Beste,

C&A, wie kent het modemerk niet? Deze week werkte ik onder meer aan een artikel over de geschiedenis van C&A. Want hoe oud en bekend het bedrijf ook is: ik realiseerde me dat ik eigenlijk bijzonder weinig wist over dit Nederlandse bedrijf. En dat is niet heel vreemd: de ondernemersfamilie achter het bedrijf, de Brenninkmeijers, is van oudsher erg gesloten. Interviews geven ze zelden en jaarcijfers of jaarrapporten publiceren ze niet.

Toch vond ik in de literatuur welgeteld van de Duitse historicus Mark Spoerer over C&A, waarin hij de oprichting van het bedrijf beschrijft tot aan 1960. Met een focus op het concern ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.

Het Nederlandse modebedrijf had hem zelf in 2011 benaderd met de vraag om in zijn historie te duiken. Hoewel Spoerer het waarom zelf een beetje in het midden liet, was de aanleiding duidelijk: in datzelfde jaar ontdekte een andere historicus het Tijdens de Tweede Wereldoorlog heulde de Duitse tak van het bedrijf met de nazi’s. En niet zo’n beetje ook. Spoerer voegde met zijn onderzoek nog een paar zwarte bladzijden aan de geschiedenis van het bedrijf toe. Het interview met Spoerer verschijnt aankomende woensdag.

Misstanden bij textielrecycling India

Vorig jaar schreef ik een reeks artikelen over de verwerking van en handel in tweedehands Een van de inzichten die ik toen opdeed: waar je zak met oude kleren uit de textielbak precies terechtkomt is bijna net zo moeilijk te achterhalen als waar je nieuwe kleren zijn gemaakt. 

Dat blijkt ook weer uit naar de wereldwijde keten van textielrecycling, waarbij gefocust is op de stad Panipat in India, die ook wel ‘de afgedankte stad’ wordt genoemd. Miljoenen kilo’s aan tweedehands kleding komen elk jaar naar deze middelgrote stad in het noordwesten van India. Het land is van oudsher een van de grootste importeurs van gebruikte kleding en textiel ter wereld (ook vanuit Nederland komt hier elk jaar zo’n 14 miljoen kilo afgedankte kleding terecht). Anders dan in bijvoorbeeld Kenia, een ander land waar veel gebruikt textiel naartoe gaat, is het verboden om ingevoerde kleding op de markt te verkopen. Wat er dan wel met al die containers vol textiel gebeurt? Recycling. Voor dekens, tapijten en huishoudtextiel.

Dat klinkt positief − hergebruik is immers duurzaam − maar niet als je weet onder welke omstandigheden dit gebeurt. Zo blijkt uit recent onderzoek dat risico’s op kinderarbeid, slechte werkomstandigheden en uitbuiting groot zijn. En dat, doordat veelal gewerkt wordt met onderaannemers, vaak moeilijk te achterhalen is wie waarvoor

Een van Nederlands grootste textielinzamelbedrijven, Sympany, publiceerde het onderzoek in samenwerking met ngo Arisa. Ook een klein deel van het textiel dat door hen wordt ingezameld bleek in Panipat terecht te komen.

De grootste afnemer van gerecycled textiel in Panipat zijn de Verenigde Staten. Veel wordt verkocht aan tapijtverkopers, maar ook winkelketens als H&M, Primark en Zeeman stonden in het rijtje van klanten.

Terugkijken: Panel over leefbaar loon

Afgelopen woensdagavond ging ik in Pakhuis de Zwijger met een aantal deskundigen in gesprek over de problematiek rondom leefbare lonen in de kledingindustrie en hoe hier iets aan gedaan kan worden. Ik zat aan tafel met Wyger Wentholt van Schone Kleren Campagne en Zoé Daemen van het duurzame jeansmerk Kuyichi.

Boeiend vond ik om te horen hoe ze bij Kuyichi met producenten werken om de lonen te verhogen, waarbij, zo gaf Daemen eerlijk toe, nog de nodige stappen gezet moeten worden. Wat voor hen lastig is, vertelde ze, is dat ze vaak maar een kleine afnemer zijn van een fabriek, in sommige gevallen goed voor minder dan 1 procent van de productie. Het is moeilijk om de lonen in een fabriek in één keer voor alle arbeiders te verhogen als andere merken die ook in de fabriek produceren niet bereid zijn om meer te betalen. Er zijn manieren om dit te omzeilen, zo gaf ik ook aan in het panelgesprek. Daarover schreef ik Maar ik snap ook: dat kost tijd.

Een mooi voorbeeld, dat mij laatst nog werd getipt in een bijdrage was het merk Asket. Dit merk geeft niet alleen bij elk individueel kledingstuk aan waar het is gemaakt en waar de grondstoffen vandaan komen – van de stiksels tot de knopen en de stof – maar geeft ook inzicht De kosten van de stof, het transport, de arbeid, en de uiteindelijke winstmarge van het merk zelf: het is volledig transparant. Heel vet om te zien.

Terug naar het panel: uiteindelijk waren we het er allemaal over eens dat hardere maatregelen nodig zijn om bedrijven aan te sporen om écht werk te maken van hogere lonen. Wetgeving. Het liefst op Europees niveau. Benieuwd naar het gesprek? De avond is nog te terug te bekijken via de

O, en mocht je benieuwd zijn of jouw favoriete kledingmerk wel een leefbaar loon betaalt aan arbeiders, check dan de gloednieuwe website Verwacht er niet te veel van: bijna geen enkel merk kan aantonen dat het een leefbaar loon betaalt. Spreek bedrijven er vooral op aan – via sociale media of per mail – en wellicht dat ze er dan wel werk van gaan maken. 

Als laatste wilde ik nog even dit persoonlijke nieuwtje delen: sinds een week ben ik trotse eigenaar van twee superlieve, schattige, hyperactieve kittens.

Ravi en Rexi.

Fijne week gewenst,

Emy