Waarom efficiëntie gevaarlijk kan zijn (volgens deze wiskundige)
Een van de leuke dingen aan mijn vak is dat je de facto een vergunning hebt om mensen te mailen en te bellen en te vragen: hee, zeg eens hoe jij de wereld ziet?
Vorige week belde ik met min of meer die vraag Bert Zwart, een wiskundige die is gespecialiseerd in extreme-waardentheorie, de studie van zeldzame en indrukmakende gebeurtenissen (‘zware staarten’ of ‘zwarte zwanen’, ook wel). Gebeurtenissen als stroomuitval, overstromingen, en pandemieën dus. Meer specifiek vroeg ik: hoe kunnen we ons daartegen wapenen?
Zwart wierp in antwoord op mijn vraag – lees en luister het hier – vooral nieuwe vragen op, over efficiëntie, optimalisatie, standaardisatie. Die woorden hebben een positieve lading, maar Zwart schetste juist de andere kant. Efficiëntie betekent ook: weinig reserves, weinig schokdemping, weinig marge voor fouten. Wat ik ook sympathiek vond: Zwart claimde niet de oplossingen te hebben, noch veroordeelde hij de reactie van de politici in maart. Sterker: ‘Die politici zijn slimmer dan ik dacht.’
In vrij veel analyses en reconstructies en verslaggeving over de crisis ontbreekt dat perspectief. Uiteraard regent het nu stukken over ‘verloren maanden’, naïeve, lacherige, vakantievierende ministers, en hoe beleidsmakers exponentiële groei niet begrijpen. Achteraf is dat makkelijk om te constateren. Maar ik vrees ook dat je dan niet echt een poging doet om de complexiteit van het probleem (hoe reageer je op zoiets op het moment zelf?) te begrijpen.
Voor zover ik weet, reageerde geen enkel westers land echt goed op de crisis. Dat zou je aan het denken moeten zetten. Kennelijk is dit lastig om goed te doen. De leiders bekritiseren en wegsturen lost het probleem niet op. Onderzoeken zoals die van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zullen daar betere antwoorden op geven, maar de lessen zullen vermoedelijk worden versimpeld, waardoor we gedoemd zijn niks te leren.
Utrecht en omstreken: best mooi. Wielrenners: best raar
Door de crisis is mijn sportschool gesloten. Ik ging daar vijf dagen in de week heen. Als ik een dag niet sport ben ik redelijk chagrijnig (en kan ik minder eten). Dus ben ik twee dingen gaan doen: crossfitten in de achtertuin en racefietsen door de omgeving. En wat blijkt? De omgeving van Utrecht is prachtig. Harmelen, Meije, Zegveld, Kamerik, Portengen, ik kwam daar nooit en nu ga ik er vaker komen, al komt dat misschien ook omdat ik 41 ben, en je op die leeftijd zulke dingen leuk moet gaan vinden.
Wie zal het zeggen. En ik leer nog meer: amateurwielrenners denken dat ze profwielrenners zijn. Kruisingen worden minder overgestoken dan aangevallen, inhaalmanoeuvres gaan als in een ploegenachtervolging, en hoe dikker de kont, hoe duurder het frame. Er is meer, veel meer: enkele keren zat er opeens een wildvreemde vlak achter me. (In mijn wiel, hoor ik eigenlijk te zeggen.) Ik weet wel waarom, want dat weet ik van televisie: hij wil uit de wind rijden. Wat ik ook weet: wij zijn niet op tv, wij reden net nogal traag dat heuveltje op. Dus wat verbeeld je je nou? Nou, dat dit de finale is van de Ronde van Vlaanderen en dat hij aan het linkeballen is ofzo.
Verder: mannen zonder helmen. (Het zijn altijd mannen.) Als je nu in de Midwest aan het fietsen was, met verder niemand in de buurt: soit. Maar bij Teutatus man, je rijdt in Nederland. Je bent een uitrit of ongelukkig takje verwijderd van een schedelbreuk. Einde rant.
Lees-, kijk- en luistertips
- The Last Dance. Ja: mooie beelden, goed tempo, een indrukwekkende lijst gesprekspartners, ik heb met veel plezier gekeken. Nee: het verrast geen seconde, een echt inzicht ontbreekt, te veel reclamespot. Ja, ook Jordans scherpe kanten komen aan de orde. Alleen: niet echt. Voorbeeld: Jordan was een bullebak voor zijn ploeggenoten, zo wordt gezegd. Maar dat doet er niet toe, zo krijg je in het gezicht gewreven. Want 1. de slachtoffers werden beter van het bullebakken en 2. echte winnaars zijn nu eenmaal zo. Hmm. Is de topsport een monotone cultuur die de kans op dit soort karakters vergroot, of is een dergelijk karakter nodig om te slagen in de topsport? (Antwoord hier.)
- O: de soundtrack van The Last Dance staat hier al dagenlang op.
- Een voorbeeld van een inzicht: de waarde van het spel zonder bal, zoals in het basketbal. Die waarde is enorm, zoals snel duidelijk zal worden uit het filmpje. (Via de co-trainer van Borussia Mönchengladbach @ReneMaric.)
- Of een inzicht zoals het inzicht dat voetbal – en vermoedelijk meer topsport – een effectieve uitsorteermachine is voor denkende mensen. Neem Jelle de Lange, speler van FC Utrecht en Jong Oranje, die op een zeker moment het spel en de eentonige cultuur zat was. Geert-Jan Jakobs van VI sprak met De Lange, wat een fraai stuk opleverde. Het deed trouwens een beetje pijn om te lezen: ik had al eens contact met De Lange, nadat Sjors Ultee me op De Langes keuzes had gewezen, maar het kwam niet van een afspraak. Paste niet, lukte niet, vergeten, op de blaren zitten.
- Niet uitgesorteerd – om een of andere reden – zijn de heren voetballers van de Cor Potcast, Thomas Verhaar, Bart Vriends en Maarten de Fockert. Zij vertellen onder meer over de verrassend inconsistente en fantasieloze wedstrijdbesprekingen van Dick Advocaat – en over de vraag of dat erg is.
- Taffy Brodesser-Akner interviewde Val Kilmer, voor mij vooral de vertolker van Jim Morrison in The Doors. De korte versie: Val Kilmer lijkt niet heel veel meer op de Val Kilmer die Jim Morrison speelde in deze film. De lange versie: lees het zelf. Brodesser-Akner schreef overigens ook dit prachtige, grappige, en vernietigende portret van Gwyneth Paltrow en haar bedrijf Goop.
- Het tweede seizoen van de podcast van Michael Lewis, Against the Rules, is begonnen. Het thema vorig jaar waren scheidsrechters, in alle soorten en maten, en dit jaar draait het om coaches, ook al in allerlei soorten en maten. Coaches zoals: een app of een daadwerkelijke coach (in aflevering twee).
- Voetbaltrainers René Marić en George Jones schreven een stuk voor Spielverlagerung over taal en terminologie in het voetbal, een thema dat Raymond Verheijen, inspanningsfysioloog maar vooral coach van coaches, ook vaak benadrukt.