Corona of geen corona: oorlog gaat door
Terwijl de wereld in de ban is van het coronavirus, woeden oorlogen onverminderd door. Een greep uit wat er de afgelopen weken allemaal gebeurde:
- IS herrees uit zijn as in Syrië en controleert weer een stuk woestijn.
- Noord-Korea voerde meerdere ballistische raketlanceringen uit (waarbij Kim Jung-un volgens een Zuid-Koreaanse krant mogelijk gewond raakte).
- Bij Turkse droneaanvallen in Noord-Irak kwamen opnieuw burgers om.
- De VS voerden dit jaar al meer droneaanvallen uit in Somalië dan tijdens de hele regeerperiode van Obama bij elkaar.
De spanningen tussen de VS en Iran namen verder toe nadat elf bewapende boten van de Iraanse Revolutionaire Garde vlak langs een Amerikaans oorlogsschip voeren in de Straat van Hormuz. Kort daarna lanceerde Iran zijn eerste militaire satelliet met daarop het gezicht van generaal Soleimani, die begin dit jaar omkwam bij een Amerikaanse droneaanval in Bagdad.
Verder naar het oosten stuurde China een vliegdekschip naar de kust van Taiwan en de Zuid-Chinese zee. Een routine-oefening, zeggen de Chinezen. Net als de nachtelijke aanvalsvluchten die ze uitvoerden in het gebied. De VS, die een overeenkomst hebben om Taiwan te beschermen, reageerden met een eigen militaire oefening.
En zo neemt de spanning toe...
Dat blijkt ook uit de stijgende mondiale militaire uitgaven, die vorig jaar 1.767 miljard euro bedroegen (omgerekend ongeveer 230 euro per aardbewoner). Dat is een stijging van 3,6 procent vergeleken met 2018, de grootste stijging in tien jaar, staat in het maandag verschenen rapport van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI).
De VS voeren de lijst net als voorgaande jaren aan, maar voor het eerst staan daarnaast twee Aziatische landen in de top drie: China en India. Dat laat zien dat de spanningen zich steeds verder naar het oosten verleggen. Militaire grootmachten richten zich niet meer voornamelijk op terrorisme, maar steeds meer op elkaar.
Dat stelt westerse militaire strategen voor een nieuw probleem. Zij hebben zich de afgelopen twintig jaar vooral beziggehouden met het bestrijden van terreurgroepen in Afrika en het Midden-Oosten, en hun legers daar ook op ingericht. Maar dreiging van rivaliserende militaire grootmachten zoals China en Rusland vraagt om een heel andere aanpak. De grote vraag is: hoe ziet dat eruit?
How the Rest Learned to Fight the West
Eerder schreef ik al over snel moderniserende legers, robotsoldaten, het wegvallen van wapenverdragen, en een voorgestelde Amerikaanse miljardeninvestering om de macht van China in de regio in te perken. De komende tijd wil ik meer te weten komen over de strategie die deze ontwikkelingen drijft, of die het gewenste effect heeft en waar dat toe leidt.
Vorige maand verscheen een boek dat ingaat op die vragen: The Dragons and the Snakes: How the Rest Learned to Fight the West. Hierin stelt auteur David Kilcullen dat de rivalen van het Westen, zowel statelijke als niet-statelijke groepen, de oorlog in Afghanistan gebruikten om te leren hoe ze het Westen het beste konden bestrijden: met hybride en stedelijke oorlogsvoering, politieke manipulatie en het gebruik van digitale technologie. Wil het Westen zich daartegen wapenen, dan moet het zijn idee over wat oorlog is aanpassen, stelt Kilcullen.
Kilcullen is een Australische hoogleraar internationale en politieke studies aan de University of New South Wales in Canberra, en is voormalig militair adviseur van het Amerikaanse leger in Afghanistan en Irak. Eerder schreef hij een veelgeprezen boek over de Amerikaanse oorlog tegen terrorisme waarin hij stelt dat deze faalde omdat de Amerikanen zich als bezetter gedroegen. Daarmee oogstte hij zelfs bewondering van de militairen die hiervoor verantwoordelijk waren.
Binnenkort meer over over zijn ideeën over oorlog. Wie niet kan wachten kan alvast deze podcast beluisteren.
Hoe doe je verslag van de oorlogen van nu?
Die vraag stelde ik aan oorlogsjournalist Minka Nijhuis toen ik haar sprak over haar nieuwe roman Gekkenwerk. Het boek gaat over een vrouwelijke freelance oorlogsjournalist, en Nijhuis putte bij het schrijven ervan uit de ruim dertig jaar ervaring die ze opdeed in onder andere Syrië, Oost-Timor en Afghanistan.
Oorlogen worden steeds vaker door drones en hypermoderne straaljagers gevoerd en aangeprezen als ‘schoon’ en ‘precies’, en dus is het extra belangrijk om af te blijven reizen naar oorlogsgebieden om te controleren wat er van die taal klopt, zegt Nijhuis. Daarnaast vindt ze dat het menselijke gezicht van oorlog nooit los mag worden gelaten, zodat we de verschrikkingen ervan blijven zien, en altijd blijven beseffen wat oorlog doet.
Begin 2013 reisde ik door de Syrische provincie Idlib om precies dat te doen: het vastleggen van de verhalen van de mensen die midden in het oorlogsgeweld leven. Op straat lagen ledematen, staken niet-ontplofte raketten uit de grond en interviewde ik een rebel terwijl zijn onderbeen werd geamputeerd met een met elektrische zaag.
Vier jaar geleden vertelde ik daarover in theater Toomler. Het thema die middag was ‘fiasco’ en dat was waar die reis uiteindelijk ook op uitdraaide. Want toen we onze bestemming bereikten, was iedereen al dood of gevlucht, en had ik geen idee hoe ik daar verslag van kon doen. Dat verhaal is nu te beluisteren in de podcast Echt Gebeurd.
Groet,
Lennart
P.S. Collega Maite Vermeulen verzamelde de beste artikelen die je helpen begrijpen hoe corona macht en politiek wereldwijd verandert. Lees die collectie hier.