Mondkapjes voor het goede doel
In de supermarkt kwam ik dit weekend een vrouw tegen met een mondkapje met panterprint en glimmende diamantjes erop geplakt. Op Instagram zie ik steeds meer influencers mondkapjes promoten. Mijn mailbox stroomt elke week vol met mails van modemerken die aankondigen met de productie van ‘facemasks’ te zijn begonnen. En modetijdschrift Vogue bracht onlangs een artikel uit met de tofste mondmaskers om nu te shoppen.
Wordt, na de handtas en de bandana, het mondkapje het nieuwste modeaccessoire?
Kledingmerken zelf doen in elk geval hun stinkende best om het heersende imago van het mondkapje – als een zwetend, knellend, en weinig charmant ding – tegen te gaan. Zo heeft G-Star Raw het ‘Raw Protection-gezichtsmasker’ ontwikkeld in een stoere jeans-look. Vijf maskers voor vijftig euro (gemaakt van biologisch katoen, dat dan weer wel). Zag ik op Etsy een FloralBanditStudio ‘90s vintage floral denim face mask – heel cute, met strikjes aan de zijkant – voor 25 dollar. En voor de meer vermogende mens verkoopt Proenza Schouler een blauwe satijnen masker voor 100 dollar.
Zalando heeft zelfs al een aparte categorie onder accessoires genaamd ‘stoffen mondkapjes’.
Dat kledingbedrijven zo massaal zijn ingesprongen op de groeiende vraag en behoefte aan mondmaskers is op zich niet heel vreemd. Het is een van de weinige producten – naast leggings en joggingbroeken dan misschien – die op dit moment wel gretig aftrek vinden. En nu veel geplaatste kledingorders zijn geannuleerd of ingetrokken als gevolg van de teruglopende verkopen is er genoeg capaciteit in fabrieken om dit soort maskers in grote getale uit de grond te stampen.
Modejournalist bij The New York Times, Vanessa Friedman, schreef erover in een stuk: ‘Kapitalistische kansen ontstaan vaak uit tijden van trauma. Dit kan er een van zijn. Maar dat maakt het verhaal over de oorsprong niet minder ongemakkelijk.’
Veel merken lijken zich dat ook te realiseren – dat geld verdienen over de rug van een wereldwijde pandemie op de nodige kritiek kan stuiten en een enorme backlash kan veroorzaken. Vandaar dat een heleboel bedrijven die dergelijke mondmaskers aanbieden daar ook bij benadrukken dat de opbrengsten niet in eigen zak worden gestoken maar voor het ‘goede doel’ zijn. Of dat voor elk verkocht masker, er een wordt gedoneerd aan mensen in de zorg.
Altijd als ik dergelijke dingen lees of hoor moet ik denken aan wat Paul Lister, hoofd ethiek bij de Primark, ooit tegen mij zei in een interview over de verantwoordelijkheid van het bedrijf rondom eerlijke en duurzame productie: ‘Al met al blijven we een bedrijf. Ik zit hier niet om te vertellen dat we een goed doel zijn. Dat zijn we namelijk niet.’
Het blijft moeilijk te doorgronden of het voortkomt uit de wil om anderen te helpen, of dat het uiteindelijk toch gewoon een manier is om een graantje mee te pikken uit de crisis.
Hoe dan ook: als ik al besluit een lapje voor mijn mond te gaan dragen, dan recycle ik wel een oude sok. Volgens mij heb ik nog zo’n kanariegele weessok met rode lieveheersbeestjes.
We willen niet terug naar business as usual
Nu weer tijd voor serieuzere zaken: in mijn vorige nieuwsbrief schreef ik over een wet rondom verplichte due diligence die de Europese Commissie recentelijk heeft aangekondigd in te willen voeren. Het betekent dat bedrijven voortaan misstanden bij activiteiten van hun bedrijf, dochterondernemingen of elders in hun toeleveringsketen moeten opsporen, voorkomen, beperken en bestrijden. Denk aan mensenrechtenschendingen, onveilige werksituaties of milieuschade.
Hoewel er op dit moment nog weinig over de inhoud te zeggen valt – de wet moet nog uitgewerkt en bediscussieerd worden – was ik benieuwd of en wat PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius, die al jaren voorvechter van dergelijke wetgeving is, erover te zeggen had. Ik belde haar daarom op om haar te vragen naar de effectiviteit ervan, in hoeverre verplichte due diligence kan bijdragen aan het voorkomen van een ramp zoals Rana Plaza in de toekomst en ook waarom de Commissie juist nu heeft besloten om wetgeving in te voeren.
Wat betreft dat laatste, heeft de pandemie hier ongetwijfeld een rol in gespeeld. Want, zoals Jongerius zegt in het interview, als modebedrijven écht werk hadden gemaakt van verantwoorde productie, dan zaten miljoenen kledingarbeiders nu niet zonder werk en inkomen, als gevolg van teruggetrokken en geannuleerde orders.
Maar waar aan de ene kant een harde roep te horen is om niet terug te gaan naar business as usual, wordt de pandemie ook gebruikt door tegenstanders van de wet om te stellen dat bedrijven nu wel andere dingen aan hun hoofd hebben. Het gaat hoe dan ook een flinke strijd worden, over de invulling van de wet, wat wel en niet verplicht gaat worden en of en welke sancties er aan het niet naleven ervan zitten.
Lees-/DIY-tips
- Elizabeth Paton, modejournalist bij The New York Times is een van mijn favoriete journalisten. Ze doet onderzoek naar de uitwassen van de wereldwijde productieketens achter onze kleding, en kijkt met een kritisch oog naar beloftes rondom duurzame en eerlijke productie van modebedrijven. Fashionista interviewde haar recentelijk over haar werk voor NYT, haar drijfveren en hoe ze zich als journalist heeft gespecialiseerd.
- Een tijdje geleden schreef ik over de impact van covid-19 op de handel in tweedehands kleding, die lange tijd stil heeft gelegen en voor een groot deel nog altijd stilligt. De gevolgen ervan zijn niet alleen groot voor kledinginzamelaars en sorteerders hier in Nederland, maar ook voor de importeurs, de mensen die in deze sector werken in landen als Ghana, Kenia en Oeganda. Fashionista schreef over de afhankelijkheid en kwetsbaarheid van mensen in Ghana van deze handel.
- Afgelopen winter heb ik een paar naailessen gevolgd, waarover ik ook een aantal keer heb geschreven in deze nieuwsbrief. In een paar uur leerde ik hoe ik een totebag en wikkelrok moest maken. Maar nog belangrijker: ik leerde hoe geweldig leuk het is om creatief bezig te zijn en zelf iets te maken, zeker als je normaal gesproken de hele dag – nu al helemaal – achter de computer zit voor je werk. Toen ik dit stuk uit The New York Times voorbij zag komen, begonnen mijn handen te jeuken om weer aan de slag te gaan. Er staan tips in om je eigen garderobe een upgrade te geven via allerlei trucjes, zoals het borduren en verven van je sokken (gelukkig heb ik al hele leuke met lieveheersbeestjes) en het omvormen van een (fleece)deken in een overall. Erg leuk, en meer tips van ontwerpers zullen volgen.
- Een van de betere analyses die ik afgelopen tijd las over de impact van covid-19 op de kledingindustrie, wat dit betekent voor investeringen op het gebied van duurzame en eerlijke productie en een langetermijnblik op de richting waarin de sector moet bewegen om te voorkomen dat de volgende crisis zich straks in ongekende vorm aandient: de klimaatcrisis. Dit flinke artikel in Business of Fashion van Sarah Kent (een andere favoriet) kan ik zeer aanbevelen.
Fijne week gewenst,
Emy
P.S.: Wil je mijn nieuwsbrief per mail ontvangen? Meld je dan hier aan.