Eind maart werd de eerste coronabesmetting in de Libische hoofdstad Tripoli vastgesteld. Sindsdien zijn restaurants, cafés en kantoren gesloten, winkels die voedsel verkopen en apotheken zijn alleen tussen zes uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds open, en mensen werken zo veel mogelijk thuis. 

Maar tegelijk met de pandemie ligt de stad onder vuur. Sinds 2014 proberen rebellen verbonden aan generaal Khalifa Haftar met steun van buitenlandse bondgenoten de regering van Fayez Seraj ten val te brengen, die eveneens door buitenlandse bondgenoten wordt gesteund. Een jaar geleden bereikten Haftars troepen Tripoli.

Dus wanneer Shaddaa Elmagri (28) en haar collega’s online vergaderen, klinken op de achtergrond geregeld explosies, zegt ze telefonisch vanuit de belegerde stad. Dat gaat als volgt: ‘We praten, dan horen we “boom, bang”, en degene die aan het woord is praat gewoon verder over het werk, en zo…’

Na een korte stilte: ‘We zijn het zeg maar gewend. En dat is niet goed.’

Elmagri runt een creatieve werkplaats voor jongeren in de stad, waar ze workshops kunnen volgen en samen kunnen komen. Sinds de corona-uitbraak proberen de medewerkers het werk vanuit huis voort te zetten. Maar dat wordt steeds stressvoller, zegt ze. Een collega heeft een tas vol spullen klaarstaan voor het geval hij onverhoopt moet vluchten. Maar waarheen? Nu het virus in de stad rondwaart is het moeilijker onderdak te vinden omdat mensen bang zijn elkaar te besmetten. 

Steeds vaker vraagt ze zichzelf af: ‘Wie zal ons eerder doden: corona, of de oorlog?’ 

En dan te bedenken dat de situatie voor de virusuitbraak al uitzichtloos was...

Een stuk of twaalf landen gebruiken Libië voor hun eigen politieke en economische belangen. Aan de kant van de regering van Seraj, die in Tripoli en delen van het noorden en westen aan de macht is, zijn dat vooral de Turken. Generaal Haftar, die vanuit het oosten oprukte tot de hoofdstad, krijgt de meeste steun van de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte en Rusland.

De EU steunt op papier de regering van Seraj, maar sinds Trump zijn voorkeur uitsprak voor Haftar is daar in de praktijk nog maar weinig van te merken. De Fransen onderhouden inmiddels nauwe contacten met Haftar, tot woede van de Italianen, die pal achter Seraj blijven staan. En dan vechten er aan beide zijden ook nog Syrische huurlingen mee en bombardeert de VS af en toe resten van IS.

De politieke chaos is zo groot dat de inwoners van Tripoli er vrijwel niet meer tegen protesteren, zegt Elmagri. ‘We verloren alle hoop. Er is toch niemand die naar ons luistert. Dat klinkt misschien kil of harteloos, maar zo is het.’ 

En daar komt nu dus corona bij…

Sinds maart zijn er 63 covid-19-besmettingen gemeld, en kwamen drie mensen om. Maar vanwege de weinige testcapaciteit en het aanhoudende geweld is het onmogelijk na te gaan hoe hoog dat aantal werkelijk is, zegt Jennifer Bose Ratka, woordvoerder voor het telefonisch uit Tripoli.

De restricties die gelden om verspreiding van het virus tegen te gaan maken het leveren van hulp veel moeilijker dan voor de pandemie, toen al 900.000 mensen afhankelijk waren van noodhulp. In maart werd hulpverleners 164 keer de toegang tot gebieden ontzegd. Ziekenhuizen, hulpverleners en ambulances werden aangevallen. Om een virusuitbraak te voorkomen zijn een paar detentiecentra gesloten, maar zeker 1500 migranten en asielzoekers blijven onder erbarmelijke condities achter, en lopen daarmee een verhoogd risico op infectieziekten.

‘Onder deze omstandigheden is het zo goed als onmogelijk om de verspreiding van covid-19 tegen te gaan’, vat ze haar zorgen samen. Hoe dit stopt? ‘Om te beginnen moet het vechten stoppen zodat hulporganisaties hun werk kunnen doen.’

Alleen maar erger 

Eind maart leek het er even op dat dit ging gebeuren, toen een woordvoerder van generaal Haftar een tijdelijk staakt-het-vuren afkondigde. Maar nog tijdens de persconferentie klonken er alweer nieuwe explosies. Sindsdien neemt het geweld alleen maar toe, zegt Elmagri.

Het gesprek valt weg. Er klinken een paar vreemde tonen, en dan is ze weer terug: ‘Mijn grootste angst is dat ik niet weet of dit ooit nog stopt. Of het beter wordt, of alleen maar erger.’

Om de tijd een beetje nuttig door te komen volgen veel jongeren nu online taallessen en workshops, vervolgt ze. Ze organiseert virtuele bijeenkomsten om te praten over de lockdown en de moed erin te houden. Maar nu het steeds heter wordt valt de stroom geregeld uit, en lukt ook dat vaak niet meer. 

Gefrustreerd: ‘Je zit thuis vanwege het virus, er is oorlog, en dan is er ook nog eens geen elektriciteit en internet...’

Na een korte stilte, vriendelijk, en in perfect Engels: ‘Hoe gaat het bij jullie eigenlijk met corona?’

Groet,

Lennart 

P.S. Wie meer wil weten over de situatie in Libië en de aanval op Tripoli raad ik van de International Crisis Group aan.