Onze wereld is gekrompen tot wie en wat zich in onze onmiddellijke nabijheid bevindt. Dit kleine binnenleven lijkt ons verlangen naar de verte aan te wakkeren. Kranten publiceren overal ter wereld handleidingen voor sterrenkijken in quarantaine en Twitter heeft er een populaire hashtag bij, #starentine.
Binnen zitten betekent naar buiten kijken en als er op ooghoogte niet veel meer gebeurt richt je de blik naar de hemel. Naar waar we vroeger keken als we troost of zingeving zochten. Het heelal. De enige verte die we nog tot onze beschikking hebben.
Het lijkt een logische reactie op al het inzoomen van de afgelopen weken. De blik – letterlijk – op oneindig. Maar misschien komt het ook voort uit een ander verlangen. Samen naar de sterren staren geeft een gevoel van verbondenheid – uiteindelijk leven we allemaal op dezelfde waterige stip aan de rand van onze Melkweg.
Tegelijkertijd bevestigt het heelal onze huidige staat van zijn. Het confronteert ons met de overweldigende eenzaamheid van een soort die nog nergens in de ruimte gelijkgestemden heeft gevonden. Een kosmisch isolement. Zo leert het staren naar de sterren ons twee fundamentele lessen die deze dagen worden uitvergroot: we zijn samen en we zijn alleen. Of misschien is het een enkele les: we zijn samen alleen.
Ook zonder telescoop valt er wat te zien
Voor wie wat ruimte wil voelen in deze benauwde dagen maakte ik met Milo Grootjen, sterrenkundige van het Artis Planetarium een podcast over de maan, bedoeld om te luisteren terwijl je naar boven kijkt. Een overweldigende sterrenhemel is in ons land nauwelijks nog te vinden, te veel lichtvervuiling. Maar de maan is niet te missen.
De podcast is een kleine reis over de oppervlakte, van het verre verleden naar de mogelijke toekomst van ons meest nabije hemellichaam. Feiten en reflectie, wat sterrenkunde, wat poëzie. We hopen dat jullie bij volle maan het hoofd in de nek leggen om te ontdekken dat er ook zonder telescoop wat valt te zien.
Laten we de verte in kijken. Niet om aan het hier en nu te ontsnappen maar om ons erin uit te strekken. De dichter Fernando Pessoa schreef: ‘Vanuit mijn dorp zie ik zoveel van het heelal als men vanaf de aarde zien kan…/ Daarom is mijn dorp zo groot als ieder ander/ Want ik ben zo groot als wat ik zie/ En niet zo groot als ik lang ben…’
Meer naar boven staren?
Behoefte aan een lichtpuntje in de donkere dagen? Lees deze liefdesverklaring aan de maan De beroemde Britse ruimtewetenschapper Maggie Aderin-Pocock schreef Het boek van de maan. Ze bekijkt ons dichtstbijzijnde hemellichaam met een wetenschappelijke, poëtische én persoonlijke blik. De schaduwkant van al ons licht: voor elke ster die je ziet, zie je er negen niet Kunstlicht heeft ons veel gebracht, maar tegelijkertijd vervuilt al dat licht onze duisternis. Daardoor raken vogels van de leg, slapen mensen te weinig, en, misschien wel het allerergste, zien we nauwelijks nog sterren. Zo verliezen we onze verbondenheid met de natuur. Liever luisteren? Ik heb dit verhaal ook ingesproken.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!