eind april worden de eerste resultaten verwacht.
Ook andere farmabedrijven hopen dat een van de bestaande middelen waar zij een patent op hebben effectief is tegen het nieuwe virus. Farmaceut AbbVie test een combinatie van twee aidsremmers, ritonavir en lopinavir. Roche hoopt dat een middel tegen griep, oseltamivir, SARS-CoV-2 kan blokkeren. Het Chinese centrum voor biotechnologie gaat na of een oud middel tegen malaria, chloroquine, ook werkt bij SARS-CoV-2.
Naast het hergebruik van bestaande middelen zoeken farmaceuten ook naar totaal nieuwe eiwitblokkeerders die het nieuwe coronavirus kunnen afremmen. Andere bedrijven zetten in op antilichamen. Onder andere Regeneron Pharmaceuticals en Vir Biotechnology hebben al een aantal antilichamen geïsoleerd waarvan ze hopen dat deze je immuunsysteem kunnen helpen om het virus te bestrijden.
Of een van deze middelen echt een verschil zal maken is afwachten. Remdesivir is het verst ontwikkeld en maakt volgens de World Health Organisation (WHO) op basis van wat we nu weten de grootste kans. Hoe groot die kans exact is, is moeilijk te zeggen. Gemiddeld komt 62 procent* van de geneesmiddelen succesvol door de derde fase van een clinical trial – de fase waarin het middel getest wordt op effectiviteit bij patiënten.
Wanneer zullen we de eerste patiënt kunnen behandelen?
Dat is nog onduidelijk. Gemiddeld duurt het bijna zes jaar* om een nieuw geneesmiddel tegen een virusinfectie te ontwikkelen. Eerst moet je natuurlijk een potentieel middel ontdékken. Dat middel wordt dan uitgebreid onderzocht in het laboratorium. Daarna wordt het getest bij gezonde vrijwilligers, om na te gaan of het goed opgenomen wordt en geen vervelende bijwerkingen veroorzaakt. Pas dan kan het getest worden bij een grote groep patiënten. Vervolgens moet je alle resultaten overdragen aan de geneesmiddelenautoriteiten, die beslissen of het medicijn op de markt mag komen.
Remdesivir heeft de eerste stadia van dit proces al doorlopen. Zoals gezegd worden de eerste onderzoeksresultaten op geïnfecteerde patiënten waarschijnlijk eind april* beschikbaar. De analyse van dit soort resultaten door de geneesmiddelenautoriteiten duurt doorgaans iets meer dan driehonderd dagen,* maar het EMA en de FDA hebben al aangekondigd dat ze voor medicijnen tegen covid–19 alles op alles zullen zetten om de goedkeuringsprocedure te versnellen.
Wat als een farmabedrijf een excessieve prijs vraagt voor een middel?
Vorige week besloot de Amerikaanse overheid om 8,3 miljard dollar vrij te maken in de strijd tegen het coronavirus. Een gedeelte van dat geld zal naar de farmaceutische industrie gaan. Vandaar dat enkele Democratische Congresleden eisten dat die industrie prijsbeperkingen opgelegd zou krijgen. Als er een medicijn of een vaccin op de markt komt dat geheel of gedeeltelijk ontwikkeld is met overheidsgeld, zo stelden zij, mag de industrie niet om het even wat vragen – zeker niet als de volksgezondheid in het gevaar is zoals nu.
Ze vingen bot. De uiteindelijke wetteksten over het noodfonds verbieden de overheid zelfs expliciet om in te grijpen als de prijzen die de industrie vraagt te hoog liggen. Je hoeft geen complotdenker te zijn om hier de hand van de farmaceutische lobby te zien. Dat de huidige Amerikaanse minister van Volksgezondheid, Alex Azar, vroeger topman was bij de farmagigant Eli Lilly, heeft waarschijnlijk ook een rol gespeeld.
Het is niet de eerste keer dat de farmaceutische industrie zich niet van zijn fraaiste kant laat zien tijdens een humanitaire crisis. Eind jaren negentig stierven in Zuid-Afrika dagelijks duizenden mensen aan aids. Er bestonden al enkele aidsremmers, maar deze waren veel te duur. De Zuid-Afrikaanse overheid besloot om haar patentwetgeving aan te passen en de import van generieke versies van die aidsremmers toe te staan.
Dat vond de farmaceutische industrie geen goed idee. Farmaceuten lobbyden bij de Amerikaanse overheid die daardoor dreigde met economische sancties tegen Zuid-Afrika. Verschillende bedrijven spanden ook een proces aan tegen de Zuid-Afrikaanse overheid wegens inbreuken op het internationale patentrecht. Pas na massale publieke verontwaardiging bonden de farmaceuten in en lieten ze de import van generieke aidsremmers toe.
Volgens het patentrecht mag een land, als het geconfronteerd wordt met een ernstige bedreiging van de volksgezondheid, eventuele patenten op levensreddende middelen overrulen. De huidige crisis is, zonder enige twijfel, voor veel landen een ernstige bedreiging van de volksgezondheid.
Het is de vraag hoe de farmaceutische industrie hierop zal reageren. Zullen ze tijdelijk tolereren dat landen een generieke en dus goedkopere versie van een medicijn tegen covid–19 produceren of importeren? Of zullen ze, zelfs in een crisis als deze, enkel kijken naar hun eigen winstmarges?
Zullen we voldoende medicijnen kunnen produceren?
Zelfs in het ideale scenario, waarbij we snel een effectief middel vinden en het bedrijf met het patent op dat middel landen toestaat om een generieke versie te produceren, zitten we mogelijk met een probleem. Want je moet ook in staat zijn om voldoende van dit middel te produceren.
Stel dat Italië over enkele maanden in staat is om een nieuw middel tegen covid–19 te maken. Zal het dan toelaten dat dit middel naar het buitenland geëxporteerd wordt, of zal het eerst en vooral de eigen bevolking willen behandelen? De Amerikaanse president Trump probeerde enkele dagen geleden de Duitse firma CureVac al te overtuigen om naar Amerika te verhuizen,* omdat het werkt aan een mogelijk vaccin tegen SARS-CoV-2. Trumps doel? Zorgen dat Amerika – en enkel Amerika – toegang heeft tot een potentieel vaccin.
Ook in crisistijd zijn er machtige spelers die hun eigenbelang laten prevaleren boven het algemeen belang. De farmaceutische industrie zal hier proberen een grote slag te slaan.
Elke overheid neemt momenteel, terecht, drastische maatregelen om deze pandemie in te dammen. Maar we hebben ook andere maatregelen nodig: we moeten het internationale patentrecht tegen het licht houden en grenzen stellen aan medicijnprijzen. Zodat we zeker zijn dat, als er uiteindelijk een medicijn tegen covid–19 ontdekt wordt, dat gebruikt kan worden om zieke mensen te genezen, en niet enkel om een farmaceutisch bedrijf (en zijn aandeelhouders) te verrijken.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!