Wat is de impact van corona op de kledingindustrie?
In tijden van crisis is kleding shoppen wel een van de laatste dingen waar mensen aan denken. Dat is goed terug te zien in de cijfers. ING toonde aan dat, sinds het kabinet maatregelen aankondigde om verdere verspreiding van het virus te voorkomen, het aantal pintransacties in kleding- en schoenenzaken met 81 procent is afgenomen op moment van schrijven (30 maart). Zowel offline als online modebedrijven hebben te maken met dalende verkoopcijfers. Een aantal bedrijven dat nu al op de rand van een faillissement balanceert, zal deze crisis dan ook niet overleven, ondanks steunmaatregelen van het kabinet. Het is niet te verwachten dat alles, zodra de winkels weer opengaan, in een mum van tijd bij het oude is. Zeker niet als we, zoals het ernaar uitziet, in een economische crisis belanden.
Maar de impact strekt nog veel verder dan wat wij hier zien (gesloten winkels, lege winkelstraten) en horen (failliete bedrijven, steunpakketten, etc.). Je zou de kledingketen kunnen vergelijken met het spel mikado, waarbij je in het meest ongunstige geval een stokje wegtrekt waarna de rest begint te trillen of uit elkaar rolt. Gaat er bij één schakel in de kledingketen iets mis, dan merkt de rest hier de gevolgen van.
Je zag het al gebeuren toen het virus zich nog vooral beperkte tot Wuhan en de landsgrenzen van China nog amper over was. Niet alleen de fabrieken in het gebied zelf kwamen in de problemen omdat deze moesten sluiten. Nee, overal ter wereld kregen kleding- en schoenenfabrikanten (en niet alleen zij, ook auto- en elektronicafabrikanten) te maken met productieproblemen, omdat cruciale grondstoffen vanuit China niet of nauwelijks geleverd konden worden.
De impact van het coronavirus op de kledingindustrie strekt nog veel verder dan wat wij hier zien en horen
Blijkbaar had niemand er ooit echt bij stilgestaan dat het misschien niet heel handig was om zo afhankelijk te zijn van één land. Voor veel modebedrijven zal het als een onaangename verrassing zijn gekomen: sinds de massale uitbesteding van de productie in de jaren negentig zijn ze grotendeels het zicht op hun keten verloren. Ze weten misschien nog net in welke fabriek hun producten in elkaar worden genaaid, maar niet welke schakels daar allemaal voor zitten. En dus ook niet dat stoffen of andere cruciale onderdelen allemaal afkomstig zijn uit China.
Maar het was vooral duidelijk nadat het virus zich verder over de wereld verspreidde en ook Europa bereikte. De ene na de andere kleding- of schoenenwinkel ging dicht en de verkoopcijfers zetten een continue daling in. Die gecombineerde schok van vraag en aanbod zorgt in de hele productieketen – die voor ons veelal onzichtbaar is – voor onrust en brengt grote gevolgen met zich mee.
Want de sluiting van de winkels en de dalende omzet van westerse modebedrijven betekent een afname van het aantal orders bij fabrikanten in landen als India, Bangladesh en Myanmar. Dat betekent dat de productie in die landen omlaaggaat, wat leidt tot een daling in de werkgelegenheid of gesloten fabrieken, wat weer tot gevolg heeft dat een groeiend aantal mensen zonder werk en inkomen thuis komt te zitten – en de armoede dus toeneemt. De teruglopende inkomsten bij modemerken betekenen ook dat er bezuinigingen komen, dat er minder geld zal gaan naar marketing, wat bij modebladen teruglopende advertentie-inkomsten tot gevolg heeft en misschien wel leidt tot een kleinere redactie, enzovoort, enzovoort.
Je trekt er een cruciaal stokje tussenuit, en de rest glijdt uit elkaar.
Wat weten we van de laatste crisis?
De afgelopen twee weken heb ik de ontwikkelingen rondom corona en de impact ervan op de kledingindustrie, die elkaar in een razend tempo opvolgen, nauw gevolgd. De vraag die continu door mijn hoofd, en door het hoofd van vele andere mensen met mij, spookt is: wat betekent dit voor de langere termijn? Het is moeilijk in te schatten welke (blijvende) schade nu al is veroorzaakt, en wat dit voor de industrie betekent.
Om een beetje een beeld te krijgen van wat ons te wachten staat, heb ik gekeken naar wat er gebeurde in en met de industrie gedurende de financiële crisis rond 2008 en de jaren erna. Miljoenen mensen in de kledingindustrie, van Bangladesh tot China, verloren in deze periode hun baan. Daarnaast zag je in de jaren na de crisis dat één bepaald modesegment vooral floreerde: dat van de budgetketens en fastfashionmerken. De honger naar goedkope kleding wordt sterker wanneer mensen (noodgedwongen) met hun hand op de knip kleding en schoenen shoppen.
Ik vraag mij af of dezelfde ontwikkeling zich straks zal herhalen.
Hoe nu verder?
In de weken voordat de coronacrisis de headlines bestormde, was ik plannen aan het maken voor een reis naar Bangladesh. Om een keer met eigen ogen de kledingfabrieken te zien, en met mensen te spreken over wie ik al jaren schrijf. Een wens die ik al lange tijd heb. Maar die helaas en logischerwijs nog even op zich moet laten wachten.
Een van de plekken die ik wilde bezoeken, was het kantoor van het Bangladesh Veiligheidsakkoord (Bangladesh Accord on Fire and Building Safety). Deze organisatie, die na de ramp met Rana Plaza in 2013 werd opgericht om kledingfabrieken veiliger te maken, volg ik al jaren op de voet. Dit zou mijn laatste kans zijn om een bezoek te brengen aan het kantoor en een aantal fabrieken, om te zien wat er de afgelopen jaren allemaal veranderd is. De werkzaamheden van de organisatie worden eind mei namelijk overgedragen aan de regering van Bangladesh.
Het zou goed kunnen dat dit wordt uitgesteld, omdat de werkzaamheden momenteel stilliggen. Om de veiligheid van de fabrieksinspecteurs en kledingarbeiders te waarborgen, ligt controle op de bouwveiligheid momenteel stil. In Bangladesh zijn er nog niet veel (enkele tientallen) gevallen van corona geconstateerd, maar vermoedelijk liggen de werkelijke cijfers hoger vanwege de weinige testen. Als het vuurtje eenmaal is aangewakkerd zal het zich, gezien de matige gezondheidszorg, dichtbevolkte steden en weinige hygiëne, waarschijnlijk in een razend tempo verspreiden.
De meeste fabrieken zijn overigens nog wel operationeel (al zal dat niet lang meer duren, aangezien modemerken massaal hun orders intrekken). Ik sprak deze week met Mostafiz Uddin, een Bengaalse fabrikant, die zijn zorgen uitte over moderetailers die ook bestaande orders – die al in productie zijn en/of waarvoor al materialen zijn ingekocht – intrekken en weigeren te betalen. En dan te bedenken dat kleding en textiel het grootste exportproduct is van het land.
De chaos is enorm en bestaande initiatieven om de sector te verduurzamen en eerlijker te maken zijn nu dan ook op een lager pitje komen te staan of zijn zelfs helemaal van de tafel. De vraag in bredere zin is of de vooruitgang die de afgelopen jaren geboekt is in de sector daarmee teniet wordt gedaan, of dat de initiatieven op den duur weer worden opgepakt. Of misschien gaat alles wel op de schop, nu de risico’s en consequenties van deze geglobaliseerde manier van produceren met weinig toezicht op de keten, meer dan ooit duidelijk worden.
Ik blijf het de komende tijd volgen, en zal er regelmatig over schrijven in deze nieuwsbrief.
Mocht je zelf vragen hebben, interessante artikelen zijn tegengekomen of gewoon een gedachte of iets anders willen delen: laat het hieronder weten of mail mij via emy@decorrespondent.nl.
Blijf gezond en optimistisch!
Fijne week gewenst,
Emy