In de jaren zeventig en tachtig kwamen bewoners pas echt in opstand tegen hoge huren
Soms begin je aan een stuk met het idee dat het een overzichtelijk, makkelijk op te schrijven onderwerp is. Iets kleins voor tussendoor. Vaak valt dat in de praktijk tegen.
Zo ging het met een artikel over de maatregelen die de overheid wil nemen tegen het woningtekort, dat gisteren verscheen. Een kwestie van voorstellen onder elkaar zetten en even uitleggen, dacht ik. Maar al snel raakte ik verzeild in de details van ons belastingstelsel, in gesprekken over de voor- en nadelen van marktwerking en discussies over de maatschappelijke kosten die we bereid zijn te accepteren om zo efficiënt mogelijk te zijn.
Kort is het stuk dus niet geworden. Wel biedt het inzicht in de manier waarop ambtenaren denken over betaalbaar wonen. En laat het zien dat hun ideeën vaak een stuk radicaler zijn dan hun imago doet vermoeden. Ik hoor graag wat jullie van de voorstellen vinden.
Wat er deze week gebeurde
Afgelopen week stond voor mij ook in het teken van de jaarlijkse huurverhogingen, die morgen ingaan. De Eerste Kamer nam een motie van afkeuring tegen minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren aan. Die had tot twee keer toe geweigerd de huurverhogingen stop te zetten, ondanks de onzekerheden die de corona-uitbraak met zich meebrengt. Er zijn al voldoende individuele regelingen om huurders tegemoet te komen, schreef ze in een Kamerbrief.
Volgens mij ziet Ollongren over het hoofd dat de problemen van huurders veel verder gaan dan de coronacrisis. Natuurlijk worden hun financiële problemen nu in één klap een stuk nijpender. Maar de eigenlijke oorzaak ligt bij de sterke huurverhogingen en de verkoop van corporatiewoningen in de afgelopen jaren, schreef ik in een column.
Het is onduidelijk hoeveel mensen precies moeite hebben met het betalen van de huur door corona. Bijna twee weken geleden is de huurcommissie daarom een meldpunt gestart voor huurders die door de coronacrisis minder inkomsten hebben en er niet uitkomen met hun verhuurder. Afgelopen vrijdag waren er nog maar 26 meldingen binnengekomen. Misschien komen huisbazen hun huurders toch tegemoet. Of misschien weten huurders het meldpunt nog niet voldoende te vinden.
10 procent van het inkomen als acceptabele huur
Ondertussen keek ik in Amsterdamse archieven stapels documenten door, voor een toekomstig stuk in mijn serie over woningcorporaties. Ik kwam er een interessante parallel tegen tussen de protesten tegen de huurverhogingen van nu en de huurstakingen die in de jaren 70 en 80 in verschillende steden plaatsvonden. Door grootschalige stadsvernieuwingsprojecten waren er veel nieuwe woningen bij gekomen. De huren lagen nogal eens hoger dan van tevoren was beloofd.
Het ging er veel harder aan toe dan nu. Sommige huurders betaalden wel tien jaar lang een stuk minder huur dan ze volgens hun contract zouden moeten. De schulden konden oplopen tot 30.000 gulden. Ook hun eisen lagen een stuk hoger (of lager, het is maar hoe je het bekijkt): ze vonden het acceptabel om 10 procent van hun netto-inkomen te betalen aan huur. Ter vergelijking: in 2018 gaven huurders gemiddeld 38 procent van hun besteedbaar inkomen uit aan wonen (dus huur plus stookkosten, water en internet).
Ik vond onder andere dit affiche:

Het gaat over Jan Witte, die voor de rechter kwam te staan omdat hij elf jaar lang te weinig huur betaalde. De zitting werd meteen een demonstratie van huurdersorganisaties en sympathisanten.
Ik kende Jan, omdat ik opgroeide in het gebouw waar hij ook woonde. Als actievoerder stond hij aan de wieg van een aantal wooncomplexen op het Bickerseiland in Amsterdam-Centrum, die voor de bewoners van de buurt werden neergezet. Ze zijn eigendom van woningcorporatie De Key, die toen nog Lieven de Key heette.
Door de jaren heen bleef Jan zich inzetten voor betaalbare woningen, ook toen de huren omhooggingen en een deel van de woningen in de vrije sector belandde. Tot aan zijn overlijden eind vorig jaar bleef hij brieven schrijven aan de woningcorporatie. Hij schreef zelfs gedichten over de huurverhogingen.
De komende maanden kun je meer lezen over de strijd voor goede en betaalbare woningen, die Jan Witte en anderen in steden door heel Nederland voerden. Ik verdiep me in de doelen waar zij zich voor inzetten, de rol van de woningcorporaties en de overheid daarbij en hoe die door de tijd heen veranderde. En ik wil weten wat we er vandaag de dag van kunnen leren.
Om te lezen, kijken en luisteren
Ruim twintig jaar geleden werd de Enschedese wijk Roombeek weggevaagd door de vuurwerkramp. Sindsdien is de wijk uit de eigen as herrezen, laat een fotoserie van fotograaf Marcel van den Bergh in de Volkskrant zien. De wijk won meerdere architectuurprijzen.
Waarom lukt het nu niet voldoende nieuwe woningen te bouwen, en kon dat pakweg dertig jaar geleden wel? Deze leuke animatie van de NOS laat het zien. Eventuele vertragingen door de coronacrisis zijn er niet in meegenomen, maar de structurele problemen zijn helder uitgelegd.
En als journalist kan ik het woord ‘duurzaamheid’ eigenlijk niet meer horen. Dat komt doordat het zo vaak wordt misbruikt: zo profileren zelfs de meest vervuilende bedrijven zich als duurzaam. Collega Jan van Poppel gaat de komende tijd voor ons uitzoeken wat nu echt duurzaam is, en wat niet. En vooral hoe we dat doen, duurzaam leven.
Tot de volgende,
Josta