Deze mysterieuze speler werd uit het niets international. Met dank aan een extreem volhardende vader
Door zijn geboortedatum was Jamie Lawrence als jeugdspeler standaard de jongste en daarmee niet de sterkste. Scouts sloegen hem keer op keer over. Toch belandde hij – schijnbaar uit het niets – in het nationaal voetbalelftal van Wales. (Dit verhaal is ook te beluisteren.)
Tot de dag waarop hij voor het eerst werd geselecteerd voor de nationale ploeg van Wales, kende niemand in Wales voetballer Jamie Lawrence en kende Jamie Lawrence niemand in Wales.
Lawrence was niet in Wales geboren, had nooit in Wales gespeeld, had geen familie in Wales en sprak geen Welsh. Hij had nooit voor Welshe jeugdteams gespeeld en had nooit contact gehad met de Welshe voetbalbond. Hij was zelfs nog nooit in Wales geweest.
Het was merkwaardig – je zou zeggen dat een voetbalbond alles in het werk stelt om bruikbare spelers in de gaten te houden. Zeker een klein voetballand als Wales, dat alles kan gebruiken om een kans te maken tegen grote landen. En al helemaal als het gaat om linksbenige centrale verdedigers, een veelgezocht spelerstype.
En toch was Lawrence al die tijd ongezien gebleven – tot maandag 5 november 2018.
Die namiddag maakte bondscoach Ryan Giggs de selectie voor het cruciale Nations League-duel tegen Denemarken bekend. Op een A4’tje dat werd uitgedeeld in de persruimte stond een ‘J. Lawrence’. De journalisten dachten aan een spelfout. Niet J. Lawrence moest er op het papiertje staan, maar T. Lawrence. Tom Lawrence van Derby County. Maar T. Lawrence stond ook op de lijst.
Dus wie was J.?
Maak kennis met Jamie Lawrence of Arabia, Slowaaks toppoliticus, bionische voetballer
‘J.’ bleek een centrale verdediger, die speelde bij de Belgische club Anderlecht. Dat was zo’n beetje alles wat Google de journalisten had geleerd, toen bondscoach Giggs de zaal betrad. De nestor van het perscorps, Rob Phillips, stelde Giggs eerst de obligate vragen over Wales’ sterspeler, Gareth Bale van Real Madrid.
Toen vroeg* hij over James Lawrence.
Phillips: ‘You’ve had us all searching Google. James Lawrence, Anderlecht. Hoe kwam je bij hem terecht?
Giggs: ‘We werden zes maanden geleden op hem gewezen. Hij is een beetje onder de radar gebleven.’
Phillips: ‘Zijn jullie op hem gewezen door iemand uit de bevolking? Of was het Albert?’
Giggs: ‘Nee, het was iemand bij de Welshe voetbalbond. We zoeken altijd naar beschikbare, goede spelers.’
De imaginaire James Lawrence had een bionische voet, had de wereld gered van een zwart gat, en werd trending topic in Wales
Ondertussen waren de Welshe voetbalfans ook aan het googelen* geslagen. Veel wijzer werden ze niet: een kort interviewtje met de site van Anderlecht; wat artikelen in het Slowaaks, want Lawrence had vier jaar bij een club genaamd AS Trenčín gespeeld.
En dus, in hun honger naar feiten en bij gebrek aan feiten, gingen de fans feiten over Lawrence fabriceren, met de hashtag #jameslawrencefacts.*
De imaginaire James Lawrence was nogal een speler. Met zijn bionische voet was hij derde geworden in de Slowaakse presidentsverkiezingen, en had hij en passant de wereld gered van een zwart gat. In no time werd #jameslawrencefacts trending topic in Wales. Thuis, in Brussel, traande Jamie van het lachen om zijn nieuwe, vreemde status van Bekende Welshman.
Thuis, in Amsterdam, vocht Jamies vader, Steve Lawrence, tegen een ander type tranen. Eindelijk zagen anderen waar Steve altijd voor had gevochten: het uitzonderlijke talent van zijn zoon.
Is mijn zoon een statistiek of een individu?
Steve zag het al, op veldjes in het Londense Queen’s Park, toen Jamie nog maar drie jaar oud was: het gemak waarmee hij voetbalde met oudere kinderen. Als vierjarige was Jamie verder dan zesjarigen, als zesjarige was hij verder dan negenjarigen.
Toen hij zeven was, trainde Jamie bij Arsenal Advanced, een jeugdtak van topclub Arsenal. In het voorjaar van 2000 stond Steve te kijken bij een training, toen hij werd aangestoten door een man, die een gesprek begon dat Steves leven zou veranderen.
Onbekende man: ‘Is dat uw zoon?’
Steve: ‘Ja....’
Onbekende man: ‘Die heeft talent. Wanneer is hij geboren?’
Steve: ’22 augustus…’
Onbekende Man: ‘O, wat jammer.’
Steve: ‘I beg your pardon?’
Onbekende man: ‘22 augustus? Dan gaat hij het niet redden als profvoetballer.’
Wat zeg je daarop terug? Niets. Het gesprek viel stil, de man vertrok, en Steve zag hem nooit meer terug. Maar het gesprek bleef door zijn hoofd spoken. ’s Avonds zocht hij op Altavista, Yahoo!, en een nieuwe zoekmachine genaamd Google, totdat hij op een wetenschappelijk artikel* stuitte: ‘Hockey success and birthdate: The relative age effect’.
Het artikel beschreef het ‘geboortemaandeffect’ – het curieuze feit dat een buitenproportioneel groot deel van Canada’s beste ijshockeyers in het begin van het jaar waren geboren: januari, februari, maart. De auteurs vermoedden een rechtstreeks gevolg van de indeling van spelers in leeftijdscategorieën. Twee kinderen die op 1 januari 1980 en 31 december 1980 zijn geboren, komen in aanmerking voor hetzelfde team. Maar het kind van 1 januari is meestal ouder, groter en sterker – en wordt dus vaker gekozen in de betere elftallen.
Dat was ijshockey in Canada. Zei dat wat over voetbal? Enkele maanden later stuitte Steve op een paper* over Engels voetbal, ‘Season of birth bias in association football’, en zijn ogen stopten direct bij onderstaande grafiek. Engelse voetbalprofs bleken net zo scheef verdeeld over het jaar als Canadese ijshockeyers.
Het enige verschil was de peildatum: in het ijshockey 1 januari, in het Engelse voetbal 1 september – en dus kwamen de meeste spelers uit september, oktober, november. De grafiek zag eruit alsof een of ander monster een hap uit mei, juni, juli en augustus had genomen.
Twee gedachten schoten door Steves hoofd. De eerste: clubs, trainers, scouts, ze worden goed betaald om de beste spelers te vinden, maar ze sluiten de helft van de bevolking uit? De tweede, scherpere, alarmerendere: gaat dit Jamie dwarszitten? Is dat wat die Onbekende Man bedoelde?
We have to let Jamie go
Het zou niet lang duren voordat hij een antwoord kreeg. Via Arsenal Advanced was Jamie in de zomer van 2001 uitgenodigd om voor Arsenal mee te doen aan een toernooi. Een van zijn ploeggenoten was een mager blond jongetje genaamd Harry Kane, de latere aanvoerder van het Engelse nationale team.
Na de zomer nam Arsenal Jamie – net als Kane – op in de Onder 9. Eigenlijk was hij daarvoor tien dagen te oud, want de ‘peildatum’ lag op 1 september. (Jamie was 22 augustus negen geworden.) Maar gezien de manier waarop hij de ploeg was ingerold, kreeg Jamie dispensatie van de voetbalbond. In het eerste seizoen was alles geweldig; Jamie speelde met vertrouwen en leidde het team.
‘I was always at Arsenal, but never really a part of Arsenal’
In het tweede jaar merkte Steve een verandering in Arsenals houding. Andere spelers kregen een contract, eigen kleding, en voetbalschoenen; Jamie niet. Andere spelers en hun ouders kregen regelmatig feedback van coaches; Jamie en Steve niet. ‘I was always at Arsenal, but never really a part of Arsenal’, zegt Jamie nu.
Voorjaar 2003 nodigde de club Steve en Jamie uit voor een gesprek. Een man namens Roy Massey kwam meteen ter zake: volgend seizoen zou er geen plek meer zijn voor Jamie. ‘We have to let Jamie go.’
Steve had dit moment zien aankomen. In zijn huidige team, waarin hij een van de oudsten was, hoorde hij bij de besten. In een leeftijdsgroep hoger, waarnaar hij op een zeker moment zou moeten overstappen, en waarin hij de jongste zou zijn, was hij kennelijk niet meer bruikbaar. Dit had niks meer met zijn talent te maken; dit was puur en alleen de pech van een verkeerde geboortedatum.
Hij vreesde ook voor hoe het verder zou gaan met Jamie. De literatuur over het geboortemaandeffect voorspelde onheil. De ijshockeyonderzoekers theoretiseerden dat relatief jongere spelers ‘veel vaker frustratie en mislukking ervaren, waardoor [coaches] lagere verwachtingen van hen hadden’. Een ander paper:* ‘Gefrustreerd door zijn of haar beperkingen in wedstrijden, kan het [laatgeboren kind] stoppen met georganiseerde sport.’
Kortom: een verkeerde geboortedatum was een slow motion train wreck. Steve: ‘Ik weet nog dat ik toen dacht: ik ga alles doen wat ik kan doen, zodat dat niet gebeurt.’
Een lullig feit waartegen Steve Lawrence compleet machteloos was
De vraag was alleen: hoe?
Kennis was het probleem niet. Steve begon alles te lezen wat hij over het geboortemaandeffect kon vinden. Van voetbal tot honkbal, van volleybal tot tennis: overal waren vroeggeboren (in januari, februari, maart dus) spelers oververtegenwoordigd.
Er zat een rode draad in het onderzoek: Mensen konden het onderscheid niet maken tussen leeftijd en ontwikkeling. Ook buiten de sport. De verliezers waren de laatgeboren kinderen, uit oktober, november, december. Laatgeboren kinderen deden het minder in het onderwijs;* laatgeboren kinderen kregen vaker de diagnose ADHD; laatgeboren kinderen kregen minder vaak leidinggevende functies.
De wereld is in tweeën gedeeld: zij die vroeggeboren zijn, de gelukkigen, en zij die laatgeboren zijn, de ongelukkigen
De indeling in jaargroepen was uitgevonden om kinderen passender en eerlijker te beoordelen; het effect was eerder het tegenovergestelde. ‘De wereld is in tweeën gedeeld’, zei Steve. ‘Zij die vroeggeboren zijn, de gelukkigen, en zij die laatgeboren zijn, de ongelukkigen.’
Dit inzicht stuwde Steve verder voorwaarts. Waar onderzoek ontbrak, deed hij het zelf. Hij schoolde zich in statistiek, verzamelde data, werkte samen met leidende wetenschappers aan papers, gaf presentaties aan clubs, en attendeerde de FA op het probleem. Toen een reactie uitbleef, diende hij een klacht in over de bond bij de Europese Commissie wegens ‘systematische discriminatie’.
De Europese Commissie vroeg om een alternatief voor het klassieke jaargangensysteem. En dus verzon hij dat alternatief: het verplicht stellen van een gemiddelde teamleeftijd. De Europese Commissie vond dat het alternatief ‘proportioneel’ en uitvoerbaar moest zijn. En dus maakte hij een app om de average team age (ATA) werkbaar te maken (nadat hij zichzelf had leren programmeren). De zaak loopt nog steeds, maar in de tussentijd kreeg hij clubs en bonden zover om experimenten met de ATA te doen.
Dit alles kreeg hij voor elkaar – en meer. Het enige dat hem niet lukte, was het belangrijkste: Jamies coaches het geboortemaandeffect te laten begrijpen.
In de ogen van menig voetbaltrainer was Steve de zoveelste ouder met overspannen verwachtingen van zijn zoon, alleen dan eentje met een chiquer accent en een zwik ingewikkelde statistieken in zijn achterzak. Steve: ‘Zo’n trainer denkt: dat zegt hij alleen maar omdat zijn zoon profiteert.’ En sowieso, wat moet zo’n coach doen? Jonge, laatgeboren spelers selecteren? Wedstrijden verliezen? Zijn baan verliezen?
De prikkels voor coaches werkten tegen Jamie en Jamie merkte het. Na Arsenal speelde Jamie een jaar bij enkele amateurclubs. Daar scoutte profclub Queens Park Rangers hem. Na een seizoen dat voelde als een worsteling – Jamie stond reserve of back, niet zijn favoriete positie centraal achterin – stuurde QPR hem weg: te klein. Het paste naadloos binnen Steves theorieën over het geboortemaandeffect.
‘Laatgeboren voetballers spelen zelden op hun favoriete positie’, zegt Steve. ‘Daardoor kunnen ze minder uit de verf komen, wat betekent dat ze minder complimenten en speeltijd krijgen, enzovoorts.’
Een geboortemaand hoefde geen doodvonnis te zijn voor een speler. Maar in Steves hoofd leek het er voor Jamie wel sterk op. Als hij keek naar zijn zoon zag hij geen ongelukkig kind. Wel zag hij onbenut potentieel, puur en alleen veroorzaakt door het lullige feit dat hij tien dagen te vroeg was geboren; een lullig feit waartegen hij volstrekt machteloos bleek te zijn.
Totdat hij in april 2008 een interessant e-mailtje aantrof in zijn inbox.
Hoe een speler in het ene land vier maanden ouder is dan in het andere land
In het voorjaar van 2007 was de directeur van het Association Montessori Internationale in Amsterdam onverwacht overleden. Steves vrouw Lynne had haar in de zomer van 2007 vervangen; het gezin was meegegaan.
Steve had een paar profclubs gemaild – wie niet waagt, die niet wint – met de vraag of Jamie die weken met hen kon meetrainen. Haarlem had zowaar gereageerd. Jamie had indruk gemaakt. Nu – april 2008 – mailde Haarlems jeugdopleider Rene Moonen of Jamie weer zou komen. Hij wilde hem graag in de B1 opnemen.
Dat aanbod werd een argument in een gezinsdiscussie. Lynne kon namelijk permanent directeur worden bij het instituut. Eén optie was dat Lynne alleen naar Amsterdam zou gaan. Optie 2 was dat Jamie’s broer Tom in Londen bleef, bij zijn peetmoeder, om zijn middelbare school af te maken, terwijl Jamie en Steve mee zouden gaan naar Amsterdam.
In Nederland zou Jamie niet meer de jongste zijn. Hij zou in een keer vier maanden winnen
Het mailtje – de kans bij Haarlem – besliste de afweging in het voordeel van Optie 2. Of preciezer gezegd: het geboortemaandeffect was het beslissende argument. In Engeland was de peildatum 1 september, wat een kind uit augustus de jongste maakte. In Nederland was de peildatum 1 januari. ‘In Nederland’, zegt Steve, ‘zou Jamie niet meer de jongste zijn. Hij zou in een keer vier maanden winnen.’
Amateur-gedragswetenschapper Steve Lawrence voerde een n=1-experiment uit met zijn zoon – en boekte een significant resultaat. In de B1 van Haarlem – met onder meer Quincy Promes – blonk Jamie uit. Zozeer zelfs, dat Ajax Jamie scoutte. Het volgende jaar stroomde hij in de A2 in, als centraal verdedigingsduo met Joël Veltman.
Het was licht surreëel: van afgeschreven in Engeland naar opgenomen in de beroemdste jeugdopleiding ter wereld, ondanks de jarenlange negatieve feedback die Jamie in Engeland had gehad. Steves overtuiging dat alleen Jamies geboortemaand hem weerhield van groot succes, en de overtuiging dat hij alles moest doen om Jamie te helpen, kreeg een enorme bevestiging.
Ook de beste jeugdopleiding ter wereld heeft een gigantisch geboortemaandeffect
Steve rook een mogelijkheid. Direct stuurde hij mails naar de voetbalbonden van Wales en Engeland, om hen te wijzen op Jamie en zijn speelgerechtigdheid voor hun nationale elftallen. De mails bleven onbeantwoord. Zorgelijker was dat bij Ajax niet alles zoals gewenst verliep.
Ten eerste: Jamies Nederlands was nog matig, wat een nadeel was voor een speler die het van zijn communicatie moest hebben. Ten tweede: Jamie moest een lies- en een hartoperatie ondergaan die hem maanden terugwierpen. (Dit betrof een hartritmestoornis, die werd opgelost met een ingreep waar Jamie niks groots van maakt.)
En er was een derde probleem, aldus Steve. Ajax – befaamdste jeugdopleiding ter wereld of niet – had een gigantisch geboortemaandeffect. Van de 37 spelers in de A-jeugd waren er slechts vijf in de tweede helft van het jaar geboren. Opnieuw moest Jamie opboksen tegen spelers die – anders dan hij – jarenlang positieve feedback hadden gekregen.
En opnieuw deed Steve wat hij overal had gedaan: hij begon mensen te vertellen over het geboortemaandeffect. Maar het redde Jamie niet. Toen AZ in het voorjaar van 2010 interesse toonde in Jamie, overwogen ze een overstap. Dit waren cruciale jaren: Jamie moest aan spelen toekomen om beter te worden; hij moest speeltijd op dit niveau inhalen. En dus schreef Steve een brief aan Ajax’ hoofd jeugdopleiding Jan Olde Riekerink, waarin hij Jamies situatie nogmaals uiteenzette.
‘Laatgeboren voetballers zijn zeer zeldzaam en ik vind dat ze speciale begeleiding verdienen. Ik zou graag psychologische training willen voor Jamie, zodat hij assertiever wordt. Toen hij jonger was, was hij altijd de aanvoerder van zijn teams. Hij was vaak de baas op het veld. Dat aspect van zijn karakter zou ik weer willen zien heropleven.’
Een schriftelijke reactie kreeg Steve niet, maar Olde Riekerink zei – aldus Steve – ‘dat ze voor Jamie zouden zorgen’. Jamie bleef bij Ajax. En vier maanden later was alles anders: Ajax’ hoofdtrainer Martin Jol vertrok naar Fulham, jeugdtrainer Frank de Boer volgde hem op, en in de kettingreactie kreeg de introverte Jamie een andere trainer – ras-Amsterdammer Dick de Groot – die het niet met hem zag zitten, waarna Ajax’ geruststelling van weinig waarde bleek.
In de zomer van 2011 hoorde Jamie dat er geen plek meer was voor hem bij Ajax.
Niemand kijkt naar een 22-jarige voetballer en ziet een laatbloeier
Steve had Jamie altijd gezegd dat hij een laatbloeier was; dat zijn kansen nog zouden komen. Dat hij geduld moest hebben. Hij had niet gezegd wat hij dacht: dat het systeem hem discrimineerde. ‘Ik was bang dat Jamie zich zou gaan zien als slachtoffer.’
Jamie wist al wel wat het geboortemaandeffect was. (Hoe kon dat ook anders: het was wat zijn vader opsloot in zijn studeerkamer.) Hij wist ook dat dit laatgeboren spelers dwarszat. Wat hij zich minder kon voorstellen, is dat het hem dwarszat. ‘Mijn vader kon gelijk hebben, dacht ik’, zegt Jamie. ‘Maar overtuigd was ik niet.’
Dat veranderde ongeveer twee seconden nadat hij die zomer van 2011 de televisie aanzette voor een wedstrijd van Arsenal en hij een speler voorbij zag komen met een bekende naam: Emmanuel Frimpong.
Wacht even, dacht Jamie.
Acht jaar eerder speelde hij met amateurclub Enfield een bekerfinale tegen Broadwater Farm FC. De spits van Broadwater was anderhalve kop groter dan alle anderen op het veld. Iedereen die bij die wedstrijd was, zag dat die speler niet zozeer getalenteerder, maar fysiek veel verder was dan de rest. Een tijdelijk voordeel – tenminste, zo zou je denken. Maar daar liep hij, op zijn televisiescherm, acht jaar later, tussen alle Arsenal-sterren: Emmanuel Frimpong.
Op dat moment wist Jamie dat hij slachtoffer was. Alle kansen die Emmanuel Frimpong de jaren ervoor wel had gehad, had hij niet gehad. Hij stelde zichzelf een pertinente vraag: ‘Hoe zou ik ooit zo’n achterstand in kunnen halen?’
Deze vraag bleef de komende jaren door zijn hoofd spoken. Via alle denkbare connecties hielp Steve Jamie aan kansen bij Sparta (een seizoen) en RKC (twee seizoenen). Bij beide clubs bleef hij steken in de Jong-elftallen. In de zomer van 2014 was hij bijna 22 jaar. Hij had nog geen wedstrijd in een eerste elftal van een professionele voetbalclub gespeeld. De tijd begon niet eens meer te dringen, de tijd was eigenlijk op. ‘Ik leek op een plafond te botsen’, zegt Jamie.
Had hij nog perspectief? Niemand zou naar een 22-jarige kijken en een laatbloeier zien. Geen club zou denken wat zijn vader dacht: dat hij enorm zou opbloeien als hij speeltijd en vertrouwen zou krijgen. In het jeugdvoetbal had je dat nog kunnen hopen, daar gaat het immers om ‘later’; in het profvoetbal ging het om nu.
Twijfels bekropen hem: was hij eigenlijk wel een laatbloeier? Of was hij gewoon niet goed genoeg?
Om zijn salaris aan te vullen, voerde hij voor zijn moeder data in. ’s Avonds volgde hij een opleiding sportmanagement aan de Johan Cruijff Academie. Met een been stond hij in een topsportcarrière, met het andere in een maatschappelijke carrière; concurrerend met spelers die met beide benen in het voetbal stonden. Dit is hoe voetbalcarrières eindigen.
Maar niet die van Jamie – dat liet Steve niet gebeuren.
Een club van uitstekende recyclebare derdehandsvoetballers
In juni 2014 belde hij Jamie met nieuws: als hij wilde kon op stage bij de Slowaakse club AS Trenčín.
Ruben Jongkind – de man die Ajax’ jeugdopleiding hervormde naar de ideeën van Cruijff – had Jamie op verzoek van Steve aanbevolen bij Tscheu La Ling, de ex-Ajacied die Trenčín had gekocht. La Ling had Trenčín opgezet als handelshuis. De club zou spelers met een krasje, spelers wiens carrières om een of andere slechte reden niet op gang waren gekomen, goedkoop aantrekken, beter maken, en met winst verkopen.
Jamie had een krasje; Trenčín ook. Geen voetballer droomt van Oost-Europa. Onder het mom van ‘baat het niet dan schaadt het niet’ ging hij toch twee weken op proef meetrainen. De faciliteiten waren mager, zijn appartementje aan de kale kant van sober – tot zover klopten Jamies vooroordelen. Maar de selectie van bekraste spelers was verbazingwekkend sterk.
Hij zag vanaf de tribune hoe zijn aanstaande ploeggenoten in de Europa League bijna Premier League-club Hull City uitschakelden. Voor twintigduizend toeschouwers. Hij had nooit voor meer dan vijfhonderd man gespeeld. ‘I went from absolutely nowhere [RKC 2] to somewhere’ – door een simpele interventie van zijn vader. Hij tekende een contract, speelde zich in de basis, en de basis speelde zich Europa in. Opeens zat Jamie op een opwaartse curve en herkende hij iets van lang geleden: hij had vertrouwen.
La Lings club van derdehandsvoetballers bleek uitstekend recyclebaar; medespelers maakten transfers naar grotere clubs. Zijn transfer zou komen als hij zo doorging. Hij ging zo door, hij haalde een steeds hoger niveau. Alleen die transfer kwam telkens maar niet. ‘In de zomer van 2017 was ik in paniek’, zegt Jamie. ‘Dan ben je de voetballer van 25, 26 jaar die niet wegkomt bij een club waar wegkomen het businessplan is.’
In augustus 2018 diende zich een kans aan: Trenčín lootte Feyenoord in de Europa League. Fans zien zo’n wedstrijd als een kans op glorie. Spelers zien er advertentietijd in. Scouts, weten zij, kijken dit type wedstrijden graag: je kunt dan onbekende spelers (Trenčín) direct vergelijken met bekende spelers (Feyenoord). ‘De collectieve energie in de ploeg was geweldig.’
En Trenčín blies Feyenoord 4-0 weg. Jamie was het middenveld in gedribbeld (bijzonder), was een combinatie aangegaan met een ploeggenoot (durven niet veel centrale verdedigers), en gaf vanuit het strafschopgebied van Feyenoord (durven er nog minder) een puntgave voorzet voor de 1-0. ‘Boom! Nu ben ik op de radar, dacht ik al op het veld.’
In de return in De Kuip viel hij ook al op, met name door een spectaculaire omhaal waarmee hij een doelpunt voorkwam. Jamie was dezelfde speler als hij al die tijd was geweest. Maar opeens wilden allerlei zaakwaarnemers Jamies zaken waarnemen en hem naar allerlei clubs transfereren. De misfit toy was opeens een gewilde gadget.
Een van hen kreeg het uiteindelijk voor elkaar. Veertien dagen na die omhaal werd hij speler van een blue-chip-topclub: de Belgische recordkampioen Anderlecht.
Een alsjeblieft-rot-op-brief en een weigering om te sterven
En nog was Steve niet klaar.
Jarenlang had hij geappelleerd bij trainers en directeurs, om speeltijd en salaris, desnoods ondersteund door allerlei statistieken die hij over Jamie had verzameld. Op een zeker moment weigerde Trenčíns technisch directeur nog met Steve te onderhandelen over een salarisverhoging. Hij had jarenlang de Engelse en de Welshe voetbalbonden geattendeerd op zijn zoon.
Jamie had intussen een intieme kennis van de emotie ‘plaatsvervangende schaamte’. ‘Ik zei: wat denk je dat ze zullen zeggen? Natuurlijk zeg je dat, want je bent mijn vader.’
Een industrie die zo dom is dat het zo veel talent verkwist, daar hoeft niemand zich voor te generen
In toenemende mate zat Steve daar niet mee. Een industrie die zo dom is dat het zo veel talent verkwist, daar hoeft niemand zich voor te generen. Hij ging niet zitten afwachten totdat zijn zoon kreeg wat hem toekwam.
Zoals Steve het zei: ‘Wat heb je te verliezen? Als Jamie niet goed genoeg was, dan zou dat op het veld wel blijken.’ En Jamie geeft toe: ‘Het was niet altijd makkelijk om te zijn wat je vader denkt dat je bent. Maar als ik terugkijk, dan moet ik zeggen: dad has been right all along.’
De hoofdreden dat Jamie niet in beeld was, dacht Steve, was dat hij niet in beeld was geweest. En de reden dat hij niet in beeld was geweest, nou, dat was omdat hij negen dagen te vroeg was geboren. Hij was Jamies vader; hij begreep wat Jamie had dwarsgezeten; hij had er weinig aan kunnen doen. Hij moest doorgaan. Het was een plicht van een vader aan zijn zoon.
In 2018 zag Steve het nog steeds voor zich; Jamie in de selectie van het Engelse nationale elftal, ook al had hij spelers van Manchester City en Liverpool voor zich. Jamie: ‘Ik zei: “Dad, I’m not going to play for England.”’ Die keer kreeg Jamie gelijk. In 2018 kreeg Steve een afwijzing, of zoals hij het zegt, ‘een rot-op-alsjeblieft-brief’. ‘Ik zal eerlijk zijn’, schreef technisch directeur Dan Ashworth, ‘ik denk niet dat Jamie beter is dan de spelers die we al hebben op zijn positie en op zijn leeftijd.’
Engels international werd Jamie dus niet. Maar Steve had nog een ijzer in het vuur – of beter gezegd, een land.
When Jamie met Giggsy
Wat Ryan Giggs op de persconferentie van 5 november 2018 zei was waar: een FAW-medewerker had de coaches van Wales attent gemaakt op Jamie. Wat journalist Rob Phillips hem had gevraagd was ook waar. Een ‘member of the public’ had de medewerker van de FA gewezen op Jamies beschikbaarheid.
Steve.
Steve had zes dagen na Jamies transfer naar Anderlecht de telefoon opgepakt en Mark Evans gebeld. Evans, Head of International Affairs bij de FAW, wist al wie hij was: jarenlang had Steve de FAW via mails gewezen op Jamies speelgerechtigdheid en prestaties. Evans had de mails doorgestuurd naar de staf, maar als speler van RKC en Trenčin had Jamie weinig indruk gemaakt, blijkbaar.
‘De Slowaakse competitie is kennelijk niet zo overtuigend’, zegt Evans.
Nu Jamie bij Anderlecht speelde, was de reactie kordaat. Albert Stuivenberg, Giggs’ assistent, was Jamie vrijwel direct gaan scouten. Hij paste precies in Giggs’ profiel van een verdediger die het spel kan verdelen. En zo werd Jamie Lawrence international. (Memo aan alle voetbalvaders: bel gewoon met het hoofd scouting van de bond.)
Op 5 november waren er de #jameslawrencefacts, een week later maakte hij kennis met zijn nieuwe ploeggenoten, zoals Juventus’ Aaron Ramsey en Gareth Bale van Real Madrid; met Dan James, speler van Manchester United, oefende hij in zijn hotelkamer op het volkslied in een taal die hij niet sprak.
En hij ontmoette Ryan Giggs, de bondscoach, de ploeggenoot van zijn jeugdheld Eric Cantona. Giggsy! Op dag één nodigde Giggs hem uit voor een kennismaking. Over zijn jeugd, over zijn interesses, over zijn inspeelpasses. ‘Thanks Jamie’, zei Giggs na een halfuur, ‘ga nu maar even rusten, we trainen straks.’
‘All right, Giggsy, see you later’, zei Jamie.
Nog voordat hij de kamer had verlaten, voelde hij het rood naar zijn hoofd stromen. Zei ik nu echt net Giggsy? Natuurlijk liet Jamie dat niet merken. Niet wrijven in een vlek, doorlopen alsof er niets is gebeurd, alsof hij altijd al thuishoorde in dit hotel, in deze selectie, op dit moment.
Jamie heeft tot nu toe zes interlands voor Wales gespeeld. Hij zou vrijwel zeker zijn opgenomen in Wales’ ploeg voor het EK. Anderlecht verhuurde hem in 2019 aan de Duitse club St. Pauli, nadat Vincent Kompany speler-trainer werd bij Anderlecht.