Van de honderden reacties die ik kreeg na het publiceren van mijn missie op De Correspondent was er één thema dat mij het meeste raakte. Het waren verhalen van mensen die plotseling hun woning uit moesten, bijvoorbeeld door een scheiding of door het verlies van hun baan. En een nieuwe woning, die is niet te vinden.

Zo kreeg ik een mail van Eva Hilhorst, die samen met haar drie kinderen deze zomer haar huis in Amsterdam moet verlaten. Qua inkomen komt ze in aanmerking voor een sociale huurwoning, maar de wachtlijsten zijn veel te lang. Vanwege de hoge inkomenseisen wil geen particuliere verhuurder haar hebben.

Als ik haar bel, blijkt dat ze uiteindelijk wel een woning heeft gevonden, voor een jaar. Op voorwaarde dat ze de huur vooruitbetaalt voor die hele periode. Dat kon, omdat zij en haar ex-man hun huis hebben verkocht. ‘Maar wat doen mensen die dat geld niet op hun bankrekening hebben staan?’ vraagt ze zich af.

Ik krijg ook post van een man die sinds een paar jaar in een camper woont, omdat hij na het verlies van zijn baan en een scheiding niet aan een betaalbare woning kon komen. ‘Ik ben nu toerist in eigen land’, schrijft hij.

Deze twee hebben hun eigen (tijdelijke) oplossing gevonden, maar hun verhalen laten zien hoe moeilijk het is aan een woning te komen, ook als je een inkomen hebt. Dakloosheid is niet langer iets dat voornamelijk mensen treft die ook andere problemen hebben, zoals een verslaving. Het kan ons allemaal overkomen, en we hebben er niet eens zo heel veel pech voor nodig.

Tijdelijke woningen voor wie nergens terecht kan

Ik was dan ook blij te horen dat woningcorporaties werken aan een oplossing voor mensen die dringend een huis nodig hebben. Amsterdamse corporaties stellen de komende tijd honderden woningen beschikbaar voor zogenoemde spoedzoekers, voor maximaal één en in sommige gevallen twee jaar. Het zijn woningen die eigenlijk op de slooplijst staan,

En niet alleen in Amsterdam zoeken corporaties naar oplossingen voor zogenoemde spoedzoekers. Er komen bijvoorbeeld ook tijdelijke woningen vrij in IJmuiden en Alphen aan den Rijn.

Corporaties bouwen ook nieuwe tijdelijke woningen. Ze willen er per jaar zo’n tienduizend neerzetten, De bouw gaat wel langzamer dan ze graag zouden willen, omdat er te weinig locaties beschikbaar zijn.

Tijdelijke woningen
Voor wie zich afvraagt hoe tijdelijke woningen eruitzien: deze kwam ik tegen bij mij in de buurt.

De komende tijd wil ik graag iets over tijdelijke huurwoningen schrijven. Ik ben benieuwd hoe het gaat met de bouw ervan, en in hoeverre ze een oplossing bieden voor mensen die dringend een huis nodig hebben.

Daarvoor ben ik op zoek naar (ervarings)deskundigen. Dus sta je zelf op de wachtlijst voor een tijdelijke woning, woon je erin of heb je ervaring met de bouw ervan? Stuur dan een mail naar josta@decorrespondent.nl. Alvast bedankt!

Komende week verschijnt ook het eerste stuk uit mijn serie over woningcorporaties. Ik kondigde het eerder al aan: het is een interview met historicus Wouter Beekers. Het verhaal dat sociale woningbouw eerst een taak van de staat was, die later werd overgenomen door de markt, schiet volgens hem tekort. Want oorspronkelijk kwamen woningcorporaties voort uit het initiatief van burgers. Volgens Beekers is het tijd dat die eigen inbreng weer een prominentere plek krijgt.

Om te kijken, lezen en luisteren

Logo van de Rudi & Freddie show

In De Rudi & Freddie Show had collega Jesse Frederik het afgelopen zaterdag Een van de opvallendste conclusies die de revue passeerden: het verhuizen naar een sociale huurwoning heeft alleen positieve effecten op het inkomen van mensen als die woningen in rijkere buurten staan. Verhuizen mensen naar een sociale huurwoning in een armere wijk, Het werpt een ander licht op de houding van sommige woningcorporaties, die huizen op dure plekken verkopen om er in goedkopere wijken meer bij te kunnen bouwen.

En ik noemde het in mijn vorige nieuwsbrief al even, maar Je kijkt nooit meer hetzelfde naar het verkeer. Persoonlijk was ik vooral geraakt door de verhalen over het verzet tegen de grootschalige aanleg van autowegen in de jaren zeventig. Het laat zien dat wat wij nu als vanzelfsprekend beschouwen, dat lang niet altijd is geweest.

Tot de volgende,

Josta