Waarom bewapent Nederland zijn eerste drone (niet)?
Eind volgend jaar komen de eerste vier MQ-9 Reaper-drones aan in Nederland. De eerste vliegers en sensoroperators rondden vorig jaar in de VS hun opleiding af en zullen vanuit Vliegbasis Leeuwarden de onbemande luchtvoertuigen op missies overal ter wereld gaan besturen.
Hoewel de Reaper is gemaakt als aanvalswapen en bekendstaat als ‘de meest dodelijke drone ter wereld’, schafte Defensie in eerste instantie ongewapende versies aan om inlichtingen te verzamelen. In 2018 noemde Commandant Luchtstrijdkrachten Dennis Luyt die keuze eerder praktisch dan principieel.‘Het is een nieuwe tak van sport. Laten we eerst maar eens zorgen dat we er veilig mee kunnen vliegen’, zei hij tegen De Telegraaf.
Nu we dat eenmaal kunnen, meldt een andere voormalige luchtmacht piloot zich in het debat. VVD-Kamerlid André Bosman vroeg zich af waarom we ze niet gewoon bewapenen, en diende in november met succes een motie in met het verzoek om die mogelijkheid te onderzoeken.
Het bewapenen van de Reaper heeft inderdaad operationele voordelen, antwoordde staatssecretaris van Defensie Barbara Visser in een brief aan de Kamer in januari. Ze vervolgde dat het ‘noodzakelijk’ is om andere inzetmogelijkheden te blijven onderzoeken om relevant te blijven, waaronder bewapening. Hiervoor zal Defensie de komende maanden informatie inwinnen bij de desbetreffende Amerikaanse overheidsinstanties.
Gaan we die drones bewapenen?
De kogel is nog niet door de kerk, maar het heeft er alle schijn van. Door de Reaper te bewapenen is de krijgsmacht flexibeler en kan ze sneller ingrijpen, wat de veiligheid van de eigen en coalitietroepen vergroot, schrijft Visser. Daarnaast bezit de krijgsmacht al twee ongewapende drones, al kunnen die aanzienlijk minder dan de Reaper.
De discussie over het al dan niet bewapenen van de Reaper vertoont ook grote gelijkenissen met hoe dat in Frankrijk verliep. Daar belette het publieke debat de bewapening in eerste instantie, maar de strijd tegen IS beslechtte het debat snel. Eind vorig jaar voerden ze hun eerste dodelijke droneaanval uit in Mali.
Zover is het in Nederland nog niet. Over de bewapening is zoals gezegd nog niet besloten, en in de Kamerbrief staat specifiek dat de Reaper geen autonoom systeem is en door kundige mensen wordt bediend. Technisch niet heel anders dan een F-16, maar dan zonder piloot. Dat betekent ook dat er geen aanvullende wet- of regelgeving nodig is en bestaande rules of engagement voldoen.
Wat gaan we ermee doen?
Technisch is de drone inderdaad niet heel anders dan een bemand jachtvliegtuig. Je zou haar kunnen zien als een wapen dat wordt toegevoegd aan de gereedschapskist van de krijgsmacht, en het is niet gebruikelijk om voor afzonderlijke wapensystemen aparte regelgeving op te maken, vertelde Defensiewoordvoerder Jurriaan Esser telefonisch.
Toch zou het bewapenen van de Reaper wel een opvallende stap zijn in de manier waarop onze krijgsmacht oorlog voert. Niet meer vanaf het slagveld of daarboven, maar vanuit een kantoor in Leeuwarden. Een dronepiloot kan dat mogelijk beter, veiliger en beter geïnformeerd dan een piloot in de lucht of soldaat op de grond, maar het uitvoeren van dodelijke aanvallen wordt ook makkelijker en minder zichtbaar voor de buitenwereld.
Sinds eind 2019 is de zogenaamde Target Support Cell gelegerd op Vliegbasis Volkel. Zij analyseren beelden in Irak op zoek naar IS-doelwitten om een aanvalsplan op te stellen voor bondgenoten ter plaatse, die de aanval vervolgens uitvoeren. De komst van de MQ-9 past in hun ambities om te groeien. Maar het is een ongemakkelijk idee dat vrijwel niemand in Nederland van hun bestaan weet, laat staan dat ze vanuit Nederland oorlog voeren in een ander land.
Dit soort droneoorlogen ver van huis kennen we uit de VS, die talloze aanvallen uitvoerden in onder meer Somalië, Afghanistan, Pakistan en Jemen. En dat doen ze steeds vaker. In de eerste vier maanden van dit jaar vonden er al meer droneaanvallen plaats dan tijdens de gehele regeerperiode van Obama bij elkaar, die op zijn beurt veel meer droneaanvallen liet uitvoeren dan zijn voorganger Bush. Daarbij kwamen de afgelopen twintig jaar honderden burgers om.
Gaan we de VS achterna?
Het is belangrijk om te benadrukken dat wij niet de VS zijn. En het is misschien juist wel wenselijk dat we beter in staat zijn zelfstandig informatie in te zamelen over doelwitten en onder onder eigen voorwaarden zelf aanvallen kunnen uitvoeren. Het is ook noodzakelijk voor de krijgsmacht om relevant te blijven, zoals Visser schrijft. Drones zijn niet meer weg te denken van het hedendaagse slagveld.
Wanneer onze krijgsmacht beter in staat is informatie over doelwitten te vergaren maakt dat hen ook minder afhankelijk van bondgenoten, die dat eerder voor onze F-16’s deden. Dat ging tijdens de strijd tegen IS in Irak mis. Daar leidden foutieve inlichtingen van de VS tot burgerdoden door Nederlandse F-16’s in Hawija en Mosul.
Maar er zijn ook vragen. Want delen we de informatie die de drones op gaan doen met bondgenoten die er andere maatstaven op na houden? Gaan we net als de VS en anderen targeted killings uitvoeren (het doelgericht doden van verdachten) − iets wat sommige politieke partijen nu al niet uitsluiten? Zetten we drones in tegen tegenstanders in landen waar we officieel niet mee in oorlog zijn? En hoe transparant zal Defensie hierover zijn?
Wordt onvermijdelijk vervolgd.
Groet,
Lennart
P.S. Een woordvoerder van Defensie kon bovenstaande vragen niet beantwoorden omdat de keuze voor bewapening nog niet is gemaakt, en de discussie daardoor voorbarig is.