Podcast: De lockdown verrijkt het leven óók
Deze week in mijn podcast Goede Gesprekken: stadmaker Floor Ziegler. Zij loopt deze week van Arnhem naar Den Haag om zo veel mogelijk ideeën te verzamelen en aan de politiek aan te bieden. Zo kan de wereld er ná corona uitzien.
Vorig jaar augustus slenterde ik met stadmaker Floor Ziegler door een wijk in Amsterdam. Stadmakers zijn mensen die hun leefomgeving mooier, beter, liever, duurzamer en veiliger maken. Het trof mij hoe effectief haar methode is: door te gaan lopen kan ze verrassend snel contact leggen met bewoners. Om verlangens en dromen onmiddellijk om te zetten in concrete plannen. Er lopen van haar directe lijntjes naar het stadhuis, namelijk.
Deze week loopt Floor van Arnhem naar Den Haag, dwars door Nederland. Haar pad voert onder andere langs een paar initiatieven die jullie hebben beschreven in antwoord op mijn oproep van maandag. Ze wil weten wat er speelt bij mensen, tot welke veranderingen corona heeft geleid, en, dat vooral, wat ze zouden willen behouden voor de toekomst. Want als er ooit een moment is geweest waarop we een transitie kunnen bewerkstelligen, dan is het nu.
Zou het niet mooi zijn als we het ijzer kunnen smeden als het heet is?
Met dat idee heeft Floor samen met een paar geestverwanten de Sociaal Creatieve Raad opgericht, als tegenhanger van de SER, met vijftig Kroonleden, en met de bedoeling om de overheid behulpzaam te zijn bij het verbeteren van de wereld. Aan creativiteit geen gebrek namelijk.
Onderweg benoemt Floor de mensen die ze tegenkomt tot minister. Iedereen wil zich ergens voor verantwoordelijk weten. Allemaal ‘ministers van de Toekomst’.
Ik haak aan halverwege het traject, in het hart van Nederland, bij de Utrechtse wijk Lombok. Ze zit te wachten tussen de klaprozen. Voor wie liever leest dan luistert, volgt hier het transcript.
Je bent hartstikke gek. We leven in een anderhalve-metersamenleving. En wat ga jij doen, je loopt dwars door Nederland om contact te maken!
‘Iedereen zegt: ik wist niet dat het kon, waarom doe je dat? Tegelijk is het meer dan ooit nodig om te doen. Ik ben een creatief, creatieven doen graag dingen die niet standaard zijn. Maar wat een mogelijkheden biedt dat, ik heb zo veel mooie mensen ontmoet.’
‘Laatst was ik aan het hardlopen. Ik kwam bij zo’n kippenbruggetje dat omhoog kan. Er stonden drie kinderen voor te wachten. Drie volwassenen gingen achter die kinderen staan. Ze dachten kennelijk dat de brug open zou gaan. Dan is er iets in mij dat zegt: “Ik moet er juist overheen!” Ik ben er overheen gegaan, en daarna kwamen de anderen ook. Omdat ik zo veel mensen spreek deze dagen kan ik ze helpen om “het bruggetje over te gaan”. Iedereen kan dat.’
Overal worden initiatieven genomen, kansen benut, maar verspreid, versnipperd.
‘Precies, dat was wat ik om mij heen hoorde en wat ik las in de kranten. Wat er momenteel gaande is, is het grootste stadmakersproject dat er ooit is geweest. De stadmaker staat voor mij symbool voor de mens die opstaat en zegt: ik kan mijn eigen leven en leefomgeving beter, mooier, duurzamer en creatiever maken. Ineens zien we dat overal in Nederland gebeuren, in het groot en het klein. En ik voel me toch een soort moeder van al die stadmakers, ik moet daar zijn.’
En een netwerk maken, alle knopen met elkaar verbinden.
‘Dat moet de rode draad worden van het nieuwe verhaal. Die stadmakers zijn sleutelfiguren in hun wijk. Het zijn bewoners die soep gaan koken voor hun buren. Die bloemen bezorgen bij ouderen. Kinderen die tekeningen maken voor zieke mensen. Het is onwaarschijnlijk wat je ziet gebeuren. En dit is dus het moment om al die mensen met elkaar te verbinden.’
‘Daarom hebben Tabo Goudswaard, Merlijn Twaalfhoven, Sjoerd Bootsma en ik de handen ineen geslagen. Stel dat wij met onze netwerken van social designers, kunstenaars en andere creatieve geesten onze krachten bundelen op het gebied van maatschappelijke thema’s…’
‘Dat hebben we nu de Sociaal Creatieve Raad genoemd. Daarmee kunnen we verschil maken. Hij bestaat uit vijftig types zoals wij, met gigantische netwerken, die zeggen: dit wordt de nieuwe manier van werken, voortaan worden creatieven betrokken bij de aanpak van problemen. En dat kan ook niet anders, want het coronavirus heeft ons voorgeschoteld dat de problemen wereldwijd zo complex zijn, creatieven zijn onmisbaar om de brug over te gaan.’
In het dorpje Austerlitz regelen tachtig vrijwilligers de zorg voor ouderen
Teun Gautier komt aanlopen met een bekertje koffie. Hij is degene die samen met Floor de Stadmakerscoöperatie heeft opgezet, en deze dagen trekt hij ook samen met haar op van Arnhem naar Den Haag.
Teun Gautier: ‘Ik ben haar page, zeg ik altijd. Op een ezeltje ga ik erachteraan, en zorg dat er geen ongelukken gebeuren.’
Wat is jouw ervaring?
Teun Gautier: ‘Het moet nog bezinken. Wij horen en zien dingen die ik nog niet eerder zag. En allemaal heel gelijkaardig. Van NS-kioskmedewerkers tot jongens op skateboarden. Mensen genieten enorm van de rust en het gebrek aan jachterigheid.’
‘Iedereen wil dat het liefst zo houden. Ze zeggen: "Als ik ga wandelen zwaaien mensen naar elkaar, en dat vind ik zo fijn!" Moet je eens over nadenken, over die zin… Een vader vliegert met zijn zoontje, heeft hij nog nooit gedaan, en nu ineens wel. Ze willen het behouden, maar ze hebben ook het idee dat dat niet gaat gebeuren. Dat is de interessante vraag, hoe je die diepe wens voor verbinding kunt vasthouden.’
Ik proef bij jullie een hoge graad van emotionaliteit.
Floor Ziegler: ‘Enorm. Ik zat net de portretten te bekijken die we plaatsen op Instagram en Facebook onder "Ministers van de Toekomst". Ik ben echt emotioneel geraakt. Een jongen van vier die met z’n moeder door park Sonsbeek wandelt en erachter komt dat er overal blikjes liggen. Hij is elke dag vuil aan het rapen.’
‘We treffen veel mensen die in eerste instantie zeggen, het leven is niet heel anders, ja, ik mis mijn vrienden en ik vind het jammer dat ik niet meer naar kantoor kan. Maar het mooie is dat mensen nu tijd hebben. En tijd doet iets met mensen. Het geeft ze de mogelijkheid om te reflecteren. Dus als je doorvraagt komen de verhalen. Docenten hebben contact met ouders. Ouders ontdekken hoe mooi het is om dicht bij hun kinderen te zijn en aan school te werken.’
Ouders ontdekken hoe mooi het is om dicht bij hun kinderen te zijn en aan school te werken
Teun Gautier: ‘Ik ben door twee dingen geraakt. Gisteren waren we in Austerlitz, een klein dorpje. Drijvende kracht aldaar is Jan Smelik, die had ons via jou uitgenodigd om langs te komen. Het is een dorp van 1.700 mensen, waar ze tachtig vrijwilligers hebben die de zorg voor ouderen helemaal zelf doen.’
‘De kroeg is overgenomen door het dorp. Ze bouwen nu zelf woningen voor jongeren. Die man is zo gedreven en begaan, hij stopt al zijn tijd en energie in het dorp. Marianne Veenema is er nu voor twee dagen aangesteld als dorpsondersteuner, maar ze is zeven dagen in de week door iedereen te bellen. Als iemand eenzaam is, of iets nodig heeft, regelt zij het. Dat is ongelofelijk.’
‘En wat me ook raakt: wij hebben systemen bedacht en en structuren, maar wat we niet doen, is gewoon goed luisteren. Als je de straat op gaat, vind je een wijsheid en een inzichten, dat raakt mij diep.’
Floor Ziegler: ‘Dit slaan we altijd over! We luisteren niet naar de drijfveren van mensen, wat er werkelijk speelt in hun levens en daar zit het geheim, de sleutel. In al die mensen in deze moeilijke tijd zit veerkracht, eigenaarschap. Ze voelen de verantwoordelijkheid om de wereld beter te maken, je kunt erop vertrouwen dat dat bij iedereen aanwezig is.’
‘Ik had dat bij Ed, die we toevallig tegenkwamen onderweg, een blinde man. Van nature is hij iemand die goed luistert. Hij gaat nu het liefst door weilanden lopen, want hij kan ervaren dat er een open sfeer is, hij ruikt dat het prachtig is daar. Ik besefte ineens dat hij iets doet wat wij allemaal kwijt zijn geraakt. Hij vertrouwt op mensen, hij kan op zijn gehoor bepalen dat ik op tweeënhalve meter afstand van hem zat, maar hij vertrouwt er ook op dat mensen dat doen. Hij laat los, hij luistert.’
‘Hij heeft ontdekt dat hij zijn eigen huis kan schoonmaken. Dat is zijn grote corona-overwinning. Daardoor heeft hij veel meer verbinding met zijn huis. Hij zei: "Ik voel de dingen weer." Ik dacht: wat een gigantisch klein geluk. Hoe groot is dat!’
‘Wat er in alle mensen gebeurt is, dat ze beseffen waar geluk over gaat. Met je kinderen ouderwetse spelletjes doen. Afval ruimen met je zoon. Oma die zegt, ik ga niet meer vliegen. Het is klein maar al die kleine gelukjes bij elkaar is de wereld verbeteren. Er ontstaat een onderlaag van andere waarden, van puur geluk. Dat is iets anders dan in het vliegtuig zitten, of geld verdienen, of status hebben.’
‘Maar we weten ook dat het grote monster straks weer gaat komen, waar we niet tegen opgewassen zijn. Daarom zeggen we: mevrouw, u doet iets waanzinnigs, u inspireert met uw kleine projectje een hele buurt. In Austerlitz doet iedereen nu mee, er zijn te weinig klusjes voor te veel vrijwilligers.’
‘“De meeste mensen deugen”, dat is ook mijn filosofie, maar mensen kunnen dat deugen omzetten naar doen. En dat spreken wij als stadmakers aan in mensen. En hoe meer mensen daarin meegaan, hoe beter we het grote monster dat straks weer op ons afkomt van ons af kunnen houden.’
Is dat wat ontroert, de potentie van verandering?
Floor Ziegler: ‘Het zit in ieder mens die we ontmoeten. Ik heb nog niemand ontmoet die mij niet iets gegeven heeft. Ik vertrouw er nu op dat we een andere wereld kunnen krijgen, want de ogen zijn geopend.’
'Ik vertrouw er nu op dat we een andere wereld kunnen krijgen'
Teun Gautier: ‘En toch geloof ik dat dat niet zomaar gedaan is. Want men gaat mee in een stramien, en geeft zich over aan de gedachte dat je gelukkig wordt als je zes keer per jaar naar Thailand vliegt. En dat mag natuurlijk, iedereen mag zijn eigen geluk zoeken.’
‘Maar we worden meegenomen in een systeem. Die verandering krijgt alleen gestalte als we weerstand bieden aan dat systeem. En dat is volgens mij een van de belangrijkste vragen: hoe kunnen we wat er nu leeft behouden? Hoe doe je dat? Intenties alleen zijn niet voldoende. Daarom hebben we die Sociaal Creatieve Raad opgericht. Als tegenhanger van de SER, de Sociaal Economische Raad – dat is een boeiend gezelschap, machtiger dan de Tweede Kamer. Dat is de polder waar alles geregeld wordt.’
‘Onze raad wordt ook een "adviesorgaan" van de regering. Wij hebben vijftig mensen, Kroonleden, waarmee we naar Rutte gaan. Zo, wij zijn nu ook je adviseur. Want we moeten ons stelsel niet alleen op het bbp baseren. Wij bieden een alternatief. Maar dat moet je met kracht doen. Ik gebruik vaak de analogie van de bijl. De bijl heeft twee karakteristieken, de bijl heeft massa, gewicht… en een hele scherpe punt. Daar zoek ik naar.’
Daar zijn jullie nog niet helemaal uit?
Floor Ziegler: ‘Maar we zijn wel een heel eind. Deze week zei Mark Rutte op zijn persconferentie dat we de jongeren erbij moeten betrekken. Kom maar op met jullie innovatieve, creatieve ideeën. Dat is een grote stap van Rutte! Hij beseft dat er in de samenleving oplossingen liggen die we moeten benutten. De "Jannen" van Austerlitz laten allang zien dat je de wereld met elkaar kan vormgeven. Samen met de systeemwereld, want dat blijf ik zeggen: we zetten ons daar niet tegen af, we willen ermee samenwerken.’
‘Dat zei Jan gisteren ook: we werken elke dag met de ambtenaren samen. Het gaat erom dat de creatieven gelijkwaardig komen te staan aan de invloedrijke mensen.’
In de Kanaalstraat is het leven nauwelijks veranderd
Floor Ziegler en ik lopen samen de Kanaalstraat in, een levendige straat in Lombok, waar het fruit ligt te pronken op de stoep. Moeilijk om hier tegenover iedereen anderhalve meter afstand te bewaren. Floor spreekt willekeurig passanten aan, als ze er tenminste uitzien alsof ze wel even tijd willen vrijmaken om vragen te beantwoorden. Zoals Jeanine, een jonge onderzoeker die om de hoek woont.
Jeanine: ‘Ja mijn leven ziet er anders uit, alhoewel het in de Kanaalstraat wel meevalt. Hier is het leven niet echt veranderd, alleen de eerste twee weken was het een beetje anders. Ik heb een sociaal leven en ik werk in Amsterdam, waar ik met het openbaar vervoer heen ga, dus dat doe ik niet meer, ik werk thuis. Dat sociale leven mis ik erg.’
Ben je iets anders gaan doen wat wel fijn is?
Jeanine: ‘Ik heb nieuwe hobby’s opgepakt, ik ben gaan drummen, ik heb een bordspel gemaakt. Het is een spel waarbij je begint als student, aan het begin kies je een levensweg, daar werk je naartoe.’
Helpt het om te reflecteren op het leven dat je leidt?
Jeanine: ‘Niet per se. Je hebt andere spellen die erop lijken. Daar gaat iedereen trouwen en carrière maken en kinderen krijgen, dan ben je klaar, met het leven, dan heb je het gehaald! Dat vind ik raar, dus wij hebben ook andere levenswensen, zoals wereldverbeteraar, of wereldberoemd.’
Wat neem je mee van deze tijd naar de toekomst?
Jeanine: ‘Minder hard werken. Meer tijd voor mezelf.’
Wij noemen iedereen op onze tocht minister. Jij bent nu ook een minister. Vind je het goed als ik jou minister van ‘meer rust’ noem?
Jeanine: ‘Minister van Meer hobby’s!’
Bij de geldautomaat stuiten we op Abas, een rijzige man in een bruine mantel.
Abas: ‘Ik heb persoonlijk geen probleem met corona, want ik ben een gelovig iemand. Wat er nu aan de hand is, is in het verleden al vaker gebeurd. Dat staat in de boeken. We hebben geleerd hoe wij kunnen omgaan met deze omstandigheden. Wat gebeurt, dat gebeurt.’
‘Ik ben verpleegkundige, ik werk in een verpleeghuis. Wat gedaan moet worden doe ik met heel mijn hart, altijd. Ik weet dat andere mensen bang zijn, maar je kan niet meer doen dan wat je doet.’
Samenleven is belangrijker dan crisis
‘Crisis bestaat niet voor mij. Je moet gewoon doorgaan met leven. Samenleven is belangrijker dan crisis, wij moeten niet blijven hangen in de crisis. Crisis is iets wat mensen vasthouden in hun hoofd, zo is het leven niet.’
‘Vooruitkijken, dat is het belangrijkste. Er zijn zoveel meer ziekten dan corona, daar denken mensen niet aan, kanker, hart- en vaatziekten, daar gaan jaarlijks ook heel veel mensen aan dood. Mensen raken nu in paniek door de coronacrisis, maar daar is geen reden voor. Er zijn miljoenen kinderen die ieder jaar sterven door de honger, door malaria of diarree, aan de andere kant van de wereld, dat ziet niemand.’
Is het een spiegel, een les?
Abas: ‘Het is een les voor mensen die er lessen uit willen trekken. Mijn collega’s op het werk snappen het niet. Ze zeggen: Abas, waarom ben jij altijd zo positief? Altijd zo blij? Wat doe jij, hoe leef jij?’
‘Het leven is eenvoudig, wie mee wil, gaat mee, maar als je moeilijk wilt leven, dan gaat het ook zo. Ik heb altijd mijn best gedaan om makkelijk te leven, en God helpt mij om te leven. Hoe de omstandigheden ook zijn, ik blijf sociaal, open, makkelijk om te leven met iedereen.’
Waar wil jij minister van zijn?
Abas: ‘Minister van Sociale Zaken!’
Even verderop staat een moeder haar fiets vast te maken aan een lantaarnpaal. Haar dochtertje verbergt zich prompt tegen haar schouder. De vrouw, Ilse, blijkt onderzoeker bij een ggz-instelling en raadslid voor de PvdA.
Ilse: ‘Nu merk ik gewenning, ook bij mezelf, maar deze tijd heeft positieve en negatieve kanten. Je bent meer thuis en je hebt, zeker met kleine kinderen, meer rust. Vooral ’s ochtends en aan het einde van de middag, iedereen met kleine kinderen zal het herkennen, dat zijn de meest hectische momenten, als dat rustiger kan, is het fijn.’
‘Ik hoop straks meer vanuit huis te kunnen gaan werken. Ik ben positiever gaan kijken naar groepsbellen, zelfs met grote groepen blijkt het goed te werken.’
‘Ik heb mijn buren beter leren kennen. En als raadslid ben ik een serie gesprekken gestart, ‘nieuwe solidariteit’, allemaal op afstand – maar wat mensen allemaal ondernemen! Van Kanaleneiland tot Overvecht, tot in het centrum, op cultuur, maar ook op zorg, dat is zeker iets wat me moeten behouden, wat de gemeente moet ondersteunen waar mogelijk.’
Wat heeft je verrast?
Ilse: ‘De flexibiliteit van mensen. De meeste mensen die ik sprak hebben al in de eerste weken iets opgezet. Bijvoorbeeld digitaal vioolles voor 65-plussers, je bent nooit te oud om te leren. Trouwens, niet alleen vioolles, het gaat om 25 verschillende instrumenten. Ze kregen een leeninstrument van de muziekschool, en drie weken lang elke dag ’s ochtends een uurtje tutorial thuis. Dat is ook voor de cultuursector wennen, op afstand lesgeven, maar ook daar zeggen ze: het is mogelijk.’
Er zijn nu al 360 stadmakers
We lopen door naar Perron West, waar een echte stadmaker huist, Ramiro. Vlak bij Utrecht Centraal, op een onbestemde plek tussen drukke wegen, heeft hij samen met een groep geestverwanten een treinwagon neergezet, een bontbeschilderde pleisterplaats. De vlag wappert. Een plakkaat meldt: huur werkruimte, start evenementen, werk met ons samen! We krijgen brood aangeboden en smeersels. Lunchtijd. Even pauze. Ik zet het gesprek met Floor voort.
Ondervinden jullie veel gastvrijheid onderweg?
Floor Ziegler: ‘Dat is het mooie van vijf dagen met een rugzak op, mensen zien je als een reiziger. Als ik in een dorp kom of in een wijk, word ik vaak al na vijf minuten uitgenodigd in hun huiskamer, ik krijg te drinken of te eten aangeboden, mensen geven tips, ze willen ontzettend graag helpen. Dat geeft het gevoel dat je iets bijdraagt, iets waardevols. Je bent van betekenis, en dat is waar we allemaal gelukkiger van worden. De reiziger biedt mensen de gelegenheid om van betekenis te zijn.’
Ik meldde in een notitie bij De Correspondent dat mensen zich kunnen melden. Hebben ze gedaan. Jullie volgen dat ook allemaal op, dat is geen loze belofte?
‘Wij zoeken contact met iedereen die zich meldt. Zo’n vooraankondiging is zo waardevol voor ons. Na ons vorige gesprek heb ik zo veel mails ontvangen uit heel Nederland! En nog steeds schrijven mensen wekelijks over een eigen initiatief, en willen ze aansluiten bij de Stadmakerscoöperatie. Het is belangrijk dat we de initiatieven die er zijn in heel Nederland zichtbaar maken. Hoe zichtbaarder we worden, hoe meer we kunnen samenwerken met elkaar, hoe sterker we deze beweging kunnen neerzetten.’
Overal zijn mensen bezig, maar geïsoleerd. Wat een potentie als je dat allemaal zou kunnen verbinden met elkaar.
‘Onze Stadmakerscoöperatie is gegroeid naar 360 deelnemers. Wij doen nu mee met grote aanbestedingen, we hebben inmiddels al twee tenders gewonnen, samen met een heleboel stadmakers. Op het moment dat er een vraag komt uit de samenleving, kunnen wij dit netwerk van creatievelingen benutten bij thema’s als zorg, steden bouwen, wijkontwikkeling.’
‘Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving heeft ons gevraagd om betrokken te zijn bij de transitie naar aardgasvrij. Met een druk op de knop kunnen we al die stadmakers oproepen om met ideeën te komen. Als we met velen zijn, kunnen we invloed hebben en tegen de systeemwereld zeggen: kom maar met complexe maatschappelijke vraagstukken, wij kunnen helpen.’
‘Nogmaals, wij willen het niet overnemen, het moet samen met die grote wereld van kapitalisme, politiek, het grote geld, de grote machten. Dat is de grote verandering: dat alles meer verweven zal raken met elkaar.’
Verbinding maken kan laagdrempelig
Dan schuiven we op naar Ramiro, een tafeltje verder.
Wat een plek, jij zit op een van de drukste plekken van de stad lekker te lunchen tussen de bloemen...!
Ramiro: ‘Ja, dat is het idee, een groene oase tussen al die drukke wegen in. We willen dit plein teruggeven aan de mensen in de buurt. Hier was helemaal niks, je liep eraan voorbij. Nu gebeuren er leuke dingen en blijven mensen hangen.’
Heb jij die trein hier zelf neergezet?
Ramiro: ‘De gemeente vroeg: drie jaar lang wordt er niks gedaan met dit stukje, daarna wordt er iets op gebouwd. Hebben jullie ideeën om het levendig te maken? Toen hebben we samen met buurtbewoners een groepje gevormd en een aanbod gedaan.’
‘We begonnen met het idee van huifkarren, dat leek me wel tof, huifkarren in een kring, zoals in westerns. Tinka, een van onze kerngroepleden, kwam met het idee om hier een trein neer te zetten. En toevallig was er twee weken later iemand in Austerlitz die van een trein af moest, omdat hij een rechtszaak had lopen: zijn buurvrouw was er niet zo blij mee, met die trein in de achtertuin. Dit was een geval van serendipiteit.’
Wat doe je binnen?
Ramiro: ‘Samen met vijf of zes mensen uit de wijk, ondernemers en creatievelingen, hebben we een stichting gevormd, Stichting Perron West, met het idee om van deze treinwagon een ontmoetingsplek te maken. Voor alle buurtbewoners en in het bijzonder voor mensen die initiatieven willen ontplooien in deze wijk of in de stad. De mensen uit het kernteam hebben ervaring met projecten opzetten, met placemaking bijvoorbeeld of groentetuinen maken of andere toffe events. Maar je kunt ook een deel van de coupé huren om in te vergaderen of workshops te geven.’
Een echte stadmaker!
Ramiro: ‘Ik vind jullie aanpak leuk: gewoon de wijk in. Wij hebben vanuit Starters4Communities, da’s een trainingsprogramma in sociaal ondernemerschap, drie jonge mensen die ons ondersteunen. Die zijn de wijk ingegaan met een open blik, om te vragen, wat vinden jullie mooi in de wijk, wat kan er nog meer? Kennen jullie deze plek al? Zijn er plekken waar je jullie ideeën kunt ontplooien?’
Er gebeurt ondergronds zoveel
Jij hoort hier andere dingen dan op het stadhuis?
Ramiro: ‘Zeker. Twee jongens uit ons kernteam, Badir en Youssef, zijn hier opgegroeid, die hebben andere perspectieven dan je op het stadhuis hoort. Ze hebben wortels in de wijk. Er gebeurt ondergronds zoveel, talloze nieuwe initiatieven, zonder dat mensen het van de daken schreeuwen. Ze zeggen niet, kijk ons eens sociaal ondernemend bezig zijn, dat zit niet per se in de cultuur. Ze organiseren die dingen gewoon onderling, en als je in de wijk woont dan zie je dat.’
Wat vind jij toffe dingen?
Ramiro: ‘Kopi Susu is een mooie plek, dat is een cultureel dagcafé. Er werken vrijwilligers, mensen die re-integreren in de maatschappij. Het is een soort third place, een extensie van je woonkamer. Iedereen is er welkom, iedereen wordt ook aangespoord om dingen te organiseren, zoals muzikale avondjes. Dat hebben we hier bij Perron West ook.’
‘We merken vaak dat als je iets simpels organiseert, zoals onze borrel "dwarsliggers", voor sociaal en creatieve ondernemers, en je serveert er eten en drinken bij, en je zorgt dat het halal is bijvoorbeeld, dan is het laagdrempelig en komen de ideeën vanzelf los. De revolutie moet wel leuk zijn, anders doen mensen niet mee.’
‘Elke crisis is een kans. Dat leren we ook bij Starters4Communities. Wat je ziet tijdens een financiële of economische crisis, is dat sociaal ondernemers een gat opvullen en dat vanuit de gemeenschap weer toffe dingen georganiseerd worden.’
‘Je moet dat soort initiatieven echt een kans geven. Bewonersinitiatieven worden grappig en schattig gevonden, totdat ze tegen een glazen plafond aanlopen. Zodra er gevraagd wordt om financiële waardering voor de maatschappelijke meerwaarde die ze creëren – dan denken organisaties: waarom moet je er geld mee verdienen, het is toch allemaal vrijwillig? Maar dat klopt niet. Het moet serieus genomen worden.’
‘Ik zou willen dat mensen mee mogen beslissen en dat de overheid radicaler inzet op een langetermijnstrategie. In het Verenigd Koninkrijk heeft de overheid gezegd: we gaan een plan maken voor tien jaar waarbij we sociaal ondernemers de plek gaan geven die ze verdienen in de maatschappij. Veel sociaal ondernemers onderschatten zichzelf ook, omdat ze het doen vanuit een passie, een intrinsieke waarde die heel diep gaat. Die zorgt ervoor dat je denkt: dat doe ik er wel bij, of: daar hoef ik niets voor. Maar als je wilt professionaliseren, moet je elementen vanuit het bedrijfsleven en de organisatiekunde gaan toepassen’.
Wanneer ben jij dwarsligger geworden?
Ramiro: ‘Op 5 mei 1986, toen werd ik geboren. Vraag maar aan mijn moeder. Ik heb eerst internationale betrekkingen gestudeerd. Ik wilde uitzoomen, globaal denken, het grote verband zien. Hoe meer ik over die grote structuren nadacht, hoe minder vertrouwen ik had om er concrete resultaten mee te bereiken.’
‘Na een stage bij VPRO Tegenlicht kwam ik het sociaal ondernemerschap tegen. "Links" vindt het interessant, omdat het gaat over samen maatschappelijke impact maken, en "rechts" vindt het interessant, omdat het gaat over op een ondernemende manier niet alleen afhankelijk van subsidies zijn.’
‘Ik heb meegedaan aan Starters4Communities, en toen ben ik een poosje "ja" gaan zeggen tegen alles wat lokaal was. Dan leer je snel van alles: een stichting opzetten, een project opzetten, voedseltuinen opzetten of een duurzaam festival opzetten, zoals het Bucketlist Festival.’
Voel je je thuis hier in deze omgeving?
Ramiro: ‘Ik zit hier vaak in de trein te werken, dan komen mensen langs die foto’s maken en zeggen: er woont een meneer hier. Dat is niet zo, maar het is wel een tweede thuis. Soms zitten hier mensen die even geen dak boven hun hoofd hebben. Die vragen we dan wat ze nodig hebben, we zorgen voor een kopje thee, of een nieuw boek uit de kringloopwinkel.’
‘Gisteren zat hier nog een dakloze jongen, die blijkt een hele reeks van pech en verkeerde beslissingen te hebben gehad. We hebben hem naar de dagopvang kunnen brengen en nu probeer ik voor hem werk te vinden als fruitteler. Dat hoort bij dit soort werk, en bij andere sociale initiatieven in de stad. Het is een soort minister-zijn, in de oorspronkelijke betekenis van dienend-zijn.’
Ben jij minister van het Dienen? Dat past mooi bij je.
Ramiro: ‘Dankjewel. Succes met jullie wandeling.’
Floor maakt nog wel even van de gelegenheid gebruik om Ramiro uit te nodigen om Kroonlid te worden van de Sociaal Creatieve Raad. Als we weer verder lopen, vraag ik of ze weet dat corona het Italiaanse woord voor ‘kroon’ is.
Floor Ziegler: ‘Corona? O ja, natuurlijk. Nou, dan moeten we ze misschien zo gaan noemen: de coronaleden.’
Je moet weer verder zeker?
Floor Ziegler: ‘Anders kom ik nooit in Den Haag. Ik denk dat ik jou, Lex, minister ga maken van Knopen in netwerken. Ik ben je dankbaar, want je hebt veel betekend voor mij, en voor de hele stadmakersbeweging, door met mij mee te wandelen, en dat is goud waard. Je hebt laten zien wat er echt toe doet in Nederland.’