Doet The Ocean Cleanup meer goed of kwaad?
Tijdens een eerdere editie was een wetenschapper ontploft. De man, een groot voorstander van gepasteuriseerde melk, stond tegenover een kaasboer die kaas maakte van rauwe melk. Rauwe melk! Hij kon er met z’n verstand niet bij. Climax: ‘Babies could die!’
‘Een soort antivax light discussie,’ duidt Scott Ferson, het aartscontraire hoofd van het Institute for Risk and Uncertainty in Liverpool en groot voorstander van wat hij ‘productieve clashes’ noemt. Zijn instituut organiseert zo’n clash eens per maand, of wanneer het ook uitkomt.
En zo kwam het dat in december 2019 de geboortestad van The Beatles het toneel is van de eerste clash tussen The Ocean Cleanup en kwalbioloog Rebecca Helm. De eerste die offline plaatsvindt althans, want de twee zijn dan ruim een jaar verwikkeld in hoogoplopende polemieken via blogposts, Twitter en een stuk dat ik eerder schreef.
De inzet: The Ocean Cleanup wil drijvend plastic opruimen in de Grote Oceaan, maar daar leven allemaal schitterende beestjes tussen – verzamelnaam: ‘het neuston’ – die waarschijnlijk dood gaan aan zo’n filteractie. De vraag is: doet The Ocean Cleanup meer goed of kwaad?
Dus ik naar Liverpool. M’n verslag staat nu online:
Hij komt niet zo voor in het verhaal, maar ik vond risicoanalist Scott Ferson echt een ontdekking.
Ferson ontpopt zich als vleesgeworden hittezoeker voor blinde vlekken en pijnpunten. Iets wat hij elk conferentiediner onderstreept met anekdotes, zoals over die ene keer dat hij een homoseksuele evolutiebioloog meenam naar een praatavond met creationisten. Dus niet geheel ontoevallig dat zijn werkleven gewijd is risico’s en onzekerheid.
Fersons Risk Institute ontwikkelt modellen en methodes om te voorspellen wat gebeuren gaat wanneer we ‘iets’ ondernemen in de wereld – wat is de impact van X of Y op Z? Daartoe werkt hij samen met alle denkbare disciplines: ingenieurs, biologen, sociale wetenschappers.
De toekomst, een kluwen van trajecten
Waarom deze cleanup-sessie? ‘Ik vind controverse mooi,’ zegt Ferson. ‘Maar collega Matthew Spencer, theoretisch ecoloog, is oprecht benieuwd naar het effect van de sleepschermen die The Ocean Cleanup los wil laten op het oceaanoppervlak.’
Dat effect willen ze nu modelleren dus. Met wat voor modellen? The Ocean Cleanup had het vooral over fysische modellen, die kijken naar hoe wind, tij en stroming plastics en neuston concentreren op dezelfde of juist heel andere plekken in zee.
Maar met zo’n model krijg je misschien een idee van plasticstromen in de oceaan, maar niet van de impact die The Ocean Cleanup heeft op neuston of ander zeeleven. Sowieso is kunnen berekenen waar dingen heen drijven op zee een soort heilige graal in de oceanografie.
Ferson is meer van de populatiemodellen. Al decennia modelleert hij alle denkbare impact op dierpopulaties. Denk aan habitatverlies (dit heeft altijd de grootste impact op organismes), natuurrampen, de jacht, chemische, thermische of radiologische vervuiling, et cetera.
Hij richt zich op populaties, omdat het modelleren van hele ecosystemen die bestaan uit meerdere diersoorten door elkaar, met al hun wisselwerkingen, gewoonweg niet gaat.
‘Ecologie als wetenschap is pre scientific,’ stelt Ferson. ‘Het kent geen goede modellen voor hoe ecosystemen in elkaar zitten of worden samengesteld. Het kan niet eens uitdrukken hoe effecten zich door een ecosysteem verspreiden.’
Wat is er aan populaties te modelleren dan?
Bijvoorbeeld: voor sommige soorten geldt dat wanneer het percentage beestjes dat de kindertijd overleeft met ook maar 10 procent afneemt, de hele populatie uitsterft. Zoals bij de bosuil. Maar bij andere soorten kun je juist weer het halve jeugdbestand wegvagen, zonder dat dat enig waarneembaar effect heeft op de volwassen populatie. Zoals bij de zeebaars.
Dus: is neuston eerder een gevlekte bosuil of gestreepte zeebaars?
Hoeveel beesten overleven, hoeveel planten zich voort? Als The Ocean Cleanup neustondata verzamelt, kan het daar zo’n model mee maken.
‘Maar, dit soort getallen zijn niet constant, al doen we vaak van wel,’ zegt Ferson. ‘Ze variëren door de tijd, want soms is het een goed jaar, soms een slecht jaar.’ Eigenlijk moet je jarenlang metingen doen voor enigszins betrouwbare modellen.
Het is moeilijk om iets te weten in deze wereld. Ferson mag dan ook graag citeren uit het onofficieuze dichtwerk van Donald Rumsfeld, Amerikaans oud-minister van Defensie (zie ‘Pieces of Intelligence: The Existential Poetry of Donald H. Rumsfeld’ (2009)):
Achter de schermen
Bovenstaand modelrelaas is opgebouwd uit stukken tekst die de Grote Roerganger schrapte uit het gepubliceerde verhaal. (‘Mensen moeten er wel doorheen komen hè, Tamar!’) Maar pre-kaalslag had ik alles al door Google Translate gehaald en naar Ferson gestuurd ter controle.
Die vertaling had ik verder niet nagelezen. Drie keer raden wat Google maakt van ‘vleesgeworden hittezoeker voor blinde vlekken en pijnpunten’...
Mailt Ferson:
‘The phrase “meaty heat seeker for the blind spot and the point of pain” is, well, quite a phrase. Although it is wildly flattering, it has sexual connotations in English that I doubt you intend.’
Hahahaha, honderd keer sorry!
‘I laughed literally all day long about the MHS. I sent it to my friends to show them what my cursus honorum had brought me to. I’m hoping it can go on my epitaph.’
Dan houd ik echt van m’n baan.
Erg blij werd ik ook van het beeld bij het stuk. Het zijn illustraties van Andrea Dingeldein – een echte wetenschapsillustrator – die er eerder een heuse ‘neustonposter’ mee maakte. Voor liefhebbers te bestellen op haar website.
O en lees ook zeker de bijdrages van zeerechtjurist Rozemarijn Roland Holst en antiplastic-directeur Rob Buurman onder het stuk. Spoiler:
‘Ik volg alle zogenaamde Algemene Overleggen over Circulaire Economie in de Tweede Kamer en pak hem beet twee jaar geleden raakte ik ervan overtuigd dat ook The Ocean Cleanup met zijn opruimacties géén ‘force for good’ is….’
Fijn weekend,
Tamar