Podcast: Microbioloog Rosanne Hertzberger over wat we nú moeten doen in de strijd tegen het coronavirus
Ze is de bekendste microbioloog van Nederland, en non-stop aan het werk in de frontlinie tegen het coronavirus. Ze verwijt de Nederlandse overheid een veel te trage reactie, en legt uit wat we nú beter moeten doen.
Luisteraars! Een lengterecord in De Rudi & Freddie Show: anderhalf uur podcasten. We hebben dan ook een heel bijzondere gast. Ze is onze correspondent Vaccinaties. En ze schrijft columns in NRC. Daaronder staat altijd: ‘Rosanne Hertzberger is microbioloog’. Meestal heb je even daarvoor een scherp betoog gelezen over de Brexit, het voltooid leven, snuivers in Amsterdam, dus dat de auteur microbioloog is... Wat zal het?
Maar in deze pandemische tijden is het microbioloogschap opeens een zeer relevante expertise. De afgelopen weken is Rosanne Hertzberger bezig geweest met het opschalen van de testcapaciteit in Nederland, die nogal te wensen overlaat. Ze schreef er een stuk over in NRC getiteld: ‘Overheid, word wakker en ga meer testen, het kan wel!’ Waarom is het belangrijk om te testen? En waarom lukt het ons niet om die testcapaciteit op te schalen?
Ze vertelt ook over de zoektocht naar een virusvaccin. Welke wegen zijn er naar een vaccin en hoe kansrijk zijn die? En tot slot: wat weten we eigenlijk over dit virus? Ik (Jesse) vertel over de migraine die de epidemiologische modellen mij tot nog toe opleveren: iedere variabele die je afpelt levert nieuwe onzekerheden op.
Het is, denken wij, een zeer urgente podcast geworden. Want hoeveel onzekerheden er ook zijn, het pleidooi van Rosanne Hertzberger is helder: we moeten als de wiedeweerga in oorlogsmodus komen en gaan testen, testen en nog eens testen.
En als bonus voor de lezers die liever niet luisteren, hebben we na vele verzoeken in de bijdragesectie hieronder de vier belangrijkste stellingen van Rosanne Hertzberger uit de podcast gehaald:
1. De aanpak van de pandemie in Nederland haperde in het begin
Landen hebben twee manieren om het coronavirus te lijf te gaan, legt Rosanne Hertzberger uit. De eerste methode is de ziekte laten woeden als een veenbrand: het virus is er nu eenmaal, mensen besmetten elkaar, laten we de kwetsbaarsten ondertussen zo veel mogelijk beschermen.
Optie twee is wat sommige Aziatische landen doen: brandjes blussen, ook wel de ‘SARS-aanpak’ genoemd. De overweging bij die tweede manier: het virus is te dodelijk, te ontwrichtend en is te vaak gevaarlijk voor zorgpersoneel om te wachten op groepsimmuniteit.
Hertzberger is voorstander van methode twee, die gebruikmaakt van vijf zogeheten earlies: vroegtijdige detectie, vroegtijdige isolatie, vroegtijdige behandeling, vroegtijdige rapportage en vroegtijdige opsporing. Mensen die vermoedelijk besmet zijn worden snel getest, weggehaald bij hun gezin en in isolatie geplaatst. Pas bij twee negatieve tests mag je weer terug de maatschappij in.
Als we daar een paar weken terug mee waren begonnen, hadden we buiten Noord-Brabant – waar de verspreiding in Nederland begon – wellicht kunnen volstaan met alleen contactonderzoek, denkt de microbioloog.
Het knelpunt voor die vroegtijdige aanpak zat bij de streeklaboratoria van de GGD: ‘In de ziekenhuislabs ging het nog wel aardig; daar werden weinig tekorten gerapporteerd. Het [probleem zat] in het volksgezondheidsapparaat, dus de GGD en het RIVM. De streeklaboratoria van de GGD konden de vraag niet aan, in de hele pijplijn van diagnostiek was een tekort aan spullen.’
Maar dan nog, je kan mensen opleiden om contactonderzoek te doen, apps inzetten, swabtests afnemen. ‘Je zet gewoon een leger aan mensen in om de boel bij elkaar te pipetteren.’
2. Laboratoria houden zich soms onnodig vast aan hoge kwaliteit
Kwaliteit boven kwantiteit is normaal gesproken het adagium in de medische zorg. Maar tijdens een pandemie moet de hoeveelheid misschien even prevaleren boven de deugdelijkheid ervan. In Nederland beschikken we over laboratoria die zich internationaal kunnen meten met het allerhoogste segment. Hertzberger: ‘Die topkwaliteit is geweldig in tijden wanneer er geen schaarste is, maar die nekt je nu, omdat je in tijden van schaarste niet genoeg mensen kunt testen.’
En de labs die op dit moment (nog) niet overvraagd zijn door de duizenden coronatests die ze moeten bekijken, kampen ook binnenskamers met schaarste. Medische laboratoria draaien voor een belangrijk deel op machines en software. De meeste daarvan zijn afkomstig van een grote farmaceutische fabrikant als Roche. Tientallen landen kloppen iedere dag bij dat soort bedrijven aan om meer spullen in te kopen, dus Nederland beschikt lang niet altijd over voldoende testcapaciteit.
De apparaten die Nederlandse labs gebruiken, legt Hertzberger uit, werken meestal ook met zogeheten ‘vendor lock-ins’. Dat betekent dat zo’n machine alleen gebruikt kan worden in samenhang met producten die ook afkomstig zijn van dat bedrijf. ‘Je hoeft niet per se met een robot te werken’, zegt Hertzberger daarover. Je hoeft niet 96 cartridges met patiëntmateriaal tegelijk te gebruiken. ‘Je kunt gewoon twintig jaar terug in de tijd.’
3. Een vaccin laat op zich wachten (als het er komt)
Komt er een coronavaccin? Lastig te zeggen. Er zijn ziektes waar nooit een vaccin tegen kwam (hiv), en soms laten vaccins heel lang op zich wachten en werken ze matig (malaria). Wat lastig is, legt Hertzberger uit, is dat proefdieren wel een beetje ziek worden van SARS-CoV-2, maar niet doodziek, waardoor we vaccins nog niet goed op dieren kunnen testen. Mogelijk moeten we vaccins dus sneller dan ooit op mensen gaan testen.
De meeste vaccins waar nu over wordt geschreven zijn RNA- en DNA-vaccins. Dit zijn vaccins die erfelijk materiaal toevoegen aan onze cellen, waardoor onze eigen cellen ziekteverwekkende eiwitten maken, waar dan een immuunrespons tegen komt.
Dan is er nog Janssen Pharmaceuticals, een farmaceut van Belgische bodem, die eerder een medicijn maakte tegen ebola. Daarvoor maakten ze gebruik van een verzwakt adenovirus, dat als een soort voertuig dient voor het genetisch materiaal van ebola. Hierdoor tuigt het lichaam een immuunrespons op tegen ebola. Nu proberen ze ditzelfde trucje te gebruiken om SARS-CoV-2 te bestrijden.
4. Een land moet voorbereid zijn op het onwaarschijnlijke
In 2009 brak de Mexicaanse griep uit. Nederland besloot het zekere voor het onzekere te nemen en schafte 34 miljoen vaccins aan. Maar die ziekte kreeg nooit echt voet aan de grond in Nederland. 60 mensen kwamen om,* op een totaal van 18.500 personen wereldwijd. Uiteindelijk heeft ons land twee keer zo veel vaccins vernietigd als ingespoten.* Totale kosten: 340 miljoen euro.*
Op dat gigantische bedrag kwam indertijd veel kritiek. Maar was dat wel terecht? Kijk eens naar dijkbewaking, zegt Hertzberger. Sinds de Watersnoodramp in 1953 begrijpen we allemaal dat de miljarden die we daar jaarlijks aan uitgeven, volledig gerechtvaardigd zijn. Net als het feit we nog steeds een leger hebben, hoewel oorlog in eigen land al decennia niet meer is voorgekomen.
Je indekken tegen een kleine kans op catastrofe levert hoon en spot op als het overbodig bleek. Maar zo is het nu eenmaal met kleine kansen: die komen niet zo vaak voor. Als we nu maar 340 miljoen hadden hoeven besteden om een lockdown te vermijden, dan waren we erg goedkoop uit geweest.